Hoe de 6 januari commissie te werk ging.

Dit was het jaar van de deconfiture van Donald Trump, ruim te laat maar evenzogoed welkom. Zijn supporters en meelopers, inclusief politici die zelf president willen worden, hebben, zoals dat heet, ‘egg on their faces’. Niet dat ze het zo zien. Marco Rubio, ooit een respectabel presidentskandidaat, weigert naar het rapport van 6 januari commissie te kijken omdat het partijdig zou zijn. Het zegt alles over Rubio dat u moet weten.

Een ander ‘slachtoffer’ van het werk van de commissie was de verwerpelijke senator Josh Hawley van Missouri. Dat was de man die met gebald vuistje de Trump-idioten aanmoedigde voordat ze hem op de vlucht joegen. De commissie kwam met mooi beeld dat Hawley liet rennen door gang, terwijl de terroristen nabij kwamen. Het was een kort beeldje. De regie van de commissie liet het nog eens zien, maar nu vertraagd. Exit Hawley als presidentskandidaat. Are you running, Senator Hawley? Ja, kijk maar.

Als u tijd over hebt dezer dagen, of eens wat anders wilt, lees dan het uitstekende artikel in het New York Times Magazine dat de inner workings van de 6 januari commissie beschrijft. Fascinerend en educatief. Hoe macht werkt, hoe je je zin krijgt, hoe je anderen meekrijgt, hoe je belangrijk materiaal zo presenteert dat je boodschap goed overkomt.

Klik hier.

En prettige dagen gewenst.

Uitstekende biografie van J. Edgar Hoover, de legendarische baas van de FBI.

Een goede biografie plaatst het onderwerp van studie in zijn of haar tijd en verschaft inzicht in diens handelen en denken in die context. Een heel goede biografie schudt daarnaast het gevestigde denken op en werpt een nieuw, verhelderend licht over het onderwerp, en is uiteraard ook geweldig geschreven. Zo’n biografie is G-Man. In het standaardverhaal van de twintigste eeuw is J. Edgar Hoover, liefst 48 jaar (en acht presidenten) directeur van de FBI, het Amerikaanse bureau voor onderzoek van binnenlandse criminaliteit, de kwade genius. G-Man biedt een genuanceerder beeld, al worden de excessen van Hoovers optreden er niet minder extreem door.

….. de rest van mijn bespreking van de biografie van J. Edgar Hoover staat op het biografieportaal.

De 6 januari commissie was onmisbaar.

‘Unfit for any office’. Liz Cheney draaide er niet omheen in de laatste sessie van de 6 januari commissie. De commissie vervulde zijn opdracht in de laatste dagen van het huidige parlement. Op 3 januari begint een nieuwe sessie waarin de Republikeinen de meerderheid in het Huis hebben en elk onderzoek naar Trumps staatsgreep de nek omdraaien. Mooi dat het op tijd klaar is.

Na de sessies van het afgelopen half jaar zijn de conclusies van de commissie niet verrassend. Het is goed dat ze er ook gevolgtrekkingen aan verbinden, namelijk het aanbevelen dat de misdadiger, die man in Florida, daadwerkelijk wordt vervolgd. Volgens de Wall Street Journal, die Trump verwerpt maar nooit iets goeds over Democraten kan schrijven, is dat niet meer dan ‘een inter office memo’. Van het Congres naar het ministerie van Justitie.

Dat is het en dat is alles wat het Congres kan doen. De minister van Justitie heeft al een onafhankelijke onderzoeker aangewezen om uit te zoeken of daadwerkelijke aanklachten gerechtvaardigd zijn. Het zou mooi zijn als het in elk geval tot officiële aanklachten kwam. Richard Nixon, de vorige crimineel in het Witte Huis, kwam er te gemakkelijk vanaf. Of het land gediend is met een proces hangt af, denk ik, van de mate waarin die onderzoeker in staat is de aanklachten eenvoudig te bewijzen. De 6 januari commissie heeft daarvoor goed materiaal aangedragen.

Gaat de Republikeinse Partij van opportunisten en kwezels nu echt afstand nemen van de staatsgreep pleger? Onwaarschijnlijk. Ze hadden het lef moeten hebben op 7 januari dan hadden ze het land en het politieke systeem de schade van de Big Lie kunnen besparen. Nu wachten ze gewoon tot Trump zichzelf buitenspel zet. Zelfs onder de huidige omstandigheden, met racisten en antisemieten op lunchbezoek durven ze nog niet tot echte uitspraken te komen.

