Grootste loser ooit ….

Als Donald Trump dinsdag zonder pardon uit het Witte Huis wordt gegooid, met een gevaarlijke vertraging tot 20 januari, dat wel, dan danken we dat in hoge mate aan … Donald Trump. Het is zijn pathologisch narcisme dat hem campagne doet voeren alsof het een applausshow is voor een historische gigant, terwijl iedere dag zijn falen duidelijker wordt. Trump is zijn eigen grootste vijand. Hij had succes dankzij zijn narcisme en hij zal mislukken dankzij zijn narcisme.

Maar ook dank aan het corona virus. Ik sluit bepaald niet uit dat zonder virus en zonder wanprestatie van de Trumpies deze vulgaire man zou zijn herkozen. Er zijn genoeg opportunisten in het midden, of gewoon, domme mensen, die zich zouden hebben laten overtuigen door zijn ‘economisch succes’ of zijn grote vaardigheid in het stelen van zetels in het Supreme Court. Gelukkig maakte hij een spectaculaire puinhoop van het coronabeleid. Als gisteren Fredo Trump, de kroonprins, loopt te roepen dat het virus verslagen is, echoot hij pappa en wordt hij, net als de psycho zelf, door de feiten ingehaald.

Trump zelf verkeert blijkbaar in een vreemd in-between-land: hopen dat er nog iets gebeurt dat alles anders maakt, doorgaan met liegen en mennen, en onderkennen dat hij inderdaad zal verliezen van ‘de slechtste kandidaat ooit’, Sleepy Joe. Dat maakt hem: de treurigste verliezer ooit. Meemaken dat deze man zijn nederlaag zal moeten erkennen zal onvergetelijk zijn.

Hij heeft zijn afwezigheid op het Trump-corruptie hoofdkwartier, het Trump hotel in Washington, al aangekondigd. Vroom gepraat dat het een probleem zou zijn met de regels lijkt me onzin. Hij heeft gewoon geen zin naar een ‘losers party’ te gaan. Niet zomaar een loser, maar de grootste loser aller tijden.

Ik ben niet zo bang dat we een angstige en onzekere nacht tegemoet gaan. Dankzij het kiesmannen systeem weten we in Florida op de hoe het gaat aflopen. Daar wordt nu al geteld (en met miljoenen tegelijk gestemd). Als Biden wint in Florida is het over en uit voor de Republikeinen. Het lijkt mij steeds waarschijnlijker dat dat gaat gebeuren.

Terecht krijgt Kamala Harris enorme aandacht. De psycho roept dat ze extreem links is, een monster, een communist, maar zij is de toekomst van de Democratische Partij en daarmee de toekomst van Amerika. Trump heeft namelijk gelijk: Biden is niet geschikt om president te worden. Maar Bidens geluk is dat het wordt gezegd door de slechtste president aller tijden, iemand die nooit geschikt was.

Voor een analyse van de polarisatie als Amerikaans fenomeen, van alle tijden, maar nu niet meer constructief maar enkel destructief, zie mijn artikel in de Groene deze week: klik hier.

Het ‘succes’ van president Trump

woensdag 25 oktober in De Standaard

De mare is dat Donald Trump in vier jaar weinig tot stand heeft gebracht. Zeker, hij heeft de belastingen voor de rijken en voor ondernemingen verlaagd en veel conservatieve rechters benoemd. De rest was vooral negatief. Hij legde het coronavirus niets in de weg. Hij ondermijnde relaties met bondgenoten. Serieuze wetgeving was er niet. Trump slaagde er niet in Obamacare af te schaffen, laat staan het te vervangen tot ‘iets veel beters’.

Verschuif de lens echter en Trump was buitengewoon succesvol. Het was destructief, negatief en schadelijk voor het land, maar gemeten aan zijn doelstellingen en die van degenen die hem steunden, boekte hij grote successen. De rijke sponsors van de Republikeinen, zoals de gebroeders Koch, de Mercer-familie, de casinobaas Seldon Adelson: zij kunnen tevreden zijn.

In een opzicht is ook de verder zwijgende Republikeinse Partij blij: de belastingverlaging was klassiek Republikeins, zij het niet per se wat Trump had beloofd. De belastingverlagingen ondermijnden de overheidsfinanciën en schiepen tekorten, verveelvoudigd door de uitgaven tijdens de coronacrisis. Het betekent dat tot in lengte van jaren de ruimte voor assertief overheidsbeleid minimaal is. Een oud Republikeins doel, de overheid de nek omdraaien, komt daarmee in zicht.

In een overmoedige bui zei Trumps assistent Steve Bannon ooit dat ‘de deconstructie van de administratieve staat’ de doelstelling was. Trump zelf praat nog steeds over de ‘deep state’ die hem zou ondermijnen. Hij speelt in op een diep wantrouwen van zijn achterban tegen expertise en publieke instellingen, tegen ‘elites’. Hij heeft dat versterkt door zelf deskundigheid en ervaring verdacht te maken. De coronaproblemen waren daarvan een pregnant voorbeeld.

Trump heeft meer gerealiseerd van Bannons ‘belofte’ dan we ons soms realiseren: hij heeft de federale bureaucratie voor jaren gehandicapt. De president benoemde als ministers en hoofden van bureaus tegenstanders van de doelstellingen van de door hun geleide organisaties. Vaak lobbyisten van het omgekeerde. Deskundigen die de ruggengraat van iedere organisatie vormen, zijn vertrokken omdat ze niet konden of wilden werken met deze leiding. Soms werden ze weggejaagd door een bureau te verplaatsen naar, pak weg, Kansas.

