Leugens van Trump zijn nu alternative facts

Okay. Dat was dan dat voor de persvoorlichter van Trump.

Een leugenaar, volgens opperleugenaar Kellyanne Conway, werkend met ‘alternative facts’.

Ik denk dat de media, in tegenstelling tot Trump, bereid waren tot een open houding. Afwachtend, positieve grondinstelling. 

Dat duurde precies acht uur. Deze persvoorlichter, die overigens op de inauguratie dag al lachwekkend was in zijn verklaring, heeft nu nul geloofwaardigheid.

Nu is het moment om Pechtold kwijt te raken

Paginagrote advertenties vandaag van Pechtold, met D66 ergens onder in de marge. Naast de berichtgeving over Trumps inauguratie. Nu is het moment, zegt de grote leider.

We moeten niet in Nederland laten gebeuren wat in de VS plaats vond. Ik zag Pechtold eerder deze week ook tegen een reporter verwijtend zeggen dat als de haatzaaier zich vertoont, ze allemaal op hem afstormen, ook al beantwoordt hij geen enkele vraag.

Het irriteert me. Pechtold werd in zijn eerste jaar als kamerlid groot door effectief op Wilders in te hakken. Helaas ging hij er toen nog acht jaar mee door, niet alleen zichtbaar nutteloos maar blijkens de peilingen ook ineffectief. Wilders bouwde Pechtold op en omgekeerd. Als iemand níet kan claimen effectieve oppositie tegen de haatzaaier te hebben gevoerd, dan is het Pechtold wel.

Maar hij zit in de hoek waar de klappen vallen. Het is interessant om te zien hoe een politicus zijn houdbaarheidsdatum overschrijdt. Pechtold roept dat hij premier wil worden, dat doet iedereen die aan het premierdebat wil deelnemen, inclusief de kansloze Klaver. Pechtold heeft zelfs aangekondigd dat hij zal vertrekken als Kamerlid als D66 niet gaat regeren en hem een ministerspost oplevert. De kiezers hebben de boodschap gekregen: dit is de kans om van Pechtold af te komen. Houd zijn partij klein.

Er is iets overrijp aan de man. De one liners die ooit werkten, doen het niet meer. Een kwart van zijn fractie liep weg, de rest stond altijd in de schaduw van de publiciteit omarmende leider. En nu is hij weg als hij zijn mislukt ministerschap niet nog eens mag overdoen. De kiezers zullen ervoor zorgen.

Trump voert nog steeds campagne

Inaugurele redes zijn zwaar overschat. De laatste waar u zich iets van herinnert, is die van John F. Kennedy en als u hem terugkijkt, ging hij helemaal over buitenland, over de Koude Oorlog.

FDR hield een mooie, maar de kampioen is Lincoln. Zijn redes waren kort, inspirerend en in 1865, barmhartig en grootmoedig.

Donald Trumps rede zal niet in de boeken gaan. Het was een korte versie van zijn campagne speech. Zonder voorstellen, zonder plannen maar bomvol met negatieve kwalificaties van het land. Slecht voorgedragen – je merkte soms dat hij een woord erbij moest halen dat hij op de teleprompter over het hoofd had gezien – en met de gebaren van de campagne die haast een tik lijken: handje open, duim en wijsvinger samen, handje open, duim en wijsvinger samen.

America First als thema is, laten we zeggen, nogal ongelukkig. Charles Lindbergh, pro Duitse nationalist is 75 jaar later dan toch president geworden. 

Ik denk dat het een goede introductie was op het presidentschap van Trump: eindeloze campagne, kretologie, negativisme. Wat mij zal benieuwen is hoe lang hij dat vol kan houden. 

Hij voert nog steeds campagne, maar nu tegen zichzelf.

Ook Lewis heeft maar één president

Met alle respect voor John Lewis, zijn stelling dat Trump ‘is not my president’ is onzin. Ik begrijp hem wel maar de feiten zijn dat Lewis maar één president heeft en die psycho heet Donald Trump. Lewis speelt ook met vuur. Al die racisten en hun stille enablers, zoals de Republikeinen in de leiding van het Congres, verkondigden dezelfde onzin over Obama. Dit is de crowd die Trumps immorele birther nonsens tolereerden. Lewis is dom door hetzelfde te doen.