Het is te gemakkelijk om nu te zeggen, net als in 1974: het systeem heeft gewerkt. Daarvoor is het systeem te kwetsbaar en te afhankelijk van moedige mensen als Liz Cheney en Adam Kinzinger. Ze zijn door hun eigen partij eruit gegooid omdat ze openheid van zaken wilden en dat zou voldoende moeten zeggen over deze Republikeinse Partij.

Conservatieve columnisten van de serieuze kranten monkelen over hun altijd al anti-Trump zijn en de vraag of de Republikeinse Partij weer gewoon de conservatieve, antibelasting, anti overheidspartij worden die hij vroeger was. Het probleem is dat we met een ontwikkeling van veertig jaar zitten. Ronald Reagan legde de bijl aan de wortel van de Amerikaans samenleving met praatjes over lage belastingen en automatische groei die de Wall Street Journal nog steeds verkondigt. Inmiddels zijn de inkomensverschillen extreem geworden.

De toon van de Republikeinen, al krassend sinds Nixons turn to the south, is sinds Newt Gingrich onverteerbaar ongeciviliseerd geworden. Het is daar dat de Republikeinen een verkeerde afslag namen. Mensen als McConnell en McCarthy zijn producten van deze partij. Ze claimen er ongelukkig mee te zijn (soms) maar ze hebben er niets aan gedaan en er stevig aan bijgedragen dat Amerika als los zand aan elkaar hangt.

Het is een mooie afsluiting van een jaar waarin de Democraten een onverwachte comeback maakten, of beter gezegd (want zoveel krediet verdienen de Democratische politici niet), de kiezers de Republikeinen de rekening presenteerden. Zoals ik eerder al vaak heb geschreven, Trump als persoon zal in 2024 geen factor meer zijn. Dat wil niet zeggen dat zijn politieke invloed niet door zal sijpelen. Ik zie bijvoorbeeld uit naar Trumps uithalen richting DeSantis. Niets beter dan de ene gevaarlijke gek in Florida de andere gevaarlijke politicus onderuit te zien halen.

Maar wat we niet hebben gezien is de vormgeving van een serieuze Democratische agenda om de macht in het Witte Huis te behouden en in een moeilijk senaatsjaar (2024) het congres te heroveren. Het is mogelijk dat een agenda pas komt met de kandidaten. Zo is het vaak gegaan. Het moet een agenda zijn die de Democraten niet ophangt aan de Sanders discipelen. Hun idealen zijn mooi maar electoraal dood in de pot.

Om kandidaten met agenda’s te krijgen moet er een opening zijn. Die kandidaten moeten zich kunnen ontwikkelen, kunnen profileren en presenteren aan het publiek. Het eerste vereiste daarvoor is de aankondigde van de bejaarde president in het Witte Huis dat hij niet in de markt is voor herverkiezingen. Ik kan niet goed inschatten of hij beseft wat het probleem is voor hemzelf, nu Trump als factor aanzienlijk minder kracht heeft. Biden dankt zijn presidentschap aan Trump. Wat mij betreft verlaten ze gezamenlijk het politieke toneel.

En weer sneuvelde een Trump paladijn. Maar het is te vroeg om Amerika gered te verklaren.

En verder zinkt die man in Florida die zich kandidaat verklaarde voor de presidentsverkiezingen van 2024. Zijn kandidaat in de run off in Georgia, goed voor de laatste nog open senaatszetel in Washington, verloor kansloos van de zittende senator Raphael Warnock. Let wel, dit is dezelfde staat die op 8 november de Republikeinse gouverneur Kemp en de secretary of state Brad Raffensperger met ruime meerderheden herkoos. Beide heren hadden zich, credit where credit is due, niet door de psycho laten intimideren toen hij probeerde de verkiezingsuitslag te veranderen.

Gisteren werd ook bekend dat de Trump Organization in New York is veroordeeld wegens belastingfraude. Er loopt nog een civiele zaak door de openbare aanklager van de staat tegen Trump en zijn trawanten, de kans is groot dat hij met een veroordeling aan zijn broek geen zaken meer mag doen in New York. Een vierdubbele loser die nu ook van rechtszaak naar rechtszaak hobbelt.