Zo heeft Trump carrière-ambtenaren zoals meteorologen, gezondheidsspecialisten, het openbaar ministerie en milieudeskundigen onder vuur genomen. Hij dwong metereologen zijn eigen onzin als serieus te accorderen. Het werken voor overheid is bijzonder onaantrekkelijk geworden. Een goed voorbeeld is het ministerie van Buitenlandse Zaken dat zo vijandig werd voor zijn topdiplomaten dat meer dan honderd oud-ambassadeurs en hoofden van afdelingen vertrokken. Minister Pompeo is een acoliet van Trump, hij deed geen moeite in 2018 zijn eigen ambassadeur in de Oekraïne te verdedigen toen ze werd besmeurd door Trump-getrouwen.

Of neem het milieubureau dat alle deskundigenpanels de nek omdraaide en probeerde de door het Congres ingestelde regels waarop het draait te negeren. Het ministerie van Onderwijs promoot privaat onderwijs met winstoogmerk. Het ministerie van Gezondheid nam tijdens de coronacrisis politieke besluiten, opgejuind door een onkundige president. Een opmerkelijk aantal van Trumps benoemingen bleek niet alleen incompetent maar maakte ook misbruik van het ambt. Inspector generals die dat soort gedrag moeten opsporen werden geïntimideerd of, als dat niet lukte, ontslagen.

Het ministerie van Justitie is gecompromitteerd omdat minister Barr zich opstelt als huisjurist van de president in plaats van als jurist van de natie. Hij stopte hoogstpersoonlijk het Rusland-rapport in de doofpot door er een pro-Trump interpretatie aan te geven. Schendingen van burgerrechten worden niet meer werden aangepakt. De minister greep in in de normale procesgang, adviseerde zelfs een lagere straf voor de veroordeelde Trump-assistent Roger Stone.

De FBI is verdacht gemaakt, veel agenten zijn wat anders gaan doen. De CIA idem. Het totale overzicht van informatievergaring, binnen- en buitenlands, is gepolitiseerd, zodat Poetin en blanke racisten buiten schot blijven. Het ministerie van Binnenlandse Veiligheid is nu het centrum van immigratiebeperking en het opsluiten van illegalen.

De coronacrisis liet zien dat de Amerikaanse overheid slecht is georganiseerd, niet klaar voor onverwachte gebeurtenissen. De door president Obama opgezette eenheid voor mogelijke pandemieën werd ontmanteld. Trump zette deskundigen zoals Dr. Fauci op een zijspoor en benoemde een ideologische niet-epidemiologische specialist als zijn assisten. Hij raaskalde over vermeende geneesmiddelen. Hij tweette en retweette onzin. Je kunt niet vertrouwen op wat de president van Amerika zegt (of doet).

Deze week zette president Trump een kroon op dat werk met een executive order die de beschermde positie van ambtenaren ondermijnt tegen politieke invloed. Voor het eerst sinds in 1883 de ambtenarij werd gedepolitiseerd kunnen straks federale ministeries en bureaus naar believen mensen ontslaan. Trump wil alleen loyale ambtenaren, niet per se deskundige mensen. Het is een uitbreiding van wat hij al met de top van federale instellingen heeft gedaan, met de 4000 posities die een president altijd al kan vervullen, een terugkeer naar negentiende eeuwse ambtelijke corruptie.

Nog los van het weghalen van de bescherming van ambtenaren, die vaak minder kunnen verdienen dan ze in de markteconomie zouden kunnen, betekent dit soort anti-actie dat veel studenten of jonge academici hun heil elders zullen zoeken. De diplomatieke dienst heeft al te maken met een terugloop van aanvragen voor de examens die daarvoor nodig zijn.

Het gaat misschien te ver om dit een politieke agenda te noemen, hoewel een deel van de Republikeinen altijd al uit was op het wurgen van de overheid, maar dit is wat vier jaar Trump heeft opgeleverd. Sommige dingen kunnen direct ongedaan gemaakt worden door een president Biden, maar het wantrouwen tegen overheidsbureaus die belangrijke beslissingen moeten begeleiden, zoals de medische diensten maar ook de CIA, is zo snel niet gerepareerd. Ministeries zijn disfunctionele plekken geworden. Sommige adviesorganen zitten nu vol met mensen die een bepaalde termijn kunnen blijven zitten.

We hebben de neiging om Trump weinig succes toe te schrijven, zeker sinds zijn niet exceptionele economische groei (niet veel hoger dan onder Obama) door corona is getorpedeerd. Maar mensen rondom Trump met een heldere agenda van overheidsondermijning kunnen tevreden zijn. Het moeras, de ‘swamp’, is niet drooggelegd. Het is gepolitiseerd. De schade die Trump heeft aangericht zou je ‘succes’ kunnen noemen, maar dan krijgt ook dat woord een slechte reputatie.

Leve het systeem van de kiesmannen – voorlopig in elk geval

Donald Trump is uit op chaos. Op vele terreinen geldt dat maar bovenal waar hij probeert de verkiezingsuitslag al bij voorbaat ter discussie te stellen. Paradoxaal genoeg komt het veel bekritiseerde kiescollege ons te hulp, kan juist dat systeem met kiesmannen per staat ervoor zorgen dat de uitslag duidelijk is en dat problemen met tellen en accorderen beperkt blijven.

