De misselijk makende JD Vance

Waar staan we na het debat? Eerlijk gezegd: geen idee. Het is moeilijk Trump bezig te zien en niet te denken: hoe is het mogelijk dat iemand denkt dat deze man president kan zijn? Maar de harde werkelijkheid is dat veel mensen dat niet zien. Of beter gezegd, ze zien wat anders.

Misschien zien ze wat ze willen zien. Misschien zie ik wat ik wil zien. En ja, als je wilt, kun je de gezichtsuitdrukkingen en de vinger aan de kin van Harris ook zien als arrogantie en te weinig respect voor Trump.

En mensen die zien wat ze willen zien zijn niet over te halen. 

De beste analyses die ik zag vertellen dat Harris een lichte voorsprong heeft genomen, iets terug heeft van de honeymoon nadat Biden van het podium werd geschoven. Sommige van die analyses denken ook dat nu Trump bouwt op de slechtste kanten zijn debat wanprestatie meer mensen zich zullen afkeren – en als ze maar niet gaan stemmen dan is dat goed genoeg. Anders gezegd: we hebben nog niet de fall out gezien van het debat.

Hoopvol maar nog lang niet gerust, is mijn gemoedsstemming. Ik denk dat Harris all out moet gaan met interviews en persconferenties. Vooral ook omdat Trump geen programma heeft maar enkel haatzaaiende nonsens tentoonspreidt.

Zojuist zag ik JD Vance in een voorstelling die je misselijk maakt. Hij produceerde bij CNN de vaste leugens en ronduit agressieve talking points over zowel immigratie als de journalisten die lastige vragen stellen over de onzin die Vance heeft rondgetweet. Ik kreeg er letterlijk buikpijn van. U kunt het terugkijken op CNN, 15 h onze tijd. 

Wat een verwerpelijk individu. Als Trump al niet angst inboezemt dan is de kans dat deze man hem zou opvolgen als hij, zoals valt te verwachten, in het Witte Huis overlijdt, dan weet ik niet waar u bang voor moet zijn.

Trump doet een Biden.

Twee debatten, twee presidenten die zichzelf knock out slaan. In debat 1 ging Biden onderuit, in debat 2 Donald Trump. De oud-president was een gewaarschuwd man, maar hij kan zichzelf niet beheersen. En zo ontstond een patroon: Kamala Harris hield het aas voor, Donald Trump beet.

Een televisiedebat gaat over beeld. Elke gezichtsuitdrukking telt. Het duobeeld liet Trump voor zich uit staren terwijl Harris zich naar hem draaide, observeerde, sceptisch, vragend, vaak lachend – ze heeft een rijk arsenaal aan gezichtsuitdrukkingen. Trump stond er verslagen bij. Oud.

Harris zette Trump meteen al op het verkeerde been – letterlijk – door naar hem toe te lopen om zich te introduceren en hem de hand te schudden. Het weerhield Harris niet om binnen de kortste keren haar openbare aanklagersmethodiek in stelling te brengen. Ze legde haar zaak neer voor de jury van kijkers. Dit konden ze verwachten: dezelfde oude leugens, hetzelfde geklaag, hetzelfde oude verhaal. Tijdens het debat kwam ze er een paar keer op terug: ik heb het u voorspeld en kijk wat er gebeurt.

De opdracht voor Harris was drieledig. Ze moest zichzelf geloofwaardig presenteren. Ze moest een duidelijke alternatief bieden voor Trump. En ze moest Trump uitlokken. Ze scoorde op alle drie. Het belangrijkste: Harris zette zichzelf neer als potentieel president. Ze gaf een beeld van zelfverzekerdheid, van kennis, een persoon waarin je vertrouwen kon hebben. Een potentiële commander in chief.

Ze moest met concrete plannen komen en dat deed ze, al was het nog niet genoeg. Het hielp haar dat Trump evenmin iets bood, afgezien van het verlagen van belastingen en het verhogen van importheffingen. Gevraagd naar zijn afkeer van Obamacare, het nu populaire verzekeringsprogramma, zei Trump na herhaaldelijk doorvragen naar zijn alternatief, dat er ‘een concept van een plan lag’.

Ook Trump had drie opdrachten. Hij moest zich beheersen, hij moest Harris neerzetten als een extreem linkse radicaal en hij moest zijn lage kiezersplafond van 47 procent zien uit te breiden. Kiezers winnen. Zelfbeheersing was het moeilijkste deel. Trump liet zich vaak afleiden waardoor hij op een ander pad zat dan dat waarover werd gevraagd en Harris hielp hem door het aas voor te houden. Ook op de twee andere terreinen faalde de oud-president. Trump had zich duidelijk niet voorbereid en moest zijn toevlucht nemen tot de retoriek die hij ook bij zijn verkiezingsrallies gebruikt. Het werkt niet in twee minutenblokjes.

Harris begon wat onzeker, op haar zwakste punt, de economie. Ze herstelde ze zich snel. Ze sprak tegen de mensen die keken, keek hen aan. Ze had het over haar eigen achtergrond in de middenklasse. En dat was duidelijk haar doelgroep. Ze koppelde Trump herhaaldelijk aan de belastingverlagingen voor de rijken en de enorme tekorten. Trump herhaalde zijn droombeeld dat hij de beste economie in de geschiedenis van Amerika had verzorgd.

