Deval Patrick houdt zijn verstand erbij en is geen kandidaat.

Ik lees vandaag dat Deval Patrick besloten heeft niet kandidaat te zijn voor de Democratische nominatie in 2020.

Patrick who?, zult u zeggen.

Deval was twee termijn gouverneur van Massachusetts, tamelijk succesvol. Daarvoor en daarna zat hij in zaken. Hij ging werken in de financiële industrie, onder andere bij Bain Capital, de organisatie waar Mitt Romney in de jaren tachtig en negentig goed verdiende. Hij is goed bevriend met Obama.

Normaliter zou iemand met Patricks achtergrond vanzelfsprekend in aanmerking komen als mogelijke kandidaat. Niettemin doet hij er verstandig aan om zich terug te trekken, een voorbeeld dat veel mogelijke kandidaten zouden moeten volgen.

De vraag is wel wat voor Patrick de doorslag heeft gegeven. Ik vermoed een combinatie van factoren. De eerste is dat er zoveel Democraten staan te trappelen dat de kans om je te onderscheiden beperkt is. Vervolgens de link met Bain Capital. In het huidige klimaat, kritisch over Wall Street, inkomensongelijkheid en de financiële wereld, helpt dat niet.

Wat we niet zullen horen maar wat ongetwijfeld een rol heeft gespeeld is dat in 2020 een zwarte kandidaat een inherent probleem heeft. Ja, ik weet het, dat mag je niet zeggen, maar dat betekent nog niet dat het niet zo is. 

Een groot deel van het Amerikaanse kiezersvolk is zodanig racistisch, of in elk geval bereid het racisme van Trump en kornuiten te accepteren, dat het direct kiezersproblemen oplevert. De verkiezingen in Florida en Georgia lieten daar wat van zien.

Verder was Barack Obama inderdaad historisch in zijn overwinning maar zijn presidentschap heeft het racisme in Amerika niet verkleind maar vergroot, of in elk geval de zorgvuldig opgeborgen vooroordelen weer naar buiten gebracht. Dat is deels de schuld van de zielloze, ruggengraatloze Republikeinen, deels van de onversneden racistische Trump. Maar ik vermoed ook dat het land de eerste zwarte president moet verwerken op een manier die wat langer gaat duren dan de vier jaar tussen 2016 en 2020.

De Democraten moeten ook oppassen dat ze in 2020 niet verstrikt raken in een narratief waarin ze opnieuw als de partij van minderheden worden weggezet, worden opgehangen aan identiteit. Dat risico lopen ze ook met andere kandidaten, Kamala Harris voorop.

Om vele van de bovenstaande redenen (en nog een paar die met zijn persoon hebben te maken) denk ik ook dat Cory Brooker, senator van New Jersey, geen kans heeft. Maar Brooker is ambitieus en onwillig om zich bij die argumenten neer te leggen. Hij zal er wel voor gaan maar hij wordt, voorspel ik, niet de genomineerde.

Deval Patrick zet een goed voorbeeld. Op tijd uitstappen. Ik schreef gisteren al over het roedel aan bejaarden dat op moet donderen, Joe Biden voorop. Ook anderen die geen kans hebben moeten zich op tijd terugtrekken – ik denk aan de ook bejaarde Elizabeth Warren, van wie ik nog steeds denk dat ze als senator beter en belangrijker is dan als mislukte presidentskandidaat.

De showboat Michael Avernatti, de advocaat van Stormy Daniels, heb ik nooit serieus genomen. Na aanklachten wegens domestic violence heeft hij nu aangekondigd niet kandidaat te zijn. Het maakt geen verschil, maar het ruimt lekker op.

Ga met pensioen, Joe Biden!

Oud vicepresident Joe Biden verkondigde vandaag dat hij van alle vijfenveertig Democraten die nadenken of ze in 2020 tegen Trump aan willen treden ‘de meest gekwalificeerde is’.

Funny, hoe dit werkt. Door deze op de borst klopperij laat Joe zien dat hij juist niet  geschikt is. Ik heb geen idee waarom hij het op dit moment nodig vindt dit te roepen, maar het doet me denken aan de slechtste ‘ik heb nooit iets geleerd van eerdere fouten’ van Hillary Clinton. Wil hij als zwaargewicht iedereen die minder lang heeft meegedraaid (en dat zijn de meeste niet bejaarden) wegjagen? Alsof dat Hillary iets heeft opgeleverd.

In 2016 werkte dat. In 2020 zal het een drama opleveren.