Het systeem met kiesmannen per staat lijkt bij uitstek ondemocratisch. In 2000 en opnieuw in 2016 werd een president gekozen, via de kiesmannen, die landelijk gezien geen meerderheid van de stemmen haalde. In 2000 had George W. Bush een half miljoen stemmen minder dan Al Gore, in 2016 haalde Hillary Clinton drie miljoen stemmen meer dan Donald Trump. Het lijkt duidelijk: dat systeem met die kiesmannen deugt niet. Weg ermee.

Tel gewoon landelijk de stemmen. De winnaar wint. Dat lijkt alles op te lossen maar het schept een nieuw probleem: wat te doen als twee kandidaten vrijwel gelijk eindigen. Reken maar dat een dergelijke uitslag eindeloos zal worden aangevochten. Er is altijd wel ergens een probleem en al die problemen maken het onwaarschijnlijk dat er snel overeenstemming zou ontstaan. Neem bijvoorbeeld 1960 toen John F. Kennedy maar 100.000 stemmen meer haalde dan Richard Nixon, de kleinste marge van alle winnaars van het totale aantal stemmen sinds 1900.

Toentertijd vertaalde zich dat in een overwinning in kiesmannen voor Kennedy, al waren vraagtekens over stemfraudes in Illinois en Texas. Nixon vocht de uitslag niet aan, deels uit plichtsbesef om er geen zootje van te maken (toen deed een Republikein dat nog), deels omdat er in Californië, waar hij had gewonnen, ook problemen waren geweest.

Voordat we het verder over dat systeem hebben is het goed te realiseren dat de grondwet enkel kiesmannen noemt en het aan de staten overlaat hoe die te kiezen. Dat dit in alle staten op dezelfde manier gebeurt, namelijk degene met de meeste stemmen krijgt alle kiesmannen, is al een klein wonder. Sinds 1832 is dat zo geregeld. Maar staten kunnen het altijd anders doen. Sterker, een van scenario’s waar de Trump-Republikeinen mee speelden was gewoon in Republikeinse staten het staatscongres de kiesmannen aan Trump toe te wijzen, ook als Biden er zou hebben gewonnen. Onwaarschijnlijk dat het zou gebeuren maar het kon.

Er zijn veel alternatieve systemen bedacht waarbij vooral geprobeerd is om de grondwetsregels niet te veranderen. Elk ander systeem, zoals proportionele verdeling per staat (60 procent van de stemmen in Californië, dan ook 60 procent van de kiesmannen), levert weer nieuwe problemen op. Zo kun je moeilijk voorkomen dat derde kandidaten op die manier voldoende kiesmannen bijeen sprokkelen waardoor ze de absolute meerderheid kunnen frustreren die de winnaar nodig heeft. Dan gaat de keuze naar het Huis, iets wat helemaal niemand wil. Het heeft ook telproblemen en andere gevolgen die je hoofd doen tollen. In elke staat kun je de laatste kiesman aanvechten.

Laat ik daarom de voordelen van het kiesmannen systeem nog eens op een rijtje zetten. Om te beginnen wat ik hierboven al noemde: het telt gemakkelijker. Het gebeurt wel dat de uitslag dicht bij elkaar ligt, zoals in 2000 in Florida, en in 2016 in Wisconsin en Michigan, maar meestal is het verschil groot genoeg dat iedereen zich er bij neer kan leggen. Dan moet je ook niet meer zeuren over het landelijke totaal. Hillary Clinton had in 2016 bijna drie miljoen stemmen meer, maar die had ze vooral in Californië waar ze er niet toe deden.

Een ander voordeel is dat een uitslag met kiesmannen de winnaar overduidelijk maakt ook als de percentages niet erg verschillen. Je zou het een mandaat kunnen noemen: de kiezers maken duidelijker dan alleen met stemaantallen hun keuze bekend. Dit is onze president. In 1992 won Bill Clinton met 43 procent 370 kiesmannen, bijna 70 procent van de kiesmannen. Een duidelijke overwinning. In 1968 eindigden Nixon en Humphrey vrijwel gelijk maar haalde Nixon 301 kiesmannen. Dichterbij: Obama kreeg in 2008 53 procent van de stemmen maar 68 procent van de kiesmannen. Anders gezegd: de gekozen president krijgt een stevig mandaat, steviger dan het er op grond van de stemmen uitziet. Het maakt de uitslag duidelijker. Niet altijd. In 2000 won George W. Bush na de omstreden telling in Florida precies 1 kiesman meer dan de meerderheid die hij nodig had. Het was toen aan de gratie en burgelijke beschaafdheid van de Democraten te danken dat ze zich er bij neerlegden. Ondanks veel gepruttel was George W. Bush iedereens president. Dat zou in 2020 niet meer gebeuren.

Verder voorkomt het systeem dat een derde kandidaat het feestje verstoort. Je zou denken dat dit alleen maar de diversiteit vergroot, maar niet met de regel dat de winnaar een absolute meerderheid moet halen in het kiescollegen (271 kiesmannen). Haalt niemand die dan beslist het Huis waarbij iedere staat 1 stem heeft. Dat is driedubbele ellende want het betekent dat al die kleine staten sowieso Republikeins stemmen. Maar je wilt niet dat het Huis beslist.

