As Iowa goes, so goes the nation?

Alle nieuwsjunkies zullen inmiddels hebben gehoord van de poll in Iowa. In die diep rode staat, in 2016 en 2020 gewonnen door de psycho, waar hij in september vier punten voorlag op Harris, loopt Trump nu achter met drie procentpunten. Allemaal binnen de marge van onzekerheid, dat wel, maar toch.

Hoeveel waarde moet je eraan hechten? Moeilijk in de schatten. Dit is een van de betere peilinstellingen van de natie, zelden fout.

Wat het interessant maakt is of je er iets uit kunt afleiden over de manier waarop de stemmen ‘breken’ in deze laatste week. Het is de week van het haatfestival, de Neurenberg-bijeenkomst in New York waar Puerto Ricans tot trash werden verklaard, Harris werd uitgemaakt voor een prostituee en racistisch grappen de toon voerden. Een week waarin Trump, vergezeld van de seksmaniak Robert Kennedy Jr. (zie het New Yorker artikel over de man die nu fluor uit het drinkwater wil halen), luidkeels verkondigde dat hij vrouwen wil helpen, ‘of ze het nu willen of niet’. Jazeker, de man die is veroordeeld wegens aanranding en over wie tientallen vrouwen zich beklaagd hebben, bood zich aan als beschermheer.

Het lijkt erop, als je Iowa mag geloven en de analyses van de nu al uitgebrachte stemmen (75 miljoen, dat is de helft van het totaal in 2020), dat vrouwen voor zover ze nog niet overgehaald waren richting Harris gaan. Dat is hoe dan ook goed nieuws. 

Beide kandidaten waren in North Carolina. Trump in een half vol stadium, Harris voor een enthousiaste menigte. Het wordt een cruciale staat. North Carolina is cruciaal voor Trump. Verliest hij daar, dan is het nauwelijks mogelijk om genoeg kiesmannen te winnen. Trump wordt in North Carolina omlaag gehaald door de zwarte Nazi (zelfverklaard) die de Republikeinse kandidaat is voor gouverneur. 

Er is een oude riedel die zegt zoals Maine goes, goes the nation. Ooit was Maine een zogenoemde ‘bellweather’ staat, waar je kon zien welke kant het op ging met de verkiezingen. Dat is niet meer zo. Misschien is Iowa nu een staat die de weg wijst.

Hoe Wall Street Trump gebruikt om de overheid over te nemen

Het Trump-fenomeen is niet enkel een verbond van nationalistische evangelicals, aartsconservatieve katholieken en een verzameling haatdragers en haatzaaiers, maar vooral ook een vehikel voor de rijkste Amerikanen om de regering naar hun hand te zetten. Koen Petersen mag denken dat Amerikanen in katzwijm liggen voor een succesvolle ondernemers als Musk (en voor de illusie dat Trump succesvol was), wat ze zich niet realiseren is dat ze via Trump de overheid uitleveren aan Wall Street. 

Als u wilt zien hoe dat gaat, lees dan dit artikel in de Wall Street Journal, de krant van deze mensen.  Exclusive | Lutnick Consults With Musk, Kushner, Wall Street in Rush to Staff Trump White House – WS

Met als extraatje nog meer informatie over de manier waarop de Trumpies de volksgezondheid overleveren aan idioten als Robert Kennedy Jr.

Geen wonder dat buitenlandse politieke nauwelijks een rol speelt.

Het is niet direct een oktober verrassing maar toch: de campagnes hebben opmerkelijk weinig aandacht voor buitenlandse politiek. Ik vermoed dat het een correcte inschatting is voor de mate van interesse die de kiezer daarvoor heeft. Aan de marge kan het wat kiezers de ene of de andere kant opduwen, maar er zijn talloze onderwerpen die belangrijker geacht worden.

Het rare is dat een van de terreinen waarop straks verschillend beleid gevoerd gaat worden juist buitenland is. Voordat we naar specifieke onderwerpen kijken, eerst de werksfeer. Als Trump president wordt, krijgt Amerika een minister van Buitenlandse Zaken die ideologisch in de pas zal lopen – een van de mensen die wordt genoemd is voormalig ambassadeur naar Duitsland, Richard Grenell. Hij schofferde zijn gastheren regelmatig op zo’n manier dat duidelijk is dat diplomatie voor hem niet betekent dat je zo nu en dan je mond houdt. Grenell heeft een agressieve nationalistische agenda.

Een van de onderdelen van Project 2025, het infame regeringspakket van de Heritage Foundation en een gerelateerd plan van de America First Policy Foundation, is om meteen als Trump is geïnaugureerd acting secretaries en anderen te benoemen. Dan hoeft hij niet te wachten op het soms langdurige proces van goedkeuring door de Senaat en kan hij zijn henchmen meteen inzetten. Op het niveau waarop de Senaatsgoedkeuring niet is vereist, wil 2025 dat niet aan Trump trouwe ambtenaren worden ontslagen en vervangen. De zorg bestaat dat Trump hele afdelingen van het departement wil opdoeken, afdelingen die als ‘soft’ gezien worden. Denk aan de bureau of Population, Refugees and Migration en de bureau of Democracy, Human Rights and Labor. 

Tijdens Trumps eerste termijn benoemde hij een zakenman tot minister, Rex Tillerson, die zogenaamd als zakenman orde moest scheppen (hoed u voor de Musks en Bezossen die de overheid gaan runnen). Meer dan honderd top ambtenaren en diplomaten namen ontslag. Tillerson werd na een jaar eruit gebonjoerd. Mike Pompeo, die hem opvolgde, is ook een potentiële minister, terug op het honk – waar ze hem met lede ogen zullen zien komen.

