Biden weet van geen ophouden. Kan iemand hem opsluiten in een verzorgingstehuis?

Voor wie nog mededogen of zelfs medelijden had met Joe Biden was de afgelopen week hopelijk opnieuw een eye opener. In anticipatie op met name het boek van Jake Tapper en Alex Thompson, Original Sin, waarin de stupiditeit van Bidens verkiezingscampagne en het opzettelijk verbergen van zijn verregaande bejaardheid door staf en familie wordt beschreven, ging Biden in het tegenoffensief. 

De man is onverbeterlijk. Hij denkt nog steeds dat hij Trump had kunnen verslaan. Al babbelende op diverse televisiezenders liet hij zien waarom dat een onzinnige gedachte is. De man is en blijft te oud om nog publieke optredens te doen. Jill Biden, de echtgenote die hem niet behoedde voor de ramp die hem en Amerika overkwam, moest bijspringen toen hij de weg kwijtraakte. 

Opnieuw bewijst Biden de Democraten een slechte dienst. Terwijl het van belang is ons te concentreren op de idioterie (eindeloos babbelen, de weg kwijtraken en meer) van de bejaarde zittende president en maar liefst zoveel mogelijk van de slechte pers die hij kreeg te vergeten, opent Biden alle wonden weer. Net als de vreselijke Hillary Clinton, die Biden voorging in niet weten wanneer je afscheid moet nemen, heeft Biden geen leervermogen.

Ik ga er niet veel woorden meer aan vuil maken. Iedereen wist of kon weten dat zijn ververkiezingscampagne een ramp zou gaan worden. Ik zelf schreef er over in januari 2023, toen Biden, overmoedig geworden door de winst van de Democraten in de tussentijdse verkiezingen, zijn herverkiezingscampagne aankondigde. Klik hier voor mijn verziende blik (for once had ik het bij het goede einde). Dit verhaal stond, geloof ik, ook in de Standaard, en ik heb ook later nog opiniestukken geschreven van gelijke strekking.

Als ik dit kon zien dan kon iedere waarnemer dit zien. Het probleem was, merkte ik bij mijn Democratische vrienden, dat ze toen Biden eenmaal zijn kandidatuur had gesteld, dat ze er geen vraagtekens bij wilden stellen. 

Maar laat ik er geen doekjes om winden: Biden is verantwoordelijk voor Trump 2.0. Zoals Hillary verantwoordelijk was voor Trump 1.0. Er is geen plek voor bejaarden in de politiek. 

Postscript: the Economist publiceerde net een commentaar dat de ‘original sin’ was dat Biden in 2020 de verkiezingen won. Hij betoogt dat Trump in een tweede termijn min of meer machteloos naar het einde was gestruikeld. Ik weet niet of dat zo is. Er waren op dat moment in elk geval geen andere Democraten die Trump hadden kunnen verslaan (incumbents zijn moeilijk te verslaan). Zeker niet the last man standing, Bernie Sanders, maar dat had wel een interessantere campagne opgeleverd. 

Nee, ik blijf volhouden dat de echte original sin, als je in die termen wil praten, de kandidatuur van Clinton was in 2016. 

Donald Trump en Paus Leo XIV: een ongemakkelijk duo – voor Trump dan.

En zo heeft Amerika ineens twee leiders en twee gezichten. De eerste aanvechting van Donald Trump zal zijn dat hij trots is dat een Amerikaan paus is geworden en dat het laat zien dat ook hier Amerika weer groot is geworden. Maar als hij er wat langer over nadenkt, als hem dat gegeven is, zal de Amerikaanse president mogelijk de problemen zien die dit oplevert.

Zo is daar moreel leiderschap. Donald Trump kan daar niet op bogen, dat wil zeggen, afgezien van zijn hondstrouwe aanhang en zijn entourage van acolieten en slippendragers, zijn er weinig mensen die Trump als moreel leider zien. Een leider, misschien, een krachtdadig leider zelfs. Maar een leider op moreel terrein, dat lijkt toch wel veel gevraagd.

De paus is dat qualitate qua. Interessant wordt het als mensen, Amerikanen of anderszins, moeten kiezen wiens woord ze als norm aanvaarden: de narcist in Washington of de asceet in Rome. Dit is geen leeg gegeven. Paus Francis verwierp de manier waarop Trump omging met immigranten. Hij nam vicepresident Vance, een bekeerde en uiterst conservatieve katholiek, nog de maat over dit onderwerp, een dag voor hij overleed.

De eerste rede van Leo XIV stond vol met woorden als ‘vrede’ en ‘bruggen’. Nee, hij noemde niet Oekraïne, noch Israël, maar dat hoefde niet. De paus sprak rechtsstreeks tot Poetin, Trump en Netanyahu. De bruggen die hij wil zijn die tussen volkeren, belangengemeenschappen, klassen en diverse geloven. Een inclusie wereld, per tutti.