Trump had zich duidelijk voorgenomen om immigratieproblemen te gebruiken om Harris aan te vallen. Hij kwam er steeds op terug, leugen na leugen verkondigend, inclusief de nonsens dat Haïtianen in Ohio de huisdieren van Amerikanen oppeuzelden. Harris bracht terecht in dat een tweepartijen-wetsvoorstel om immigratie te regelen was gesneuveld door het verbod van Trump aan zijn partijgenoten. Hij hield het probleem liever in stand. In de context van de vermeende criminaliteit van al die illegalen, maakte Harris haar punt dat we hier luisterden naar iemand die veroordeeld is en op straf wacht.

Met de vragen over de aanval op het Capitool wist Trump geen raad, en hij bleef volhouden dat de verkiezingen van 2020 gestolen waren. Gevraagd over zijn racisme, struikelde hij door zijn twee minuten heen.

Zoals verwacht, en toch verrassend, was het blokje over abortus desastreus voor Trump. Steeds kwam hij terug op het bizarre idee van baby’s die worden gedood na hun geboorte. Harris’ pleidooi voor het recht van de vrouw om over haar eigen lichaam te beslissen was direct gericht aan haar belangrijkste doelgroep. Het kwam aan.

Met een sluwe knipoog nodigde Harris de kijker uit om naar Trumps rally’s te komen. Weinig volk daar, zei ze, en zo saai dat mensen weglopen. Hap, hap, Trump beet. Dat liet hij niet over zijn kant gaan. In het dubbelbeeld zag je Harris de oogst binnenhalen. Ondertussen vergat Trump te scoren op een mogelijk sterk punt, de chaotische terugtrekking uit Afghanistan.

Het was een typerend voorbeeld van de kwaliteit van Harris als debater. Toen Trump nostalgisch bleef naar Biden, maakte Harris duidelijk dat ze niet Biden is, zonder van hem afstand te nemen. Interessant genoeg doet Harris precies wat Biden ook deed: deze verkiezingen laten gaan over de persoon Donald Trump. Het verschil is de methode. Ze was niet negatief maar liet Trump zichzelf zijn. Zoals ze zei: hij is niet bezig met u, de kiezer, hij is altijd bezig met zichzelf.

Trump verspilde tijd en energie met verlangen naar zijn vorige tegenstander. Pas in de slotconclusie kwam hij met een one liner die goed kon werken als hij hem vanaf het begin af aan in stelling had gebracht: u heeft daar drieënhalf jaar gezeten en wat hebt u tot stand gebracht?

Al met al was het een buitengewoon effectief optreden van Kamala Harris. Donald Trump bediende zijn basis, de mensen die toch al op hem stemmen. Maar zijn algehele optreden paste niet bij wat mensen verwachten of hopen van een leider van hun land. Die mensen wilde Harris bereiken, niet zozeer om ze meteen binnen te halen maar met de verstandigste debattactiek die bestaat: vertel mensen niet wat ze moeten denken – zet ze aan het denken.

Donald Trump bracht zichzelf tijdens dit debat schade toe die in de buurt komt van wat Joe Biden een paar maanden geleden presteerde. Is het genoeg voor Harris? De vicepresident had moeite om niet al te tevreden te kijken, niet te arrogant te worden. Als ze ooit een plan hadden voor dit debat: boy, het werkte als een speer. En geef Trump krediet: hij was honderd procent zichzelf. De kiezer weet wat haar te doen staat. Taylor Swift heeft al besloten.

Trump heeft bij het debat meer te verliezen dan Harris. Maar zij heeft meer te winnen.

Ik heb niet veel toe te voegen aan de wijsheden over het debat die ik hoor. 

Voor mij is interessant dat ik de mogelijkheid dat Trump nieuwe kiezers aanboort heel laag inschat. Zijn kiezersbestand is min of meer gefixeerd. Dat is niet per se een nadeel voor de psycho. Als hij iedereen naar de stembus krijgt en de Democraten floppen, dan wint hij, ook met landelijk een minderheid aan stemmen.

Zijn grootste risico is dat hij kiezers wegjaagt – een groter risico dan dat de kiezers op eigen houtje Harris verkiezen, al is ook dat een probleem waarover denkende Trump acolieten zich het hoofd zullen breken. Trumps debat zal een holding operation moeten zijn. Is hij daartoe in staat? Uw verwachting is zo goed als de mijne en geloof vooral geen van de ‘deskundigen’ die over ons heen zullen rollen. 

Harris staat voor de opdracht om zowel de kiezers die anders misschien niet gaan stemmen over te halen en, beter nog, kiezers weg te lokken van de sekte die de Republikeinse Partij is geworden. Dat betekent dat ze Trump moet uitlokken zichzelf te laten zien. Of hem zo ongemakkelijk laten proberen niet zichzelf te laten zien, dat hij toch veel van zichzelf laat zien – als u begrijpt wat ik bedoel. 

Kan ze dat? Daar zal twee dagen over geneuzeld worden en niemand die het weet tot het debat werkelijk plaatsvindt.

Het enige dat ik zeker weet, is dat Trump dinsdagavond meer te verliezen heeft dan Harris. En tegelijkertijd dat Harris meer te winnen heeft dan Trump. 

Laat ik daar nog aan toevoegen dat 6 januari de komende weken een steeds grotere rol zal spelen. Cheney & Cheney, McMasters, een lijst national security types, Harris zelf. 

Een 14 jarige babyface levenslang opsluiten. Over weglopen voor problemen gesproken.