Onder een nieuwe regering-Trump zal dit allemaal in een stroomversnelling komen. Biden minister Antony Blinken heeft zich het vuur uit de sloffen gelopen in het Midden Oosten – toegegeven, met weinig kans op succes vanwege Bidens halstarrige Nethanyahu-omarming. De regering-Trump heeft geen ideeën voor het Midden Oosten, behalve de olieboeren te vriend houden. Nederland krijgt een Trump-donateur als ambassadeur. Misschien mag Pete Hoekstra nog een keer op herhaling, zijn Trump-leugens verspreiden.

Als Harris wordt gekozen, zal er weinig veranderen in de organisatorische structuur van het State Department zoals dat onder Blinken weer relatief normaal is geworden.  

Inhoudelijk kun je verwachten dat Oekraïne onder Trump zal worden losgelaten. Dat wil zeggen, Trump zal met zijn maatje Poetin een deal forceren die de veroverde gebieden bij Rusland laat. Een NAVO lidmaatschap voor Oekraïne zal uit den boze zijn.  Sterker, Trump zal de NAVO weer ter discussie stellen, of beter gezegd, de geloofwaardigheid ervan verder ondermijnen. Hij claimt dat Poetin Oekraïne niet zou zijn binnengevallen als hij president was geweest. Onzin, Poetin zou de hele Oekraïne hebben veroverd.

Ook onder Harris doemen onderhandelingen op. Er is simpelweg geen steun in de VS voor nog meer geld voor Zelisnky en Co. Maar zij en Biden geven tenminste de argumenten. Hopelijk kan een Democratisch congres hier een rol spelen. Maar de afwikkeling zal beter zijn, menswaardiger en duidelijker in de afschrikking voor Poetin: elke andere move tegen Oekraïne is een casus belli, en denk er niet aan andere delen van de NAVO te bedreigen.

China is voor Trump de grote vijand (JD Vance kon Poetin niet eens als vijand benoemen – een concurrent, vond hij). Ik heb eerder geschreven over de richtingen binnen de Trumpistaanse adviseurs. Trumps handelsoorlog zal weinig uitmaken, afgezien van hogere prijzen voor Amerikaanse consumenten. Harris zal een beleid van engagement met China voortzetten en de hele notie van regime change die sommige Trump adviseurs omarmen, laten vallen.

Taiwan moet vrezen voor zijn vrij voortbestaan als Trump president wordt. Gaat Amerika Taiwan helpen als Xi zijn move maakt? Ik betwijfel het. Trumps adviseurs mogen regime change in China zelf willen, maar ze gaan dat niet doen door Taiwan te redden. Eerlijk is eerlijk, ook Harris zou een moeilijke keuze moeten maken als Xi Taiwan aanvalt. En Europa trouwens ook, maar dat is voor later. Maar de afschrikking is onder Harris sterker dan onder Trump.

Biden heeft goed werk verricht in het opbouwen van bondgenootschappen in Zuid-Oost Azië en Oceanië. Was hoognodig. Nog beter was het geweest als hij het Trans Pacific Pact nieuw leven had ingeblazen. Ik weet niet of Harris dat gaat doen, maar Trump zeker niet.

Helaas heeft Biden al een knieval gemaakt voor de Saoedische moordenaar. Trump zal met hem dansen, en Jared Kushner kan verder financieel profiteren van de banden. 

Te hopen valt – ik ben daar pessimistisch over – dat Amerika zich verder terugtrekt uit het Midden Oosten, en zich niet door zijn relatie met Israël laat vastpinnen in dat moeras. In een militaire confrontatie met Iran zullen zowel Trump als Harris zich laten meeslepen. Het is zaak die confrontatie te voorkomen en dat kan Harris beter dan Trump, schat ik zo. Het opzeggen van Obama’s nucleaire deal door Trump heeft ertoe geleid dat Iran blijkbaar op de rand van een kernwapen staat. Ik denk niet dat dit veel verschil maakt, maar het geeft aan hoe kortzichtig Trump is en was.

Het is allemaal te gecompliceerd en in een aantal opzichten ook te weinig afhankelijk van wie er president wordt (buitenlandse politiek heeft een stevige component van continuïteit) om de kiezer te bewegen. Alleen het drama in Gaza beweegt kiezers. Maar dan ook alleen Arabische Amerikanen die helaas niet inzien dat een stem voor Trump of geen stem ook maar iets zal verbeteren. De kans daarop is groter bij Harris maar dat zien ze niet.

Het is, kortom, begrijpelijk dat buitenlandse politiek in deze verkiezingscampagne nauwelijks een rol speelde. 

Het enige wat je er nog over kunt zeggen: fingers crossed.

De paradox van een lange campagne en de onophoudelijke Nederlandse media-aandacht voor de Amerikaanse verkiezingen is dat je in dit laatste weekend niets meer hoeft te zien, wilt zien, kan zien. Alles is inmiddels een herhalingsoefening. Zelfde lui aan de ouwehoertafels. Gelukkig is de schrijvende pers meestal interessanter.

Misschien is dit de reden dat het essay van Bas Heijne in de NRC van vandaag zo tegenviel. Met alle respect: geen enkel origineel idee, maar enkel doormarcheren van uitgekouwde kost. Ik de Volkskrant niet gelezen, misschien dat zij het beter hebben gedaan. Het idee van de Groene om het voorbeeld van George Packer te volgen en portretten te maken die Amerika zouden moeten verhelderen, is, geheel voorspelbaar, een mixed bag.