Donald Trump was er als de kippen bij om zichzelf uit te nodigen op bezoek bij de nieuwe paus. Misschien wordt hij wat minder enthousiast als hij erover nadenkt wat dat betekent. Nee, Leo XIV zal Trump geen ‘dressing down’ geven zoals Trump dat deed met Zelinksy, maar een gezamenlijke persconferentie of zelfs een door het Vaticaan geaccordeerde versie van een gesprek tussen beide leiders, kon wel eens lelijk uitpakken.

Het hardvochtige en wrede beleid van Donald Trump, verpersoonlijkt door die arme man die per ongeluk in de Amerikaanse Goelag in El Salvador is opgesloten, begint al tegen zijn grenzen aan te lopen. Als de paus zich op dit soort terreinen uitspreekt – in heel algemene zin, meer hoeft niet – dan heeft Trump een probleem met een belangrijk onderdeel van zijn achterban: Amerikaanse katholieken. Vicepresident Vance, die zijn eigen interpretatie van Augustinus heeft (hij verkondigde dat eigen haard voorop staat), zal niet gaarne een confrontatie aangaan met de leider van zijn kerk.

De Amerikaanse bisschoppenconferentie is tamelijk conservatief, om het zwak uit te drukken. Maar hun moreel gezag is ondermijnd door de vele misbruikschandalen die al een paar kerkdistricten een faillissement hebben opgeleverd. Binnen de Trump-omgeving zit wel een groep van conservatieve katholieke academici en een enkele conservatieve columnist zoals Ross Douthot van de New York Times, die een grootscheeps herordening van de samenleving voorstaan. Voor hun positie maakt het niet veel uit wie er paus is, maar laten we zeggen dat hun boodschap er niet sterker op wordt.

En dan is er de naam die de nieuwe paus heeft gekozen. Leo XIII, de laatste die deze naam droeg, was een belangrijke sociale hervormer in de katholieke kerk. We praten laat negentiende eeuw, toen socialisten en vakbonden de strijd aangingen met ondernemers en het grootkapitaal, de onderwerpen waarover Louis Paul Boon schreef. Binnen de katholieke kerk woedde rond 1890 een felle discussie over de vraag of de overheid zich moest bemoeien met sociaal beleid zoals armoedebestrijding en werkomstandigheden, of dat dit moest worden overgelaten aan charitas, privé inspanningen. Paus Leo XIII maakte in 1891 met zijn encycliek Rerum Novarum een einde aan de verdeeldheid door zich aan de kant van de arbeiders te scharen.

Dat wil zeggen dat Rerum Novarum bepaalde ‘natuurrechten’ erkende van individuele burgers, die plichten oplegden aan bijvoorbeeld werkgevers. Al eerder had de katholieke kerk zich tegen ongebreideld liberalisme gekeerd, maar ze dreigde het initiatief te verliezen naarmate arbeiders hogere eisen gingen stellen aan werk en samenleving. Dankzij Leo XIII kwam de kerk ineens in de progressieve hoek terecht of maakte zich in elk geval los van de onderdrukking van arbeiders door de katholieke elite. In veel landen was het mosterd na de maaltijd omdat socialisten en communisten al behoorlijk georganiseerd waren, maar in België en Nederland was het een belangrijke doorbraak. Katholieke arbeiders gingen zich organiseren – nog wel onder katholiek gezag, maar toch.

Rerum Novarum was een enorm succes. Primair als middel om een maatschappelijk probleem op de agenda te zetten, secundair als inspiratie voor de corporatistische staat, zowel in zijn extreme fascistische vorm als in de bestaande arrangementen van de verzorgingsstaat. Dit is ook het soort van samenleving die de conservatieve katholieke denkers in de VS voorstaan.

Als echo van zijn voorganger is de boodschap van Leo XIV, ook zonder dat die wordt uitgesproken, dat een rijke elite die het goed voor elkaar heeft, een verantwoordelijkheid heeft tegenover hen die het minder hebben. De regering-Trump is een bastion van miljardairs en grootverdieners, een club die voorzieningen ontmantelt en sociale arrangementen bedreigt. Leo XIV vertelt hen dat ze een verantwoordelijkheid hebben. Vandaar de bruggen en de boodschap van inclusiviteit die de paus uitsprak, voor de goede orde ook nog in het Spaans. Het valt te betwijfelen of de miljardairs zich onmiddellijk aangesproken zullen voelen, maar ze worden in elk geval moreel aangesproken.