Een jongen van veertien, babyface met lang blond haar, schiet een half automatisch wapen leeg in zijn school. Doden, gewonden. Niets buitengewoons. Het gebeurt regelmatig in Amerika. Zoals de inzichtrijke vicepresidentskandidaat van de Republikeinen zegt: ‘een fact of life’. Inderdaad, en dat is de schande.

Maar iets anders wekte mijn interesse en dat was de eerste zitting waarin het kind werd voorgeleid. Hij zou als een volwassene worden berecht, maar, zo werd hem voorgehouden als een soort bonus, als minderjarige zou tegen hem niet de doodstraf worden geëist. De rechter vertelde hem dat de maximumstraf voor de aanklachten tegen hem 180 jaar gevangenisstraf zouden opleveren. De facto, levenslang.

Even afgezien van de mensen die hij doodschoot en de gewonden die misschien levenslang met problemen gaan kampen (deze laatsten worden bij de massamoorden vaak vergeten), wat moeten we in vredesnaam met zo’n kind? Wat is het nut van straf in zo’n geval? Te hopen valt dat hij ontoerekenbaar wordt verklaard en niet tussen criminele terechtkomt in het monsterlijke Amerikaanse gevangenissysteem.

En, een stokpaardje van me: wat is er eigenlijk op tegen om hem te executeren? Niet als straf, begrijp me goed, maar als gift, als mogelijkheid om te ontsnappen aan een zinloze, nutteloze, levenslange opsluiting. Er zijn allerlei argumenten te bedenken waarom een kind met een dergelijk afwijking een behandeling op maat verdient.

Dit is geen monster, zoals Timothy McVeigh, die tientallen ambtenaren opblies in Oklahoma City. Of de moordenaar van prostituees. De politieagenten die zich misdragen. Er zijn lettelijk tienduizenden Amerikanen die je nooit meer in de samenleving terug wilt zien. Mag zien. Al begrijp ik al die argumenten tegen de doodstraf, deze mensen hebben geen andere optie dan levenslang opgesloten te zitten. Over cruel and unusual punishment gesproken.

Ik ben niet tegen de doodstraf. Wie levenslang krijgt, moet de mogelijkheid hebben om voor de dood te kiezen. Anders is levenslang nog wreder dan de doodstraf – en daar waren we met zijn allen toch tegen omdat het zo onmenselijk is?

Terug naar onze veertienjarige. Waarom is het onmenselijk om hem dood te schieten en niet om hem levenslang op te sluiten? En waarom kijken we ook niet eens naar de volwassenen die in eenzelfde soort situatie zitten. Ik heb eerder uitgelegd waarom ik het te gemakkelijk vind om simpelweg uit morele overwegingen tegen de doodstraf te zijn (mijn lidmaatschap van Amnesty niettegenstaande). Er zijn heel veel redenen om vraagtekens te stellen bij die doodstraf, de uitvoering ervan en de mate waarin hij gebruikt wordt in gevallen die gelijk lijken maar anders uitpakken. Hij is duur en voor de veroordeelden slecht omdat ze in isolement gehouden worden (al kan dat soms ook wel weer goed zijn).

Het echte probleem is levenslang. Nee, het echte probleem is natuurlijk die idioten die niet willen inzien dat Amerika een problematisch land is, extreem gewelddadig, met te veel geschifte mensen die te gemakkelijk toegang hebben tot wapens. Reken bij die geschifte mensen ook de onvoorwaardelijke voorstanders van alle vormen van wapenbezit. JD Vance en zijn companen, mensen die beter zouden moeten weten maar de oren laten hangen naar wapenliefhebbers. Ze krijgen de samenleving die ze verdienen.

En de schoolmoordenaars die ze creeeren. Want laten we er niet omheen draaien: deze schoolshootings zijn uniek voor Amerika. En dat niemand wat wil doen, behalve van scholen bunkers maken (en van shopping malls, van theaters, nachtclubs, voetbalstadions), dat is het echte probleem.

Het is gemakkelijk om mee te leven met de familie van slachtoffers van deze massamoorden. Thoughts and prayers rollen de politici gemakkelijk van de lippen.

Ik zag een bange, onzekere pre-tiener, van wie we nu ook weten dat hij al jaren roept om hulp. Ja, sluit hem voor de rest van zijn leven op. Hoeven we er verder ook niet meer over na te denken. Met hem kon ik meeleven.

HJ Schoo zou zich verveeld hebben bij de HJ Schoo lezing

De meeste lezers zullen niet weten wie H.J. Schoo is, de man naar wie de jaarlijkse lezing is vernoemd die wordt georganiseerd door EW, voorheen Elseviers Magazine, het tijdschrift waarvan Schoo een aantal jaren hoofdredacteur was. Ik wil het er even over hebben omdat de Schoo lezing niet voldoet aan de eisen die de naamgever er zelf aan gesteld zou hebben. Schoo hield van provocatie, van dwingen door te denken, de goegemeente uitdagen om over hun eigen schaduw heen te springen. De laatste jaren is het een lezing geworden door hotemetoten die hun winkeltje uitventen. Omdat het de opening van het parlementaire jaar moet zijn, zijn dat vooral politieke types. De meest recente drie waren zulke zwaargewicht denkers als Yesilgoz, Van der Plas en Omtzigt. Originele ideeën ontbraken.