In de deskundigen-opstapeling heb ik een paar mensen die eruit springen. Ik zal degenen die er met domheid uitspringen niet noemen. Ze hebben geen kennis van de samenleving, van de geschiedenis, hebben er nooit gewoond, lullen maar wat. Soms hebben ze ooit een bakje koffie gedragen in een campagne of zijn bij dat bureau van die PvdA’ers opgeleid tot Nederlandse campagnevoerder. Soms is onduidelijk waarom ze tot deskundige zijn gepromoveerd. Soms alleen omdat ze zich op rechts profileerden en zich daarmee onmisbaar maakten in onze ouwehoercultuur waarin altijd iemand van links en iemand van rechts moet ‘aanschuiven’.

Een paar deskundigen/correspondenten springen eruit. Laila Frank is de beste verslaggeefster. Ze reist veel en praat met veel Amerikanen. Soms wat voorspelbaar, soms zit haar gebrek aan historische kennis in de weg (nee, George Washington was niet tegen politieke partijen, het hele idee daarvan bestond nog niet). Ik luister niet naar podcasts en ik hoor dat ik veel mis, maar ja, ik zit niet in de auto en ga niet zitten luisteren als ik ook kan lezen. Frank steekt er wel bovenuit, voor zover ik kan zien.

De beste correspondent, ook weer met mijn beperkte gezichtsveld, is Merijn de Waal van de NRC. Hij is geen officieel correspondent maar vrij reizende en schrijvende analist. Hij weet veel en kan putten uit langdurige ervaring in de VS. Goed stuk vandaag weer over hoe de uitslagmanipulatie kan uitpakken. 

Veel mensen hebben, net als ik, uitgesproken meningen. Daar is een blog voor. Gedegen analyse doe je in boeken, al is ook daar de oogst gemengd. Als schrijver vind ik het wel jammer en eigenlijk treurig dat Nederlandse boeken over de VS zo weinig of zo marginaal besproken worden. Als een uitgever (en een schrijver) de moeite nemen een biografie van Lincoln te schrijven, ik noem maar iets, dan is het voor beiden teleurstellend als het boek niet eens besproken wordt.

Enfin, het is bijna voorbij. Als opinieschrijver moet ik nadenken over welk stuk ik woensdag ga schrijven. Ik hoef niet te verklaren waarom Trump gekozen zou worden. Dat is al gebeurd. Maar de consequenties doordenken van een keuze van het Amerikaanse electoraat, van de belangrijkste democratie ter wereld, om zich vrijwillig over te leveren aan Trump en zijn bende van foute denkers en grootkapitalisten (heeft u X nou nog niet opgezegd?), daar valt helaas wel het een en ander over te zeggen. Hoe een van de twee partijen in de VS opgedoekt kan worden (zal niet gebeuren, er zijn genoeg opportunisten a la Cruz, McConnell, Johnson en een roedel aan rijke senatoren met Yale en Harvard opleidingen om de partij als populistisch vehikel te laten voortbestaan).

We kunnen er vergif op nemen dat er weer een paar deskundigen zullen zijn die, net als in januari 2017, zullen schrijven dat het wel mee zal vallen. Dat hij zich ‘wel aan zal passen’. Ze verdienen de Derk Jan Eppink prijs voor inhoudsloos gelul. Zeker is wel dat haatzaaiers en autoritaire types, inclusief de man achter ons rariteitenkabinet, en zijn vrienden in Hongarije, Tjsechië, Frankrijk en Italië een gat in de lucht zullen springen. 

Winst voor Harris zou revolutionair zijn. Niet omdat ze een vrouw is of van kleur maar omdat het een einde zou maken aan de greep die een narcistische proleet op de Amerikaanse samenleving heeft. Trump is de culminatie van wat Nixon startte en wat via Newt Gingrich de toon en de aard van de discussies (en van de samenleving) heeft bepaald. Niet sinds 2015 en die roltrap maar al lang daarvoor. Een keuze voor Harris zou daar in elk geval tijdelijk een einde aan maken. Misschien kan Amerika zich dan bezinnen op wat het land werkelijk bij elkaar houdt. Zo is Harris revolutionair en tegelijkertijd, omdat ze aan het beleid minder zou veranderen dan de reactionaire Trump-bende, een stuk voorspelbaarder, saaier misschien. Ik zou zeggen dat de meeste Amerikanen daar wel voor zijn te vinden.

Nee, ik heb ook geen idee hoe het gaat uitpakken. De ellende van Amerika is dat het beide kanten op kan vallen en dat welke kant het opvalt een fundamenteel ander land oplevert. Dat is al lang niet meer voorgekomen. Niet dat verkiezingen nergens over gingen, maar nooit was de keuze zo dramatisch. Presidenten doen ertoe, keuzes doen ertoe. Fingers crossed.

Absolute vrijheid van meningsuiting en de VVD senator

Amerika kenner of deskundige is geen beschermd beroep. Iedereen mag wat roepen. Heel Nederland lijkt dat te doen.Koen Petersen is ‘Amerikanist’ en ook lid van de Eerste Kamer, voor de VVD natuurlijk.

