Biden haalt een half brood binnen – misschien.

Het vergt hogere Washingtonologie om te volgen wat Biden wel of niet bereikt met zijn infrastructuur akkoord. Zijn de Republikeinen nu aan boord voor 550 miljard of 1000 miljard? En stemmen ze volgende week ook in met de daadwerkelijke wetgeving en niet met het in stemming brengen zoals tot nu toe? Is dit een succes of een halve mislukking? Of een hele mislukking?

Dat die wegen, bruggen en vliegvelden gerepareerd moeten worden, daarover is iedereen het eens. Zelfs de in toenemende mate zielepoterige Trump die vanuit zijn schuilkelder in Florida jaloers reageert op wat Biden al of niet tot stand brengt. De Republikeinen zullen daar uiteindelijk wel mee akkoord gaan.

Helaas geldt dat niet voor de meest logische financiering: belastingverhogingen, vooral voor de rijken en plutocraten die miljarden de ruimte in schieten. Biden had een tussenvorm gevonden: de belastingdienst (IRS) versterken zodat de huidige regels beter gehandhaafd kunnen worden. Maar daar zijn de anti-overheids Republikeinen weer tegen. Ze gebruiken het gelegenheidsargument dat het beter is om de belastingwetgeving te vereenvoudigen dan de huidige wetgeving te handhaven. Totale onzin maar in het sinds Reagan geschapen de-overheid-is-uit-op-je-geld zijn zelfs gematigd conservatieve columnisten gevoelig voor dat argument.

Als deze wetgeving er doorheen komt met meer dan zestig stemmen, kan wellicht de rest van het programma – het leggen van een acceptabele basis in het Amerikaanse verzorgingsnet – via reconciliation aan de orde komen. Daarvoor zijn maar vijftig stemmen nodig, alle Democraten dus. Het blijft de vraag Manchin en Sinema daarmee akkoord zullen gaan.

Vanuit het perspectief dat een half brood niet slecht is als je om een heel brood gevraagd hebt, is dit een succes voor Biden, ook al is het een zeperd voor een eerlijker en minder ongelijk Amerika. Eerlijk gezegd: het is meer een kwart brood. Het helpt om een ex-senator als president te hebben. Die begrijpt tenminste hoe de senaat werkt (dat is meer dan ik kan zeggen – het blijft vaak onnavolgbaar). Biden heeft zich ook uitgeput in het slijmen met senatoren, iets waarin hij stukken beter is dan Obama en Trump, die dat beiden negeerden.

Het is te vroeg om te oordelen of Biden hier een historische succes geboekt heeft. Uiteindelijk zal dat pas blijken bij de tussentijdse verkiezingen van 2022. Als de Republikeinen daar de senaat heroveren (en dan waarschijnlijk ook huiszetels winnen, misschien een meederheid die de Trump-buikspreekpop McCarthy Speaker zou maken) dan is het Biden presidentschap over en uit.

De grote vraag is dan ook in hoeverre Biden in staat is om dit succes uit te buiten, om het over te brengen aan de kiezers voordat de Trump-filistijnen alles negatief vertalen. Kan Biden over krap zestien maanden voorkomen dat hij vleugellam wordt gemaakt? Geen reden om vreselijk optimistisch te worden.

De hippie buitenlandse politiek van Ben & Jerry

Zowat een leven geleden ging ik in Vermont langs bij Ben & Jerry. Het ging om twee hippie types die de raarste soorten van ijs in elkaar draaiden, en het smaakte nog goed ook. Mijn favoriet was Cherry Garcia, kersenijs met stukken chocolade, vernoemd naar Jerry Garcia van de Grateful Dead – in Nederland tegenwoordig niet meer verkrijgbaar.

Ben & Jerry groeiden als kool. Ik schreef regelmatig over hun groei, een entrepreneursactiviteit die geheel paste in de jaren tachtig maar die, anders dan veel van de Reagan-erfenis, maatschappelijk betrokken was.Een flink deel van hun winst besteedden ze aan goede, politieke doelen. Vermont heeft op dat terrein een reputatie. Afgezien van Ben & Jerry is Bernie Sanders het belangrijkste exportproduct.

Toen Unilever twintig jaar geleden het bedrijf overnam, of beter gezegd het merk, deed het dat inclusief de reputatie van Ben & Jerry. Dat was immers het merk. Goed ijs, maar ook goede mensen.