Het wordt een dag om depressief te zijn. Zeker. Ik zou niet vrolijk geworden zijn van een Clinton festijn, maar dit is ronduit bedreigend. Amerika hangt al als los zand aan elkaar en gaat nu nog meer uiteen vallen. Dat is ook geen ontwikkeling van deze campagne, het is al dertig jaar gaande, veertig eigenlijk. Sinds Ronald Reagan de overheid de vijand van de bevolking verklaarde om precies te zijn.

Alle geleuter over ‘niet mijn president’ heeft het gehalte van pre-Burgeroorlog intolerantie. Toen waren het de slavenstaten die de verkiezing van Lincoln onacceptabel achtten en daarnaar handelden (of beter gezegd, radicalen dwongen minder vergaande lieden om hun pad te volgen). Zo werkt Amerika niet. Zeker, er zijn grote verschillen tussen rode en blauwe staten. Die worden nog groter. Dat heeft zijn goede kanten. Laat mensen maar een keuze hebben om arm te zijn in Mississippi of Texas, of arm in Oregon of Californië. Laat ze maar 15 dollar minimumloon verdienen in Seattle en 8 dollar in Houston. 

Het mooie van een federale staat is dat dit mogelijk is. Het zal lastiger te verdedigen worden als de psycho met zijn bondgenoten in het Congres rechters in het Supreme Court zet die het land op een koers zetten die de meeste mensen niet willen, maar dat moeten ze dan maar bij de verkiezingen laten zien. Voor het Huis meteen al in 2018, voor de rest in 2020. Nu hebben ze gekozen voor wat ze krijgen. Ze zullen er zelf onder moeten lijden.

Ik kom de laatste weken regelmatig mensen tegen die Trump wel een kans willen geven, die denken dat protectionisme helpt, dat bedrijven via tweets opjagen banen oplevert, die echt denken dat de productiesector in Amerika die de afgelopen jaren is gegroeid maar minder banen dan ooit kent, weer de verschaffer wordt van topbanen. Die de illusie hebben dat Trumps geschop enkel een openingsbod is op het wereldtoneel en dat het allemaal wel goed komt. Post en Groenhuijsen zullen het wel weer verkondigen. 

Het wordt chaos. Amerika krijgt wat het wilde. Wij krijgen wat we niet wilden. Het enige goede daaraan is dat we er altijd te gemakkelijk over dachten. Dat wat we hadden, altijd zo zou blijven, ook als we er niets voor deden. Die tijd is voorbij.

De oppositie tegen de psycho

Vandaag geplaatst in de Standaard (België)

Het is niet nodig, zelfs ongewenst, om de laagheid, vulgaire aard en leugens van de Trump campagne te vergeten, laat staan te vergeven. Maar nu de man officieel president is, moet de oppositie zich organiseren. Daarvoor zijn grofweg drie mogelijkheden: het Congres, de staten en maatschappelijke organisatie.

Oppositie in het Congres is het meest zichtbaar maar het minst effectief. De Democraten zitten er zeker tot 2020 in de minderheid. Republikeinen kunnen hun conservatieve agenda erdoor duwen. De eerste fase van mogelijk verzet, de kritische benadering van kandidaten voor ministersposten, heeft weinig opgeleverd, al was het maar omdat de genomineerden regelmatig afstand namen van Trumps meest extreme uitspraken.

Meer kans hebben de Democraten met het indienen van alternatieve wetgeving op terreinen waar de meerderheid van Amerika iets heel anders wil dan dit Congres. Te denken valt aan Obamacare, het sociale vangnet, onderwijs, milieu, vrouwenbelangen, pensioenen en wapenwetgeving. Democraten moeten duidelijk maken wat de gemaakte keuzes betekenen en wat het alternatief is.

Ze moeten Trump aan zijn beloftes houden. Veel van zijn plannen liggen slecht in zijn eigen partij. De Republikeinen willen helemaal geen investering van publiek geld in infrastructuur. Ze zijn mordicus tegen programma’s die de tekorten doen oplopen. Dat zeggen ze, en dan verlagen ze de belastingen. Als Trump niet doorkomt met een serieus plan voor infrastructuur kunnen de Democraten dat zelf indienen en de Republikeinen dwingen ertegen te stemmen. Als ze echt cynisch zijn kunnen Democraten zelfs protectionisme steunen, iets waar Republikeinen normaliter tegen zijn. Ze zullen er applaus voor krijgen van Bernie Sanders en de vakbonden. Maar de middelen in het Congres zijn beperkt, de resultaten zullen tegenvallen.

