De foute krant zit vast in overdrive

Natuurlijk ging de foute krant van Nederland en zijn onderafdeling in de publieke omroep, WNL, vol op het orgel over de motie over Israël die de PvdA vorige week indiende. Al voor die tijd was de foute krant bezig met een verdediging van Netanyahu’s agressieoorlog. De foute redacteur van de foute krant, Wouter de Winther, was al eerder nadrukkelijk aanwezig, zich een te groot pak aanmetend als midden oosten expert.

Erger, hij nam, godbetert, Thomas Erdbrink de maat. Woutertje vroeg Erdbrink of hij wel als journalist kon opereren over Iran, met zijn familie daar en zijn hechte banden met het land. Erdbrink bleef beleefd en benadrukte dat hij als journalist daar heel goed toe in staat was. Wat mij tegen de borst stuitte – zacht uitgedrukt – was dat deze door en door verpolitiekte ‘journalist’ deze vraag durfde te stellen. Het was natuurlijk te veel gevraagd om van Renze te verlangen dat hij dezelfde vraag aan de Winther stelde (het ging eerder in de uitzending over de WNL ledenwerfacties bij de VVD). Kan een loopjongen van de foute krant met een politieke agenda om de VVD en de PVV te steunen wel een analyse geven? 

Terug naar de PvdA. Het interview met Kati Piri in de NRC was verhelderend. Ze gaf, wat mij betreft, goede redenen om de hulp aan de Israëlische defensie stop te zetten. Inderdaad, als je een agressie oorlog voert, onder dekking van een iron dome, een verdedigingsschild, zodat je die oorlog veilig kunt voeren, dan is het gerechtvaardigd om de steun daarvoor te stoppen. Dan is de verdediging deel van de agressie. De reacties van de Nederlandse goegemeente waren totaal voorspelbaar.

De foute krant lust er al dagen pap van, overigens net als de niet serieus te nemen leider van de VVD. Het congres van de PvdA/Groen Links nam gelukkig haar redenering en haar motie over. De tegenstand op dat Congres kwam van dezelfde mensen die tegen de fusie waren, plus nog een paar die ook voorspelbaar waren. Het valt te hopen dat we van mensen als Rob Oudkerk (dezelfde die na de macabi rellen de Amsterdams kristalnacht aankondigde) nu niets meer zullen horen.

De foute krant speelt graag de antisemitische kaart tegen de PvdA/Groen Links, niet omdat de krant zo helder is maar om binnenlandse politiek te voeren. Het is immorele onzin om kritiek op Israel over de genocide in Gaza steeds maar weer als antisemitisch te bestempelen – en, mag ik toevoegen, daarmee ook de waarde van de beschuldiging van antisemitisme ondermijnen, zoals Trump dat ook doet in de VS. De foute krant, zijn omroep en zijn vooringenomen baasje in het hele publieke systeem, zouden zich moeten schamen.

Nethanyahu stuurt, Trump volgt

Is dit wat het betekent als America weer great is? Poetin heeft Trump al maanden aan zijn leiband en nu hobbelt de president machteloos achter Nethanyahu aan. Volgzaamheid kenmerkt de Amerikaanse buitenlandse politiek, alle retoriek ten spijt. Terwijl vanuit Washington alles wat herinnert aan de American Century wordt afgebroken, sturen krachten van buiten een hulpeloze want inhoudsloze president.

De toon van de commentaren en analyses in de Amerikaanse media is veranderd. Eerst, dat wil zeggen voordat Israël een agressieoorlog begon, was men sceptisch over een aanval op Iran. Er werd uiteindelijk onderhandeld over beperkingen, die overigens in alles leken op de Obama-deal uit 2015 die door Trump in 2018 de nek was omgedraaid. Iran dacht dat er gepraat werd maar werd bij de neus genomen. Netanyahu had al besloten aan te vallen voordat er een deal tot stand kon komen. Iran was onvoorbereid.

Inmiddels gaat het alleen nog over de bunkerbuster bom van de VS die nodig zou zijn om het laatste restje van Irans nucleaire capaciteit te vernietigen. De commentaren zijn verschoven: nu de oorlog eenmaal is begonnen, rest Amerika geen andere keuze dan Netanyahu te volgen. De logica is eenvoudig. Eenmaal op gang, moet Amerika Israël helpen Iran definitief kapot te maken. Half werk is erger dan een Amerikaanse oorlog in het Midden Oosten, is de redenering. Niet enkel van het Israël applauscollege in de commentaren, maar zelfs van meer bedachtzame analisten.