Kortom, de idee dat een Amerikaanse paus zonder meer een bonus is voor Amerika, lijkt vooral luchtfietserij, laat staan dat het betekent dat Amerika weer groot is in de wereld. Donald Trump en het Trumpisme zullen nog een behoorlijke kluif krijgen aan deze Leo XIV.

De keuze voor de naam Leo is veelzeggende

Een snelle reactie op deze verrassende pauskeuze, vanuit Amerika kennis en kennis van de katholieke sociale politiek (mijn proefschrift).

Waarom heeft die nieuwe paus de naam Leo gekozen? Leo XIII en Rerum Novarum zijn het antwoord. En dat is in zekere zin goed nieuws. 

Deze paus heeft blijkbaar de arbeidsklasse in zijn hart. Is het een probleem dat hij Amerikaans is? Ik denk integendeel. Het zal moeilijker zijn voor Trump om tekeer te gaan tegen een boodschap van vrede en van inclusiviteit dan als een paus een andere nationaliteit had. Als Trump zich weer misdraagt zoals met zijn kleuterachtige zelfportret als paus, dan jaagt hij de katholieken in Amerika tegen zich in het harnas – een van de conservatieve steunpilaren van het Trumpisme. 

Rerum Novarum

Binnen de katholieke kerk woedde rond 1890 een stevige discussie over de vraag of de overheid zich met sociaal beleid moest bemoeien of dat dit moest worden overgelaten aan charitas, privé inspanningen. Paus Leo XIII maakte in 1891 met zijn encycliek Rerum Novarum een einde aan de verdeeldheid. De kerk had zich al tegen liberalisme gekeerd maar dreigde het initiatief te verliezen naarmate arbeiders hogere eisen gingen stellen aan werk en samenleving.

Rerum Novarum erkende bepaalde ‘natuurrechten’ van individuele burgers, die plichten oplegden aan bijvoorbeeld werkgevers. Katholieke werklieden moesten zich voegen naar de katholieke politieke eenheid al hadden zij formeel daarbinnen recht hadden op hun eigen inbreng in het politieke programma en op hun eigen politieke kandidaten. Deze redenering zette natuurlijk de deur open voor het frustreren van arbeidersambities onder het motto dat ze de eenheid van de katholieken bedreigden, een argument dat keer op keer door het episcopaat werd gebruikt.

In Nederland kwam Rerum Novarum op een tijdstip dat het de katholieke arbeiders die zich wilden organiseren en de enkele leider die daarbij hielp een steun in de rug gaf. In andere Europese landen, waar de industrialisatie verder gevorderd was, kwam de encycliek als mosterd na de maaltijd.

Uit mijn proefschrift

Paus Leo XIII was op eigen houtje verantwoordelijk voor een revolutionaire verandering in het tot 1891 nogal conservatieve katholieke politieke gebeuren. Rerum Novarum gaf wat Gribling ‘een geheel nieuwe katholieke sociale grondwet’ noemt waardoor katholieken ineens in de progressieve hoek terecht kwamen.1Althans, mee gingen denken met socialisten en communisten over het lot van de arbeider. Gribling stelt dat het een oude traditie van de katholieke kerk was en wijst op de diep sociaal bewogen katholieke leiders maar de paus had wel degelijk een heel praktisch oogmerk met zijn encycliek. Als de katholieke kerk niets deed voor katholieke arbeiders dan dreigden ze politiek gezien af te dwalen naar de socialisten en erger. De grote vraag voor de katholieke kerk en dus voor de katholieke politici was in hoeverre de overheid een verantwoordelijkheid had. Nolens was overigens pragmatisch genoeg om zich te realiseren dat voor de arbeiders die hulp nodig hadden, de motivatie voor de hulp niet erg interessant was.

Rerum Novarum kan op vele niveaus geanalyseerd worden, maar een conclusie moet toch zijn dat het een enorm succes was. Primair als middel om een probleem op de agenda te zetten, secundair als inspiratie voor de corporatistische staat, zowel in zijn extreme fascistische vorm, als in de nog steeds bestaande arrangementen van onze verzorgingsstaat. De inspiratie daarvoor heeft alles te maken met het denken over standen van de christelijke maatschappij ‘zoals die door god is gemaakt’.2 Rerum Novarum was een aanval op het socialisme. Nolens meende dat je heel best tegen het extreme liberale individualisme kon zijn waartegen de paus zich keerde (eerder in die andere encycliek?) zonder een stelsel aan te gaan hangen dat het individu wilde laten opgaan in de gemeenschap.