Het past daarom helemaal in de traditie van Ben & Jerry om verkoop van hun ijs in de illegale nederzettingen op de Westoever van de Jordaan te beëindigen. Het is een manier om wangedrag van Israel aan de kaak te stellen, met antisemitisme heeft het niets van doen.

De opwinding is amusant en geheel voorspelbaar. Ik sta aan de kant van Ben & Jerry. Het is goed om een statement te maken, en nog beter als je daarmee een groot bedrijf als Unilever (politiek en zaken hebben niets met elkaar te maken, het lijken de Olympische Spelen wel) ermee in moeilijkheden kunt brengen. De tegenboycot van Israeli’s en Amerikanen is ook voorspelbaar. Duurt niet zolang. Zolang er ijs in de diepvrieskasten staat, zal het verkocht worden. Ik neem nog een kartonnetje extra – helaas, geen Cherry Garcia.

De tentakels van Israel zijn ook op een andere manier in het nieuws, via Pegasus, de afluister- en inbreek software die door een Israelische bedrijf wordt gemaakt (en waarover de regering export controle heeft). Hier is de opwinding wat minder voorspelbaar. Dat wil zeggen, het gaat vooral over het product. Maar het is natuurlijk geen toeval dat Israël met zijn vergaand anti-terrorisme beleid en fier egocentrisch buitenlands beleid met dit spul op de markt komt.

Illegale nederzettingen, gevaarlijke software met onverwachte gebruikers en onverwachte slachtoffers. Het staat allemaal niet los van elkaar.

Overigens hadden Ben & Jerry beter in hun garage in Vermont kunnen blijven. Dat is de makke met hippie erfenissen: als ze niet verdwijnen verwateren ze. Dit was een ongebruikelijke maar welkome oprisping.

Kelder en Baudet

Jort Kelder, Rutte vriend en softe interviewer, altijd paraat om links de maat te nemen, blijkt filmpjes van de club van Baudet gesponsord te hebben. Hij is boos dat men daar wat van zegt.

Dit is dezelfde joker die etterde over de VPRO reportage van Kaag.

Nee, Kelder, mensen die voor de publieke omroep werken, in een opinievormende positie, worden geacht zich te onthouden van partijgebonden activiteiten. Nou weet ik wel, Kelder, dat je gewend bent om niet te worden afgerekend op je nauwe band met Rutte. Dat is okay, als je vriend toevallig premier wordt, tja, wat doe je eraan?

Maar Forum financieel steunen? Niet dat hij veel geloofwaardigheid had, maar het laatste restje vernis is nu wel verdwenen.

Kelder kent het jargon. In de NRC zegt hij dat hij zich ‘distancieert van de cancel culture’. Ja, ik ook en wat heeft dat ermee te maken. Hij noemt zich libertair en ziet dat als een vrijbrief. In werkelijkheid is hij gewoon reactionair conservatief.

Overal wapens, nergens veilig

Op een perverse manier was het plezierig om de menigte in het baseball stadion in Washington DC te zien paniekeren, zoekend naar dekking toen bekend werd dat er schoten werden gewisseld buiten het stadium (het leverde een dode op).

Gewone mensen, dagje uit, snoezend in wat ongetwijfeld een saaie wedstrijd was, zien hun routine verstoord.

Waarom plezierig? Omdat het nog maar eens duidelijk maakt dat niemand veilig is in de VS. Dat de bescherming van wapenverkopers en wapenbezitters leidt tot permanente vrees dat je slachtoffer wordt.

In Texas, waar ze een radicaal rechtse Republikeinse golf ondergaan, mag iedereen binnenkort met een wapen openlijk op straat lopen. Good luck als je je daarbij veiliger voelt.

Massamoorden hebben, irritant genoeg, een aspect van afstand. Het gebeurt altijd met anderen, ergens ver weg. De schietpartij bij het stadion en de paniek die uitbrak bracht, zoals de Amerikanen zeggen ’the chickens home to roost’.

Yesterday’s News?

Een van de reacties op mijn stukje over Trump als een van de meest invloedrijke presidenten aller tijden (Tump is een winnaar!) was dat Trump zo vreselijk yesterday’s news was. Geen tijd meer voor, geen interesse.

Nou moet ik toegeven dat een van de meest welkome gevolgen van Trumps nederlaag, en na de staatsgreep van 6 januari zijn verbanning van Twitter, was dat we niet dagelijks, of zelfs per uur, ons met de man bezig hoefden te houden. Niet langer werd iedere uiting, iedere opwelling, iedere provocatie van de psychopaat die vier jaar lang niet uit de media was weg te slaan, uitvergroot, becommentarieerd, belangrijk gevonden. Heerlijk om niet ’s ochtends de nieuwssites te moeten opzoeken om te zien wat er weer voor idioots was voorgevallen. Nu werp ik enkel een snelle blik om te zien of Biden niet is overleden.