De adviseurs die Trump nu om zich heen heeft, zijn niet zozeer verdeeld als zelf onwetend. Het is de vraag of dat vooruitgang is na de haviken die hem in zijn eerste termijn in de richting van een aanval op Iran drukten – die hij toen, ere wie ere toekomt, wist te weerstaan. Fascinerend is dat inlichtingensuprimo Tulsi Gabbard Trump had laten weten dat het lang niet zo duidelijk was dat Iran dicht bij een bom was als Netanyahu wilde doen geloven. Zoals dat gaat met advies dat hem niet uitkomt, werd Gabbard opzij gezet. Over de vraag of het werkelijk zo erg is als Iran die capaciteit heeft, een onderwerp waarover het vakblad Foreign Affairs in het verleden interessante artikelen publiceerde, gaat het überhaupt niet. Dat neemt iedereen blind aan.

Trump zelf weet het niet zo goed. Hij is zo onder de indruk van Israëls vaardigheid in het vermoorden van de top van Irans militairen, dat hij er in zijn absurde neediness zelf ook wat krediet voor wil. Zijn act van ‘ik kan het doen, ik kan het ook niet doen’ past perfect in zijn dagelijkse tactiek van de aandacht van de media vasthouden (en verleggen van Los Angeles en Gaza).

Ik vermoed dat Netanyahu de logica van zijn aanval het best heeft doordacht. Een agressieoorlog wordt door het Westen gemakkelijk geaccepteerd als hij van een ‘bondgenoot’ als Israël komt. Dus kon hij gewoon aanvallen, met of zonder steun van de VS, en daarmee een dreigende deal, die hij niet wilde, voorkomen. Hij gokte dat Trump gedwongen zou zijn met Israël mee te bewegen. Netanyahu’s secundaire doelstelling van regime change moet, gegeven de regio, met een zak zout genomen worden. Ook zonder Ayatollahs is Iran een regionale grootmacht (88 miljoen inwoners tegenover Israëls tien miljoen) en het is allesbehalve duidelijk wie de macht zou overnemen als de ayatollahs verdwijnen. Het maakt Netanyahu niet uit. Hij gebruikt de gelegenheid om zoveel mogelijk schade aan te richten. Dat heeft hij maar vast binnen. Als Trump aan boord komt en zijn superbom gebruikt, zoveel te beter, dan zit Amerika weer verder vast in een regio waarvan het land zich onder president Obama probeerde los te maken.

In Israël schijnt men enthousiast te zijn over dit beleid. De houdbaarheid van dat enthousiasme zal, zoals altijd, beperkt blijken. Iran kan nog steeds schade aanrichten, ondanks zijn verminderde kracht, en het maakt de dreiging van het dagelijks bestaan in Israël onaangenaam. Allemaal fijn patriotisme, maar nu zit Israël nog langer vast aan Nethanyahu. De vermeende positieve kanten van zijn beleid, de openingen naar Arabische staten met bij de regio passende regimes, zullen minder opleveren als Iran als kapotgemaakt land de regio blijft opjagen.

De verdeeldheid in Amerika is niet imaginair. De gewone Amerikanen zijn niet geïnteresseerd in een nieuwe eindeloze oorlog in het Midden Oosten, opnieuw opgejuind door informatie die onbetrouwbaar lijkt te zijn. Ze zijn kleine Bush, zijn leugens en zijn oorlogen niet vergeten. Maar laat u niet misleiden: als Amerika actief gaat deelnemen en de wraak van Iran zich ook op Amerikaanse doelwitten gaat richten, zal patriotisme de overhand krijgen. Zo gaat het altijd.

Het is ietwat bizar voor sceptici om zich terug te vinden in het gezelschap van MAGA-roeptoeters als Steve Bannon en Carlson Tucker, om niet te spreken over Marjorie Taylor Greene, de viswijf-afgevaardigde in het Huis van Afgevaardigden. Zij wijzen er terecht op dat Trump juist had beloofd de rest van de wereld zoveel mogelijk te negeren. Past deze betrokkenheid bij America First? Een ondertoon van afkeer van Israël sluipt door in dit radicaal rechtse kamp.