Het zijn argumenten voor een gemankeerd systeem. Maar het probleem is: er is geen beter. Je kunt per staat tellen maar dat heeft telproblemen, je kunt de winnaar per staat een bonus geven, of per kiesdistrict kiesmannen bepalen. Je kunt twee stemmen laten uitbrengen: een voor een partij en een voor een persoon, maar dat gezegd zijnde, blijft onduidelijk wat je daar dan moet doen.

Zoals gezegd: alle stemmen gewoon tellen levert eindeloos tellen op en rechtszaken tot St. Juttemis. Kortom: gegeven de randvoorwaarden en de ervaring is het kiesmannensysteem zo slecht nog niet.

Erger dan die twee zondaars op een bankje was de reactie van de politici

Het is natuurlijk flutnieuws als er ooit flutnieuws was. Maar die vakantie van de koning. Hij overwoekerde alles in de media, blijkbaar, inclusief reacties op de gruwelijke moord op de docent in Parijs.

Ik heb van de reacties verder weinig gezien want de televisie stond niet aan, maar ik heb wel het bankje met de twee zondaars gezien. Het was een bizarre vertoning, twee ongemakkelijk zittende mensen, een pratend vanaf een autocue, de ander ondersteunende blikken werpend.

Ik had liever gehad dat die stoere man had gezegd: ”shit, het spijt me, ik was zo met onszelf bezig dat ik niet doorhad dat er ook nog andere mensen op de wereld zijn. Niets menselijks is ons vreemd, zoals u van mij al eerder hebt meegemaakt. We doen ons best om het niet nog een keer te laten gebeuren maar ik kan niets garanderen. We blijven mensen.’

Ik hoef niets over onfeilbaarheid te horen, daar ben ik mee opgegroeid, die wrede man in Rome claimt dat. Niemand denkt dat deze lui onfeilbaar zijn maar we hebben ze in dienst om zich te gedragen als koning en entourage. Het was wanprestatie.

De politiek rende hard weg van deze hete aardappel. Snel allemaal uitspreken dat het wel goed was zo en overgaan tot de orde van de dag. Erger nog dan die bankscène vond ik deze parlementaire abdicatie. Ik weet het, waarom zouden we tijd besteden aan deze flauwekul, maar zeg dat dan gewoon in plaats van tevredenheid uit te spreken. Ik heb al eerder over Rutte’s gewoonte van verkeerd inschatten geschreven (niets menselijks is hem vreemd, hij is niet onfeilbaar) maar maak daar dan gewoon een politiek punt van. Er zijn verkiezingen in maart, geloof ik? Je zou het niet zeggen.

Bloedbad in de senaat? Het lijkt eerder op 1980 dan op het Watergate jaar 1974.

De Republikeinen beginnen zich zorgen te maken. Na zich vier jaar lang met huid en haar te hebben overgeleverd aan Donald Trump, zien ze nu aankomen dat de president een flink aantal senatoren zal meeslepen in zijn nederlaag op 3 november. Iemand als Ted Cruz, senator voor Texas en toen hij nog kandidaat was in 2016 een scherpe criticus van Trump, waarschuwde voor een nederlaag van Watergate proporties.

Een betere vergelijking dan 1974 is de verkiezing van 1980. De zittende president, Jimmy Carter, was een keurige, brave man in een ongelukkige tijd waarin geen enkele president succes had kunnen hebben. Toch dacht men aanvankelijk dat hij zou worden herkozen, ondanks de gijzelaarscrisis met Iran, de economische problemen (stagflatie: hoge inflatie en hoge werkloosheid), en de uitdaging van senator Ted Kennedy die Carter te conservatief vond.

De Republikeinen hadden zich achter Ronald Reagan geschaard maar die had tot en met de conventie een reputatie als extreem conservatief, radicaal zelfs. De debatten veranderden dat. Reagan slaagde erin zich te matigen en over te komen als een plezierige oom. ‘There you go again’, zei hij tegen de nogal saaie en vormelijke Carter.

De laatste twee weken liep de race weg van Carter. Maar meer dan dat, en dat is de reden dat Republikeinen zich zorgen zouden moeten maken over dat precedent. Op 4 november 1980 zat ik met medestudenten aan Columbia University naar de uitslagen te kijken. We werden steeds gedeprimeerder. Niet alleen verloor Carter, die ook nog eens zo dom was dat toe te geven toen in California de stembureaus nog open waren, de Democraten verloren liefst 12 zetels. Voor het eerst sinds 1954 kregen de Republikeinen in de senaat een meerderheid.

Het was inderdaad een bloedbad. Democatische corifeeën als onder meer George McGovern, Frank Church, Birch Bayh, John Culver en de oude racist Herman Talmadge verloren hun zetel. De winst die de Democraten inderdaad in 1974 hadden geboekt toen ze zetels wonnen en Gary Hart, de latere presidentskandidaat in 1984 en 1988, in Colorado werd gekozen, verdween als sneeuw voor de zon.

Reagan had zwijn. De economische recessie, de diepste sinds de jaren dertig was in 1983 voorbij dankzij de strakke politiek van de baas van de Federal Reserve, Paul Volcker, door Carter benoemd en door Reagan verafschuwd. In 1982 leek Reagan er slecht voor te staan maar in 1984 kon hij gemakkelijk winnen, daarmee de conservatieve draai van Amerika definitief makend. We zitten er nog steeds mee.