Petersen betoogde in Bar Laat dat Musk de vrijheid van meningsuiting beschermde door X open te gooien voor alles wat wie dan ook maar wilde verkondigen. Geen beperkingen op leugens, samenzweringsonzin en politieke campagnes. Het is een wel heel beperkte opvatting van vrijheid van meningsuiting, ook al noemt Petersen die absoluut. Voor de goede orde deed hij er wat what-about-ism bij door te klagen over de rol van Facebook in 2016. Sander Heijne zei terecht dat Musk de algoritmes aanpast om zijn opinies naar voren te schuiven en de opinievorming te sturen. De salto’s die Petersen vervolgens maakte waren adembenemend maar voorspelbaar.

En invloed van miljardairs die invloed kopen in campagnes. Petersen vond dat natuurlijk niet erg. Regulering is altijd slecht. Onder Trump werden regels voor banken en fossiele ondernemingen zijn verminderd en dat daardoor de economie was de economie gaan groeien. Totale onzin. Trump verlaagde belasting voor ondernemingen om de groei te bevorderen. Maar zij ploegden het geld terug door aandelen in te kopen, zodat de CEO’s hun doelstellingen haalden en hun miljoen konden incasseren. En de groei onder Trump was vergelijkbaar met die onder Obama.

Vervolgens saltoode hij nog even verder door te stellen dat prive onderneming publieke functies hadden overgenomen waarvoor dan weer wel regels zouden moeten zijn. Regulering! Goed voor u! Wat wil hij nou eigenlijk?

Absolute vrijheid van meningsuiting, vond Petersen, dat is het. Goed dat Musk de regels voor disinformatie en beschaafde conversatie had weggehaald vond hij. De vraag hoeveel invloed je terugkrijgt voor dat geld, dook hij maar.

VVD, ’t is maar dat u het weet. Het was ook een wat vreemd beeld van Amerika. Hadden al die Amerikanen nagedacht over die absolute vrijheid, zoals hij claimde en leverde dat 50/50 mening op? Fijn dat Trump een verdediger heeft in Nederland (dat is wat anders dan uitleggen). Had ik al gezegd dat hij senator is voor de VVD? En dat Jeroen Pauw teleurstellend niet doorvroeg maar het, naar goed Hollandse gewoonte, aan Heijne overliet om Petersen te kritiseren.

Wat is dat toch met dat rare ouewehoerprogramma’s waar altijd iemand van de ene kant en iemand van de andere kant moet zitten, zonder dat de problematiek wordt uitgelegd – want er moet meteen op elkaar en op opinies gereageerd worden? Misschien dat ik daarom zo geïrriteerd raak als ik hoor dat ‘iemand aanschuift’. Gezellig babbeltje. Praatjes voor de vaak.

Oh, wat Musk betreft. Hij is in onderhandelingen met investeerders in het Midden Oosten, waaronder het moordenaarsregime van Saoedi Arabië, om zijn AI start up te financieren zodanig dat de waarde ervan zou oplopen tot 45 miljard. En hij zou geen enkel belang hebben bij een regering-Trump, waar ze dol zijn op financiers in het Midden Oosten? Jared Kushner heeft er niet van geprofiteerd? Dat kan alleen Koen Petersen geloven.

Gisteren hadden we het al even over de vele rijkaards die kandidaat zijn voor een senaatszetel. Zelffinanciering. Ik wijs u ook op een mooi artikel in de Guardian over de machtsovername van rijkaards die verder weinig te doen hebben.

We hebben te weinig gezien van de running mates.

Gegeven het feit dat Donald Trump 78 jaar oud is en mentaal, laten we zeggen, niet altijd even stabiel lijkt, is er verrassend weinig aandacht voor zijn vicepresidentskandidaat. Ook voor de running mate van Kamala Harris is relatief weinig aandacht, maar de statistieken over het overleven van een presidentschap in het ambt zijn voor haar gunstiger.

U zult zeggen dat we toch behoorlijk wat hebben gehoord over JD Vance’s catladies en andere misogyne uitspraken en de kleine leugentjes van Walz. Dat is waar. Oude uitspraken en hun verleden werd uitbundig bekeken en bekritiseerd. Maar de vraag of deze heren in staat zouden zijn in een noodgeval onmiddellijk de rol van president aan te nemen werd niet gesteld. Zelfs niet in het enige debat tussen beide.

We hebben Vance en Walz vooral gezien als luidsprekers voor hun bazen. Als we even alle gedoe vergeten en kijken waarom iemand vicepresident wil worden en waarom je hen niet zomaar moet negeren dan springen een paar dingen in het oog. Allicht dat er kandidaten stonden te trappelen: liefst elf van de 46 presidenten waren eerder vicepresident. In zeven van die gevallen volgden ze een president op die tijdens zijn ambtstermijn overleed. Anders gezegd: het vicepresidentschap is een aardig opstapje naar het Witte Huis. Goede kans dat een van beide heren president wordt – in het geval van Vance mogelijk relatief snel.

Overigens ging het de eerste keer dat een vicepresident opvolgde niet van een leien dakje. Whig-president William Harrison overleed in april 1841, een maand na zijn inauguratie, als gevolg van een kou die hij opliep tijdens een lange rede waarin hij erop stond blootshoofds te blijven. Daarmee ontstond een probleem waar niemand ooit lang bij stil had gestaan: wat was de positie van de vicepresident? Vicepresident John Tyler was een ex-Democraat, een eigengereide plantagehouder uit Virginia, die alleen maar was genomineerd om zuiderlingen over te halen op de Whigs te stemmen. Nu was hij ineens president.