Ondertussen kan Trump de spanning niet al te lang laten duren. Hij moet snel beslissen of hij Netanyahu’s pad volgt. Als hij het doet, lijkt er geen beter moment voorhanden dan vlak voor of tijdens de NAVO-top in Den Haag, die volgende week van start gaat. Daar zullen de bondgenoten zo bang zijn dat Amerika de NAVO laat vallen, dat ze keurig in de pas zullen lopen met wat Amerika ook maar doet. Het echte onderwerp voor het Atlantisch bondgenootschap, Oekraïne en Rusland, zal ondergeschikt blijken. Als Trump al komt en niet zijn bondgenoten in hun sop laat gaarkoken.

Poetin geniet, opnieuw en nog steeds van Trumps geklungel. Niet alleen kan hij in Oekraïne zijn gang gaan, hij kan zich ook opwerpen als vredesstichter in het Midden Oosten. Niet dat iemand dat serieus neemt, maar waarom zou hij het niet proberen? Met Trump gedreven door waar Netanyahu hem toe dwingt, kan hij gemakkelijk een graantje meepikken.

Niet de Verenigde Staten bepaalt op dit moment hoe de wereld eruit ziet en welke kant hij op zal gaan. Wegens gebrek aan visie en daadkracht heeft het land zich voorlopig buitenspel gezet. Het lijkt alsof alle beslissingsmacht bij Trump ligt – bunkerbuster verhalen domineren de media –, in werkelijkheid is het Netanyahu die de zweep klapt. Trump volgt.

Haat drijft Amerika richting autoritair regime

Als de MAGA-wereld van Donald Trump ergens goed in is dan is het haten. En in die wereld is er geen fijner object van haat dan Californië en haar 39 miljoen inwoners. Dit is de staat waar de milieuregels zijn geboren die vaak de landelijke trend bepalen. Waar overheidsregulering inderdaad gargantueske vormen heeft aangenomen. Waar belastingen hoog zijn. Waar woke en me too regeren – denkt de rest van Amerika. En waar Democraten altijd lijken te winnen. Heerlijk om tegenaan te schoppen. 

Voor Donald Trump is het de ideale staat om ruzie mee te zoeken. Hij haat het heldere licht in Californië, hij haat de happy go lucky attitude, hij haat de huidige gouverneur Gavin Newsom, die hij, in gebruikelijke haatspraak, Newscum noemt. Hij haat hoe Californië eruit ziet: witte Amerikanen zijn er al decennia in de minderheid zijn. Sterker, veertig procent van de bevolking is Hispanic of Latino en ook Aziaten hebben er hun thuis gevonden.(met een achtergrond in Latijns Amerika). Californië is een staat van immigranten. De etnische variatie wordt door de overgrote meerderheid van de bewoners gewaardeerd. 

De afkeer van wat ooit gold als paradijs is nochtans recent. Ooit was Californië de droomwereld waar miljoenen arme Amerikanen tijdens en na de Depressie via Route 66 met een aftandse T-Ford hun geluk hoopten te vinden. Het probleem is dat die optie nieet meer bestaat. Californië is te druk en te duur geworden. Amerikanen die het vervallen Midden Westen graag zouden verlaten, zitten daar nu vast. Ze weten dat geografisch en sociaal economische mobiliteit niet meer bestaan. Er valt niets meer te dromen. Ze hebben hun jaloersheid op Californië omgezet in haat, en Donald Trump weet deze pijnpunten feilloos te vinden.

Ga maar na: Trump had zijn immigratiebeleid ook hard kunnen uitvoeren in Texas, waar percentueel evenveel Hispanics wonen (veertig procent). Maar daar zit een radicaal rechtse gouverneur en als daar medeburgers in opstand komen tegen het oppakken van hun buren, kun je die niet zomaar wegzetten als radicaal linkse on-Amerikaanse elementen. Los Angeles is veel aantrekkelijker, zowel om de onrust aan te jagen als de macht van de president te vergroten. 