Wat is dan zijn overweging? Hij gaf toe dat hij ‘gaffe prone’ is, bekend staat om domme acties. En ja, ik ben nog niet zo oud als Biden maar ik herinner me hoe hij in 1988 zichzelf buitenspel zette door in zijn toespraken zonder attributie materiaal overnam van Robert Kennedy, Hubert Humphrey en Neil Kinnock. In het laatste geval presenteerde Biden zichzelf als zoon van een mijnwerker…

Voor meer gaffes, klik hier en hier.

Meer substantieel: hij maakte een zootje van de Anita Hill hearings in 1992.

Andere redenen waarom hij in 2020 vooral campagne moet voeren voor iemand anders:

hij is oud.

hij is oud.

hij is stokoud.

hij heeft nog nooit een origineel idee gehad.

Ik mag Joe wel. Als hij in 2016 de kandidaat was geweest, had hij gewonnen. Niet dat we dan vandaag erg gelukkig zouden zijn, maar toch. Joe is een goeie vent. Leuk om een biertje mee te drinken. Leuk om hem te horen zwetsen over zijn kwaliteiten. 

Maar daar moet het blij blijven.

Een succes(je) voor Trump

Donald Trump is een hork, zonder visie voor een langere termijn rol van de VS in de wereld. Er is echter één terrein waarop zijn internationaal beleid het probleem juist analyseert en een soort van antwoord formuleert en dat is de relatie van de wereld met China. Meer dan zijn voorgangers heeft Trump hier de stier bij de horens gepakt en Xi, de steeds dominantere leider van China, uitgedaagd.

De deal die vorige week in Argentinië werd gesloten is, zo begrijp ik uit de meeste analyses, de beste die op dit moment mogelijk is. Dat wil zeggen dat de importheffingen die de VS wilde gaan heffen 90 dagen worden uitgesteld en China de sojabonen opkoopt waar de boeren in Trumpistan mee zitten opgescheept. Voor de rest is niet helemaal duidelijk wat de deal is, aangezien beide partijen hem anders invullen. Dit is de manier waarop afspraken worden gemaakt in het Trump-tijdperk: niet in een uitgedokterde verklaring maar in een soort snel opgeschreven paragraaf die vervolgens alle kanten op waaiert.

De doelstelling van de VS lijkt te zijn dat China zijn top down systeem verandert en allerlei aanpassingen maakt die het voor de rest van de wereld gemakkelijker maken om er te opereren. De doelstelling van China is te voorkomen dat Trump via importheffingen de Chinese economie een zetje geeft richting minder groei. Wat ze in Argentinië besloten is om de kat uit de boom te kijken. Er is weinig kans dat China doet wat de VS wil, China kan rustig wachten of het Mueller- onderzoek de positie van de hork kan verzwakken. In maart ziet Xi wel weer verder.

Het is moeilijk in te zien hoe dit een overwinning van de een of de ander betekent. Een analyse in de Financial Times merkte terecht op dat Trump enige verbale concessies kreeg van de Chinezen zonder dat hij daar zelf iets voor hoefde op te geven (behalve uitstel van heffingen die Amerika zelf ook problemen zouden opleveren). Maar de kop van het artikel ‘Concessies van Xi laten zien dat Trump alle troefkaarten bezit in het handelsdispuut’ lijkt me wat al te veel eer.

Ik ga hier niet op de details in maar het lijkt me dat het China-beleid het enige terrein is waarop de regering-Trump een min of meer doordachte strategie voert. Xi dwarszitten op economisch terrein is minder gevaarlijk dan de confrontatie opzoeken op militair terrein – al zal die confrontatie onvermijdelijk zijn, op termijn. De recente verkiezingsuitslag in Taiwan is een klaroenstoot voor komende problemen.

Door zijn handelsbeleid heeft Trump het Xi moeilijk gemaakt. Dat lijkt me zo gek nog niet. De vraag is wat er gebeurt als China echt in de economische probleemzone komt, maar als de Trump-troepen denken dat de VS beter met een economische crisis om kan gaan dan China dan kunnen ze wel eens gelijk hebben (hoewel beider optreden in 2008 aanleiding zou kunnen zijn om het omgekeerde te betogen). Maar Xi, steeds autoritairder, moet bij economische onrust steeds harder aan de teugels gaan hangen. Gewoon, problemen voor hem veroorzaken, is niet per se de slechtste strategie. Het is het soort beleid dat neocon John Bolton voorstaat.