De leider van de Whigs, Henry Clay, zelf eeuwig gefrustreerd als presidentskandidaat, was vastbesloten de dominantie van het Congres te claimen en Tyler te kortwieken. Volgens Clay was Tyler niet meer dan een tijdelijke plaatsvervanger, iemand die de stoel warm hield zonder eigen bevoegdheden, een acting president. Tyler bleek echter een harde noot om te kraken. Zijn standpunt was dat iemand die opvolgt dat doet alsof hij zelf is gekozen voor de rest van de termijn, met alle bevoegdheden van een gekozen president. Tyler won deze slag en al heeft hij als president verder weinig betekend, het is zijn historische verdienste dat hij vastlegde dat de Verenigde Staten nooit zonder volledig opgetuigde en bevoegde president zitten.

We weten dus dat een vice-president dus een goede kans heeft president te worden. Ondanks de duidelijke cijfers dienaangaande werd er ook in het verleden niet echt goed naar de kwaliteit van vicepresidentskandidaten gekeken. Het was vaak belangrijker om een stemmentrekker binnen te halen, zoals Lyndon Johnson voor Kennedy. Of iemand die regionaal balans bood. Richard Nixon koos, geheel in stijl, voor de racistische gouverneur van Maryland, de corrupte Spiro Agnew. Bill Clinton koos, tegen de trend in, met Al Gore voor een leeftijdsgenoot die ook nog uit dezelfde regio kwam.

Vaker was het een onnadenkende beslissing. Toen Franklin Roosevelt in 1944 voor de vierde keer kandidaat was, wist iedereen, inclusief hijzelf, dat hij zo ziek was dat hij een tweede termijn niet vol zou maken. Maar de keuze voor de niet geweldig prominente senator van Missouri, Harry Truman, als running mate werd nauwelijks kritisch bekeken. Truman werd in april 1945 wel de opvolger van Roosevelt. Hij bleek een bekwaam president, ondanks zijn geringe statuur en zijn gebrekkige opleiding. Truman was een gewone man met een gezond verstand en een stevig consument van geschiedenisboeken.

In 1864 vroeg Lincoln een zuidelijke gouverneur op zijn ticket, Andrew Johnson uit Kentucky. Na de moord op Lincoln, een maand na diens inauguratie voor een tweede termijn, werd Johnson president. De Burgeroorlog was afgelopen en gewonnen. Niemand weet wat Lincoln met de erfenis ervan had gedaan, maar Johnson bakte er niets van. Daarentegen bleek Theodore Roosevelt die in 1901 de vermoorde president McKinley opvolgde een van de beste presidenten ooit. Niet onverwacht want hij was een activistische gouverneur van New York, precies de reden dat men hem had weggepromoveerd naar het vicepresidentschap. Look at that cowboy, now he’s the president, riep een adviseur van McKinley die nog zo gewaarschuwd had.

Het is een frustrerende positie. De enige officiële functie is voorzitter van de Senaat. Het was in die rol dat Mike Pence op 6 januari 2021 zijn plicht deed en ongrondwettelijke opdrachten van zijn baas negeerde. Sinds Carters presidentschap worden vicepresidenten wel steeds meer bij beleid betrokken, in elk geval bij het overleg. De vicepresident van George W. Bush, Dick Cheney, gebruikte zijn positie om de onervaren president te beïnvloeden. Het leidde onder meer tot de oorlog in Irak.

Kamala Harris had als vicepresident weinig profiel en dat is geen verrassing gegeven de officiële rol. Toen ze ineens uit de schaduw moest stappen had ze moeite zich neer te zetten. Wel had ze in de tweede helft van het Biden-presidentschap zich ingezet voor het recht van de vrouw om over abortus te kunnen beslissen, mogelijk een doorslaggevende factor bij deze verkiezingen.

Terug naar de twee kandidaten en de vraag die veel te weinig gesteld werd: kunnen ze onmiddellijk erin stappen als hun baas het loodje legt? Vooral voor JD Vance is dat een belangrijke vraag. De kans dat hij Trump opvolgt is aanzienlijk. Het is ook van belang omdat Vance een ideologisch type is, een uiterst conservatieve opus dei achtige katholiek met een scherpe (vrouwonvriendelijke) agenda. Hij heeft maar twee maanden ervaring als senator, de rest van zijn carrière was hij venture kapitalist en protégé van Peter Thiel, de conservatieve geldschieter.

Tim Walz daarentegen heeft acht jaar uitvoerende ervaring als gouverneur van Minnesota. Hij weet hoe je een grote bureaucratie moet runnen, hij heeft progressief beleid gevoerd in zijn staat. Als hij Harris zou moeten opvolgen moet ook hij terugvallen op de standaard Democratische organisaties en think tanks.

Vergeleken met Vance zou Walt een wonder van gematigdheid zijn die beter in staat zou zijn om het land bij elkaar te krijgen. Vance zal alleen maar verdeeldheid zaaien.

Aangezien ik denk dat Vance bij verkiezing van Trump vrijwel zeker de 48ste president zal worden, houd ik mijn hart vast. Trump kiezen is erg, Vance als president krijgen is nog veel erger. Het zou fijn geweest zijn als de kiezer zich er drukker om had gemaakt.

De congresverkiezingen gaan bepalen hoe Amerika wordt geregeerd. Ziet er niet goed uit.

Vergeet, als u het kunt, even die presidentsverkiezingen. Er staat op 5 november meer op het spel. Er wordt gestemd over alle zetels van het Huis van Afgevaardigden en over een derde deel van de Senaat (senatoren zitten zes jaar, een derde deel moet steeds naar de kiezer). Hoe die congresverkiezingen uitpakken bepaalt hoeveel macht de nieuwe president heeft.