So far, so good. En ja, er is veel te opiniëren dat niet met Trump samenhangt. Slaverij en kolonialisme, Omtzigt en Rutte, de zoveelste verontschuldiging van de Jonge/Rutte, en in de Telegraaf natuurlijk de permanente campagne tegen Kaag en Halsema. En anders is er wel het zoveelste oppervlakkige essay van Grunberg.

Toch denk ik dat het een enorme, mogelijk fatale, denkfout is om net te doen of Trump er niet meer toe doet, dat hij niet meer nieuwswaardig is. Het is veel erger dan we denken.

Niet dat Trump in 2024 kandidaat zal zijn. Daar is hij te lui voor en zelfs in zijn narcistische verkleefde hersenen realiseert hij dat hij zelfs met hulp van verminkte kiessystemen niet voldoende stemmen kan halen om nog eens president te worden. Daar gaat het hem ook niet om. Hij wil aandacht en invloed, liefst zonder al te veel inspanning en met de kans om als een acoliet in 2024 verliest/wint te kunnen zeggen: had mij maar gehouden/hij won dankzij mij.

Het is ongekend dat een verliezend president zijn partij kan overnemen op een manier die hem zelfs toen hij president was niet helemaal was gelukt. Trump domineert de partij in wat door Liz Cheney een persoonscultus is genoemd. Hordes Republikeinen in het congres dansen naar zijn pijpen.

Ze stemden tegen de certificering van de uitslag van de verkiezingen in november, ze praten de aanval op het Capitool goed en blokkeren onderzoek ernaar, ze juinen anti-vax dommerikken op, ze slijmen en schmieren in Florida aan het hof van de anti-democraat. De paar lui die de macht zouden hebben om de partij los te weken van Trump, Mitch McConnell en Kevin McCarthy, leiders van senaat en huis respectievelijk, doen dat niet uit pervers opportunisme. Zij willen Trump enkel gebruiken om in 2022 meerderheden in het congres te verwerven.

En verdomd, voor een partij die zo in diskrediet is gebracht door persoon en optreden van Trump, door het geweld op 6 januari (Trump heeft de antifa-verklaring nu verlaten en juicht de geweldplegers openlijk toe als zijn achterban), voor een dergelijke partij is het godgeklaagd dat hij een kans maakt in 2022.

Er zijn verklaringen voor die hondentrouw aan een mislukt politicus. De notie van ‘vrijwillige slavernij’ die Etienne de la Boetie waarover ik eerder schreef, net als de proto-fascistische tendensen die door een minder narcistisch en meer doelgericht ‘evil person’ (denk Cruz, Hawley, Paul) van Amerika nu al een illiberale autoritaire staat hadden gemaakt, bieden deelverklaringen. Maar niets behalve opportunisme verklaart waarom Liz Cheney in staat is perfect te zien waartoe dit gaat leiden en McConnell dat niet wil zien.

Ik heb nooit de illusie gehad dat de Republikeinen ondanks hun snelle en steeds snellere wegdrijven van democratische en grondwettelijke principes zichzelf buitenspel gezet zouden hebben. Ik schreef er al over in januari. Op staatsniveau zijn ze te sterk (minder qua stemmen dan qua inherente macht in het nu achterlijk ogende Amerikaanse politieke systeem) om ze af te schrijven. Zie de talloze wetten om zo weinig mogelijk mensen te laten stemmen. Het Amerikaanse systeem leent zich perfect voor een dictatuur van de minderheid. De Founding Fathers, breed vereerd, legden ook de basis voor een disfunctioneel en gevaarlijk corrupt systeem.

Op de achtergrond is Trump de doorslaggevende persoon. Curieus genoeg niet zozeer omdat hij aan de touwtjes trekt, maar omdat opportunistische politici en mediapersoonlijkheden hem touwtjes geven om aan te trekken. Je mag hopen dat Trumps steun in Republikeinse voorverkiezingen leidt tot het soort van kandidaten dat onverkiesbaar is of de Democraten een kans geeft, maar even vrolijk komen er nog een paar afgevaardigden bij als Laurent Boebert, de pistolen zwaaiende radicaal uit Colorado, of de in alle opzichten verwerpelijke Majorie Taylor Greene, die Trumps erfenis vertegenwoordigen.

