Kraak, daar ging Asscher

Dat geluid, dat was Asscher die door het ijs zakte.

De verwachtingen van zijn rol als fractieleider waren toch al niet hoog, zijn laatste act als minister heeft dat niet veranderd.

Zoals ik schreef in mijn stuk over de revolutie die de PvdA nodig heeft (klik hier) via een nieuwe voorzitter (ik vrees dat het een roep uit de woestijn zal blijken):

Voorwaar een uitdaging voor de nieuwe voorzitter. Ik ben me ervan bewust dat de voorzitter niet de partijleider is. Dat is nu Lodewijk Asscher. Maar de opdonder die de PvdA en Asscher hebben gekregen, dwingt tot serieuze soulsearching. Ik ga er niet van voorbaat bij uit dat de Tweede Kamerfractie en het programma waarop die is gekozen de toekomst van de PvdA zijn – er waren simpelweg te weinig kiezers die dat vonden. Het is lastig om met de verliezers van de verkiezingen de toekomst uit te zetten.

De verliezer heeft zijn visitekaartje afgegeven.

De domheid van de antifa’s

Linkse dommeriken zijn net zo dom als rechtse dommeriken, al zijn die laatsten de antisemieten, racisten en white supremacy idioten.

Maar de Antifa groepen die normale demonstraties uit de rails doen lopen (doet denken aan de krakers en anarchisten die dat hier deden in de jaren tachtig en negentig) zijn het slechtste wat je kunt hebben, namelijk een uitroepteken voor de psycho en zijn foute vrienden.

Nog los daarvan is het hele fascisme gedoe van een onpeilbare onzinnigheid. Ik had er met een Amerikaanse dit weekend een discussie over. Nee, Trump is geen fascist, de Charlottesville bruten zijn geen fascisten. Geef ze niet de eer dat ze een afgerond maatschappijbeeld hebben dat verwerpelijk is, ze hebben gewoon opinies en levenshoudingen die verwerpelijk zijn.

Er is weinig dat een normaal mens kan doen tegen deze oproerkraaiers. Maar het gaat op een dag, niet zo heel ver in de toekomst, tot echte confrontaties leiden. Dan kan de psycho de noodtoestand uitroepen of iets dergelijks. Je houdt je hart vast.

Martin Sommer en het slavernijverleden

Misschien was het onvermijdelijk dat Martin Sommer van de krant zonder mening het gedoe rondom de standbeelden in Amerika zou gebruiken om weer eens wild tekeer te gaan over het gezeik over slavernij in Nederland. De onvermijdelijke professor Emmer maakte ook zijn opwachting.

Maar Sommer begon al verkeerd. Die standbeelden in Amerika zijn om niet omstreden ‘in verband met het slavernijverleden’. Het zijn standbeelden opgericht door de voorstanders van Amerikaanse apartheid om de mensen die zij onderdrukten nog eens flink in te peperen dat ze niets te vertellen hadden.

De standbeelden dateren van de jaren 1890-1910 en sommige zelfs van de jaren 1950. Ze gingen niet over ‘slavernijverleden’, ze gingen over blanke repressie van zwarte Amerikanen. Sommer weet beter maar vond het wel leuk om zo wild tekeer te kunnen gaan tegen slavernij historische afrekening activisten.

Al doende miskende hij ook nog door onderzoek gestaafde gegevens: zwarte Amerikanen dragen nog steeds de last van gebroken sociale verhoudingen van de slavernij en de segregatie in de vorm van slechte gezinsstructuren en economische en sociale achterstand. Sommer negeert die informatie in zijn ijver om compensatieverhalen onderuit te halen.

In de krant zonder mening heeft Sommer een mening. Die stinkt. 

Niemand hypocrieter dan Ted Cruz

Senator Ted Cruz van Texas is een hypocriet type. En een botte eikel. En een ideoloog. What else is new?

Leuk om te zien hoe Cruz nu graag ruimhartige overheidsprogramma’s ziet voor hulp aan het door overstromingen getroffen Houston, juist ja, in Texas. Toen de orkaan Sandy New Jersey en New York enorme schade toebracht was Cruz een van de senatoren die hulpprogramma’s dwarsboomde. Klik hier voor een verhelderend verhaal.

Hij claimt nu dat daar allemaal onnodige extra uitgaven in verstopt zaten maar dat is flauwekul. Het is leuk te zien hoe zo’n man in zijn hemd staat – en hopelijk in 2018 zijn senaatszetel kwijtraakt.