Het Amerikaanse politieke systeem is gebaseerd op de scheiding der machten. De wetgevende, de uitvoerende en de juridische macht hebben hun eigen domein, soms met enige overlap, maar altijd controleren ze elkaar. De Founding Fathers die in 1787 de Grondwet schreven, waren bang voor een dictatuur. Ze hadden immers net een alles dominerende koning overboord gezet. ‘Checks and balances’ was het motto.

Ze konden alleen maar hopen dat die machten ook daadwerkelijk hun verantwoordelijkheid zouden nemen. Zal het Congres ook een eigen president de wacht aanzeggen of eet het uit zijn hand? Functioneren de ‘guard rails’ die machtsmisbruik voorkomen? In 1974 duurde het heel lang voordat Republikeinse senatoren Richard Nixon vertelden dat ze hem zouden afzetten voor Watergate. Twee impeachmentprocedures tegen Donald Trump, waarvan een na 6 januari 2021, faalden omdat Republikeinen hem in bescherming namen.

Aan het superconservatieve Supreme Court kunnen de kiezers niets veranderen, ook al zijn hun uitspraken omstreden. Maar de wetgevende macht staat dinsdag wel degelijk op de agenda: alle 435 afgevaardigden en 34 senatoren. Daar wordt bepaald hoe machtig de nieuwe president wordt. Macht of almacht.

Een president kan veel tot stand brengen als beide huizen van het Congres in handen zijn van zijn eigen partij. Dat is de reden dat Obama, Trump en Biden in hun eerste twee jaar beleid gerealiseerd kregen en daarna nauwelijks meer. Als een president moet werken met een Congres van een andere kleur, of deels van een andere kleur, dan noemen we dat ‘divided government’.

Hoewel veel overheidskritische Amerikanen dat wel aantrekkelijk vinden leidt een dergelijke verdeeldheid in de praktijk vooral tot stagnatie. Als beide partijen weigeren samen te werken in het Congres gebeurt er niets. Voor een daadkrachtig optreden moet een president hopen op een vriendelijk Congres. Het huidige Huis is Republikeins, met een kleine meerderheid. De Democraten hebben een goede kans om de benodigde zetels te winnen. De Senaat is nu Democratisch, maar omdat in 23 van de 34 races een Democraat moet worden herkozen (2018 was een goed jaar) zou dat huis goed Republikeins kunnen worden.

Vaak heeft een president ‘long tails’: andere politici worden op zijn slippen meegetrokken. Als Trump wint, betekent dit dat zijn kiezers massaal zijn opgekomen en dan kan hij waarschijnlijk met beide huizen regeren. Wint Harris dan blijft de Senaat een moeilijk verhaal, maar wordt het Huis waarschijnlijk Democratisch. Met Trump een eenheidsbewind, met Harris divided government.

Gegeven de bereidheid, in woord en in daad, van de Republikeinen om de grondwet aan hun laars te lappen, mag je hopen dat de kiezer goed nadenkt over de andere keuzes op het stembiljet, over die vangrails. Het gaat niet te ver te vermoeden dat de Founding Fathers liever de stagnatie van een verdeelde overheid gezien zouden hebben dan een solide Republikeinse regering onder leiding van Donald Trump.

Het is lastig om individuele races voor het Congres te volgen. In Californië en in New York hebben de Democraten de beste kans om een stuk of vier zetels op te pikken, vooral omdat ze in 2022 daar onnodig verloren. De Senaat is iets gemakkelijker te duiden.

De Democratische zetel (officieel nu onafhankelijk) van West Virginia gaat zeker verloren. Ook in Montana, een van nature conservatieve staat, lijkt de zetel van John Tester kwetsbaar. Een nieuwkomer van het nu vaak voorkomende soort in Montana – superrijke weekendboeren die er een giga farm kopen en het leven danig veranderen – ligt er ruim voorop, ondanks de ruime ervaring en de grote invloed van Tester.

In Nebraska bedreigt een onafhankelijke vakbondsman de zittende Republikeinse senator Deb Fisher. Verrassend kwetsbare Republikeinen zijn de door iedereen gehate Ted Cruz in Texas en de bijna iedereen (inclusief zijn collega’s) gehate Rick Scott in Florida. Florida is onzeker omdat de opkomst er hoger zal zijn vanwege een abortus amendement. In Texas regeert de terreur van attorney general Paxton en gouverneur Greg Abbott. De abortusregels zijn ook daar idioot, misschien leidt het tot een hogere opkomst. Maar het zou al te optimistisch zijn om Cruz en Scott te zien verdwijnen.

In Maryland leek de Republikein Larry Hogan, een van de weinige Republikeinen met gezond verstand een zetel voor de Republikeinen te kunnen oppikken, maar hij heeft momentum verloren. Ohio’s senator Sherrod Brown, een ouderwetse linkse Democraat, treedt aan tegen een Trump-rijkaard. Brown lijkt te kunnen winnen, zeker als Harris het goed doet. In Wisconsin is Democrate Tammy Baldwin het slachtoffer van een homofobe campagne tegen haar. Ook hier geldt dat Harris zal bepalen hoe het uitpakt.

De bottom line: als Trump wint, betekent dit dat zijn kiezers ruim zijn komen opdagen. Dan wordt het voor de Senaat en het Huis een lastig verhaal. Onverdeelde macht in alle drie de takken van de overheid: het rampscenario.

De Washington Post is een goede krant. Bezos is een domme man. Houd het abonnement, zeg Amazon op.