Nolens was geen begenadigd spreker of schrijver. Hij las in de encycliek dat de loonarbeider door zijn arbeid een behoorlijk leven moest kunnen leiden en tijdens zijn arbeid beschermd moest worden – al was het maar om hem de vervulling van hogere plichten niet onmogelijk te maken. De Staat moest nu, volgens Nolens, meewerken aan het opleggen van een zedenleer aan het economisch leven, om dat ‘ideaal’ te bereiken.3 Toch stemde Nolens tegen de leerplichtwet omdat die niet het bijzonder en het openbaar onderwijs gelijk behandelde. Leerplicht was dan wel niet in strijd met het christelijk beginsel, maar ouders hadden de plicht om een christelijke opvoeding te geven. Liever geen leerplicht dan de plicht om naar een niet christelijke school te gaan, was de redenering.

1 Gribling, Nolens, pag 105

2 Gribling, Nolens, citeert Pius IX.

3 Gribling, Nolens, pag 122

Positie vacant: adviseur van een president die zelf alles beter weet.

Al na honderd dagen heeft president Trump zijn adviseur voor Nationale Veiligheid Michael Waltz ontslagen. Waltz hield het maar net wat langer uit dan de veiligheidsadviseur in Trump 1.0, Michael Flynn, toentertijd ontslagen door ontoelaatbare contacten met de Russen. Volgens de New York Times zou Waltz te veel eigen meningen hebben, die ook nog eens niet strookten met wat Trump denkt of denkt te denken. Zo zou Waltz zich door Netanyahu hebben laten opjuinen om militaire actie tegen Iran te ondernemen en was Waltz geen fan van Poetin. Trump heeft nog steeds een Nobelprijs voor de vrede op zijn agenda staan en geen van beide stellingnames van Waltz helpen daarbij.

Achter de schermen speelde zich een machtsstrijd af, of een ideologische strijd over de richting van buitenlands/veiligheidsbeleid, tussen Waltz, die geldt als een neo-conservatief in de George W. Bush en Dick Cheney stijl, en neo-isolationisten zoals vicepresident Vance en de coterie rondom hem, die vinden dat de rest van de wereld maar voor zichzelf moet zorgen. Trumps Chief of Staff Susie Wiles zou hebben ervaren dat Waltz’ optreden steeds meer uit de pas liep met Trump en dat die zich daar meer en meer over opwond. De stupiditeit van Waltz en consorten om via Signal te communiceren was de druppel die de emmer deed overlopen, maar eerder een stok om de hond te slaan. 

De rol van Waltz word nu overgenomen door minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. Het idee zou nu zijn dat Rubio, die zich bereid heeft getoond elk eerder standpunt te verlaten en die Trump strijkt waar hij gestreken wil worden – de onderbuik –, beter in staat zou zijn Trumps ideeën, such as they are, in beleid om te zetten. Voor het gemak is de staf van de National Security Council (NSC) ook maar ontslagen – nadat Trump-onderbuikfluisteraar Laura Loomer al eerder een aantal mensen had laten verwijderen. 

Dit gaat niet goed aflopen. Binnen niet al te lange tijd zal blijken dat a) deze regering niet inziet wat de werkelijke functie van veiligheidsadviseur inhoudt, b) dat het combineren van de functie van NSC adviseur en minister van Buitenlandse Zaken geen goed idee is en c) dat Rubio zo nog sneller uitgekauwd en uitgespuugd zal worden door Trump. Laten we eerst eens kijken naar de werkelijke aard van de functie van NSC-adviseur. Bij toeval heb ik in mijn studiejaren aan Columbia voor een seminar over bureaucratic politics (een aparte onderzoeksrichting, uitgewerkt door oud-Kissinger medewerker Mort Halperin) een paper geschreven over wat er gebeurde toen Kissinger de functie van veiligheidsadviseur en minister combineerd.

Beginnen bij het begin: voor de president is de National Security Council (NSC) het belangrijkste adviesorgaan op het terrein van de buitenlandse politiek. Het wordt geleid door de National Security Adviser. De NSC hoort bij de staf van het Witte Huis en kan dus naar believen door de president benoemd en ontslagen worden. De NSC werd in 1947 opgezet in de National Security Act, met als doelstelling tot een consistent buitenlands beleid te komen door een betere coördinatie tussen de verscheidene departementen en bureaus. De veiligheidsadviseur was de spin in het web. Hij moest ervoor zorgen dat iedereen zijn advies inbracht, maar vooral ook dat iedereen na een genomen besluit hetzelfde script hanteerde. Daartoe werden en worden meestal gespecialiseerde hoge ambtenaren in de NSC gedetacheerd van de ministeries die betrokken zijn bij buitenlands beleid. Een China expert, een Rusland expert, een nucleair expert, iemand van de CIA, de verschillende armen van het Pentagon en zo maar door. Ook de betrokken ministers zijn qualitate qua lid van de NSC, terwijl formeel de president de voorzitter is. Er zijn principal committees en subcommittees, de organisatie kan naar believen worden aangepast door de president. Maar het doel blijft hetzelfde: coördinatie en ontwikkeling van beleid.