Ondertussen heeft Trump het belangrijkste middel dat de VS klaar had liggen om China dwars te zitten afgewezen. Het Trans Pacific Pact dat twaalf landen, aanvankelijk inclusief de VS maar zonder China, verbond in een multilateraal akkoord was effectiever dan de puur op transactie gerichte president ooit besefte. Ik heb het al eerder gezegd, mijn vermoeden is dat de VS daar nog op terug gaat komen.

Voorlopig mag je het eens zijn met het hoofdartikel in de Financial Times dat betoogt dat het goed is dat er nu een pauze is ingelast. Tegelijkertijd stelt de krant vast dat de kans dat Beijing zijn modus operandi gaat veranderen bijzonder klein is, simpelweg omdat het het Chinese systeem zou ondermijnen.

Bij alle tegenvallers van de afgelopen weken was het pauze-akkoordje in Argentinië ontegenzeggelijk een succes voor Trump. Minder dan hij claimde, meer dan wat had kunnen gebeuren, namelijk geen akkoord.

Hét beeld van de G-20: Poetin en Mohammad bin Salmans high five. Moordenaars onder elkaar.

Dat beeld van Poetin high fiving met de Mohammad bin Salman is de belangrijkste boodschap van de G-20 bijeenkomst in Argentinië.

Moordenaars onder elkaar. Een high five voor autoritaire leiders. Dit is de wereld die Donald Trump heeft geschapen. 

Macron, May, Rutte: allemaal gingen ze keurig door de pomp voor de Saoedische bendeleider. Hij stond op de groepsfoto aan de zijkant, maar zijn grijns vertelde wat we moesten weten: hij kon er zeker van zijn dat hij wegkwam met zijn moorddadig optreden.

Voor Trump die dit alles mogelijk maakt, zou het een raar beeld geweest zijn – als hij enig idee had van wat er omgaat buiten zijn gut.

Ministers Pompeo en Mattis hadden afgelopen week nog de wrede oorlog die Saoedi Arabië voert in Jemen verdedigd. Moest om Iran in te tomen. Dat was ook het enige argument dat Trump, via Irak-succesnummer John Bolton, kon bedenken: we hebben deze moordenaars nodig om Iran in te tomen.

Tja, Iran heeft Assad in Syrië de overwinning gegeven en daarmee zijn positie behoorlijk versterkt. Zonder Rusland was dat niet mogelijk geweest. Oftewel, Rusland en Iran spelen in dezelfde wedstrijd, al valt hun teamspirit te betwijfelen. Maar waar speelt Saoedi Arabië?

De high five bewees dat Amerika aan de zijlijn staat. Saoedi Arabië doet wat het wil, Rusland speelt iedereen tegen elkaar uit, en de strategische partner  van Israël en Amerika blijkt in Poetin zijn grootste vriend te hebben gevonden.

De high five ging dan ook vooral over de overwinning van de autoritaire leiders op de slappe democratische hap van het westen, leiderloos zonder Amerikaanse president.

George Bush 1924-2018

De gisteren overleden George Herbert Walker Bush, president van 1989 tot 1993, was een nette man, zonder veel ideologische bagage, die zich het bereiken van het Witte Huis als doel had gesteld, maar niet wist wat hij met het presidentschap moest toen hij er eenmaal zat. Wegens dat gebrek aan visie stuurden de kiezers hem in 1992 naar huis. In de jaren zag Bush zijn zoons gekozen worden tot gouverneur van Texas en Florida, zijn oudste zoon werd in 2001 president. Zijn eigen belangrijkste verdienste was het vergemakkelijken van de eenwording van Duitsland na de val van de muur.

Bush groeide op in een welgestelde familie in New England. Terwijl zijn vader Republikeins senator was voor Connecticut verhuisde Bush in de jaren vijftig naar Texas. Daar maakte hij van behoorlijk wat geld nog veel meer geld, en trof een nieuwe thuisstaat, hoewel deze noordelijke, stijve aristocraat nooit echt kon overtuigen als Texaan. Bush onderkende de overgang die Texas doormaakte van een Democratisch naar een Republikeins bolwerk. Hij diende twee termijnen in het Huis van Afgevaardigden maar verloor in 1970 een campagne voor de Senaat.

Daarna knapte Bush klussen op in benoemde posities. President Nixon benoemde hem in 1971 tot ambassadeur bij de Verenigde Naties en twee jaar later tot voorzitter van de Republikeinse Partij. Onder president Ford diende Bush als vertegenwoordiger van de VS in China en daarna korte tijd als directeur van de CIA. In 1980 probeerde Bush de nominatie voor het presidentschap te verwerven maar hij werd door Ronald Reagan al snel op achterstand gezet. Op de Republikeinse conventie slikte Bush de kritiek op Reagan fluks in (hij kwalificeerde diens economische plannen volkomen terecht las voodoo economics) en accepteerde een plaats als kandidaat voor het vicepresidentschap.