De tweede vorm van oppositie is beleid in de individuele staten. Democraten maken het liefst grote, iedereen omvattende plannen, maar nu ze in Washington zijn buitengesloten zullen ze gaan waarderen dat Amerika een federale staat is met vijftig aparte besturen. De Republikeinen gaven het voorbeeld. De afgelopen acht jaar dwarsboomden ze op staatsniveau vaak beleid. Ze frustreerden de uitvoering van Obamacare, weigerden subsidies voor publieke werken, sloten abortusklinieken of maakten anti-homo wetten. Ze perkten het kiesrecht in.

Democraten kunnen op staatsniveau alternatief beleid opzetten. Massachusetts heeft al jaren een goed ziektekostensysteem, nota bene ingevoerd door Mitt Romney. Dat kan elders ook. Californië heeft een streng milieubeleid, nog steeds goed onderwijs en redelijke voorzieningen. Veel Democratische staten en steden hebben een minimumloon van 15 dollar ingevoerd. Dat zouden de Trump-kiezers in de Rust Belt ook wel willen. Republikeinse staten als Alabama, Mississippi en Texas bungelen steevast onderaan in onderwijsstatistieken. Ze hebben ook het hoogste aantal tienerzwangerschappen, abortussen en verslavingsdoden, om niet te spreken over het wapengeweld. Kansas en Louisiana zijn failliet.

Daar liggen mogelijkheden. Staten kunnen beleid maken dat compenseert waar Trump voorzieningen afbreekt of vrijheden beperkt. Belasting voor de rijken verhogen als Trump die verlaagt. Milieubeleid streng uitvoeren. Niet meewerken aan het opjagen van illegalen. Ze kunnen laten zien dat het leven in een blauwe, Democratische staat, stukken beter is dan in een rode, Republikeinse staat. Het is waar dat 33 van de 50 staten in handen zijn van de Republikeinen, maar drie van de zes meest bevolkte staten, goed voor 71 miljoen Amerikanen, zijn Democratisch. Ze zijn belangrijk als voorbeeldstaten, met als doel het aantal in 2018 en 2020 uit te breiden.

De derde vorm van oppositie is maatschappelijke organisatie. In 1841 viel het de Franse schrijver Alexis de Tocqueville al op: Amerikanen uiten hun burgerschap door zich te organiseren in groepsactie. Zo bieden ze een tegenwicht aan het isolement dat een complexe samenleving meebrengt. Sinds de verkiezing van Trump hebben organisaties als Planned Parenthood, die gezondheidszorg biedt voor vrouwen, inclusief voorbehoedsmiddelen, de American Civil Liberties Union die burgerrechten verdedigt, het anti-discriminatie Southern Law Poverty Center en de Sierra Club miljoenen dollars aan extra giften gekregen. Oppositie met de portemonnee, via maatschappelijke mobilisatie. Wat Republikeinen afbreken, kunnen burgers weer opbouwen.

Amerika zit de komende vier jaar in een rare spagaat. De gemiddelde Amerikaanse burger is veel progressiever dan de uitslag van de verkiezingen doet vermoeden. De enige manier om dat te bewijzen is het te laten zien. Cru gezegd, maak het verschil duidelijk tussen rode en blauwe staten. Toon het alternatief en vraag de kiezer waar hij het liefst zou wonen.

Zoals een vriendin in Californië blijmoedig zei, nadat haar depressie van de verkiezingsuitslag was geweken: als je de nationale politiek je niet bevalt, wordt dan actief op lokaal niveau. Amerikaanser kan het niet.

Deskundige onzin over Trump

Volgens Koen Petersen in de krant zonder mening wil Trump alleen maar herkozen worden. Dat wil namelijk iedere president. Dus Trump ook. Ook Willem Post verkondigde dat soort onzin al. Eén termijn presidenten, oreert Koen, zijn de mislukkingen in het geschiedenisboek. Dat wil Trump niet zijn. Zegt Koen. Hij is deskundig, vooral in de psychologie van de psycho die president wordt. En in de Amerikaanse zaken. Ook heel deskundig.