Dat kan allemaal omdat de big lie, zoals ik voorspelde in januari, diep wortel heeft geschoten in een Republikeins electoraat dat open staat voor Trumpiaanse leugens. Een te groot deel van de kiezers (het gaat om tientallen procenten) heeft geen vertrouwen meer in verkiezingen. De grote leugen van Trump is veel te breed geaccepteerd en wordt door de tegen certificatie van de uitslag stemmende Republikeinse politici nog steeds niet weersproken, om vertrouwen te hebben in de toekomst.

De Republikeinen komen weer terug, niet met Trump maar wel dankzij Trump. Ze corrumperen het systeem op een manier die hun overwinningen suspect zullen maken bij alle andere Amerikanen. En dan zijn we echt op weg naar totaal verlies van vertrouwen in democratische processen in de VS.

Trump is niet yesterday’s news. Die misvatting, en de onterechte want niet gerechtvaardigde opluchting dat zijn invloed zou wegvloeien, gaat ons nog duur te staan komen.

Waarom ik niet tegen de doodstraf ben

De actuele aanleiding voor dit essay was het afschaffen van de doodstraf in Virginia, in februari. Het blijft actueel, kijk naar de poging van de regering Biden om de doodstraf op federaal niveau af te schaffen, nadat de psycho staatsgreep president in januari, op de valreep, nog 17 federale executies liet voltrekken.

Het is bij diverse redacties blijven liggen, vandaar dat ik het nu toch maar hier plaats. Wie meer wil weten over levenslang in de hele wereld, kan terecht in de Economist. Mijn verhaal is meer persoonlijk, waarom ik het lastig vind om de doodstraf te verbieden en dan tevreden achterover te leunen.

Nog barbaarser dan de doodstraf is levenslang.

In februari schafte Virginia de doodstraf af, als eerste staat in het Amerikaanse zuiden. Het besluit werd breed toegejuicht, onder meer in een hoofdartikel van The New York Times. Ook u ziet dit waarschijnlijk als een goede ontwikkeling. Natuurlijk, u bent een beschaafd mens, dus u bent tegen de doodstraf. Hoera, de wereld is weer wat beter. 

Bij mij leidt het tot gemengde gevoelens. Niet omdat ik zo graag de doodstraf omarm, maar omdat ik niet een principieel tegenstander ben. Een dergelijke stellingname roept de verdenking op dat je contrair wilt zijn, wilt uitdagen of shockeren. In beschaafd gezelschap is het immers vanzelfsprekend de doodstraf te verwerpen. Beschikken over het leven van een ander, dat past niet.

Los van het feit dat we dagelijks beschikken over vele levens op vele manieren, een vaststelling die in de coronacrisis maar al te onontkoombaar is, vraag ik me af waarom iemand levenslang opsluiten minder kwalificeert als ‘beschikken over een leven’ dan een executie. Scherper gesteld: is levenslang niet minstens even problematisch? En is het in die context niet juist barbaarser om de optie doodstraf helemaal uit te sluiten? De vraag wordt niet vaak gesteld. Als je eenmaal hebt besloten dat de doodstraf echt niet kan, hoef je er niet meer over na te denken. Dat is me te gemakkelijk.

Vier redenen om tegen de doodstraf te zijn

De tegenstanders van de doodstraf die in Virginia succes hadden voerden vier redenen aan voor hun standpunt. Moreel/filosofisch noemen ze het principe dat je niet over levens mag beschikken. Doe je het wel dan kom je in een groepje landen terecht waar je niet wilt thuishoren: China, Iran, Irak, Saoedi Arabië en Noord Korea. Dat zijn eigenlijk twee redenen, de morele waar ik het hierboven over had en die de morele problemen van levenslang ongemoeid laat, en de ik-wil-er-niet-bij-horen reden. Laat ik zeggen dat het niet kennen van de doodstraf geen garantie is voor beschaving.

Een tweede reden is het relatief grote aantal Amerikaanse veroordeelden dat onterecht tot de doodstraf is veroordeeld, hetzij door fouten, al of niet opzettelijk, bij de vervolging, of door magere rechtsbijstand. Het rechtssysteem is niet honderd procent waterdicht, betoogt Virginians for Alternatives to the Death Penalty. Daardoor loop je het risico onschuldigen te executeren. Ook hier een dubbele reden, eigenlijk. Mogelijk onterecht veroordeelden en een belabberd rechtssysteem. Ik kan het het alleen maar eens zijn met beide zorgen, maar dit gaat verder dan enkel de doodstraf. Die afschaffen lost niets op.