De eerste lezing in 2009 was de meest provocerende, denk ik, door Meindert Fennema over de vraag of vrijheid van meningsuiting ook geldt voor racisten. Ook Thierry Baudet, toen hij nog een denker was en geen zzp’er in de politiek, over het thema ‘Voor Europa dus tegen de EU’. Nu ik de lijst bekijk zie ik alleen maar politici met hun karretje, inclusief Rutte en Timmermans. Toegegeven, het is lastig om een event te organiseren dat tegelijk uitdaagt en volk trekt – ook de eens interessante Den Uyl lezing is vastgelopen. Een naar Jos de Beus genoemde lezing werd na vier jaar niet gecontinueerd.

Ik denk dat HJ zich behoorlijk had verveeld bij het verhaal van Omtzigt. Hij had al veel provocerender stukken geschreven over het thema immigratie, rond 2000, in De verwarde natie. Zoals zo vaak, was ik het niet met hem eens maar hij zette wel aan het denken. Hij was ook degene die Fortuyn bij Elsevier een platform gaf, waar de ambitieuze maar ruziemakende socioloog uit Groningen zijn stem vond (en zijn publiek).

Waarom schrijf ik hierover? Schoo was een van mijn hoofdredacteuren toen ik als correspondent in Amerika werkte, en later toen ik bij Intermediair adjunct was en hij hoofdredacteur was van Intermagazine, zaten we drie jaar op dezelfde verdieping bij VNU Business Publications. We waren bevriende collega’s, het gaat te ver om te zeggen dat we vrienden waren, maar Schoo en zijn echtgenote waren buitengewoon hartelijk in het integreren van mijn Amerikaanse vrouw in Amsterdam. We dineerden zo nu en dan.

Als ik in Washington gebeld werd op een tijdstip dat Nederland op een oor lag, dan wist ik dat het HJ was (in het begin was het nog gewoon Hendrik Jan, maar dat HJ is een soort trademark geworden, zoals JD Vance ook zonder puntjes wordt geschreven). We spraken vaak en lang over Amerika en Amerikaanse politiek en hij reikte me menige interessante invalshoek aan. Als ik stukken aanbood, kon ik rekenen op een welwillende maar kritische blik. Toen ik bij Intermediair te werken kwam en uitgeefaspiraties had (om nu ondoorgrondelijke redenen trok management me) was hij waarschuwend. Hij had zelf gemerkt dat VNU liever boekhouders als uitgevers had dan journalisten of vrijdenkers en werd zelf gepasseerd voor uitgever van Intermediair (als ik me goed herinner). Hij waarschuwde me, en terecht, al moest ik het zelf ervaren.

Schoo was geen gemakkelijk man om mee te werken. Op de vijfde verdieping van Intermediair en Intermagazine kon hij regelmatig in een woede uitbarsten die over de hele verdieping te horen was. Vooral als het weer ging over de financiën van het maandblad dat hij overeind moest houden als hoofdredacteur. Zijn mede redacteur was er aan gewend, ik zelf verliet de kamer als hij weer zo’n uitbarsting had. Ik vond het onacceptabel en zei hem dat ook. Niet dat het iets uitmaakte. Hij had interessante plannen voor een nieuwe krant in Nederland naar het voorbeeld van de International Herald Tribune en met ongesigneerd journalistiek zoals The Economist dat deed. De financiering kwam nooit rond en ik vermoed dat het nooit wat was geworden. Spannend was het wel.

In 1991 ging Schoo naar Elseviers Magazine als adjunct, in 1993 werd hij hoofdredacteur om dat ingeslapen blaadje nieuw leven in te blazen. En dat deed hij, al kon het mij nooit aanspreken. Als adjunct van de Volkskrant, vanaf 1999, bleef hij niet lang en dat verbaasde me niet. Hij had weinig geduld met de gezellige opinievormende twaalf uurtjes op de krant.

Zijn colums op de opiniepagina waren uitdagend en zetten aan het denken. Ik herinner me de laatste omdat hij die schreef vanuit het Leids Medisch Centrum, waar hij lag vanwege zijn hartaandoening die hem van veel van zijn energie had beroofd. Vanuit dat kraaiennest – als ik me goed herinner noemde hij het zo – schreef hij die column. Ik moet er altijd aan denken als ik per trein Leiden passeer. Toen hadden we al een tijdje weinig contact meer, zo gaat dat, zelfs in het dorp Amsterdam. Zijn affaire scandaleuse met Xandra Schutte was precies dat, althans voor mij – met compassie voor andere partijen.

De reden dat ik dit schrijf is niet om een in memoriam te plaatsen, totaal out of date. De reden is dat de HJ Schoo lezing een beter lot verdient dan te worden volgebabbeld door politici die niet uitdagen maar proberen punten te scoren (Yisilgoz met haar woke geneuzel). De naamgever zou zich verveeld hebben bij recente sprekers – en waarschijnlijk Omtzigt met kritische vragen hebben bestookt. Immigratie als onderwerp: vraag Leo Lucassen of Hein de Haas. Daar zou HJ met interesse naar geluisterd hebben.

 

We zitten in het silly season

De campagne voor het Amerikaanse presidentschap gaat morgen, Labor Day, officieel van start. Maar zoals zoveel in wat we tot voor niet zo lang geleden als ‘normaal’ beschouwden is Labor Day enkel een markeringspunt geworden in een hele lange campagne. Meestal al een jaar tevoren begonnen, al was dat dit keer ook niet het geval. De Republikeinen waren vanaf het begin de gevangene van hun sekteleider Trump, de Democraten zaten vast aan de geriatrische president die van geen wijken wilde weten.