Verschillende presidenten zijn heel verschillend met deze structuur omgegaan. Onder president Nixon diende Henry Kissinger, voordien professor aan Harvard, als veiligheidsadviseur. Kissinger zette allerlei onofficiële netwerken op, backchannels, die besluitvorming mogelijk maakten buiten de overlegorganen om. Nixons minister van Buitenlandse Zaken wist vaak niet wat er gaande was. Het werkte omdat Kissingers baas, president Nixon, een buitenlandse politiek-expert was die wist wat hij wilde en zelf ook dol was op privé kanalen. Kissinger was druk met de opening naar China en later met het Midden Oosten, waardoor zijn assistenten een belangrijke rol speelden – maar op de achtergrond. De paranoïde Kissinger en Nixon geloofden dat er gelekt werd uit de NSC toen de NYT belangrijke informatie opdook, waarna ze opdracht gaven om de telefoons van medewerkers af te luisteren (het schijnt dat medewerkers in Trumps omgeving leugendetector tests moeten afleggen). Onder president Carter nam Zbigniew Brzezinski de rol van Kissinger als adviseur over. Brzezinski was in de regering-Carter de havik die minister van Buitenlandse Zaken Cyrus Vance in de wielen reed – Vance nam ontslag voor de ondoordachte en uiteindelijk mislukte poging om de gijzelaars in Teheran te bevrijden en Brzezinski joeg Carter op tot nogal assertief optreden toen de Russen Afghanistan waren ingelokt.

De macht van de NSC is zo groot als de president toelaat. Onder president Reagan, die zes veiligheidsadviseurs versleet en zelf nauwelijks betrokken was, zeker niet in zijn tweede termijn, maakte een activistische NSC op eigen houtje beleid dat expliciet door het Congres was verboden. De adviseur en zijn naaste medewerker, Oliver North, verkochten wapens aan Iran en gebruikten het geld om de extreemrechtse militanten in de burgeroorlog in El Salvador te financieren.Het leverde het Iran-Contraschandaal op, dat, als het eerder in zijn presidentschap had plaatsgevonden, impeachmentwaardig was geweest.

De algemene opinie is dat Brent Scowcroft, die onder president Ford en later onder Bush-41 veiligheidsadviseur was, deze rol het best vervulde. Hij was tegelijk gezaghebbend genoeg om iedereen op één lijn te krijgen en dienend genoeg om zijn president loyaal van dienst te zijn. Een voorbeeld van het omgekeerde was Condoleezza Rice, die veiligheidsadviseur was onder Bush-43. Zij werd ondermijnd door vicepresident Cheney en minister van Defensie Rumsfeld, die een eigen agenda hadden en elke vorm van coördinatie dwarsboomden. De arme Rice kon er niet doorheen breken. Je mag wel stellen dat een veiligheidsadviseur zo sterk is als zijn vertrouwensband met de president is. Hij of zij moet geen prima donna zijn, weten we ondertussen. Over het geheel genomen is het een goed teken als we niet onmiddellijk kunnen bedenken wie ook maar weer de huidige adviseur is. Wat dat betreft zat Walsh al in de foute hoek door het Signal schandaal, waarbij hij per ongeluk een journalist aan een besluitgroep over militair optreden toevoegde (de clowneske minister van Defensie Pete Hegseth deed ook mee en heeft nog meer Signal schandelen – hij is de volgende die zal verdwijnen).

In 2017 benoemde Donald Trump Michael Flynn, een ideologisch gedreven gepensioneerde luitenant-generaal.Flynn was actief geweest in de Trump-campagne, onder meer door op de Republikeinse conventie lock her up-koren aan te voeren tegen Hillary Clinton. Voor de met Obama geobsedeerde Trump was Flynns grootste aanbeveling dat hij in 2014 door president Obama was ontslagen als hoofd van de militaire inlichtingendienst, onder meer wegens banden met een Russische dame. Binnen een maand moest Trump Flynn ontslaan vanwege contacten met de Russen voordat hij officieel in functie was, en vanwege niet opgegeven werkzaamheden voor buitenlandse regeringen. 

Vervolgens benoemde Trump een rechtlijnige militair, luitenant-generaal H.R. McMaster (altijd aangeduid met zijn voorletters), waarmee de president, geheel voorspelbaar, slecht kon opschieten. Daarna dook de prominente neoconservatief John Bolton op als veiligheidsadviseur, een interessante keuze omdat Bolton als oorlogshitser inging tegen de instincten van Trump, die geen nieuwe militaire conflicten wilde. Bolton kreeg geen oorlog in Iran en zijn gebrek aan chemie met Trump maakte hem haast irrelevant. Hij werd na zeventien maanden ontslagen. Zelf schreef Bolton achteraf: ‘Trump is een Poetin-omarmende idioot, die dacht dat Finland deel was van Rusland.’ Dat is waar, maar Bolton was zelf een gevaarlijke opportunist die dacht dat hij de president kon sturen en een oorlog met Iran kon uitlokken.