De derde reden is de ogenschijnlijk arbitraire aard van veroordelingen tot de doodstraf: meer zwarte Amerikanen dan gemiddeld, meer zuiderlingen. Ze hebben het niet eens over de weigering van sommige gouverneurs om de doodstraf te laten voltrekken, en het enthousiasme daartoe bij anderen. Gouverneurs van dezelfde staat, wel te verstaan, maar van een andere partij. Ridicuul natuurlijk, maar uiteindelijk gaat het hier om een variant van de tweede reden: een belabberd en racistisch getint rechtssysteem.

De vierde reden zijn de kosten, de doodstraf in harde dollars. De doodstraf eisen en na oplegging handhaven tot alle beroepen zijn uitgewerkt is dure business. Duurder dan levenslang, want op death row is het ‘beter’ toeven dan in de overvolle, levensgevaarlijke gevangenissen. Meestal zit je alleen, in een aparte vleugel. Het is zeker waar dat Amerikaanse gevangenissen op zijn zachtst gezegd een probleem zijn, maar dit financiële argument lijkt me niet erg moreel.

Een onschuldige is beter af met een veroordeling tot de doodstraf

Ook de ACLU, de American Civil Liberties Union, een organisatie voor de handhaving van basisrechten waaraan ik jaarlijks doneer, is tegen de doodstraf. Net als Amnesty, ook op mijn jaarlijkse lijst. De ACLU voert bovenstaande argumenten op, met als extra de vaststelling dat de doodstraf gewelddadige misdaad niet vermindert. Dat lijk me niet erg relevant, andere straffen doen dat ook niet. Meer hout snijdt de overweging dat politici voor de doodstraf pleiten om te verhullen dat ze niet in staat zijn de ‘ware redenen’ voor gewelddadige misdaad te onderkennen. Dit lijkt me een moeizame formulering om te zeggen dat politici de handen in de lucht gooien, niet weten hoe ze criminaliteit moeten verminderen en dan de doodstraf roepen om kordaat te klinken. Of de doodstraf laten uitvoeren, zoals Bill Clinton deed, toen hij zich in 1992 als gouverneur van Arkansas en presidentskandidaat niet durfde uit te spreken als tegenstander en er een punt van maakte een zwak begaafde man te laten executeren.

Ook de ACLU voert een financieel argument aan. De doodstraf als veroordeling en straf kost veel tijd, geld en juridische aandacht die beter besteed kunnen worden. Het is moeilijk om het daar niet mee eens te zijn, maar het is, opnieuw, geen principieel argument. Sterker, het roept enkel de vraag op hoeveel mensen die levenslang hebben gekregen zouden kunnen profiteren van vragen over hun juridische bijstand, nieuw DNA, valse getuigenverklaringen en andere dure procedures die nu enkel toekomen aan ter dood veroordeelden. Het is immers onwaarschijnlijk dat er onder hen niet net zo’n groot percentage onterecht veroordeelden zou zitten.

Zo gezien ben je zelfs als onschuldige beter af met een veroordeling tot de doodstaf. Dan heb je tenminste de kans dat je onterechte veroordeling wordt heroverwogen in eindeloze beroepszaken. Die kans is bij levenslang een stuk kleiner. Dat lijkt me pervers.

Rechtvaardiging van straf in het algemeen

In mijn eerste colleges strafrecht praatten we over de rechtvaardiging van straf in het algemeen, gevangenisstraf in het bijzonder. Boetedoening is de belangrijkste. Je hebt wat gedaan, daar zitten consequenties aan. Ons rechtvaardigheidsgevoel wordt bevredigd. Genoegdoening voor slachtoffers is een andere grond. Het woord wraak gebruiken juristen liever niet.

Rehabilitatie en klaarmaken voor terugkeer in de samenleving is een ander doel van strafoplegging, of in elk geval de uitvoer daarvan. Verder werkt de mogelijkheid om gestraft te worden in brede zin ook preventief, daar kunnen we het over eens zijn. Tenslotte in dit niet uitputtende lijstje staat bescherming van de samenleving. Dit laatste is voor mijn betoog van belang, want de doodstraf of levenslang moeten ervoor zorgen dat iemand niet terugkeert in de samenleving.Ze zijn bedoeld om op te ruimen.