Over twee weken staat veel op het spel. Biden moet niet alleen het presidentschap winnen maar ook de senaat, anders kan hij niets gedaan krijgen. Nog los daarvan, de Republikeinen verdienen niet alleen een afstraffing voor hun steun aan Trump, ze verdienen ook het verlies van veel, heel veel senatoren. Je weet het nooit, maar er zou wel eens een verschuiving van vijf tot tien zetels kunnen optreden, vergelijkbaar met 1980.

Laten we inderdaad hopen op een bloedbad. Deze Republikeinen verdienen het.

De kans op geweld neemt toe, Trump gooit olie op het vuur

Begin oktober werden veertien mannen gearresteerd die de gouverneur van Michigan, Gretchen Whitmer, zouden willen ontvoeren en eventueel doden. De mannen maken deel uit van rechts radicale militia’s die vast deel zijn van het landschap in Michigan maar deze criminele activiteit werd geïnspireerd door het beleid van Whitmer om corona in te dammen.

Michigan werd al in het voorjaar hard getroffen, Whitmer had maatregelen getroffen die haar het doelwit maakten van president Trump. ‘Bevrijd jezelf’, riep de Amerikaanse president. De nu gearresteerde lieden waren deel van de groep die eerst op de trappen van het congresgebouw van Michigan protesteerden en later het gebouw binnengingen met automatische wapens. Dat mag in deze staat waar op het platteland wapenbezit een heilige zaak is.

Je zou denken dat ontvoeren van een gouverneur – de mannen hadden al verkenningen uitgevoerd rondom Whitmers buitenhuisje en spraken ook over actie tegen de gouverneur van Virginia – minstens zou leiden tot een veroordeling van de Amerikaanse president. Het tegendeel gebeurde. Trump zei niets over de bedreigingen en ging vol in de aanval op Whitmer bij een verkiezingsbijeenkomst. Zijn publiek reageerde met ‘lock her up’, zoals ze inmiddels gewend zijn als Trump Democraten aanvalt. De president lachte, schudde het hoofd maar deed niets om hen te stoppen. ‘Lock them all up’, vervolgde hij.

Het was een beschamende vertoning, gemeten aan welke standaard dan ook. ‘He was only having fun’, zei Trumps schoondochter Lara Trump, officieel een adviseur van zijn campagne. Trump zelf voegde nog toe dat Whitmer hem niet bedankt had dat ‘zijn’ ministerie van Justitie het complot had opgerold.

Trumps lolletje is het nachtmerrie scenario voor deze verkiezingen. Een onduidelijke uitslag, onrust, chaos, opgejuind door president Trump en dan geweld door de zwaar bewapende militia’s die geen geheim maken van hun steun voor Trump en evenmin van hun bereidheid om gewapend hun ‘vrijheid’ te verdedigen. Tijdens het debat met Joe Biden weigerde Trump ‘white supremacy’ te veroordelen en zei hij over een van de militante groepen, de Proud Boys, dat ze ‘op stand by’ moesten staan.

Er is reden genoeg voor zorg. Amerika heeft een geschiedenis van geweld, meer dan het dagelijkse wapengekletter waarvoor we inmiddels immuun zijn (40.000 doden in 2019). Gewapende groepen zijn niets nieuws in Amerika, ze hebben er een naam voor met een vaag heldhaftig klinkende ondertoon: vigilantes. Het principe is eigenrichting, van lynchen tot willekeurig ‘orde handhaven’.

In 1791 al zagen we al de Whiskey Rebellion, een opstand van boeren in het uiterste westen van Pennsylvania tegen belasting op whisky. Voor de burgeroorlog was er al geweld in Kansas, bekend als Bloody Kansas. En de burgeroorlog, met aan het einde de moord op Abraham Lincoln, was natuurlijk het summum van intern geweld. Het zuiden verloor die oorlog maar won de vrede en onderdrukte zwarte Amerikanen, vaak met geweld.

Aan het einde van negentiende eeuw, met arbeidsonrust en toenemende vakbondsactiviteit, zetten de ondernemers bewapende bendes in tegen stakers. De regering van Grover Cleveland hielp de werkgevers door troepen ter beschikking te stellen. In het verre westen, bij de mijnen in Idaho en Washington State, was geweld aan de orde van de dag. Coeur D’Alene in Idaho, nu weer in het nieuws met gewapende vigilantes, was in 1892 het toneel van bloedig geweld bij een staking van mijnwerkers.

Maar we hoeven niet zover terug. In de late jaren zestig en vroege jaren zeventig was er de Weather Underground die overal bommen plantten en waren er straatgevechten tussen Vietnam demonstranten en witte arbeiders. Er was Patty Hearst en het Symbionese Liberation Army. Er waren de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy, een aanslag op George Wallace, twee aanslagen op president Ford. Volgens sommige tellingen was er sprake van zo’n 2000 gewelddadige incidenten in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig.

In het westen en midden westen van Amerika lopen honderden groepen rond die de overheid als vijand beschouwen, meestal uiterst rechts. In 1992 was er de belegering van survivalists in Ruby Ridge, Idaho, waarbij drie doden vielen. In 1993 vielen tachtig doden bij de confrontatie tussen de FBI en de Branch Dividians, net buiten Waco, Texas. Timothy McVeigh blies in Oklahoma City een federaal gebouw op en doodde 168 mensen.