Hoe belangrijk adviseurs zijn bleek tijdens Bush-43, toen de CIA-directeur de president misleidde over de mate van zekerheid dat Saddam massavernietigingswapens had ontwikkeld: ‘slam dunk’, zei de directeur met een basketbalterm voor een honderd procent zekere score. Hij haalde het hele veiligheidsapparaat over om Irak binnen te vallen omdat veiligheidsadviseur Condoleezza Rice geen tegenvuur kon geven. Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, een matigende kracht in de regering-Bush, werd met misleidende informatie naar de Verenigde Naties gestuurd om dat orgaan over te halen een aanval op Irak te steunen. Bush werd slecht bediend door zijn adviseurs, maar uiteindelijk is het natuurlijk de president die beslissingen neemt en verantwoordelijk is. 

Dat deed Donald Trump ook in juni 2019 toen hij op het laatste moment een door zijn adviseurs opgezette aanval op Iran afblies. Trump voelde zich op dat moment opgejaagd, boxed in. Veel presidenten voor hem hadden dat ervaren. In 1961 had president Kennedy zich geërgerd aan de oorlogszucht van de militairen tijdens de Cubacrisis. Ze wilden meteen maar bombarderen. President Johnson kreeg enkel optimistische voorspellingen over de oorlog in Vietnam: nog maar 100.000 soldaten erbij en we hebben gewonnen! George W. Bush’s minister van Defensie, de neoconservatief Donald Rumsfeld, had de president wijsgemaakt dat na de ‘bevrijding’ van Irak alles vanzelf zou gaan, en Barack Obama kreeg in Afghanistan alleen maar opties voorgeschoteld die Amerika er nog langer hielden. De krukkig uitgevoerde terugtrekking van de Amerikanen uit Afghanistan in Bidens eerste jaar was mede het gevolg van slecht voorbereidend en organiserend werk van Bidens adviseurs. Over de mate waarin die adviseurs ook de mate waarin Biden nog kon leiden verhulden, worden nu boeken volgepend.

Kan Marco Rubio, door Trump treffend Little Marco genoemd in 2016, tegelijkertijd veiligheidsadviseur zijn en minister van Buitenlandse Zaken? Lessen uit het verleden doen vermoeden dat dit arrangement niet lang gaat duren. Het voorbeeld van Kissinger dateert van na Watergate, toen Kissinger als een stabiele betrouwbare kracht werd gezien die de in elkaar stortende president in toom kon houden. Toen Nixon aftrad, probeerde Ford de continuïteit te handhaven door Nixons minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, over te nemen. Hij liet hem ook zitten als nationale veiligheidsadviseur. 

Er waren een aantal problemen. Het belangrijkste was dat Kissinger alom werd gehaat binnen Fords eigen partij, de Republikeinen, deels om ideologische redenen, deels uit afkeer van zijn dominante persoonlijkheid en zijn arrogantie. Op de achtergrond wonnen toentertijd de neoconservatieven aan macht. Zij vonden de detente die Nixon tot stand had gebracht een vorm van uitverkoop aan de communisten. In november 1975 dwongen ze Ford om Kissinger te laten vallen als veiligheidsadviseur en benoemde hij Brent Scowcroft op die post, waardoor Kissinger zijn machtspositie kwijtraakte. Hij had echter zichzelf al ondermijnd door de functies te combineren omdat hij zoveel tijd kwijt was als minister dat de medewerkers van de NSC onevenredig veel macht kregen om hem te dwarsbomen. Twee petten op is geen goed idee.

Het valt te verwachten dat Little Rubio snel zal ontdekken dat het ook voor hem te veel is. Volgens de NYT denkt Trump dat hij geen veiligheidsadviseur nodig heeft omdat hij zelf precies zou weten wat hij wil. Het probleem is natuurlijk dat Trump helemaal niet weet wat hij wil, of beter gezegd, wel een paar ideeën heeft maar geen diplomatieke deskundigheid heeft om ze ook maar een begin van uitvoering te geven (herinner u de opening naar Kim, waar Trump gewoon over zijn adviseurs heenrolde). Meer dan ooit is Trump omringd door jaknikkers die vooral de president willen strelen en niet kritisch durven te zijn. Zo is voor Rubio de ironie dat hij zijn inderdaad belangrijke rol krijgt omdat hij Trump naar de mond praat maar tegelijkertijd daarmee zijn eigen rol als beleidsmaker ondermijnt.

