De kans op geweld neemt toe, Trump gooit olie op het vuur

Begin oktober werden veertien mannen gearresteerd die de gouverneur van Michigan, Gretchen Whitmer, zouden willen ontvoeren en eventueel doden. De mannen maken deel uit van rechts radicale militia’s die vast deel zijn van het landschap in Michigan maar deze criminele activiteit werd geïnspireerd door het beleid van Whitmer om corona in te dammen.

Michigan werd al in het voorjaar hard getroffen, Whitmer had maatregelen getroffen die haar het doelwit maakten van president Trump. ‘Bevrijd jezelf’, riep de Amerikaanse president. De nu gearresteerde lieden waren deel van de groep die eerst op de trappen van het congresgebouw van Michigan protesteerden en later het gebouw binnengingen met automatische wapens. Dat mag in deze staat waar op het platteland wapenbezit een heilige zaak is.

Je zou denken dat ontvoeren van een gouverneur – de mannen hadden al verkenningen uitgevoerd rondom Whitmers buitenhuisje en spraken ook over actie tegen de gouverneur van Virginia – minstens zou leiden tot een veroordeling van de Amerikaanse president. Het tegendeel gebeurde. Trump zei niets over de bedreigingen en ging vol in de aanval op Whitmer bij een verkiezingsbijeenkomst. Zijn publiek reageerde met ‘lock her up’, zoals ze inmiddels gewend zijn als Trump Democraten aanvalt. De president lachte, schudde het hoofd maar deed niets om hen te stoppen. ‘Lock them all up’, vervolgde hij.

Het was een beschamende vertoning, gemeten aan welke standaard dan ook. ‘He was only having fun’, zei Trumps schoondochter Lara Trump, officieel een adviseur van zijn campagne. Trump zelf voegde nog toe dat Whitmer hem niet bedankt had dat ‘zijn’ ministerie van Justitie het complot had opgerold.

Trumps lolletje is het nachtmerrie scenario voor deze verkiezingen. Een onduidelijke uitslag, onrust, chaos, opgejuind door president Trump en dan geweld door de zwaar bewapende militia’s die geen geheim maken van hun steun voor Trump en evenmin van hun bereidheid om gewapend hun ‘vrijheid’ te verdedigen. Tijdens het debat met Joe Biden weigerde Trump ‘white supremacy’ te veroordelen en zei hij over een van de militante groepen, de Proud Boys, dat ze ‘op stand by’ moesten staan.

Er is reden genoeg voor zorg. Amerika heeft een geschiedenis van geweld, meer dan het dagelijkse wapengekletter waarvoor we inmiddels immuun zijn (40.000 doden in 2019). Gewapende groepen zijn niets nieuws in Amerika, ze hebben er een naam voor met een vaag heldhaftig klinkende ondertoon: vigilantes. Het principe is eigenrichting, van lynchen tot willekeurig ‘orde handhaven’.

In 1791 al zagen we al de Whiskey Rebellion, een opstand van boeren in het uiterste westen van Pennsylvania tegen belasting op whisky. Voor de burgeroorlog was er al geweld in Kansas, bekend als Bloody Kansas. En de burgeroorlog, met aan het einde de moord op Abraham Lincoln, was natuurlijk het summum van intern geweld. Het zuiden verloor die oorlog maar won de vrede en onderdrukte zwarte Amerikanen, vaak met geweld.

Aan het einde van negentiende eeuw, met arbeidsonrust en toenemende vakbondsactiviteit, zetten de ondernemers bewapende bendes in tegen stakers. De regering van Grover Cleveland hielp de werkgevers door troepen ter beschikking te stellen. In het verre westen, bij de mijnen in Idaho en Washington State, was geweld aan de orde van de dag. Coeur D’Alene in Idaho, nu weer in het nieuws met gewapende vigilantes, was in 1892 het toneel van bloedig geweld bij een staking van mijnwerkers.

Maar we hoeven niet zover terug. In de late jaren zestig en vroege jaren zeventig was er de Weather Underground die overal bommen plantten en waren er straatgevechten tussen Vietnam demonstranten en witte arbeiders. Er was Patty Hearst en het Symbionese Liberation Army. Er waren de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy, een aanslag op George Wallace, twee aanslagen op president Ford. Volgens sommige tellingen was er sprake van zo’n 2000 gewelddadige incidenten in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig.

In het westen en midden westen van Amerika lopen honderden groepen rond die de overheid als vijand beschouwen, meestal uiterst rechts. In 1992 was er de belegering van survivalists in Ruby Ridge, Idaho, waarbij drie doden vielen. In 1993 vielen tachtig doden bij de confrontatie tussen de FBI en de Branch Dividians, net buiten Waco, Texas. Timothy McVeigh blies in Oklahoma City een federaal gebouw op en doodde 168 mensen.

In recente jaren zagen een blanke racistische jongen negen zwarte kerkgangers doodschieten in Charleston, South Carolina. Er waren aanslagen op synagoges, er was een moordpartij in El Paso door een anti-immigratie fanaat. Het heeft lang geduurd maar eindelijk onderkennen de federale autoriteiten de dreiging van binnenlands terrorisme, voornamelijk door blanke superioriteitsgroepen.

De kans op geweld in Amerika heeft alles te maken met het wapenbezit. Militia’s lopen rond met halfautomatische geweren en in veel staten kunnen ze hun wapentuig meenemen in winkels en publieke ruimtes, zoals in Michigan zelfs in het congresgebouw. Een mogelijke beperking van dat wapenbezit is een van de zaken die deze mensen motiveert, een vicieuze cirkel in gang zettend die ervoor heeft gezorgd dat er meer wapens dan inwoners in Amerika zijn: ze willen mijn wapens afpakken dus schaf ik zoveel mogelijk wapens aan en ben bereid ze te gebruiken.

Dat dit mogelijk is heeft te maken met een absurde interpretatie van het tweede amendement op de grondwet, aangenomen in 1791, dat bewapening van militia’s regelt. Voor iedereen die de grondwet bestudeert is duidelijk dat dit was bedoeld voor groepen die zich bijvoorbeeld tegen de Engelsen verzetten. Het Supreme Court, waarin de meerderheid pretendeert ‘originalist’ te zijn, de grondwet letterlijk en in de geest van de opstellers te interpreteren, besloot in 2008 dat hierin ligt opgesloten een persoonlijk recht op wapenbezit waardoor wetgeving om wapenbezit te beperken vrijwel onmogelijk is.

De combinatie van wapens, Trumps opruiende retoriek en zijn steun voor witte racisten en neonazi’s, gecombineerd met het gevoel van veel Amerikanen dat hun interne verdeeldheid onoplosbaar is, creëert een explosieve mix. Er hoeft maar iets mis te gaan op of na 3 november en de lont gaat in het kruitvat. Je kunt, ook om allerlei andere redenen, alleen maar hopen dat Donald Trump en de mensen die hem in woord en daad hebben gesteund, een duidelijke nederlaag lijden. Dat het weldenkende deel van Amerika de slechtste elementen in hun samenleving tot de orde roept en het blijft bij dreigend geweld.