Tijdens de Reaganjaren leek Bush ondergesneeuwd te raken bij het conservatieve geweld in Washington. Hij werd meestal snerend bejegend, zowel door conservatieven als door de progressieve pers die veel grapte over zijn gebrek aan overtuigingen. Bush zelf noemde het de ‘vision thing’ en hij gaf grif toe dat hij het niet had. Met enige moeite wist Bush zich in 1987 te onttrekken aan het Iran-Contra schandaal dat Ronald Reagan bijna een impeachment kostte.

Zoals alle vice-presidenten had George Bush grote moeite zich los te maken van zijn voormalige baas. Aanvankelijk leek hem dat in 1988 op te breken in de verkiezingsstrijd tegen Democraat Michael Dukakis, een technocratische gouverneur van Massachusetts, maar uiteindelijk droogde Bush Dukakis af in een van de meest onfrisse campagnes van de twintigste eeuw. Dat was helemaal niet de stijl van Bush, maar het leverde hem het presidentschap op.

Binnenlandse politieke interesseerde Bush nauwelijks, en in de naweeën van de Reagan-jaren leek dat ook minder relevant. De economie deed het goed, alleen hadden de Republikeinen zoals altijd de begrotingstekorten uit de hand laten lopen. In de zomer van 1990 kwam Bush met Congres tot een vergelijk: hij zou belastingen verhogen en het Congres zou de uitgaven verlagen. Het probleem was dat hij de verkiezingen had gewonnen met de one-liner: ‘Read my lips: no new taxes’. Zijn Republikeinse achterban beschouwde het als verraad.

Buitenlandse politiek ging Bush beter af. Toen in Berlijn de muur viel en kanselier Kohl de kans zag om Duitsland te herenigen, slaagde Bush erin de ontstane onrust diplomatiek te temperen. Al bestond zijn actieve optreden vooral uit het sussen van gemoederen en niets doen dat de eenwording kon verhinderen, Bush verdient krediet voor zijn juiste inschatting van de situatie.

Even leek zich alle actie in Europa af te gaan spelen, maar op 1 augustus 1990 bezette Irak buurstaat Koeweit, een westerse bondgenoot. De Iraakse actie was het gevolg van diplomatiek geklungel. Bovendien was de overmoed van dictator Saddam Hoessein een direct gevolg van de steun die Irak tien jaar lang had gekregen bij zjn moorddadige oorlog tegen Iran.

Op bewonderenswaardige wijze smeedde Bush een coalitie van westerse en Arabische landen die Irak een ultimatum stelde: Koeweit moest ontruimd anders zou de coalitie de aanval openen. Irak speelde blufpoker tot het bittere einde maar Bush slaagde erin de coalitie bijeen te houden. Toen werd tot ieders verrassing binnen tien dagen het primaire doel bereikt. Toen Koeweit bevrijd was, besloten Bush en zijn adviseurs niet verder Irak in te trekken om Sadam Hussein de genadeslag te geven. De wijsheid van dat besluit was toen omstreden, maar zorgde voor een snel einde aan de oorlog. Bush kreeg alle lof die hij verdiende en stond op ongekende hoogtes in de opiniepeilingen.

Het zou niet beklijven. Uiteindelijk deed binnenlandse politiek Bush de das om. Bij de rassenrellen in Los Angeles die volgden op de vrijspraak van zich misdragende politiemensen bleek dat Bush weinig begreep van het dagelijks leven in zijn land. Toen het land in 1992 een lichte recessie doormaakte kreeg hij de volle laag.

Daar bleek al iets van in de voorverkiezingen in 1992, waar Bush moeite had ruim te winnen. Toen de Republikeinse conventie uitliep op een opwelling van de intolerantie, aangevoerd door christelijke dominees en rechtse scherpslijpers, een voorbode van de moderne Republikeinse Partij, werd het contrast met de jonge Democraat Bill Clinton wel erg groot. Een derde partij kandidaat, de zakenman Ross Perot, maakte het nog moeilijker om te winnen. Na twaalf jaar Republikeinen in het Witte Huis hadden de Amerikanen behoefte aan een ander geluid. George H.W. Bush zou nooit echt begrijpen waarom het land hem had afgewezen.

Blij dat Halsema mijn burgemeester is.