Nee, ik heb de Washington Post niet opgezegd. Ik ben kritisch over de manier waarop Jeff Bezos, de eigenaar van de krant, zijn journalisten heeft gedwongen af te zien van een uitspraak over de belangrijkste verkiezingen in de Amerikaanse geschiedenis. 

Maar dat besluit, of beter gezegd, die oekaze van boven is geen reden om een goede krant op te zeggen. De Washington Post heeft een geschiedenis van uitstekende journalistiek, ook en juist in het Trump-tijdperk. We hebben die krant nodig. We hebben die journalisten nodig. Het is niet verstandig om hen te laten vallen omdat hun eigenaar domme dingen doet.

Zeg vooral Amazon Prime op, als u dat heeft. Of beter nog, order uw boeken en ander spul via een ander bedrijf. Zoals u X al lang had moeten opzeggen toen Musk er een propaganda platform voor hemzelf en zijn kornuiten uit de Trumpwereld van maakte.

Ja, u. Opzeggen dat X.

Je kunt het heel goed oneens zijn met kranten en media en hun opstelling ook zonder de consumptie ervan te beëindigen. WIe de Wall Street Journal volgt, vooral de Murdoch-opiniepagina, begrijpt beter hoe zelfs ‘weldenkend Amerika’ zoals iemand bij mijn lezingen het noemde Harris verkettert en bereid is op de psycho te stemmen.

Ik kijk naar de foute krant van Nederland om te weten hoe honderdduizenden mensen in Nederland verkeerd of gekleurd worden geïnformeerd, en om te zien hoe Wouter zowel analiseert als opinieert en bij onze hopeloze publieke omroep wordt ontvangen als deskundige. Om Leon de Winter zijn dommigheden te zien debiteren. Om de anti-vrouw campagnes te volgen. Ik zie graag wat er omgaat in die wereld.

Ik ben niet altijd enthousiast over de NRC en vindt het afbraak dat de Volkskrant geen eigen opinie heeft maar enkel opinies van journalisten. Zij hebben geen Jeff Bezos nodig om de mond te snoeren, dat hebben ze zelf al gedaan.

Maar een vrije pers is onmisbaar. Donald Trump heeft al gedreigd (aangekondigd) dat hij achter de media aan zal gaan, althans die media die hem niet vriendelijk gezind zijn. Ik neem hem serieus. De Washington Post zal het gelukkig op de voet volgen. 

Biden heeft nog steeds niet door dat hij een probleem is.

In vredesnaam, sluit die oude man op. Heeft Harris een fantastische week omdat Trump zijn haatfeest moet verdedigen, komt Biden weer op de proppen met zijn zoveelste blunder. Ja, een deel van de aanhang van Trump is garbage, maar zoals Biden het zei, de aanhang van Trump garbage noemen, is erger dan een misser. Het is malpractice. 

Natuurlijk sprong Trump er bovenop. Maar erger was dat het Harris’ slotakkoord, de reminder van 6 januari en wat er op het spel staat, ondermijnde. Alle aandacht ging naar Bidens geklungel, Harris moest op de tweede rang plaatsnemen. 

Ik heb mijn geduld met deze oude man al heel lang geleden verloren, na twee jaar om precies te zijn. Na de verkiezingen van 2022 had hij moeten aankondigen met penisoen te gaan en een nieuwe generatie de kans te geven. Hij kon geen afstand doen van de macht en leek in zijn persoonlijke claim op onmisbaarheid steeds meer op Trump, die hem zonder moeite zou hebben verslagen.

Het schijnt dat de oude man de Biden campagne platbelt omdat hij iets wel doen om Harris te helpen. De campagne laat een beleefd dank u horen en negeert hem. Dat kan nu niet meer.

Er waren twee suggesties in de bespreking van Bidens geklungel. De ene was: omarm het. Zeg dat er inderdaad garbage zit in Trumps aanhang en noem de Proud Boys, de racisten, de zeloten en ja, die sprekers op Trumps love fest. Lijkt me goed advies. De andere suggestie was: neem afstand van Biden. Ik weet niet of dat in dit stadium verstandig is. Harris heeft daar te lang mee gewacht en om nu deze nonsens te gebruiken, oogt niet lekker.

Het probleem is dat alles, letterlijk alles, op dit moment van de campagne van belang is. Ja, ook die stemmen van domme Arabische Amerikanen die denken dat ze iets hebben aan Trump en daarom op de psycho stemmen of op Jill Stein, een narcist die net zo arrogant, eigenwijs en koppig is als Biden. Als ze denken dat ze van Trump iets kunnen verwachten dat Palestijnen ten goede komt, dan zijn deze Arabisch Amerikanen in Michigan hopeloos verloren. Maar zoals de garbage commentaren een paar duizende stemmen verschil kunnen maken, zo kunnen deze mensen dat ook. En in Michigan kan dit het verschil maken.

Er waren mensen die vonden dat ik te hard tekeer ging tegen Biden. Dat ik hem niet genoeg krediet gaf voor het zich vrijwillig terugtrekken twee jaar nadat hij dat had moeten doen. 

Biden is een ramp. I rest my case.

Sommige presidenten werden dictator genoemd, nog nooit voerde iemand campagne om dictator te worden

Tijdens mijn lezingen stelde ik dat een mogelijke oktoberverrassing zich zou voordoen als Donald Trumps hoofd zou ontploffen. In figuurlijke zin gebeurde dat tijdens het haatfeest afgelopen zondag in New York. Hij liet zien wat het betekent om een fascist te zijn.