Als Rubio deze tijdelijke rol weer neerlegt, komt er weer ruimte voor een deskundig iemand die inderdaad kan coördineren en geen bureaucratische of ideologische eigen belangen heeft. Er is gesproken over Trumps mede-onroerend goed boer Steve Witkoff maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. De man weet niets van de bureaucratische organisaties die hij zou moeten coördineren en lijkt ook van diplomatie weinig kaas gegeten te hebben – hij is wel een patsie voor Poetin. Een andere naam die genoemd wordt is Sebastian Gorka, een gevaarlijke agressie neoconservatief – wat mij doet denken dat hij onterecht genoemd wordt, al is hij iemand die invloed heeft.

De meest waarschijnlijke volgende benoeming is gewoon iemand die deskundig is en geen ideologisch profiel heeft. Het probleem is dat deskundigen met de vaardigheid om complexe zaken te coördineren niet meer in Trumps entourage van acolieten en meepraters zitten. Generaal McMaster liet zien dat je je reputatie onder deze omstandigheden alleen maar schade kunt toebrengen. John Bolton raakte alleen maar gefrustreerd omdat hij een andere agenda had dan Trump, die, tot zijn krediet moeten we zeggen, geen oorlog wilde. De meest voor de hand liggende kandidaat is Robert O’Brien die vanaf september 2019 de rol van adviseur voor Trump vervulde. Hij zit nu in de President’s Intelligence Advisory Board maar zou, naar verluidt, graag minister van Buitenlandse Zaken of van Defensie willen worden. Als Hegseth eindelijk wordt afgedankt, kan hij naar het Pentagon en dan heeft Trump hem daarvoor nodig. Maar daarvoor zijn ook andere kandidaten. Misschien kan Little Marco veiligheidsadviseur blijven en kan O’Brien BZ overnemen. Het enige dat zeker is, is dat Marco Rubio niet beide functies zal blijven vervullen.

Er is maar één winnaar onder Trumps acolieten

Het is een beeld dat beklijft. Het hele kabinet van dictator Trump, verzameld rond een ovale tafel in die krappe ruimte in het Witte Huis. MAGA petten voor hen, hulpjes aan de zijkanten, media overal, want het is een direct uitgezonden festijn waarin Trump lof krijgt toegezwaaid als de meest succesvolle president ooit. Het is waar, we zagen deze beelden ook bij Trump 1.0. Vicepresident Pence die braaf een flesje water naast zich zette toen de baas dat ook deed. In die tijd was er maar één persoon die niet meedeed aan de persoonlijke lofzangen. Het was minister van Defensie Jim Mattis, die in plaats daarvan verklaarde dat hij trots was het Amerikaanse volk te dienen. De rest betuigde trouw en lof aan de baby-koning.

Nu zijn we honderd dagen ver in Trump 2.0, en het beeld is nog schokkender en weerzinwekkender. Er zijn geen onafhankelijke officials over, laat staan mensen die onafhankelijk denken. Voor een outsider is het verbluffend, om het zacht uit te drukken. Hoe bestaat het dat volwassen lieden, sommigen (een paar in elk geval) met een bewonderenswaardige carrière worden gereduceerd tot domme praatpoppen. Ze zijn erop geselecteerd, dat wel natuurlijk. Je zat daar alleen maar als je de leugens van Trump over 2020 voor waar had aangenomen, of in elk geval, dat had uitgesproken. Deze mensen accepteren allemaal zonder morren zijn wreedheid, zijn stupiditeit, zijn roekeloze zigzagbeleid. Unisono prijzen ze hem: hij heeft meer gedaan in honderd dagen dan Jezus in drie jaar.

Als er een wedstrijd zou zijn wie de meest verwerpelijke is van deze luitjes, dan zie ik een duidelijke winnaar. Nee, niet Kristi Noem, de minister die met 3000 dollar in haar handtas door Washington zeult en met een opzichtig horloge van 50.000 dollar paradeert in de Amerikaanse Goelag in El Salvador. Nee, niet Robert Kennedy Jr. Hij is slim genoeg om zijn kans te grijpen zijn onzinnige theorieën en gevaarlijke nonsens om te zetten in levensgevaarlijk beleid. Niet de komische Howard Lutnick, minister van Economische Vernieling. Niet de clown Pete Hegseth, een arme ziel die niet beter weet. En zelfs niet de enige die nog enig verstand laat zien in het temperen van Trumps instincten en daarom wordt bewonderd, Scott Bressent. Onterecht bewonderd, want de minister van Financiën is nu hopeloos gecorrumpeerd.