De Murdoch kranten, van de Wall Street Journal tot de New York Post, en nu ook Fox News, hebben al afstand genomen van Trump. Alleen ietwat verblinde analisten voor wie Trump een broodwinning was, houden nog vol dat deze man een serieuze kans heeft om nog ooit het presidentschap te winnen.

Je moet medelijden hebben met die arme Walker, de man wist niet wat hem overkwam. Een schuinsmarcheerder van het niveau van Trump zelf, zij het met een geschiedenis van partners die hij naar de abortuskliniek joeg, een waardeloze vader, een joker die eigenlijk in Texas bleek te wonen. De topatleet bleek misschien wat al te vaak football te hebben gespeeld, gegeven de onzin die hij uitkraamde tijdens de campagne.

Wat zeg ik, medelijden? De man kreeg wat hij verdiende toen hij dacht dat Trump hem wel zou helpen om ver boven zijn capaciteiten te reiken. Dat had Trump zelf immers ook gedaan.

Het was onbetaalbaar om Mitch McConnell te zien schrompelen naarmate het duidelijker werd dat zijn opportunistische steun voor Trump niet de positie van meerderheidsleider opleverde. De familie van tijdens de staatsgreep overleden politiemensen weigerden McConnell en de zielloze Kevin McCarthy bij een herdenkingsceremonie de hand te schudden (kijk hier). En terecht.

Kevin McCarthy zal het nog moeilijk hebben om zijn Speakersverkiezing voor elkaar te krijgen. Er werd zelfs gepraat over steun zoeken bij Democraten, die dan allerlei eisen zouden kunnen stellen. Dat is onwaarschijnlijk omdat dan nog veel meer Republikeinen zich zouden afkeren van deze Trump hielenlikker.

We komen in een nieuwe fase. De aanval op het democratisch systeem is afgeslagen. Daar moeten we niet al te optimistisch over zijn want de krachten die die aanval bijna een succes maakten, zijn nog steeds aanwezig. Zie McConnell en McCarthy. De greep van Trump op de Republikeinen is nu eindelijk verzwakt, maar het is goed om te zien dat dit gezond-verstand-twee-jaar-te-laat een flink prijskaartje draagt.

De Republikeinse Partij staat in zijn hemd, heeft geen programma en geen geloofwaardige mensen op topposities. Ik verwacht dat ze tijdens voorverkiezingen zullen proberen wat geloofwaardigheid terug te winnen met serieuze lui. Het zou zelfs kunnen dat ze de schade snel weten weg te werken. Amerika blijft verdeeld en de kiezer blijft gemakkelijk manipuleerbaar. Des te noodzakelijker is het dat de Democraten met goede alternatieven komen. En Joe Biden met welverdiend pensioen gaat.

Een nieuwe volgorde bij de voorverkiezingen van 2024. Eindelijk.

Het lijkt erop dat de bekendste voorverkiezingen voor de presidentiële nominatie in 2024 niet in Iowa en New Hamsphire gaan plaatsvinden. Althans niet bij de Democraten. Onder luide protesten van beide staten praatte het Democratic National Committee (DNC) deze week over een verandering die ertoe moeten leiden dat South Carolina begint op 3 februari, gevolgd door New Hampshire en Nevada op 6 februari, Georgia op 13 februari en Michigan op 27 februari. Vergeet Iowa. (Wie diep wil lezen, ga naar Politico)

Het idee is dat zo een spreiding over het land plaatsvindt maar vooral ook een betere afspiegeling van het electoraat. In Iowa zijn de arbeiders immers dun gezaaid en dat geldt ook voor New Hampshire, terwijl beide staten onevenredig blank zijn. De Republikeinen hebben Iowa en New Hampshire al als eerste staten aangewezen, maar staan open voor Michigan in het vervolg. Het kan allerlei coördinatieproblemen opleveren: staten hebben niet graag twee dagen van verkiezingsorganisatie.