In recente jaren zagen een blanke racistische jongen negen zwarte kerkgangers doodschieten in Charleston, South Carolina. Er waren aanslagen op synagoges, er was een moordpartij in El Paso door een anti-immigratie fanaat. Het heeft lang geduurd maar eindelijk onderkennen de federale autoriteiten de dreiging van binnenlands terrorisme, voornamelijk door blanke superioriteitsgroepen.

De kans op geweld in Amerika heeft alles te maken met het wapenbezit. Militia’s lopen rond met halfautomatische geweren en in veel staten kunnen ze hun wapentuig meenemen in winkels en publieke ruimtes, zoals in Michigan zelfs in het congresgebouw. Een mogelijke beperking van dat wapenbezit is een van de zaken die deze mensen motiveert, een vicieuze cirkel in gang zettend die ervoor heeft gezorgd dat er meer wapens dan inwoners in Amerika zijn: ze willen mijn wapens afpakken dus schaf ik zoveel mogelijk wapens aan en ben bereid ze te gebruiken.

Dat dit mogelijk is heeft te maken met een absurde interpretatie van het tweede amendement op de grondwet, aangenomen in 1791, dat bewapening van militia’s regelt. Voor iedereen die de grondwet bestudeert is duidelijk dat dit was bedoeld voor groepen die zich bijvoorbeeld tegen de Engelsen verzetten. Het Supreme Court, waarin de meerderheid pretendeert ‘originalist’ te zijn, de grondwet letterlijk en in de geest van de opstellers te interpreteren, besloot in 2008 dat hierin ligt opgesloten een persoonlijk recht op wapenbezit waardoor wetgeving om wapenbezit te beperken vrijwel onmogelijk is.

De combinatie van wapens, Trumps opruiende retoriek en zijn steun voor witte racisten en neonazi’s, gecombineerd met het gevoel van veel Amerikanen dat hun interne verdeeldheid onoplosbaar is, creëert een explosieve mix. Er hoeft maar iets mis te gaan op of na 3 november en de lont gaat in het kruitvat. Je kunt, ook om allerlei andere redenen, alleen maar hopen dat Donald Trump en de mensen die hem in woord en daad hebben gesteund, een duidelijke nederlaag lijden. Dat het weldenkende deel van Amerika de slechtste elementen in hun samenleving tot de orde roept en het blijft bij dreigend geweld.

Nieuw boek & podcast met Paul Verhagen

Morgen, dinsdag 20 oktober verschijnt mijn nieuwe boek De man die geen president mocht worden. 23 mooie verhalen uit de Amerikaanse geschiedenis, verhalen die uitdieping verdienen omdat ze wat vertellen over hoe Amerika in elkaar zit. In het grote verhaal over de Amerikaanse geschiedenis kom je er niet aan toe, maar deze verhalen geven een extra inzicht.

Inleiding

  1. In Amerika ligt de geschiedenis op straat
  2. Junipero Serra en de missies in Californië
  3. De Lewis en Clark-expeditie
  4. De Shakers en de kracht van eenvoud
  5. Andrew Jacksons petticoat-affaire
  6. Davy Crockett en de Alamo
  7. De Donner Party
  8. De Know Nothings en het antikatholicisme
  9. Jefferson Davis, president van de Confederatie
  10. Lincoln en ik
  11. Hoe de Duitsers Amerika tot een leuker land maakten
  12. Frederick Jackson Turner en de mythische frontier
  13. Amerika’s beste idee
  14. Frances Kellor en de amerikaniseringscampagne
  15. John Scopes en het historische apenproces
  16. Een smet op het Amerikaanse blazoen
  17. Henry A. Wallace: de man die geen president mocht worden
  18. Summer of Love
  19. Onder veteranen
  20. De grote ommezwaai van de Amerikaanse partijen
  21. Land van Nixon
  22. Donald Trump en de greatness van Amerika
  23. De Trump-stemmers: chaos die chaos voortbrengt

Slotwoord

Podcast over het Amerikaanse presidentschap

Ook in categorie dieper en verder: op BNR vindt u een podcast waarin Paul en ikzelf praten over het Amerikaanse presidentschap, de verkiezingen en het samen een boek schrijven, onder leiding van Paul van Liempt.

Klik hier voor de podcast.

Laten we Rutte niet te hoog inschatten

Ach zo, Rutte heeft de vakantie van de koning verkeerd ingeschat. Verkeerd inschatten wordt een gewoonte bij deze man die nu zichtbaar afbladdert. Het begon ermee dat hij regeren met de haatzaaier, met de PVV, verkeerd inschatte. Hij ging vrolijk door, tot en met deze vakantie – niet die van de koning – maar een periode in juli en augustus toen Nederland, en het kabinet, net deed alsof er niets meer aan de hand was.

Opgejuind door sceptici en andere afwegingen-makers zoals de onverbeterlijke Jord Kelder, deden Rutte en de rest van het land of het normaal was dat je weer naar Spanje, Frankrijk en Italië ging. Ze waren mee opgejuind door de Wakker Krant, die toen ze even niet bezig was met Halsema of met Trump in het zonnetje zetten, had besloten dat op vakantie gaan naar zuidelijke stranden een recht is waar niemand van zou moeten afzien.