Zoals zo vaak riepen Republikeinen toen dat nieuwe uitgaven moesten worden gecompenseerd met bezuinigingen elders (planned parenthood en zo). Misschien kan Trump zijn 20 miljard muur  inruilen voor hulp aan Texas.

Ook in de hypocresiecategorie: let op het gezeur over verhoging van het schuldenplafond. Onder Obama dwarsboomden de Republikeinen dat keer op keer, steeds met de dreiging van een sluiting van de overheid. Nu Trump hun president is liggen ze klaar, op hun rug met de pootjes omhoog.

Trump! Great! Spectaculair! Houston onder meer water dan ooit tevoren!

Wie had gedacht dat Houston, een verrassend plezierige stad gelegen op een spectaculair onaantrekkelijke plek waar het altijd warm en benauwd is, zomaar onder kon lopen? Zo te zien wordt dit een herhaling in slow motion van New Orleans, al is dit keer de hele bevolking getroffen en niet enkel arme zwarte gezinnen. De correspondent in Houston van de NYT schreef over het onderlopen van zijn eigen huis.

Er is iets met Amerikaanse steden die onvoorbereid zijn op calamiteiten. Ook voor Houston lijkt dat op te gaan, althans in de waterverwerking. Ik las dat het Corps of Engineers twee stuwmeren moet laten leeglopen, met nog meer water in de stad, om te voorkomen dat dammen instorten. Dammen waarvan in 2009 werd gesteld dat ze een grote kans op een rampzalig probleem boden.

Als Trump niet een psycho was maar iemand die nadacht over de publieke zaak dan was dit het moment om over infrastructuur te praten. Om bijvoorbeeld te zeggen dat die verkwistende 20 miljard die hij wil voor zijn domme muur besteed moet worden aan de ineenstortende bruggen en pokdalige wegen. Maar het zal wel weer blijven bij een of andere claim van grootheid: nooit is een Amerikaanse stad zo spectaculair ondergelopen als onder Trump! Fantastisch. Bijna net zo mooi als zijn miljoenen bezoekers bij de inauguratie.

Trump hoeft niet bang te zijn dat hij een kleine Bush imitatie doet. Zijn eigen Katrina vond twee weken geleden plaats met Charlottesville. Daar zal zijn presidentschap zich niet van kunnen herstellen.

Het is tijd dat de sociaal democratie de PvdA achter zich laat

Het is me niet gelukt om onderstaand artikel geplaatst te krijgen in de Groene, waar ik eerder schreef over de PvdA en de verkiezingen. De interesse in de PvdA is nu verdwenen, merk ik – ook elders. Maar toch, de partij kiest in oktober een nieuwe voorzitter en ik zou hopen dat die wild tekeer gaat. Het is hoop tegen beter weten in want de kandidaten tot nu toe doen geen revoluties vermoeden, maar toch.

Talk about a revolution

Let erop en het springt je tegemoet. Verhalen van PvdA’ers beginnen en eindigen vaak met het noemen van de partij, daartussenin hebben ze het over ‘de sociaal democratie’ of ‘wij, sociaal democraten’. Ze voelen maar al te goed dat sociaaldemocratie warm is, PvdA koud, dat de sociaal democratie iets vertegenwoordigt dat de PvdA is kwijtgeraakt. Het is tijd dat de sociaal democratie de PvdA kwijtraakt.

Laten we er geen doekjes om winden: sociaal democratie is een sterk product, de PvdA is een zwak merk. PvdA’ers weten dat maar al te goed. Het wordt dan ook tijd om in het diepe te springen en de PvdA om te vormen tot de Sociaal Democratische Partij (SDP). Het is tijd om de sociaaldemocratische maatschappijvisie helder en kort te formuleren en op concrete punten uit te werken in programmatische voorstellen. Al doende kunnen we de loden last afwerpen van dertig jaar rapporten die nul verandering opleverden. We kunnen dan ook meteen de vermoeide oude beeldretoriek opruimen zoals het zingen van de Internationale, rode dit, rode dat, de rozen en andere restanten uit een verzuild verleden, zodat jongere Nederlanders niet hoofdschuddend naar deze oude meuk hoeven te staren. We moeten dan ook meteen de gelegenheid gebruiken om de manier waarop binnen de partij zaken gedaan wordt, de zure sfeer van moties van orde, van lange vergaderingen en een spel van insiders overboord te zetten.

De tegenwerping ligt voor de hand: een andere naam maakt het geen andere beestje. In goed Amerikaans: je kunt lippenstift op een varken smeren maar het blijft een varken. En de tegenwerping is juist. Als die andere naam niet meer is dan dat, never mind, dan moeten we het niet doen. Het is de moeite niet. Maar als we werkelijk een nieuw begin willen maken, dan is het goed om dat ook rigoureus te doen.