Om te zien waar we vandaan komen, moeten we terug naar 1970, het jaar dat het huidige systeem van voorverkiezingen voor de presidentskandidaten in Amerika werd ingevoerd. Het werd door de Democraten geëntameerd nadat in 1968 hun kandidaat Hubert Humphrey de nominatie won zonder ook maar één voorverkiezing te winnen. De kandidaten die dat wel deden, Eugene McCarthy en Robert Kennedy, kwamen er op de conventie in Chicago niet aan te pas. Kennedy had McCarthy de pas afgesneden en was daarna zelf vermoord. Op die afgrijselijke conventie in de stad van de knuppelende politie, opgejuind door burgemeester Daley, bleek dat de macht van de partijbaronnen gebroken moest worden.

In reactie daarop werd een systeem van voorverkiezingen opgezet dat de kiezer het laatste woord gaf. Het was niet zo dat er tevoren geen voorverkiezingen waren – John F. Kennedy won er een in West Virginia, ten bewijze van de verkiesbaarheid van een katholiek – maar de meeste gedelegeerden die op de conventie de dienst uitmaakten waren partijbonzen of mensen die gecontroleerd werden door hun gouverneur. Bij de conventies van 1964 en 1968 waren er ook problemen met afgevaardigden die door de racisten in hun meestal zuidelijke staat monddood gemaakt werden.

Na de chaotische conventie in 1968 zetten de Democraten een commissie op geleid door senator George McGovern die aanbevelingen eed hoe het systeem zo te veranderen dat meer kiezers zouden opkomen en die kiezers ook meer te zeggen hadden. De burgers kregen het voor het zeggen in een mengeling van caucuses, partijbijeenkomsten waar de kiezers in persoon naar toe moesten, en gewone voorverkiezingen. De Republikeinen treuzelden maar gingen mee met de veranderingen, al hanteerden zij de regel dat de winnaar in een staat alle gedelegeerden kreeg, zelfs als hij geen meerderheid haalde.

Senator George McGovern was de eerste die het systeem gebruikte om in 1972 de presidentskandidaat te worden. In 1976 zag een onbekende gouverneur van Georgia de mogelijkheden. Jimmy Carter liep stad en land af, en vooral Iowa en New Hampshire, de twee eerste staten die wat beslisten, om lokale steun te verwerven. Hij won de nominatie en in november 1976 ook het presidentschap. Via voorverkiezingen had gouverneur Ronald Reagan van Californië bijna zittend president Gerald Ford onderuit gehaald.

Het systeem is op allerlei punten aangepast, onder meer door Super Tuesdaysin te lassen waarop verscheidene staten tegelijkertijd kiezen. In de 21ste eeuw werd ook weer een systeem ingevoerd waarbij de partijbonzen een flink deel van de gedelegeerden mochten benoemen. Het hielp Hillary Clinton in 2008 niet, in 2016 wel. Bernie Sanders werd niet moe te klagen dat het establishment van de partij hem de voet had dwarsgezet (niet geheel onterecht, overigens).

De wens van Iowa en New Hamphire om de rol van voortrekkers te spelen (en de bijbehorende status en aandacht – zie mijn wat ouder artikel: New Hampshire, een keer in de vier jaar wereldberoemd) is begrijpelijk. Maar het is goed om het huidige systeem eens flink overhoop te gooien.

Lang verhaal kort: Iowa, een staat met een caucus, een vorm die vereist dat je goed georganiseerd bent en bereid bent busladingen studenten aan te voeren om de zaak op poten te krijgen, werd de eerste staat die een schifting in het veld aanbracht. De Republikeinen doen geen caucusen, maar hebben wel voorverkiezingen, meestal op dezelfde dag dat de Democraten kiezen. Zo negeerde Ronald Reagan in 1980 Iowa, vertrouwend op een overwinning in New Hampshire. Oude Bush won in Iowa en dacht een flinke stap in de richting van de nominatie te hebben gezet, maar werd door Reagan in New Hampshire geblokt.

Talloze kandidaten, vooral bij de Democraten, die in Iowa wonnen bleken geen blijvertjes. Dat geldt ook voor New Hampshire. In 1984 versloeg Gary Hart daar Walter Mondale, een uitdaging neerleggend voor het establishment. In 1992 won de voorloper van Donald Trump, Pat Buchanan, in New Hamsphire. In 2008 won Barack Obama in Iowa en besloten de kiezers dat Hillary Clinton nog een kans verdiende. En, inmiddels vergeten, in 2016 won Ted Cruz nog in Iowa met dank aan de Heer. In 2020 verloor Joe Biden zowel Iowa als New Hampshire.