Sinds de Republikeinse conventie – ja, die van onmetelijk zelfvertrouwen – en Bidens terugtreden het weekend erna, heeft de campagne een andere aard gekregen. En eigenlijk begon hij toen pas. Een onzekere, zoekende Trump die na acht jaar op het politieke toneel inderdaad overkomt als wat Harris noemde ‘same old story’. Een zelfverzekerde, verrassende Harris. Enthousiaste Democraten, wanhopige Republikeinen die hun kandidaat zien schutteren. Wie had dat gedacht?

Ik vertel u niets nieuws. En ook het silly season waarin we nu zitten is geen grote verrassing. Op een punt waar beide partijen proberen elkaar te definiëren – nou ja, vooral Trump Harris, maar Harris ook JD Vance – dartelen nieuwsonderwerpen van weinig belang over elkaar heen.

Een relletje over het gebruik van de Trump campagne van Arlington Cemetery, de begraafplaats voor gesneuvelde Amerikanen – gesneuveld in echte oorlogen, niet in binnenlandse massamoorden. Niets om van op te kijken. Trump gebruikte, in strijd met alle mores, in 2020 het Witte Huis als campagneplek, waarom zou hij dat in 2024 niet met een begraafplaats mogen? Denkt hij. Natuurlijk springen Harris en Walz erop, zeker na de smeurcampagne van Vance en dienstplichtontduiker Trump tegen de militaire prestaties van Walz. Trump heeft geen manieren, kent geen restricties, doet wat hij doet, en ja, het is goed dat Harris dat belicht. Als dit soort dingen al invloed heeft, dan heeft het dat aan beide kanten. Veteranen, schat ik, hebben meer met Walz dan met Vance.

Verrassender is dat er blijkbaar ouders en familieleden van de gesneuvelden in Afghanistan zijn die in Trump een medelevende leider zien. Dit is de man die vond dat krijgsgevangenen, zoals John McCain in Vietnam, geen helden zijn maar mislukkingen. Dit is de man die dode militairen losers vindt. Onbegrijpelijk dat families met hem op de foto willen. Verstandig genoeg besteedt Harris daar geen aandacht aan, het onderwerp van misbruik van een nationaal monument is voldoende.

Deze week werd Harris’ eerste sit down interview uitgebreid belicht. Een hele sessie van Chris Wallace ging over haar van mening veranderen over fracking (een Republikeins talking point) en immigratie (Trumps troefkaart) met als excuus dat haar ‘waarden onveranderd waren’. Niet het sterkste antwoord, vond ik. Je kunt ook van mening veranderen omdat je als vice-president wijzer bent geworden. Het werd in de sessie uitgemolken alsof ze in 2020 uiterst links was (dat was ze niet) en de Republikeinen putten zich uit in hun pogingen om haar als links te definiëren. Dat de onthechte Trump haar fascistisch en communistisch noemde, en Tim Walz als een San Francisco liberal beschreef, was zo ongeveer dagelijkse kost voor de psycho. Daar gaat geen kiezer op in.

Harris’ opzijzetten van de racist in Trump met ‘same old story, volgende vraag graag’, was een geniale move. Goed geoefend denk ik. Wat Harris doet is de identiteitskaart negeren. Ze heeft het niet over de baanbrekende aspecten van haar kandidatuur. Die zijn evident en leiden af van het echte onderwerp: verkiezingen gaan over vertrouwen. Ik hoop en verwacht dat ze meer interviews doet, maar kan me voorstellen dat ze haar kruit droog houdt tot het debat met Trump op 10 september. 

Voor zover dit het silly season is van smeur en aanvallen op de persoon, staat Harris op voorsprong. Harris heeft het relatief gemakkelijk. Aangezien Trump zijn eigen grootste vijand is, doet hij veel van het vuile werk, dat wil zeggen, laten zien dat hij ongeschikt is als president. De Republikeinen beschuldigen Harris van flip floppen – van mening veranderen – maar Trump is all over the place op kwetsbare terreinen als IVT en abortus. Laat hem maar praten en hij graaft zijn eigen graf. En natuurlijk hoeft Harris Trump niet meer te definiëren. Mensen weten waar hij voor staat (of zijn bereid dat te accepteren om macht te krijgen).

Zelfs de Orwelliaans geheten Moms for Liberty, voorstanders van allerlei verboden en boekenbans, lieten zich verleiden tot een uitnodiging aan een man die vrouwen minacht. Het werd weer een fijne sessie waarin Trump zich nog maar eens vergreep aan Rosie O’Donnell en andere greatest hits in zijn misogyne repertoire. De reporter die vrouwen ondervroeg hoorde dat ze niet moet letten op wat de man zegt maar wat hij doet, de traditionele cop out van hypocrieten.

Ook een heerlijk onderwerp als project 2025, het handboek van de Heritage Foundation om van Amerika een christelijk paradijs van reactionair conservatisme te maken, maakt nu dagelijks nieuws. Trump doet net of hij er niets van weet, nooit van heeft gehoord, maar de feiten weerspreken dat. Het is een albatros die de Democraten eindeloos om zijn nek kunnen leggen en dat doen ze natuurlijk ook.