De PvdA gaat dit najaar een nieuwe voorzitter kiezen. Het zou mooi zijn als die voorzitter een poging zou ondernemen om de sociaal democratie opnieuw uit te vinden. Wat mij betreft zou hij of zij een zero based analysis moeten maken. Gewoon, de eenvoudige vraag stellen: hoe zou je de sociaal democratie in Nederland inrichten als je blanco begin, als je een organisatie helemaal vanaf de bodem zou mogen oprichten. Ook zonder glazen bol realiseer je je onmiddellijk dat een dergelijke organisatie in weinig op de PvdA zou lijken.

Behalve organisatie heeft de sociaal democratie acuut behoefte aan een verhaal. Dat is geen marketinginstrument of ondernemers nieuwpraat, maar gewoon een vereiste om mensen mee te kunnen nemen. Je hoeft geen fan te zijn van Bernie Sanders om zijn verhaal te zien: we worden genaaid door de mensen die macht hebben. De onderdelen pasten daar feilloos in, zowel de kwaaie pieren (bankiers, gevestigde politici, lobbyisten, grootkapitalisten met buitengewone invloed) als de beleidsvoorstellen (ziektekostenverzekering voor iedereen, gratis onderwijs, hogere belastingen voor de rijken). Ook Trump had een verhaal.

Zo’n verhaal schudt je niet zomaar uit je mouw, in elk geval heb ik niet die pretentie dat hier te kunnen doen. Ik hechtte altijd zeer aan Joop den Uyls riedel: spreiding van inkomen, kennis en macht. Maar ook hier moeten we zero base gaan: spreiding is niet meer het juiste woord, net zo min als solidariteit dat nog is. Wel het verhaal erachter, namelijk dat dat iedere burger, iedereen die in ons land wordt geboren, opgroeit of welkom wordt geheten de kansen krijgt om zijn of haar capaciteiten optimaal te ontplooien. Dat hoeft niet tot gelijke resultaten te leiden, integendeel, maar als mensen zoveel mogelijk van hun potentieel realiseren moeten ze kunnen rekenen op een veilig en welvarend leven. En wie er niet in slaagt om de kansen te grijpen of door andere redenen in de penarie komt, moet er op kunnen rekenen dat sociaal democraten niemand laten vallen.

De SDP moet een verhaal hebben dat niet eindeloos zeurt over inkomensongelijkheid, bankiers, de haatzaaier en andere favoriete huilpalen maar juist een beeld geeft van wat wel gewenst is. Een verhaal dat vragen meeneemt over de verhouding tussen verzorgingsstaat en openheid van de samenleving, dat zich afvraagt hoe het kan dat hoog opgeleide, hoge inkomens kiezers stemmen voor een verzorgingsstaat maar dat minder kansrijke burgers zich daar juist van afkeren. Een verhaal dat de hele breedte van de samenleving kan aanspreken.

Eenvoudig is dat niet. Een verhaal dat de overheid wil inzetten voor een gezamenlijk doel vraagt nou eenmaal meer overtuigingskracht dan een verhaal dat de burger individuele kracht aanpraat. Een verhaal dat de complexiteit van onze samenleving onderkent en burgers handvaten geeft om daarmee om te gaan is altijd complexer, gelaagder en moeilijker dan bangmakerij voor Wilders of afkeer van Rutte.

Wat mij betreft meot het een ideologisch verhaal zijn, het moet een visie op de samenleving weergeven. Een visie die anders is dan die van andere partijen. Ideologie is een vies woord geworden en de PvdA heeft indertijd onder Wim Kok de ideologische veren afgeschud. Mijn probleem is dat we sindsdien in onze blote kont staan. Zoals Bill Clinton ooit zei: als je werkt met een ideologie hoef je niet iedere keer opnieuw na te denken over het waarom van je besluiten, ze vloeien er vanzelf uit voort. In de praktijk hebben we al te vaak gezien dat pragmatisme, ideologieloosheid leidt tot opportunisme of onvoorspelbaarheid of, erger, onbetrouwbaarheid.