Want dit laatste is de achterliggende doelstelling van de president: kijken hoever hij kan gaan met het inzetten van de national guard en zelfs het leger tegen onrust naar keuze. Het is natuurlijk een gotspe dat een regering die de bestorming van het capitool weigert te kwalificeren als een ‘insurrection’ tamelijk vreedzame demonstraties onder die noemer schaart, met het doel straks de wet uit 1807 te kunnen inzetten die allerlei actie onder die noemer mogelijk maakt. Ook ander beleid zoals de importheffingen, het afleveren van mensen in de Amerikaanse Goelag in El Salvador en zijn maatregelen tegen universiteiten grondt Trump op zijn vermeende macht op basis van omstreden uitgelegde regels.

Misschien gaat het vervelen vast te stellen dat Trumps woorden en daden precies het handboek volgen voor autoritair leiderschap, maar dat maakt het niet minder waar. Leugens over massaal en niet te beteugelen geweld horen daarbij. In 2020, bij de onrust over de moord op George Floyd, riep hij hetzelfde en wilde hij het leger al inzetten om demonstranten in hun benen te schieten. Toen weerhielden bedachtzame en serieuze leden van zijn omgeving hem nog van excessen. Die zijn er niet meer. Nu schiet een agent in Los Angeles fluitend een journalist neer. Wie Los Angeles goed kent weet overigens dat de LAPD, de politie van de stad, uitzonderlijk impopulair is. Geen burger die op hen vertrouwt.

Voor Trump zijn er ook banale redenen om wild tekeer te gaan in Los Angeles. De confrontatie is een welkome afleiding van zijn falen als president. Dat begint al met de aanleiding van de agressieve acties in Los Angeles: lagere aantallen opgepakten dan beloofd. Trumps chef hater, zijn assistent voor binnenlands beleid Stephen Miller, was er zo pissig over dat hij beval om mensen op te gaan pakken in winkels en restaurants. De timing daarvan is niet toevallig. De narcisten ruzie tussen Musk en Trump is schadelijk, hoe je het ook wendt of keert. Er is de steeds duidelijker wordende puinhoop van Trumps begrotingsbeleid, de lelijke ominbuswet die bij de Senaat ligt. Er is Trumps falen als vredestichter. Het uitkleden van de universitaire wereld van onderzoek, het breken van academische carrières, is allesbehalve populair. De bewijzen van corruptie van historisch ongekende proporties stapelen zich op. Doge-ontslagen worden teruggedraaid. De importheffingen zijn een flop. Het is, kortom, tijd om de aandacht af te leiden.

Wat het geheel aan ontwikkelingen in deze turbulente 140 dagen van Trump 2.0 verbindt is afkeer. Afkeer van alles wat een samenleving bindt, bijeenhoudt en groeivermogen geeft. Afkeer van alles wat Amerika groot heeft gemaakt. Afkeer van iedereen die Trump niet de grootste, de beste en de mooiste president vindt. Wie had kunnen denken dat een president alle Amerikanen een ‘gelukkige’ Memorial Day zou wensen, ‘inclusief het tuig dat de afgelopen vier jaar bezig was ons land kapot te maken’. Dat de rechtse woke propagandisten woorden als ‘diversiteit’ en ‘gelijkheid’ hebben verboden, boeken verbannen.

Het staat nog te bezien of Amerika genoeg haters heeft om Trumps wrede beleid te laten beklijven. Het is waar dat het vooruitzicht van kampen vol opgepakte illegalen, transporten en menselijk leed dat hij in de campagne schetste niet tegen hem werkte. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij het heeft beloofd. En ja, hij denkt nog steeds dat hij op dit onderwerp kan scoren.

Maar de praktijk van het oppakken van buren, co-werkers en keurige burgers die al jaren in Amerika wonen, is heel wat anders dan de belofte ervan in de campagne. Terreur, van de overheid en van anderen, hakt er pas echt in als het gaat om mensen die dicht bij je staan. 

Het is mogelijk dat alle Trumpies haters zijn geworden, dat de helft van het land geen probleem heeft met wreed, onmenselijk en uiteindelijk sociaal én economisch schadelijk beleid. Maar het moet niet verbazen als de opeenstapeling van haat en wreedheid zich toch tegen de MAGA-regering gaat keren.