Overigens kunnen de Republikeinen gewoon hun eigen keuzes maken, al zijn ze wel afhankelijk van de bereidheid van staten om een verkiezingscircus op te tuigen. In 2012 haalden beide partijen hun voorverkiezing in Florida naar eind januari. De Republikeinen hadden tot voor kort een systeem van winner takes all waardoor iemand die overal kleine overwinningen opeen stapelt de nominatie kan krijgen met iets meer dan dertig procent van de uitgebrachte stemmen. John McCain deed dat in 2008 en troefde zo Mitt Romney af, die meer kans gehad zou hebben om Obama af te stoppen. Het hielp ook Trump in 2016 de andere kandidaten vroeg weg te jagen.

Voor de Democraten levert Iowa inmiddels een probleem op. Het is een staat die blank is en vooral platteland, allesbehalve representatief voor het land en evenmin voor de partij. Het electoraat neemt graag een gokje met nieuwe kandidaten. In 2020 had Joe Biden het nakijken, hij moest de schade herstellen in de derde staat van de reeks, South Carolina. Ook New Hampshire is problematisch. Het is een relatief conservatieve Republikeinse staat, de Democratische kiezers zijn ook hier niet representatief.

Toen Iowa in 2020 ook nog eens een zootje maakten van het telsysteem in de gecompliceerde caucusopzet waardoor de uitslag dagen op zich liet wachten, hadden veel Democraten er genoeg van, ook al omdat Iowa in de uiteindelijke verkiezingen een diep rode staat is geworden. De roep om het veranderen van de volgorde van staten bij de voorverkiezingen, met name het terughalen van Iowa en New Hamsphire als ver vooruitlopende staten.

Beide staten hebben met hand en tand hun belangrijke positie verdedigd maar het lijkt erop dat ze dit gevecht gaan verliezen. Dat heeft deels te maken met bovenstaande lang levende bezwaren tegen deze twee frontrunners maar ook met de wens van president Biden om South Carolina de rol van eerste staat in de voorverkiezingsreeks te geven. Biden won daar in 2020 nadat hij in Iowas en New Hampshire mager had gescoord. En ontegenzeggelijk is deze zuidelijke staat met een flinke zwarte gemeenschap stukken representatiever.

Beter nog is Michigan, omdat daar de balans tussen verschillende kiezersgroepen evenwichtiger is. Het is ook een staat met een flinke industriebasis en een stad die daarbij hoort, Detroit. Dat een van de mogelijke kandidaten in 2024, gouverneur Gretchen Whitmer, er vandaan komt, lijkt geen overweldigende rol te spelen.

Terwijl het een goede zaak is dat Iowa en New Hamsphire hun prominente rol kwijtraken, is een kritische noot nodig over de manier waarop president Biden probeert het systeem naar zijn ideeën (lees belangen) in te richten. Biden die net 80 is geworden, beloofde een brug naar een toekomstige generatie te worden. De enige manier om dat te doen is van het toneel verdwijnen. Hillary Clinton joeg al een toekomstige generatie weg door langer te blijven dan ze welkom was (never mind Trump in het zadel te helpen), deze oude man moet niet hetzelfde doen.

De conclusie moet zijn dat terwijl het noodzakelijk is dat het systeem van de voorverkiezingen beter gaat voldoen aan wat het moet doen, namelijk een serieuze, kansrijke kandidaat voor de nominatie opleveren, in een open, eerlijk en beslissend debat, deze vereisten voor een goed verkiezingssysteem worden doorkruist als Biden zelf kandidaat is. Erger nog, los van een generatie die weer in de kou staat (veel prominente gouverneurs), het zou de Democraten een nederlaag opleveren. De Republikein die tegenover de Democraat staat in 2024 zal niet Trump heten. Biden kan dan alleen maar verliezen en dan verliezen we allemaal.

Persoonlijk zie ik uit naar mooie voorverkiezingen zonder de dominante, verspillende rol van Iowa en New Hampshire, met een veelheid aan kandidaten. En nooit meer gedoe over ethanol, een onderwerp waar niemand wat om geeft, en geen corn dogs meer op de Iowa State Fair.