De opdracht van de sociaal democratie is in potentie alle burgers te binden die deze visie delen. De uitdaging is de Nederlanders te bereiken aan de randen van de samenleving – soms letterlijk – met een verhaal dat hen een rol geeft. Een eerlijk verhaal, geen valse beloftes. Een verhaal dat onderkent dat sommige regio’s in Nederland weinig economische toekomst hebben en zich afvraagt hoe daar als samenleving mee omgaan. Daarom is de bestaanszekerheid waarop Paul Depla in zijn rapport terugviel, als thema zo eng, zo smal. Een burger zoekt naar meer. Sociaal democratie zou mensen een rol moeten geven, laten deelnemen. Niet alleen je bestaan moet verzekerd zijn maar ook je gevoel van eigenwaarde, het gevoel dat je meedoet.

Zijn we in staat om zowel PVV stemmers in de randgebieden van Nederland aan te spreken als weldenkende intellectuelen, zonder patroniserend te worden? Kunnen we formuleren wat we gemeen hebben? Kunnen we een programma bieden, een denkwijze, een samenlevingsvoorstel dat bewijst dat we een gemeenschappelijk belang hebben? Kan iedereen zich thuisvoelen bij de sociaal democratie als hij of zij de principes deelt?

Voorwaar een uitdaging voor de nieuwe voorzitter. Ik ben me ervan bewust dat de voorzitter niet de partijleider is. Dat is nu Lodewijk Asscher. Maar de opdonder die de PvdA en Asscher hebben gekregen, dwingt tot serieuze soulsearching. Ik ga er niet van voorbaat bij uit dat de Tweede Kamerfractie en het programma waarop die is gekozen de toekomst van de PvdA zijn – er waren simpelweg te weinig kiezers die dat vonden. Het is lastig om met de verliezers van de verkiezingen de toekomst uit te zetten.

De suggestie om van de sociaal democratische partij, nu nog PvdA genaamd, een beweging te maken, lijkt me een vlucht vooruit. Of achteruit, nu ik erover nadenk. Partijen mogen hun uiterste verkoopdatum bereikt hebben, hopen dat vanzelf opspringende activiteiten die mensen op ad-hoc basis engageren hun rol gaan overnemen lijken me luchtfietserij. Er moet toch ergens een vorm van organisatie zijn? Iemand moet al die activiteiten toch aan elkaar knopen om er iets mee te doen?

Bovendien hebben we in Nederland vooralsnog een systeem dat op partijen is gebaseerd. Het is tijd om daar wat aan te veranderen en de band met de kiezer te herstellen via een getemperd districtenstelsel dat de band tussen volksvertegenwoordiger en kiezer inniger maakt, maar dat is een onderwerp voor een ander verhaal. Partijen zijn de organisaties die kieslijsten opstellen, campagne voeren en wat er aan bewegingen en actiegroepen is kanaliseert in een programma en mensen die geacht worden dat te kunnen verdedigen.

De nieuwe voorzitter mag nadenken over een ideale organisatie. Ik kan niet claimen het model daarvoor in mijn hoofd te hebben, maar op basis van mijn ervaringen begin jaren negentig vergeleken met die van afgelopen jaar, kan ik wel zeggen dat het voor leden al een stuk verbeterd is. En het is wel degelijk van enorm belang dat alle leden kunnen meestemmen en meedoen en niet alleen apparatsjiks.

Het is misschien onbevredigend om een oproep tot revolutionaire verandering te eindigen zonder precies uit te spellen waar hoe die verandering tot stand moet komen. Dat weet ik niet. Ik wil ook geen voorzitter worden. Maar ik weet wel waar aan gewerkt moet worden. Dat het het nodig is dat de PvdA zichzelf een reden van bestaan geeft waarmee ze zich fundamenteel en niet alleen aan de marge onderscheidt van de andere partijen. Kunnen we dat niet, laten we dan de tent sluiten.

Bij overleg over de crisis van 2008 gaf toenmalig president-elect Barack Obama zijn staf opdracht met creatieve en verreikende plannen te komen. ‘Je moet een goede crisis niet verloren laten gaan,’ zei Obama. Het valt te hopen dat de PvdA deze crisis aan zal grijpen om zichzelf te hervormen, niet voor dit jaar, niet voor de volgende verkiezingen, maar voor de volgende decennia. Het is de enige manier waarop sociaal democratie relevant kan blijven.

Daar gaat de rule of law

Het slechte nieuws van vandaag is dat, zoals verwacht, Trump de wetsovertredende sheriff Arpaio gratie heeft verleend. Arpaio was veroordeeld wegens contempt of court. Trump kan aanschuiven met contempt for the rule of law. Ik weet al wat de rechtse sites zullen gaan roepen: maar Obama heeft Chelsea Manning gratie verleend. Slaat nergens op maar zal beklijven bij de Trump fans.