Laat ik voorop stellen dat niemand weet wat Trump gaat doen. Maar te denken dat een 70 jarige die de tent flink wil opschudden en op die basis onverwacht (en min of meer per ongeluk) is gekozen, zijn presidentschap zou willen temperen om dan later nog een keer vier jaar niets te doen, lijkt me ridicuul. Dat is het probleem met deze deskundigen: ze zoeken een voorbeeld in het (niet te verre) verleden en klampen zich daaraan vast. Dan hoef je zelf namelijk niet na te denken.

Trump is de Amerikaanse Fortuyn. Trump is gewoon Reagan.  Trump wil herkozen worden. Het is de vluchtheuvel van armen van geest om een fenomeen sui generis niet als zodanig te kunnen herkennen.

En historisch klopt het niet eens. James Polk (1845-1849) was een van de meest succesvolle presidenten. Eén termijn, tevoren aangekondigd, vijf doelstellingen, allemaal gerealiseerd, en toen vertrokken. Dát zou een president eens moeten doen. Verder trok Theodore Roosevelt (1901-1909) zich na zijn enige gekozen termijn terug (wel zeven jaar president), deed Calvin Coolidge (1923-1929) dat ook. Truman (1945-1949) werd in 1948 op eigen kracht gekozen maar vertrok ook in 1953. Johnson (1963-1969) werd president in november 1963, gekozen en vertrok.

Tja, als je niet verder kunt kijken dan Carter en oude Bush … Misschien toch eens naar Obama kijken. Die riskeerde juist herverkiezing door stoutmoedig beleid. Zelfs kleine Bush stelde zich helemaal niet voorzichtig op toen hij de domme dingen deed waarvan hij dacht dat ze historisch zouden worden (werden ze ook, maar niet zoals hij bedoelde). Als deze twee de historische regel van de deskundigen hadden gevolgd, dan hadden ze niets gedaan, ingebonden, om vooral herkozen te worden.

Maar wat me vooral verbaasd is dat deze deskundigen Trump zo weinig creatief benaderen, denken dat hij zo voorspelbaar is, meteen door hen doorzien. Kortzichtig en onverstandig. Maar wel heel deskundig.

Klik hier voor Max Westerman over de kletsmajoren in de krant zonder mening die allemaal Obama haatten.

Amsterdam wil helemaal geen Londense bankiers

Wethouder Ollongren van D66 wil af van de strenge bonusregels in Nederland. Ze is bang dat de Londense bankiers anders naar Frankfurt gaan of Parijs.

Ollongren gaat uit van een verkeerde vooronderstelling: dat Amsterdam die bank sector zou willen hebben. Ik ben helemaal voor meer banen, voor economische groei, maar als Amsterdammer denk ik dat de komst van de Londenaren een ramp zou zijn voor de stad.

Het openen ‘for business’ van Amsterdam door VVD en D66 heeft al onzalige gevolgen gehad. Ja, klagen is Amsterdammers eigen, maar de toeristenplaag is echt en een dagelijkse irritatie om het over Airbenb’ende buurtgenoten maar niet te hebben. Die bankiers, die kunnen we missen als kiespijn.

Houden zo, die bonusregels. En als ze inderdaad, zoals Jeroen Dijsselbloem zei, zo gemakkelijk te ontlopen zijn: aanscherpen.

De onbetrouwbaarheid van Marc Rutte

Gelooft u dat de VVD niet met de PVV gaat regeren als ze de kans krijgen? Ik niet.

Ik ben geen expert in de exegese van woordgebruik door de premier maar waarom die rare formule: de kans op deelname van de VVD aan een kabinet met de PVV is nul procent? Waarom niet gewoon gezegd: de VVD gaat onder geen enkele omstandigheid met Wilders regeren? Is wel zo duidelijk.

Rutte heeft te vaak de kluit belazerd.

De reden voor zijn ommekeer, als dat er een is? Hij is bang dat een coalitiemogelijkheid hem stemmen gaat kosten. Want de VVD jaagt niet alleen op de PVV kiezer, maar moet vooral bang zijn dat VVD kiezers weglopen naar CDA en D66 als de deur naar de PVV op een kier staat. Ik weet niet of ze dat al in hun peilingen hebben gezien, en dat Rutte daarom met zijn verhaal komt, maar dat zegt mijn gutfeeling me.