Zo zitten we in de volgende lockdown. Intelligent heette de vorige, zo onverstandig is Rutte niet meer. Dit is een domme lockdown voor domme mensen. De Wakkere Krant roept dat Rutte de burger toespreekt als kinderen. Was dat maar waar. Gewoon, vertellen wat moet, straf voor misdraging. Nederlanders verdienen niet beter. Ze kunnen zich niet op eigen houtje verantwoordelijk gedragen, de prijs is een complete lockdown die er aan zit te komen. Rutte stamelde wat over verkeerde inschattingen in de kamer en schatte vervolgens die maffe koning verkeerd in. Het wordt een gewoonte.

Ik heb indertijd een rekening bij ING opgezegd omdat de bank niet in staat bleek om maatschappelijk sentiment te onderkennen. In dat geval, net als bij ABN AMRO, gered worden met belastinggeld, beterschap beloven en dan je chef een paar miljoen extra geven. Zo’n bank kan niet vertrouwd worden.

Helaas, zo’n koning kan ook niet vertrouwd worden. Hoe haal je het in je hoofd om met je privé vliegtuig naar Griekenland te gaan als de herfstvakantie begint met gesloten kroegen? Zijn reisje was het koninklijke equivalent van het dansen op de tafels op het Plein, dinsdagavond. Dat ging de wereld over als voorbeeld van de stupiditeit van Nederlanders. Dit koninklijk optreden zal dat ook doen.

Wat doe je eraan? Wat heb je aan een koning? Het valt me nog steeds moeilijk om republikein te worden. Een gekozen staatshoofd had ons lieden als Van Agt of Van der Laan als president opgeleverd en zou alleen functioneren als het werkelijk een figurehead was. Een koning, heb ik altijd gedacht, was goedkoper. Je hoeft maar eens in de 25 jaar, pak weg, een staatsbezoek af te leggen. Presidenten die iedere vijf jaar of zo worden gekozen, zijn in het dagelijks gebruik niet zoveel goedkoper dan dit spilzieke koninklijk huis. het zijn niet direct positieve argumenten.

Zo blijft voor Alexander maar een lot over: je negeert hem gewoon. Een onaangenaam verschijnsel waar je niet vanaf kunt. De griep. Corona. Af en toe een oprisping van onaangenaamheid en dan lange tijd niets.

Voorspelbaar verhaal rondom Amy Barrett, maar stuitend neerbuigend.

Ik heb niets geschreven over Amy Barrett, Trumps rechter die de open plek in het Supreme Court gaat opvullen. Er viel niet veel over te schrijven. Dat Moscow Mitch en Lyndsey Graham hun verzonnen precedent van 2016 – geen nieuwe rechters in een jaar voor verkiezingen – zouden negeren was geheel voorspelbaar. Ze spelen hardball.

Dat de Republikeinse meelopers in de senaat keurig voor welke rechter dan ook zouden stemmen (ze verklaarden dat en masse voordat een naam bekend was) was ook voorspelbaar. Het gereutel van senator Collins van Main en Murkowski van Alaska was niet luid en duidelijk genoeg om te overtuigen en Mitt Romney liet zien dat hij alleen het geweten van de partij is als het hem goed uitkomt.

De hoorzitting werd daardoor een overbodige klucht. Enkel goed voor Republikeinen omdat ze zo hun conservatieve achterban konden tonen hoe goed ze voor hen zorgen. Voor de Democraten was het zaak kritische vragen te stellen zonder zichzelf schade toe te brengen. De kans op verandering van opinies was nul, de kans op over the top aanvallen te groot. Kavanaugh heeft een erfenis achtergelaten.

Het was soms een bizar spektakel. Democratisch senator Feinstein die Barrett complimenteert met haar zeven kinderen en vraagt ze voor te stellen. Neanderthaler Republikeinen die ineens bewondering hebben voor een vrouw die carrière maakt en dat formuleren in neerbuigende bewoordingen die een waarlijk ambitieuze vrouw het schaamrood op de kaken zouden jagen.

Over de juridische kwaliteiten van Barrett bestond weinig twijfel. Ze maakte indruk. Maar dat was ook nooit de vraag. Dat Barrett een betrouwbare superconservatieve (extreem katholieke) rechter zal worden, lijkt voorspelbaar. Ze nam geen standpunten in, of het moest zijn dat ze voor een intelligent persoon ineens opmerkelijk weinig kennis of opinie had (over klimaatverandering bijvoorbeeld).

Daarover gingen de vragen, en over Obamacare en abortus. Maar deze rechter is een Koch-brothers rechter, het product van decennia activisme van de olieboeren en rechtse miljardairs om de markt te bevrijden van welke controle dan ook. Want dat werd totaal miskend in deze vier dagen ondervragingen: het Supreme Court besluit over regulering, over overheidsingrijpen in de arbeidsplek, over details in de wetgeving en rechtsspraak. De agenda van Koch en Co is niet abortus of immigratie, hun agenda is overal boren naar olie, geen restricties op zakelijke activiteiten en proberen hun ideologie zo vast mogelijk te verankeren in het systeem. Daarin is Barrett, of ze het nu leuk vindt of niet, een pionnetje.