Zonder moeite accepteren we dit voor plegers van massamoorden, zoals Andres Breivik die in Noorwegen 77 tieners doodschoot, de moordenaar van vijftig moslims in Christchurch, Nieuw Zeeland, of gestoorde lui zoals Jeffrey Dahmer, die 35 mannen en jongens vermoordde, in stukken sneed en onder zijn huis in tonnen stopte. Zij moeten nooit meer vrij komen. Er zijn veel voorbeelden van vreselijke misdragingen – veel te veel – en voor de meeste veroordeelden geldt dat hun daden onomstreden zijn. In die gevallen, de overgrote meerderheid, hoeven we ons geen zorgen te maken over een onterechte veroordeling. 

Neem Timothy McVeigh, de man die in 1995 in Oklahoma City een gebouw opblies en 165 doden veroorzaakte. Niemand bestreed dat McVeigh de dader was, ook hijzelf niet. Hij werd ter dood veroordeeld en weigerde in beroep te gaan. Als 29-jarige vond hij zijn executie aantrekkelijker dan levenslang. McVeigh kon uitzien naar een belabberd en saai bestaan, met een goede kans om overhoop gestoken te worden, zoals de tot levenslang veroordeelde Dahmer overkwam. 

Het was mogelijk geweest dat McVeigh zich in de gevangenis had ontwikkeld tot eminent jurist, of dichter, wellicht zou hij ongewoon talentvol blijken met het penseel. Wellicht vond hij de Heer of Allah. Misschien kon hij zin geven aan zijn bestaan. Maar eruit komen was uitgesloten en moest dat ook blijven. McVeigh koos voor de dood, waarmee hij zichzelf maar ook een groot deel van de familie van de honderden slachtoffers een plezier deed. Een flink aantal van hen vond dat ze het hoofdstuk Oklahoma pas konden afsluiten met de dood van McVeigh. Heel begrijpelijk voor iedereen die zich een ongeluk schrok toen meervoudig meisjesmoordenaar Marc Dutroux ontsnapte.

Helaas behoren wrede, onbegrijpelijke meervoudige moorden tot de geregeld voorkomende problemen van de Verenigde Staten en zoals bovenstaande voorbeelden aangeven, het is geen uniek Amerikaans fenomeen. Veel moordenaars doden zichzelf of nodigen uit tot ‘zelfmoord via een politieman’ door zich te laten doodschieten. Dat lost veel op. Maar even zo vaak gaat het om ‘gewone’ moorden, uitzonderlijk wreed of op politiemensen, die levenslang opleveren. Donald Trump versnelde in januari nog even de executie van een vrouw die een ongeboren kind uit de buik van een moeder had weggesneden. Er zijn ongeveer 2500 ter dood veroordeelden in de VS terwijl liefst 200.000 Amerikanen levenslang hebben, van hen 50.000 zonder recht op parole.

Vergeet die afschrikkende werking

Ik geloof niet in de afschrikwekkende werking van de doodstraf op bepaalde misdaden, met een uitzondering, waarover zo meer. De meeste gevallen van moord en doodslag die met de doodstraf bestraft worden hebben te maken met opwellingen, pathologie of ongelukkige uitkomsten van onverantwoordelijk gedrag. In geen van die gevallen schrikt de doodstraf af. De ene uitzondering zou politieke moord moeten zijn. Toegegeven, dat is een categorie die op zich al verwarring kan veroorzaken, maar simpelweg moord op iemand die een vertegenwoordigende functie bekleedt of daarvoor kandidaat is, lijkt me duidelijk genoeg.

Dat verlegt onze focus van de Verenigde Staten naar Nederland. De moord op Pim Fortuyn was een politieke moord, dat lijdt geen twijfel. De moordenaar wist wat hij deed. Dat hij twaalf jaar later weer vrij man was, onderstreept dat hij de juiste calculatie maakte, voor hemzelf dan. Grof gezegd, hij kwam ermee weg. Twaalf jaar is niet niks, maar wat mij betreft was het veel te weinig. Mijn rechtvaardigheidsgevoel was niet bevredigd: ik had hem graag permanent buiten de samenleving gehouden. De doodstraf zou goed gepast hebben. Zou de zekerheid van de doodstraf van der Graaf hebben weerhouden? Zou het preventief gewerkt hebben? Ik weet het niet. 

Met alle voorspelbare kritiek op Amerika, zie je hoe onrechtvaardig ons eigen rechtssysteem kan uitpakken bij de moord op Theo van Gogh. Het was geen politieke moord, althans niet in de vorm waarin dat hierboven heb gedefinieerd. Het werd terrorisme genoemd. De moordenaar kreeg levenslang. Mohammed Bouyeri was liever doodgeschoten bij zijn arrestatie. Hij had de ambitie martelaar te worden. Helaas voor hem schoten ze in zijn been en nu zit hij levenslang vast.