Zonder twijfel is Donald Trump een unieke bedreiging voor de Amerikaanse democratie. Kijk naar zijn daden en zijn woorden. Hij pleegde een putsch en blijft een verkiezingsuitslag ontkennen. Hij kondigt aan een dictator te zijn op dag een en zijn politieke tegenstanders opsluiten. Er zijn mensen, oud-medewerkers, die hem als een fascist die, als hij eenmaal aan de macht is, die macht zal consolideren door het systeem te ontmantelen. Een Victor Orban, Terip Erdogan of misschien zelfs een type als Trumps goede vriend Wladimir Poetin.

Wat vooral uniek is, is dat Trump alles wat hij van plan is heeft aangekondigd voordat hij is verkozen. Het is het hart van zijn campagne. Zijn kiezers willen wat hij wil.

Nu zijn ‘dictator’ en ‘dictatoriaal gedrag’ termen die we vaker hebben gehoord rondom presidenten, zij het meestal nadat ze waren gekozen Zo beschuldigde de vereerde Thomas Jefferson, schrijver van de Onafhankelijkheidsverklaring, John Adams van het de nek omdraaien van democratie toen de tweede president in 1798 de ‘Alien and Seduction Acts’ instelde die de overheid de macht gaf onwelgevallige journalisten op te sluiten. Andrew Jackson, president van 1829 tot 1837, werd door critici King Andrew genoemd omdat hij regelmatig het Congres en het Supreme Court voor het blok zette.

Oorlogspresident Abraham Lincoln kreeg te maken met buitengewone omstandigheden toen negen zuidelijke staten zich na zijn verkiezing afscheiden. De burgeroorlog begon op 6 april 1861 toen het Zuiden Fort Sumter aanviel, het fort in de baai van Charleston. Het Congres was nog op reces tot juli, wat Lincoln behoorlijk wat vrijheid gaf om noodmaatregelen te nemen. Hij schortte de habeas corpus op, het beginsel dat iemand alleen kan worden voorgeleid of gevangenghouden op basis van een gerechtelijk bevel, de heilige graal van Amerikaans strafrecht, en sloot dagbladen die valse informatie verspreidden. Vanaf 1917 sloot president Woodrow Wilson tegenstanders van de Eerste Wereldoorlog op, niemand bekender dan de socialist Eugene Debbs, die in 1920 vanuit de gevangenis campagne moest voeren voor het presidentschap.

Afgezien van Lincoln is Franklin Roosevelt misschien wel de president die het meest omringd werd met de term dictator. Zijn tegenstanders, vooral die in de zakenwereld, gingen het steeds harder roepen naarmate Roosevelts New Deal succesvol was. Maar de crisis in 1932, de Grote Depressie, was zo groot dat zelfs voordat hij president werd mensen FDR opriepen dictatoriale maatregelen te nemen. De gerespecteerde politieke commentator Walter Lippmann was een van hen.

In de aanloop naar zijn inauguratie vond menig adviseur dat Roosevelt de gelegenheid moest gebruiken om zichzelf dictatoriale bevoegdheden te verschaffen. Het punt is: hij deed het niet. Roosevelt respecteerde de grondwet, zette in zijn inaugurele rede het Congres op scherp en kleurde binnen de lijntjes. Hij was een fantatisch politicus. Dat hielp.

Richard Nixon was geen dictator maar misbruikte zijn macht op veel terreinen, onder meer door geheime bombardementen op Cambodja. Het Congres had het nakijken. Hij werd geen dictator genoemd en alleen fascist door mensen die hem verweten dat hij de fascistische generaal Pinochet in Chili aan de macht had gebracht. Hij was gewoon een machtsmisbruiker en toen de Republikeinse Partij nog enige ruggegraat had, kwamen senatoren hem vertellen dat hij moest aftreden of afgezet zou worden.

George W. Bush werd niet dictator genoemd, maar na 9/11 deed hij wat hij wilde in de ‘strijd tegen terrorisme’. Hij gaf toestemming voor marteling en gebruikte daarvoor black sites in bevriende dictatoriale buitenlanden. Hij stelde een gevangenkamp in in Guantamo Bay waar mensen tot op de dag van vandaag worden vastgehouden zonder procesgang. Het is en blijft een blamage is voor de Amerikaanse rechtsstaat.

Iemand dictator noemen is nog heel wat anders dan vragen om dictatoriale bevoegdheden. Donald Trump en zijn omgeving hebben er geen misverstand over laten bestaan dat ze alle mogelijke middelen gaan gebruiken om hun agenda erdoor te drukken. De oud-president heeft al laten zien dat hij de grondwet aan zijn laars lapt als het hem zo uitkomt. Extra problematisch is dat het door hem opgevulde Supreme Court (gevolg van machtsmisbruik door Mitch McConnell, de man die de geschiedenis in zal gaan als de slappeling die nooit opstond tegen Trump) eerder dit jaar uitsprak dat een president als president zowat alles kan doen wat de wet heeft verboden.

Een Donald Trump met die wetenschap is gevaarlijker dan ooit. De beschuldiging ‘dictator’ is een ding, de aankondiging dat je er een gaat zijn, wetend dat je kunt doen wat je wilt, is waarlijk uniek. Dat is wat er op het spel staat, volgende week dinsdag. Het punt is dat de Amerikaanse grondwet een wanna-be dictator enkel kan tegenhouden als alle andere onderdelen van het politieke systeem hun democratische rol spelen. Zoals menig politiek analist opmerkt, democratie is meer een levenshouding dan een onwrikbaar systeem. Als de kiezers het overboord willen zetten, dan kunnen ze dat doen. De keuze kon niet helderder zijn.