Afscheid van Nancy Pelosi, iemand die wist hoe je macht moest gebruiken

De meest invloedrijke Speaker van het Huis van Afgevaardigden sinds mensenheugenis, Nancy Pelosi, nam deze week afscheid van haar Huis. Ze was een ongelooflijke operator die met een kleine meerderheid veel gedaan kreeg. Dat vereist intelligentie en de vaardigheid om eigengereide politici bij de lurven te pakken en te dwingen het goede te doen.

Pelosi’s vaardigheid zal pas echt gewaardeerd worden als Kevin McCarthy, de ruggegraatloze Trump suck up, de zaak gaat overnemen. Hij heeft een nog kleinere meerderheid en een deel van zijn achterban moet niets van hem hebben. Het radicale Tea Party en white supremacy, evangelisch nationalistisch deel van de Afgevaardigden zal dwarsliggen. Het wordt een fijn spektakel van Republikeinse onmacht.

Maar ter afscheid van Nancy Pelosi, van wie ik, eerlijk is eerlijk, indertijd vond dat ze veel eerder had moeten vertrekken – mijn fout – hier nog eens de bespreking van de biografie die aan haar was gewijd.

Macht en hoe je die gebruikt

Gepubliceerd in de NRC, 24 juni 2021

Madam Speaker. Nancy Pelosi and the Lessons of Power door Susan Page. New York, 2021. 29 Euro.

Vijf sterren

Het optreden staat gegrift in de geheugens, is volgens velen iconisch. Het is december 2018, een maand nadat de Democraten de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden hebben herwonnen. Nancy Pelosi wordt opnieuw Speaker van het Huis van Afgevaardigden en daarmee de op twee na hoogste official in Amerika. Pelosi staat zelfverzekerd voor het Witte Huis, in een baksteenrode jas, zonnebril op. Ze vertelt hoe president met slaande deuren is weggelopen uit een bijeenkomst. ‘Ik heb vijf kinderen grootgebracht, ik heb negen kleinkinderen’, zegt Pelosi. ‘Ik weet wanneer ik een driftbui zie’.

Onvermeld blijft die dag dat Pelosi opgroeit als jongste kind met vijf broers boven haar. Dat ze via haar vader, Thomas D’Allesandro, zelf afgevaardigde en later burgemeester van Baltimore, gepokt en gemazeld is in het politieke handwerk. Dat haar moeder, Big Nancy, haar altijd heeft aangespoord haar kansen te grijpen. Ook blijft onvermeld dat Pelosi als katholiek meisje de sociale leer van de katholieke kerk heeft opgezogen. Ze is niet zomaar een progressief.

Het levensverhaal van Nancy Pelosi is sleutel tot haar optreden. Ondanks Big Nancy stopt ze met studeren, trouwt relatief vroeg en krijgt in hoog tempo vijf kinderen. Met haar man Paul Pelosi, een succesvolle investeerder, verhuist ze naar San Francisco. Ze leidt een comfortabel leven, helpt haar kinderen door hun scholen en start op 47-jarige leeftijd, in 1987, een politieke carrière.

De persoon aan wie Pelosi in deze uitstekende journalistieke biografie doet denken is Lyndon Johnson in zijn tijd als leider van de senaat. Een politica tot in haar vezels, gericht op detail, keihard werkend en persoonlijk mede-afgevaardigden overhalend om te doen wat ze hen wil laten doen. Zoals Susan Page schrijft: ze was welgemanierd en petite, maar als ze tegenover een dwarse collega stond, leek ze aanzienlijk langer en ‘ontegenzeggelijk intimiderend’. ‘Ze kon fel zijn, een Lyndon Johnson op hakken van tien centimeter hoog’.

Nancy Pelosi liet zich niet door mannen vertellen wat te doen, ze wachtte niet tot ze werd uitgenodigd, maar schoof zichzelf vooruit. Pelosi trok haar eigen lijn, ze wist wat ze wilde en deed wat nodig was. Macht moet je pakken, je krijgt hem niet aangereikt, een motto van haar vader, is haar op het lijf geschreven. Als inwoner van San Francisco maakte Pelosi zich al vroeg sterk voor aanpak van de door de regering-Reagan genegeerde Aids-epidemie. Ze leidde de Democratische Partij in Noord Californië en was een geweldige fund raiser. 