Game over. De Republikeinen gebruikten de macht die ze hadden, opnieuw, daar waar het beter en democratischer was om dat machtsgebruik te temperen. Ze toonden zich opnieuw cynisch en opportunistisch en zijn mede schuldig als de Democraten in de komende vier jaar hetzelfde zullen doen. Ze moeten wel, anders blijft die minderheid van conservatieve zeloten en rijke misbruikers die al vijftig jaar Amerika in de greep heeft, dat nog eens vijftig jaar doen.

Over het ‘debat’ gisteren valt ook niet zoveel te zeggen, behalve dat het pas interessant wordt als Trump iemand tegenover zich vindt die zich niet laat intimideren, die de feiten op een rijtje heeft en laat zien dat de president van de Verenigde Staten de crazy uncle is op een feestje die maar dingen blijft roepen en die je zo snel mogelijk de deur uit zou willen werken.

Het was natuurlijk ook een verademing dat Trump alleen in zijn eigen ruimte kon ratelen. Joe Biden toonde zich geïnformeerd en, zoals zo vaak, wijdlopig. Maar hij raakte de weg niet kwijt en toonde zich een presidentieel alternatieve voor de crazy uncle (ik vermoed dat we al snel een website onder deze naam zullen zien).

Er is reden om voorzichtig optimistisch te zijn over de uitslag. Sterker, het voelt een beetje als 1980 toen de laatste weken ineens alles naar Reagan schoof. De Republikeinen verdienen een schrobbering zoals de Democraten die in 1980 kregen, niet alleen ruim verlies van het presidentschap maar ook de ondergang van een stuk of tien senatoren die hun houdbaarheidsdatum al lang voorbij zijn. Het zal heerlijk zijn Trump te zien vallen (en dan moeten we onze adem inhouden over wat voor schade hij nog gaat aanrichten), maar het wordt pas echt feest als Graham, McConnell en hun ruggegraatloze collega’s vallen.

Een ‘perfect physical specimen’, bejaard maar niet zichtbaar oud, ziek maar niet heus – wie legt de dwangbuis aan?

De president van de Verenigde Staten is geschift, geestelijk gestoord. Het zou aan zijn medicijnen kunnen liggen, die zijn al eerder aanwezige gestoorde aspecten versterkt.

Niet alleen is het ‘stabiele genie’ nu ook een ‘perfect physical specimen’, hij kapt zomaar onderhandelingen af tussen minister Munchin en Speaker Pelosi, weigert te debateren op afstand. Over de kap in de onderhandelingen zegt Pelosi dat er geen verklaring voor is, er werd gepraat in goede trouw. Over het debat zegt iedereen dat Trump over tien minuten wel weer wat anders zal roepen.

Oh ja, en voor de bejaarde kiezers, herinnerde hij eraan dat hij ook een bejaarde is. ‘I know you don’t know that, nobody knows that,’ zei Trump. Ja, en het is een weinig bekend feit dat Lincoln een Republikein was, en dat Trump meer voor zwarten heeft gedaan dan welke president dan ook, mogelijk met die Lincoln als uitzondering. Honest Abe ligt al jaren in zijn graf te draaien, beschaamd over wat er van zijn Republikeinse Partij geworden is.

Niet alleen rijdt deze zieke man, die zijn hele staf heeft aangestoken, rond in een als auto vermomde tank, hij maakt ook een nummertje van zijn terugkeer in het Witte Huis en het verwijderen van zijn mondkapje. De gedachte dat hij in zijn persoonlijke kwartier zou worden opgesloten, is inmiddels al verlaten. Hij staat erop naar het Oval Office te gaan. Een groot deel van de staf van deze volslagen ontspoorde man blijft thuis, onwillig om zich op te offeren voor zijn grootheidswaanzin.

Het aantal besmettingen neemt nog steeds toe. Minister Barr en Trumps advocaat voor vuile zaakjes, Rudy Giuliani, lijken tot nu toe te ontsnappen. En ook chef staf Meadows, die blijkbaar wel bereid is tot heroïek en regelmatig met de zieke oude man in een kamer zit, lijkt nog gezond. Vice president Pence had een ontstoken oog bij het debat van gisteren, schijnt een symptoom te zijn. Dat een vlieg op zijn hoofd landde en niet onmiddellijk dood neerviel, bewijst misschien dat Trumps hielenlikker in chief nog niet ziek is.

De oktoberverrassing is niet zozeer dat Trump corona heeft maar dat zijn totale geschiftheid nu ineens zo duidelijk wordt. Het goede nieuws is dat dit zichtbare verval eventueel nog aarzelende kiezers – als die er nog waren – over de streep haalt. Trumps macho vertoon is een freak show geworden.

We mogen hopen dat het bij deze verrassing blijft. Uiteindelijk zit de VS nog minstens tot 20 januari met deze man aan de knoppen, letterlijk die ene knop. Zou de minister van Defensie, net als in 1973 en 1974 James Schlesinger, de operators van kernwapens opdracht gegeven hebben niets van deze psychoot aan te nemen? De minister lijkt er te timide voor. Misschien dat de chefs staven het doen. Maar ja, die zijn ook allemaal in isolatie.

We gaan nog spannende weken tegemoet. Niet zozeer meer over de verkiezingen, hoewel de vraag of het allemaal goed kan worden afgewikkeld een thriller blijkt, maar vooral over wat er gebeurt in die paar weken dat een zieke narcist nog het land runt, nadat de kiezers overweldigend zijn fragiele ego hebben beschadigd, misschien helemaal vernietigd.