Een vergelijkbare zelfverminker is Trumps vice-president kandidaat JD Vance. Trumps mini-me. Ik moet eerlijk zeggen dat Vance erger is dan ik dacht – ik had een zekere mate van intelligentie verondersteld bij de schrijver van Hillbilly Elegies, iemand met een serieuze opleiding (al komen veel van de elite bashers van Yale en Harvard) en een carriere als venture capitalist. Maar Vance heeft werkelijk een spoor van destructieve uitspraken nagelaten die zonder veel moeite worden opgeduikeld en een drip-drip vormen van mysogene, reactionaire nonsens die hij echt lijkt te menen. Gegeven Trumps leeftijd kun je vaststellen dat Vance’s nominatie een blunder was. Vice-president kandidaten zouden een ticket geen schade toe moeten/kunnen brengen maar in dit geval zie ik een fijne mogelijkheid om de kiezers te waarschuwen wat er gebeurt als de oude man doodgaat. En dit keer is Trump de oude man.

Ook Democraat Walz heeft problemen. Hij verzweeg en loog over een drunk driving arrestatie en was niet correct in de precieze kwalificatie in de National Guard. Dat hij na de massamoord in Florida zich tegen wapens keerde en daarbij zei dat hij ‘oorlogswapens’ had gedragen wordt flink opgespeeld door ferme jongens als Vance, maar het simpele antwoord is dat hij die wapens wel degelijk droeg, maar niet in een oorlog. Te simpel en dus verontschudigde Walz zich, volgens zijn vrouw is zijn ‘grammar’ soms wat krukkig (lam om de vrouw ervoor te gooien). Dat hij geen IVT gebruikte maar een andere methode doet niets af aan zijn punt dat vrouwen (families) daar zelf omver moeten kunnen beschikken. Hij maakte het punt niet afdoende, vond ik. 

Uiteindelijk allemaal klein bier. Op 10 september krijgen we echt vuurwerk te zien.

Kennedy’s terugtrekken maakt geen enkel verschil

Robert Kennedy Jr. gaat zich vandaag nog terugtrekken als presidentskandidaat en zal buigen voor Donald Trump. Ik zou zeggen: hoogste tijd. Als ik hem een trap na kon geven, zou ik het doen. Wie denkt dat er sprake is van iemand met karakter en intelligentie, waardig voor een Kennedy, kan ik het artikel in de New Yorker aanbevelen waarin zijn avonturen met dode zwarte beren en zijn seksverslaving (een Kennedy-ziekte) worden belicht.

De Republikeinen denken dat ze veel baat zullen hebben bij het binnenhalen van deze 70-jarige samenzweerderenthousiast en antivax activist. Trump heeft hem een positie in zijn regering beloofd, iets waar Kennedy naar hengelde. Wie denkt dat Trump zich aan die belofte zal houden is waarschijnlijk ook iemand die denkt dat de Kennedy campagne ooit enige kans op succes had.

Ik geloof niet dat het iets gaat opleveren, noch voor de Republikeinen, noch voor de Democraten. Kennedy handelde in de naam Kennedy en dat was de enige reden dat hij ooit, lang, lang geleden toen Biden nog kandidaat was, in sommige peilingen op 9 procent kwam. De meer recente peilingen zetten hem op 5 procent, op een glijbaan omlaag.

Mijn opinie is dat  Kennedy enkel steun kreeg op basis van zijn naam. Haal hem uit het verhaal en je houdt een stel kiezers over die dachten dat ze een echte Kennedy zouden krijgen in plaats van deze fake. Voor hen heb ik een goede derdehandsauto te koop. 

Alle gekheid op een stokje: Kennedy was nooit echt relevant. Sterker, omdat hij zo’n idiote boodschap had beïnvloedde hij niet eens het inhoudelijke debat. Hij past in de reeks derde partijkandidaten die nooit erg ver kwamen, met uitzondering van Ross Perot, die zo breed steun binnenhaalde en zo verspreid over het land dat het hem in 1992 geen enkele kiesman opleverde. 

Zie mijn uitgebreidere verhaal over derde partijkandidaten. 

De Democraten tonen het verschil.

Het was een hele zit, vier dagen van de Democratische conventie. Ik heb het grootste deel van de toespraken en optredens gezien en zelden heb ik dat met zoveel plezier gedaan. Het was geen opgelegde lol. Het was niet omdat Kamala Harris me vertelde dat ik het leuk moest vinden. Het was omdat ik oprecht geraakt werd door het zien van zoveel enthousiaste, gedreven mensen met een positieve boodschap. Leuk om naar te kijken, leuk om te horen, ik kan er niets anders van maken. Niet omdat ik een voorkeur zou hebben voor Democraten – dat heb ik – maar omdat politiek al veel te lang geen feest meer was.

Wat me vooral trof, was hoe sterk het bestand aan sprekers was, de diepte van de bank van Democratische politici, zowel die uit het nabije verleden als die van de toekomst. Op een enkele uitzondering na waren de meeste mensen in staat hun gehoor te bewegen, te ontroeren, te enthousiasmeren. Niet alleen in de zaal maar ook thuis. De energie spatte er vanaf. Er werd gegrapt, er werd gelachen. Humor helpt.

Er was de oude garde waarop de Democraten terecht trots zijn: Joe Biden, Hillary Clinton, Michelle en Barack Obama, Bill Clinton, die zoals altijd zijn spreektijd flink overschreed. Stuk voor stuk goede sprekers met een boodschap. Met geweldige one liners. En bij Clinton, natuurlijk, Fleetwood Mac’s Don’t stop (thinking about tomorrow). Ze waren kritisch over Trump maar zonder de grofheid die de Republikeinse kandidaat kenmerkt. Subtiel kropen ze onder diens dunne huid.