Vergeet ook Elon Musk, die van de startbaan is geschoven in zijn poging de overheid te ontmantelen, maar al enorme schade heeft aangericht. Bijna evenveel schade als aan zijn autobedrijf Tesla, een merk dat hij in no time naar de Filistijnen heeft geholpen. Volgens de Wall Street Journal zou de raad van bestuur van zijn bedrijf hem hebben willen vervangen. Of hij daar veel om geeft, staat te bezien. Hij heeft inmiddels honderden miljarden overheidscontracten voor zijn andere bedrijven binnengehaald, en de gegevens van vrijwel alle Amerikanen – waarmee zijn loopjongens straks aan de haal gaan. En hij mag dromen van Mars, een verspilling als er ooit een was. De enige die meer corrupt is dan de copresident is Trump zelf en zijn graaifamilie. Musk zal snel verdwijnen als hij geen nut meer heeft voor Trump behalve als pispaal voor wat er mis is gegaan. Vraag het Steve Bannon.

Nee, de meest zielige, meest beschamende, meest treurig stemmende persoon aan die tafel is Marco Rubio. Tegenwoordig zie je bij zijn naam vaak staan: voormalig senator voor Florida, met een reputatie van strategisch denken. Daarna volgt een serie van zijn ‘successen’ in dienst van dictator Trump die zijn totale leeghoofdigheid bewijzen. Het is geen probleem om eerdere standpunten over Trump en diens capaciteiten te dumpen, sterker, dat is een aanbeveling aan het hof van de dictator. JD Vance, die zich tot katholiek bekeerde zo ongeveer toen hij eerdere standpunten over Trump opzij schoof en knielde voor de baas (er moet een link zijn tussen die twee gebeurtenissen), heeft zijn carrière gebouwd op een act van ruggengraatloze acoliet voor Trump. Hij zal zijn beloning krijgen als Trump doodgaat voor het einde van zijn termijn (God is genadeloos). Vance wordt dan beloond voor zijn katholieke stijl liegen en bedriegen (God is genadig voor hen die wreed zijn).

Nee, dan Rubio – ook katholiek, realiseer ik me nu. Wat een zielepoot. Hij werd in Trumps eerste mediarun gereduceerd tot Little Marco, een onderknuppeltje die halverwege zijn antwoord op Obama’s State of the Union droogliep en naar flesje water greep. Het was een van Trumps betere bijnamen, meteen raak. Rubio werd zo graag minister van Buitenlandse Zaken dat hij vergat dat een minister dient, en dienen onder Trump betekent hem volgen, opgegeten worden en uitgekotst. Zou hij aan Rex Tillerson gedacht hebben? De eerste minister van BZ van Trump, ontslagen per email, naar verluidt toen hij op de wc zat?

Er zijn anderen die dachten hun carrière een zetje te kunnen geven door een ministerschap van Buitenlandse Zaken. De niet gemiste Hillary Clinton viel ervoor in 2009. De prijs was hoog – ook voor de VS en de wereld. Maar we wisten al dat zij geen leervermogen had en misschien was het dus vanzelfsprekend. Mitt Romney was tenminste zo verstandig om na een job interview met Trump in versie 1.0 de benen te nemen, beschamend maar zonder blijvende schade.

Maar wat in vredesnaam moet kleine Marco gedacht hebben toen hij hengelde naar deze baan aan het hof van Trump? Een goede start van een campagne voor het presidentschap in 2028? Een mooi einde aan een senaatscarrière die hij eigenlijk al in 2016 wilde opzeggen wegens gebrek aan succes, tot hij zich realiseerde dat hij geen andere baan in het vooruitzicht had? Het is intrigerend: wat staat deze verwerpelijke man te wachten nadat hij is opgegeten en uitgekotst wordt door Trump? En Amerika’s rol in de wereld heeft vernietigd – over strategisch denken gesproken!

Ik zal hier niet een lijst oplepelen van de manieren waarop Rubio zichzelf al verraden heeft. Geen terrein op het wereldtoneel waar hij dat niet heeft gedaan. Hij zat er bij toen Zelinsky werd aangevallen. Ietwat zielig omdat hij geen idee had wat er gaande was toen Vance het mes in Zelinsky stak, maar achteraf babbelde hij braaf mee. Misschien kan Rubio op een gezellige avond met collega Sergey Lavrov nog eens van die kant horen hoe sluw en strategisch hij wel niet is. Net als zijn baas, is Little Marco gevoelig voor lofuitingen.

Daarom, tot op dit punt is het geen echte strijd. Little Marco is verreweg de meest verwerpelijke persoon rond het altaar van Trump. Dat is een prestatie op zich want hij wordt omringd door heel wat anderen die voor die kwalificatie in aanmerking komen. Maar niemand komt ook maar in de buurt van Marco in zijn leeghoofdige, principeloze buigen en knielen voor de baas terwijl hij wel beter weet.

Bravo Marco! Eindelijk eens iets gewonnen.