In veel Amerikaanse staten is de doodstraf weliswaar niet afgeschaft, maar zijn executies gestopt of zelfs verboden. De redenen voor de verandering zijn gevarieerd. De misdaadcijfers zijn teruggelopen en minder moorden betekent minder zaken voor de rechter waarvoor de doodstraf geëist kan worden. Het grote aantal zaken waarin na jaren gevangenisstraf DNA bewijs liet zien dat de veroordeelde onschuldig was, leiden tot grotere voorzichtigheid en aarzeling. 

Het Innocence Project, een landelijk organisatie, heeft al minstens zeventien mensen gered van death row. In Texas zijn openbare aanklagers die glorieerden in doodstrafzaken die naderhand gecorrumpeerd bleken, vertrokken of ontslagen. Nieuwe aanklagers én juries zijn voorzichtiger nu ze weten hoe vaak er fouten gemaakt zijn. Veel juries lijken nu levenslang zonder de optie tot herziening, in lingo Life Without the Possibility of Parole (LWOP), voldoende te vinden.

Te gemakkelijk om simpelweg de doodstraf te verbieden

Het spectrum overziend is het probleem duidelijk. Ja, het is een stuk gemakkelijker, om niet te zeggen goedkoper, om de doodstraf te verbieden. Gegeven de hoeveelheid beroepsprocedures lijken ook de meeste veroordeelden hun dood liefst zo lang mogelijk uit te willen stellen. Maar daarmee kan de kous niet af zijn. Je blijft immers zitten met de mijns inziens morele onaanvaardbaarheid van een levenslange gevangenisstraf als de gestrafte geen manier heeft om daaraan te ontkomen. Het is een straf die ongemakkelijk veel lijkt op levend begraven. Zelfmoord voor de veroordeling, à la Jeffrey Epstein, of het opzoeken van een gevangenismoord (Dahmer werd overhoop gestoken), zijn wel erg wrede alternatieven.

Ik ben geen pleitbezorger voor Breivik en andere supercriminelen, maar hun levenslange gevangenisstraf is voor mij moreel problematischer dan hun executie geweest zou zijn. Ik heb geen gemakkelijke oplossing. Mag je mensen die levenslang hebben gekregen de optie geven die dodelijke straf om te zetten in een doodstraf? Menselijke waardigheid moet toestaan dat een veroordeelde zelf kan bepalen of hij een leven in het gevang prefereert boven de dood. Ik geef toe dat dit een weinig realistisch voorstel is, dat wil zeggen, in de praktijk niet zal worden overgenomen. Maar waar het me om gaat is de ogenschijnlijk moreel hoog te paard zittende tegenstanders van de doodstraf aan het denken te zetten over levenslang, een straf die veel barbaarser is. Misschien eindigen sommigen van hen dan ook, net als ik, als niet-tegenstander van de doodstraf.

De vergeten opioid crisis

Meer dan een half miljoen Amerikaanse doden kostte de corona crisis. Gisteren werd bekend dat de opioid crisis, de verslaving aan pijnstillers en aanverwante artikelen die vooral het midden westen teistert, alleen al in 2020 90.000 doden heeft opgeleverd.

Dat is een stijging van dertig procent ten opzichte van 2019. Tel de afgelopen vijftien jaar aan opioid doden op en je komt veel hoger uit dan het aantal doden in de corona crisis.

Het gevoel van urgentie is op staatsniveau zeker aanwezig, maar onder Trump heeft de federale overheid niets gedaan om het aantal opioid doden te beperken, laat staan het aantal verslaafden terug te dringen. Dat zou onder meer via Obamacare kunnen, als niet de Republikeinse gouverneurs van getroffen staten zich daartegen verzetten.

Misschien is dit een reden dat er Amerikanen zijn die hun schouders ophalen over het aantal corona doden, de voormalige president voorop. Met zoveel doden aan verslaving, zoveel doden door wapengeweld, is het misschien gemakkelijk om te denken dat honderdduizenden doden per jaar gewoon deel zijn van de American dream.

Boycot die vervelende sportevenementen, inclusief de Olympische Spelen

Zowat ieder leuk sport evenement is inmiddels opgeslokt door de media en opgeblazen tot wereldschokkende gebeurtenissen. Zie de Engelsen rondom hun finale, zie de Engelsen nadat ze die verloren. Zie de Hollanders afdruipen van wat een ondraaglijk vervelende Jumbo zomer dreigde te worden.