Je zag een duidelijk verschil met de Republikeinse conventie. Bij hen was het verleden ook de toekomst, Trump toen, Trump nu. Maar het frappeerde dat er simpelweg geen bestand was van oude getrouwen, Republikeinen met een geschiedenis van succes, met gezag en uitstraling. George W. Bush wilde niet komen. Mitt Romney is gecanceled door de Trumpies. Mike Pence wordt geminacht. John McCain, besmeurd door Trump, is dood. Gouverneur DeSantis noch voormalig Trump-tegenstander Nikki Haley maakten veel los. Alles draaide om Trump. Af en toe dook Ronald Reagan op maar dat werkte maar nauwelijks bij een kandidaat die zichzelf neerzet als de beste president aller tijden.

Ook het arsenaal voor de toekomst was bij de Democraten indrukwekkend. Voorop Kamala Harris en Tim Walz die beide zichzelf overtroffen. Coach Walz bewees waarom Harris hem gekozen heeft: de capaciteit om te verbinden met de gewone man en vrouw, met buurt, met gezin, met school, met sport. Onderschat nooit hoezeer sport Amerikanen verbindt. Ook de reservebank was imponerend met gouverneurs als Josh Shapiro van Pennsylvania, Wes Moore van Maryland, Jared Polis van Colorado. Er was minister van Transport Pete Buttiegieg met een ontroerende speech over zijn gezin: twee mannen met hun kinderen. 25 jaar geleden leek het niet mogelijk en er zijn Amerikanen die dat opnieuw zo willen. Over de relativiteit van het belang van de politiek als je probeert je drie jaar oude kinderen hun handen te laten wassen voor het eten.

Zelfs de niet politieke sprekers en performers waren indrukwekkend. Stevie Wonder met Higher Ground, de geweldige Oprah Winfrey, Amanda Gorman, de dichteres die wereldberoemd werd bij de inauguratie van Joe Biden, een vrouwelijke gitarist die Prince concurrentie aan kon doen – beide afkomstig uit Minnesota. De Republikeinen moesten uit een tweede garnituur plukken, met armzalige worstelaars zoals Hulk Hogan of heavy metal dreuners die zelfs Melania deden fronsen.

Het is waar, conventies beslissen geen verkiezingen. Maar ik denk dat ze een goed beeld geven van de stand van de campagne, van de aard van de partijen en, ja, ook van het karakter van de kandidaat. Wat ik zag was een Democratische collectief tegenover een Republikeins one-man show. Ik hoefde niet overtuigd te worden van het belang van deze verkiezingen, van het gevaar dat Donald Trump betekent, niet enkel voor democratie maar simpelweg voor een beschaafde samenleving. Ik wist al voor de conventies dat de Republikeinse Partij zijn ziel heeft verkocht. Hun conventie was goed georganiseerd, coherent en vol zelfvertrouwen. Maar zwartgallig en negatief. Daarentegen was het puur joy om de Democraten bezig te zien.

De Republikeinse kritiek dat er geen inhoudelijke onderwerpen werden gepresenteerd, dat Harris en Walz een programmatisch lege campagne voeren, was vooral zure druiven bij een jaloerstemmend spektakel. Er was plenty inhoud. De conventie ging over dagelijks leven, over onderwijs, over gezondheidszorg, over wapens en, zoals Walz het zei, de vraag of je je kind veilig naar school kunt sturen. Over IVF en abortus, over de prijs van geneesmiddelen en, jazeker, over hogere belastingen voor de rijken.

Duidelijk werd dat ‘freedom’ het Democratisch thema wordt -naast ‘forward’ om de belegenheid van Trumps MAGA-slogan te benadrukken. Spreker na spreker had het over ‘free’ en ‘freedom’ en de dreiging van Republikeinen om ieders vrijheid aan banden te leggen. Welke boeken kinderen mogen lezen, de vrijheid van vrouwen om over hun lichaam te beschikken, wie hij of zij wil trouwen – Josh Shapiro, een van de grote beloftes van de Democraten hield er een geweldige toespraak over. Hij was een goede spreker en zou een goed vice-president kandidaat geweest, maar Walz was nog beter. Zijn ‘mind your own damn business’ en ‘government stay the hell out of our bedrooms’ resoneerden. En het ‘that’s my dad’ van zijn zoon gaat de wereld over.

Vrijheid, democratie en liefde voor ons land: dat verbindt ons Democraten, zei Shapiro. Net als bij Walz scandeerde de zaal ‘USA’, wat je tot voor kort alleen maar bij de Republikeinen hoorde. Naruurlijk hoorden we de onvermijdelijke Bruce Spingsteen.

Officieel beginnen campagnes op Labor Day, de eerste maandag in september. De Democraten maken een vliegende start. Hopelijk behoeden ze zichzelf voor overmoed, voor hybris. Ze zich bewust dat er wat op het spel staat en dat je de tegenstanders niet mag onderschatten. Zowel Michelle als Barack Obama waarschuwde ervoor. Misschien kunnen de Democraten leren van wat de Republikeinen overkwam na hun conventie van de overmoed.

‘Vrijheid’ is het thema van de Democraten, nee, van Amerika.

Dit is wat mij het meeste treft in de Democratische conventie, nog los van de joy: het is hoe sterk het bestand aan sprekers is, hoe diep de bank van Democraten uit het nabije verleden en van politici die de toekomst zullen bepalen. 