Op voorspraak van Sala Burton, een populaire afgevaardigde, wierp ze zich op voor haar zetel. Burton overleed in februari 1987 en al was niemand erg onder de indruk van haar debat- of spreekvaardigheden, Pelosi won de Democratische voorverkiezingen. Ze kon wel organiseren. En ze sprak zich uit. Progressief op de Californische manier en scherp protesterend tegen de Chinese onderdrukking op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989.

Later in de jaren negentig had Pelosi het lef om zich op te werpen voor het leiderschap in het Huis van Afgevaardigden. Indachtig haar vaders advies, wachtte ze niet tot er een vacature was maar begon gewoon campagne te voeren voor die positie. Toen er een gat viel, was ze er klaar voor, en toen de Democraten in 2006 de meerderheid kregen werd ze de eerste vrouwelijke Speaker. Vanaf het begin was Pelosi een tegenstander van de oorlog in Irak, president George W. Bush kon haar bloed wel drinken. Maar toen de crisis van 2008 losbarstte, had Bush haar nodig om de reparatiewetgeving door het Huis te loodsen, waar vooral zijn eigen Republikeinen dwarslagen. Bush had geluk dat Pelosi Speaker was en niet een Republikein.

Dat Obamacare in 2010 door het Congres kwam was aan Pelosi te danken. Toen het erop aankwam wist ze samen met de senaatsleider Harry Reid de juiste procedure te vinden en daarna op heldhaftige wijze haar collega afgevaardigden op, inderdaad, Lyndon Johnson achtige manier, over te halen ervoor te stemmen. De prijs was hoog: het kostte de Democraten in 2010 de meerderheid en Pelosi haar Speakerschap. Ze was vastbesloten die meerderheid terug te winnen, al ontmoette ze ook verzet in eigen kring.

Madame Speaker biedt op een plezierige manier ook inzicht in hoe het Huis van Afgevaardigden werkt. En hoe frustrerend het is voor deze gekozen politici om wetgeving te zien vastlopen in de senaat – volgens de grondwet minder belangrijk dan het Huis, in de praktijk een gigantische sta in de weg. Dit boek is daarmee een mooie aanvulling, of uitbreiding, op de analyse van de senaat in Kill Switch, hier besproken op 1 april.

In de verwachting dat Hillary Clinton in 2016 het presidentschap zou winnen, dacht Pelosi over terugtreden. Toen het Trump werd, besloot ze dat niet te doen. Het zou een verstandige zet blijken want niets irriteerde de misogyne hork in het Witte Huis meer dan een vrouw die hem de les las. Bij hun allereerste ontmoeting ging Trump los over de gestolen stemmen die hem de popular vote hadden gekost. Pelosi vertelde hem dat je geen zaken kon doen als je feiten negeerde. ‘Ze is een moordenaar’, mompelde Steve Bannon, Trumps assistent. ‘Ze gaat ons te pakken nemen’.

In 2018 werd Pelosi de eerste in de geschiedenis die het Speakerschap terugwon. Dat ging niet probleemloos want een nieuwe generatie afgevaardigden, onder wie Alexandria Ocasio-Cortez, in wie Pelosi veel moet herkennen, vond het tijd voor een jongere leider. Pelosi hield vol, telde de stemmen, zette druk, en bleef Speaker, en daarmee de Democratische leider zolang de partij geen presidentskandidaat voor 2020 had gekozen. 

De scene voor het Witte Huis volgde. Dat iconische beeld blijft. Het beeld van een strenge moederkloek, warm, veeleisend en gedisciplineerd. In een rode jas. Met een zonnebril. Maar in zekere zin is het misleidend. Het doet Pelosi tekort om haar enkel te zien als een succesvolle vrouw. Ze slechtte barrières maar uiteindelijk is belangrijker dat Nancy Pelosi niet enkel de machtigste vrouw van Amerika was, maar simpelweg de machtigste Speaker in de moderne geschiedenis. En niet onbelangrijk: de enige politicus die Donald Trump aankon. Zoals de ondertitel van dit boek zegt: het gaat over macht en hoe je die gebruikt.