Het goede nieuws is dat de uiterst rechtse Hongaars-Amerikaanse Sebastian Gorka eruit gelazerd is. Deze mini-Orban met een foute vader was een wandelend probleem voor John Kelly, de chefstaf van het Witte Huis, omdat hij iedere keer dat hij op televisie verschijnt een beschamende vertoning afleverde. Gorka, een islamofoob, was een vriendje van Bannon. Zijn vertrek is dan ook niet onverwacht maar evenzogoed welkom. Nu Stephen Miller nog, en van mij mag Kellyann Conway ook worden afgedankt voor de onzin die ze heeft verkondigd, en de staf is in elk geval op normaal conservatieve orde. 

Trump heeft van Katrina en kleine Bush in elk geval geleerd dat je natuurrampen niet moet onderschatten en dus heeft hij in Texas de noodtoestand afgekondigd. Niet zo moeilijk om je daar presidentieel te gedragen. Lock her up werkt niet voor orkanen, zoveel weet Trump (al denken zijn evangelische aanhangers dat je met bidden een orkaan van richting kunt laten veranderen …).

Gary Cohn, de economische tsaar in het Witte Huis, dacht erover om af te treden na Trumps onzinverhalen over Charlottesville. Hij kon moeilijk verteren dat Trump het antisemitisch geschreeuw goedpraatte – en onderscheidde zich daarmee van minister van Financiën Mnuchin die dat goedpraten goedpraatte (en zijn vrouw zich voor joker liet zetten – een dom mens als er ooit een was). Cohn is gebleven omdat hij de Amerikaanse bevolking dient, zegt hij. Ik vind dat een bedenkelijke redenering. Cohn dient een foute president, niet het volk. Hij is nergens voor gekozen. Dat zijn zakenvrienden willen dat hij blijft om hun belangen te behartigen is wat anders dan het volk dienen. Hij had er beter aan gedaan op te stappen. Straks wordt hij tot baas van de FED benoemd en dan zal iedereen zeggen dat hij dat heeft gekregen omdat hij stil bleef toen Trump zijn antisemitisme wild liet gaan.

Trump is een gevaar voor de democratie in Amerika

Donald Trump mag rijp zijn voor een psychiatrische inrichting, of het 25ste Amendement, de schade die hij aanricht is enorm. Bij zijn go wild verhaal in Phoenix ging hij weer op onaanvaardbare manier tekeer tegen de media. Als een flink deel, we praten al gauw over dertig procent, van de Amerikanen ook vindt dat media onbetrouwbaar zijn – onbetrouwbaar dan de pathologische leugenaar op het podium – dan is dat bedreigend voor de democratie.

Een recent onderzoek van de Economist liet zien dat bijna de helft van de Republikeinen en, opmerkelijk en verontrustend genoeg, ook een flink deel van de Democraten bereid is om de rechter in te schakelen om bronnen van wat ze fake news noemen de mond te snoeren. En dan hebben deze mensen het niet over Fox maar over de reguliere journalistiek die er professionele normen op na houdt. In Phoenix zette Trump, zoals hij ook in zijn campagne deed, de journalisten in een hok en wees op hen als verraders, vijanden van Amerika en noemde een paar journalisten bij naam. Het is een kwestie van tijd voordat een van die mensen die in Charlottesville rondliep een aanval opent. De president van Amerika is een gevaarlijk man.

Hij citeerde ook selectief uit eigen werk om de menigte op te juinen. Hij beloofde een wetsovertredende en veroordeelde ex sheriff gratie te verlenen, de overheid stil te leggen als ze niet doen wat hij wil en zo nog het een en ander. Hij ging weer tekeer tegen zijn favoriete stropop, Hillary Clinton en liet de menigte weer fijn ‘lock her up’ roepen. 

Ondertussen is de psycho bezig om de schuld van zijn totale falen als leider te verschuiven naar iedereen behalve hemzelf. Het zijn de Democraten, de media, zijn eigen partij, iedereen is erop uit om hem dwars te zitten. Trump zelf treft geen blaam. Het is het vaste narcistische patroon van deze historische ramp die de wereld overkomt. 

De democratie in de Verenigde Staten is kwetsbaarder dan we allemaal denken. Een roeptoeter leider kan de publieke opinie sterk beïnvloeden. Vraag het Republikeinse kiezers dezer dagen en ze vinden Wladimir Poetin een bewonderenswaardig type. Never mind diens betrokkenheid bij misdaden tegen de Amerikaanse democratie. De manier waarop burgers zich laten beïnvloeden, de manier waarop Trump de sentimenten opjaagt, moet iedereen koude rillingen bezorgen.