Biden, Hillary Clinton, de Obama’s, Bill Clinton: Democraten op wie je trots kunt zijn. Goede sprekers met een positieve boodschap. Ik was getroffen door het verschil met de Republikeinse reservebank, die door Donald Trump in de kleedkamer is achtergelaten. En er was geen trots verleden. George W. Bush, niet iemand om trots op te zijn, weigerde te komen. Romney is al lang uitgevlakt door de Trumpies. Mike Pence mocht niet komen. John McCain, besmeurd door Trump, is dood.

Dat was het verleden. Bij de Democraten stond ook een toekomst die imponeerde. Gouverneurs als Josh Shapiro, Wes Moore, Jared Polis. Minister Pete Buttiegieg. 

Clintons speech was, zoals altijd, te lang. De man kan niet anders. Maar hij had een geweldige one liner: Don’t count the lies, count the I’s. De Republikeinse conventie ging over Trump, Trump en Trump. De sprekers waren de Hulk en verder totaal vergeetbare types. Vergelijk dat met dit bestand aan sprekers van de Democraten. Bekijk gewoon de CNN fragmenten – u kunt ze terugzien en dan gewoon uitkiezen wie u wilt horen. 

Het is waar, conventies beslissen geen verkiezingen. Maar ik denk dat ze een goed beeld geven van de stand van de campagne, van de aard van de partijen en, ja, ook van het karakter van de kandidaat. Ik hoefde niet overtuigd te worden van het belang van deze verkiezingen, van het gevaar dat Donald Trump betekent, niet enkel voor democratie maar simpelweg voor een beschaafde samenleving. Ik wist al voor de conventies dat de Republikeinse Partij zijn ziel heeft verkocht. Maar het was, inderdaad, puur joy om de Democraten bezig te zien.

Officieel beginnen campagnes op Labor Day, de eerste maandag in september. De Democraten maken een vliegende start. Hopelijk geen overmoed, geen hybris, maar bewustzijn dat er wat op het spel staat en dat je de kwade krachten niet macht onderschatten.

Het thema wordt ‘freedom’ en de wens van Republikeinen om vrijheid aan banden te leggen. Welke boeken kinderen mogen lezen, de vrijheid van vrouwen om over hun lichaam te beschikken, wie hij of zij wil trouwen – Josh Shapiro, een van de grote beloftes van de Democraten hield er een geweldige toespraak over hield. Hij was een betere spreker dan ik wist. Hij was een goed vice-president kandidaat geweest, maar Walz die gisteravond ook sprak, deed het minstens zo goed.

Pete Buttitieg maakte gehakt van JD Vance. De boodschap van Vance is double down on negativity. Darkness. 

Een kleine observatie: Michelle Obama was fenomenaal, deels omdat ze consequent in de camera keek en de kijker thuis erbij haalde. De anderen probeerden het maar hun ogen dwaalden vaak af naar de zaal, het directe gehoor. Mayor Pete deed het ook goed, in een heel persoonlijk verhaal over een gezin van twee mannen met twee kinderen. Hi was goed, herinnerde me hoe we in 2020 ineens warmliepen voor deze man.

Vrijheid, democratie en liefde voor ons land: dat verbindt ons Democraten, zei Shapiro. De zaal scandeerde USA, wat je tot voor kort alleen maar bij de Republikeinen hoorde. En meteen daarna Amanda Gorman, die geweldige dichteres die met The Hill we Climb de inauguratie van Joe Biden opluisterde. Sheer joy, indeed.

Obama dag.

De tweede avond van de conventie was het domein van de Obama’s, nadrukkelijk allebei. Barack zei het met zoveel woorden: niet fijn om na Michelle te moeten spreken.

Maar dat kan hij wel aan. De oud-president zette zowel Donald Trump als Joe Biden in de schaduw. Herinneringen aan zijn toespraken, een regering zonder schandalen. Niet zonder problemen, maar toch, acht jaar waarop Democraten en Amerika trots op kunnen terugkijken.

Ik heb er weinig aan toe te voegen, deze buitengewone sprekers spreken voor zichzelf. Verstandig ook dat ze beide waarschuwden voor overmoed, de hybris waarin de Republikeinen zich een maand geleden te buiten gingen. Het is nog niet bekeken. Enthousiasme in augustus wint nog geen verkiezingen.

De eerste twee dagen hadden Democraten uit het verleden als belangrijkste sprekers – wat onverlet laat dat Bernie Sanders, AOC en een aantal vakbondsleiders naar voren wezen.

Dat zal het thema zijn vanaf nu: we will not go backward. Ik ben benieuwd of ze dat kunnen uitwerken tot een verhaal dat zonder het uit te spreken MAGA te kijk zit. In zijn eerste campagne was MAGA een buitengewoon effectieve slogan, nu bijt het zichzelf in zijn staart. Niet terug naar de grote Amerika, maar terug naar de chaos en het narcisme van de Trump jaren.

In zekere zin vertelt Trump zelf het verhaal, beter nog dan de Democraten het kunnen doen: naar deze maffe man wil je niet terug. In 1984 zeiden ze: let Reagan be Reagan toen hij van de plantage dreigde te lopen. Dit jaar is het voor de Republikeinen uiterst gevaarlijk om te zeggen: let Trump be Trump. Dat is precies wat de Democraten willen.

Maar ik verwacht de komende twee avonden een blik voorwaarts, een punt op de horizon, of gooi er maar wat cliche’s tegenaan. Ik denk dat Harris nog heel wat werk te verzetten heeft, maar de basis is er: optimisme en vooruit denken. Hoop, verandering. De Obama’s belichamen het.