Nou vooruit dan maar: Femke Halsema, mijn burgemeester, heeft groot gelijk. Een boerkaverbod is on-Amsterdams. Sterker, het is on-Nederlands, hoewel ik met dit laatste goed moet oppassen om dat Buma (die van de ‘boven klasse’) en Rutte tegenwoordig in het haatzaaierskoor zingen.

Het is een domme wet die niets anders doet dan provocateurs helpen die vrouwen met boerka’s op straat gaan sturen om domme politici van dienst te zijn. Het is on-Nederlands omdat we ooit een land waren dat niet opkeek van rare kleding. De enige reden dat boerka’s verboden gaan worden is om anti-moslim activisten een fopspeen te geven.

Halsema heeft niet gelijk dat de wet, dom als hij is, niet in Amsterdam zou gelden. Dat doet hij wel. Maar gelukkig heeft ze weer wel gelijk dat het handhaven ervan een zo lage prioriteit heeft, dat het er niet van zal komen. Dat heeft niet alleen zij zelf zo bedacht, maar de hele driehoek. Dat moeten we dan ook niet doen.

Laatst begon de politie ineens fietsers zonder achterlicht te bekeuren op de Overtoom. En inderdaad, fietsen zonder achterlicht (en heel Amsterdams, door het rode licht), is veel gevaarlijker dan boerka’s. De manier waarop taxi chauffeurs rijden, idem ditto.

Daarom ben ik blij dat Halsema mijn burgemeester is. Dat de Telegraaf in zijn anti-Groen Links campagne een gemakkelijk doelwit heeft, soit, maar de Telegraaf is dan ook heel on-Amsterdams. 

En overigens vind ik ook dat domme politici domme dingen mogen zeggen en dat dus de oliedomme haatzaaier van de PVV niet vervolgd moet worden. Hij verdient onze aandacht niet. Let meer op de meezaaiers van VVD en CDA.

Die Clintons zullen het nooit leren, weten wanneer je op moet donderen.

De Clintons zijn weer op pad. In Toronto begonnen ze hun road show, tickets tussen de 35 en 435 dollar. De kas moet bijna leeg zijn.

Ik begin een repeterende plaat te lijken, maar dat komt toch echt omdat de Clintons, als een soort onuitroeibare pest, de Amerikaanse politiek blijven vervuilen. Wanneer beseffen deze twee nou eens dat ze niet welkom zijn, dat hun tijd is geweest – en werd afgesloten met de dramatische gratieverleningen door Billy op 20 januari 2001?

Het leervermogen van Hillary is nul. Quod erat demonstrandum, zou Baudet zeggen. Oftewel in goed Nederlands: dat laat ze maar weer eens zien.

 

Bandjes afluisteren: Trump en Bolton hebben gelijk.

Ik moet het eens zijn met Trump en zijn oorlogshitser John Bolton (regime change in Iran) dat het voor hen geen enkel doel dient om naar de banden van de moord op Khashoggi te luisteren. Ze kunnen dat inderdaad overlaten aan martelexperts, zoals het hoofd van de CIA. Die weet inderdaad waar ze het over heeft en volgens de berichten zou de CIA ook de Saoedische baas MbS als opdrachtgever hebben geidentificeerd.

Als Trump en Bolton de analyse van de CIA zouden accepteren, zou hun Midden Oosten Strategie (die bestaat uit het beschermen van Israel en het oorlog voeren met Iran) in duigen vallen. De ophef (nou ja) over hun weigering te luisteren is onzinnig. Sorry hoor, hier zitten de media op het verkeerde spoor.

Hun echte onderwerp moet de voorkeur zijn van de president en zijn hulpje om net te doen alsof ze nog onzeker zijn over de opdrachtgever van de moord. Of eigenlijk zelfs dat niet, de psycho zegt ronduit dat het hem niet uitmaakt wat Mohammed bin Salam organiseert aan moordpartijen, of hij het wel of niet gedaan heeft, verandert niets aan zijn onvoorwaardelijke steun voor de man. En het punt dat Trump opnieuw zijn eigen CIA afvalt, mag ook vaker gemaakt worden.

Of de beide heren naar de band hebben geluisterd of niet (ik kan me voorstellen dat ze niet graag een moord horen plegen) maakt dus helemaal niets uit. De steun voor autoritaire moorddadige regimes is onvoorwaardelijk – val ons niet lastig met morele overwegingen. Het is erger dan see no evil, hear no evil. Het is simpelweg: maakt niet uit wat voor evil er gaande is, we zien het, we horen het (van de CIA) en we steunen de moordenaar.