Hoe de publieke omroep (weer) een zendtijd voor politieke partijen werd

U heeft mij al enige tijd niet meer gehoord over onze publieke omroep, een achterhaald onzinnig systeem dat te veel bagger oplevert. Ik hoef er geen aandacht aan te besteden want dat doet iedereen nu. Om de verkeerde reden – het DWDD ‘schandaal’ –, maar er wordt nu tenminste serieus gepraat over het afschaffen van op leden en zuilen gebaseerde omroepen, al durf ik er vergif op in te nemen dat het nergens toe gaat leiden.

Nee, als u werkelijk wilt zien wat ons onzinnige systeem en de politieke koestering van ‘andere geluiden’ heeft opgeleverd – afgezien van de honingpot die PowNed is en de Telegraaf-omroep WNL – dan moet ik u aanraden toch eens naar Ongehoord Nederland te kijken. Niet het zogenaamde debat, waarin twee dames softballen aanreiken aan duiders zoals Baudet en jaren dertig ogende jongemannen die worden geduid als ‘opiniemaker’, met graag iemand met een niet westers uiterlijk om het geheel vorm te geven. Veel woke en cultuurmarxisme natuurlijk. Dat is van een onnozelheid en krukkigheid die zichzelf straft. Het is een Forum Youtube, door ons gefinancierd.

Het is vooral de ‘column’ van de omroepbaas zelve die interessant is. Knap dat Arnold Karskens die miljoenen voor zijn clubje heeft losgekregen, dat hij een minister zover kon krijgen om hem een platform te geven. Dat had nooit mogen gebeuren, zoals ook PowNed en WNL en Omroep Zwart onzinnig waren, maar dat is water under the bridge.

Karskens ‘de columnist’ is een kale man, strak Mussolini gezicht, in een blauw pak met rode das, het Trump-uniform, die met verpletterende saaiheid zinnen opleest en voorziet van plaatjes. Hij oreert over ‘de stille staatsgreep’. Hij ziet het allemaal gebeuren, wij, onnozelen, hebben er geen oog voor.

Karskens weet dat de wereld bestuurd wordt door Brussel en Davos. ‘Patriotten zoals u en ik moeten daartegen in opstand komen.’ Hij weet dat de vrijheid bedreigd wordt omdat antivaxers, boeren en pro-rusland provocateurs niet kunnen betogen. Volt en D66 die proberen Forum en PVV aan banden te leggen.

Hun stormtroepen zoals Kick Out Zwarte Piet ‘bestormen dorpen die willen vasthouden aan hun cultuur’. Plaatje: marcherende NSB’ers. Dat er helemaal geen vrijheid van meningsuiting bestaat, je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen. ‘Jip en Janneke boeken worden uit de bibliotheek verwijderd’. Plaatje: Nazi’s die boeken verbranden.

Volgens Karskens steunen meelopers oorlogen als bliksemafleider van eigen falen. Plaatje van soldaat, onduidelijk waar. Paternotte en Dassen worden vergeleken met Stalin en Mao. De stille staatsgreep heeft al plaatsgevonden want de hele tweede kamer zit vol met meelopers en totalitaire luitjes. Nee, geen beeld van Rutte.

Het is een soort zelfmarteling om naar dit soort malle televisie te kijken, maar ik kan het toch aanbevelen om te zien wat hier gaande is. Een publieke omroep functioneert als publiciteitsbureau van een politieke partij. Ja, ik weet dat het hele verzuilde stelsel daarop gebaseerd is, maar er is nu nog maar één clubje dat er gebruik van maakt.

En ja, die Karskens. Het is tegelijk amusant en bedreigend om hem zoveel onzin te horen uitkramen en historische vergelijkingen te horen maken. Dit is een gevaarlijk mannetje, zoveel is wel duidelijk. Niet dat ik bang van hem ben. Baudet en zijn acolieten in de kamer, Karskens met zijn omroepje: ze zijn roependen die zichzelf isoleren en uiteindelijk onmogelijk maken, waarna ze luidkeels gaan klagen dat dit de schuld van anderen is.

Van mij mag Karskens menen wat hij wil en ratelen wat hij wil. Maar dat de publieke omroep nu fungeert als doorgeefluik van zijn privé obessies en een variant is op de zendtijd voor politieke partijen, is tegelijk griezelig en gevolg van een onzinnig systeem dat nodig op de schop moet.

PS. Voor de goede orde: ik ben tegen een partijverbod. Het geeft lui als Karskens alleen maar middelen om te ‘bewijzen’ hoe ondemocratisch onze democratie is.