Ik heb het al eerder geschreven: de Olympische Spelen in Tokio laten doorgaan op dit moment is regelrechte waanzin. Maar laat ik het breder trekken: de Olympische Spelen zijn net zo vervelend geworden als de Superbowl, de World Cup in een woestijnstaatje, de Tour de France in al zijn lengte uitgezonden, heel Holland bakt of als opinie vermomde praatamusentshows.

De Olympische Spelen zijn een miljardenfestijn waar niemand die ertoe doet beter van wordt. De Japanners zijn een beetje laat wakker geworden maar vinden dat in meerderheid ook. Spelen in een land dat die Spelen niet wil. Vreemd dat we dat leuk vinden.

Ik geloof dat Montreal nog steeds afbetaalt aan de schulden van 1976. Als ik me goed herinner was alleen Barcelona, low key en verrassend leuk, kostendekkend. Toen Amsterdam, toen Nederland, op het onzalige idee kwam om mee te gaan bieden, doken verhalen op over bobo-voorrechten. De eisen die de machthebbers stellen voor hun eigen welzijn, drankje en hapje. Bij de corrupte FIFA en UEFA is het niet anders.

Gelukkig waren we er snel van genezen toen we het prijskaartje zagen. Holland opstuwen in de vaart der volkeren kunnen we beter doen door ons vingertje op te steken, of onze middelvinger, zoals het uitkomt. Laat ons maar wereldkampioen festivalinfectie zijn.

Straks in Beijing kunnen de bobo’s gezellig om de tafel zitten met Xi en zijn maatjes. Hoezo veroordeling wegens genocide? Hoezo Hong Kong de nek omgedraaid? Het is sport. Moet doorgaan, dice Avery Brundage in 1972 op het graf van atleten. Zoals Willem Alexander in 2014 met Poetin hobnobte in Sochi, zo zullen de kritische wereldleiders ineens zwijgen als ze in Beijing de verbroederende sport zien.

In Qatar komen alle moorddadige sjeiks langs. Opzitten en pootjes geven. Het is sport, never mind de doden.

Ik ga hier de argumenten om die Olympische Spelen af te schaffen niet opsommen. Dat hebben anderen al veel beter gedaan. Lees bijvoorbeeld The New Republic.

Het zwakke democratie verhaal van Biden

Het was een retorische vraag natuurlijk: ‘Have you got no shame?’ Dat vroeg president Biden aan de Republikeinen die op staats en op federaal niveau de kiesrechten van burgers en vooral het proces van het tellen van stemmen fataal willen veranderen.

Nee, natuurlijk zijn de Republikeinen schaamteloos. En zijn de Democraten niet in staat voldoende kracht te ontwikkelen om de obstructie macht van de senaat te breken. Schaamteloos opportunisme tegenover oprechte opwinding over bedreigde rechten. Dat wint schaamteloosheid altijd.

Bidens toespraak viel tegen. Hij noemde Trump niet, de Big Lie maar een keer. In plaats van all out te gaan over de bedreiging van de democratie die Republikeinen zijn, kleedde Biden het naar mijn smaak wat al te veel in in ruime termen. Ik vond het een zwaktebod. Het zal niet tot de federale wet leiden die, zelfs in afgezwakte vorm, het recht om te stemmen zal beschermen.

Misschien heeft hij gelijk. Laten we wel wezen, de oliedomme Amerikanen die denken dat Trump de legitieme president is, en de oliedomme Amerikanen die, ook al vinden ze dat onzin, toch vrolijk op die Republikeinen zullen gaan stemmen, zullen zich niet door Biden laten vertellen hoe dom en hoe gevaarlijk ze zijn.

Het probleem is ook niet dat de Amerikaanse president zich niet snoeihard uitspreekt, het probleem is dat de Republikeinen die beter weten dat niet doen. Ze zijn gevangen in de netten van Donald Trump om redenen die het bevattingsvermogen te boven gaan.

Ik plaats een artikel over deze vreemde toewijding aan een loser, aan een man zonder moreel kompas, zonder ideeën, zonder capaciteiten, opnieuw on line. Het is een aangepaste versie, voor publicatie, van een verhaal dat ik eerder schreef over de denker De la Boetie en diens idee van ‘vrijwillige slavernij’. De Groene kon het niet plaatsen, teveel Trump, te vol al in de zomer, whatever, dus ik zet het nog maar eens hier neer. Sorry als u het al eerder gelezen hebt, het blijft relevant.