Alleen maar leiders met hulptroepen, geen volksvertegenwoordigers

Niet partijen maar aanvoerders beslisten deze verkiezingen. Rutte, Kaag, Baudet en aan andere kant van de balans Hoekstra, Klaver en Marijnissen. Ik laat Ploumen even buiten beschouwing want Asscher had zijn partij leiderloos achtergelaten. Ik weet nog niet of ik hem dat moet verwijten, het was uiteindelijk zijn eigen achterban die hem kwijt wilde – waarbij nog mag aangetekend dat Asscher zelf in 2107 Diederik Samsom onderuit had gehaald. Werden hier nog rekeningen vereffend? Het doodvonnis was misschien onvermijdelijk voor een ouderwetse partij. Asscher had het wel mogen uitzitten, wat mij betreft.

Terug naar die leiders. Ik klaag al langer over de veelheid aan loopjongens en loopmeisjes die op die lijsten opduiken. Fractiemedewerker is het beste opstapje naar kamerlid. Relatief weinig kamerleden zijn echt volksvertegenwoordigers. Nummer 3 op de VVD lijst, de persoonlijk adviseur van Rutte, wordt nu fractieleider. Pechtold had zich al omringd met deskundigen in plaats van politici en die stroomden dan ook gemakkelijk door naar uitvoerend werk.

Leiders. Waar staan die partijen voor? De NRC breekt zich het hoofd over twee liberale partijen die nu het midden vormen van de Nederlandse politiek (in het artikel ernaast legt Tommy Wieringa het hard rechtse contingent in ons parlement op de pijnbank – nou ja, de nazi verheerlijkend en haatzaaiers, de zevende partij klanten, de chauffeur van Pim: zij lachen erom). Maar liberalisme is niet waarop de VVD of D66 campagne voerden. Het ging om leiderschap, zowel bij Rutte als bij Kaag, en ze wonden er in hun posters en campagne uitingen geen doekjes om.

Ik ben zo langzamerhand hopeloos ouderwets in mijn verlangen naar beginselpartijen, moet ik vaststellen. Beginselen zijn plezierig als je besluiten moet nemen en ze geven de kiezer of het partijlid een idee van richting. Je hoeft niet elke keer weer pragmatisch te overwegen welke kant je op wil, beginselen wijzen die kant aan. En je hoeft niet iedere verkiezing van partij te wisselen. Maar ja, inderdaad, hopeloos ouderwets.

Veel mensen waren blij met de winst van D66, de Telegraaf was blij met de ineenstorting van links, wat dat woord ook nog mag betekenen. Zelf vond ik de winst van Baudet, niet onverwacht na een campagne gericht op corona ongenoegen, het meest verontrustend. Corona ongenoegen kan ik me voorstellen, maar het negeren van de kletspraat in FVD gelederen niet. De kiezer maalt er niet om. Die kiezer geeft er evenmin iets om dat Wilders haat zaait tegen een flink deel van de Nederlanders (Leo Lucassen is de enige die daarover stevig aan de bel trok, zonder veel effect, helaas). De kiezer geeft niets om het opportunisme van Eerdmans en zijn bende.

Je kunt nauwelijks optimistisch zijn over dit resultaat. 28 rechts radicale kamerleden kunnen niet meeregeren. 25 linkse kamerleden likken hun wonden. Het midden is het enige dat overblijft. Niets te kiezen daar. Een schamel resultaat, helaas.

Tijd om PvdA en GL te fuseren

Het was altijd moeilijk om de linkse partijen, dwz. Groen Links en PvdA, aan het fuseren te krijgen, meestal omdat de een won als de ander minder won of verloor. Nu beide verloren hebben, is het tijd om echt samen te gaan.

Zeker, de partijculturen zijn verschillend, maar laten we eerlijk zijn, die van de PvdA is niet meer van deze tijd. Ik heb het al eerder gezegd: dumpen die rode rozen, internationale, al die ouwe meuk die niemand meer aanspreekt. Wat mij betreft komt er nu een Sociaal Democratische Partij, maar misschien is dat te veel PvdA voor GL. Klimaat is nu voor iedereen een top of mind onderwerp, het maakt GL minder relevant, vrees ik. De rest van het linkse programma ligt zo dicht bij elkaar dat je soms niet ziet waar het verschil zit.

Dit is het moment. Nu moet het gebeuren. Fuseren.

D66 gun ik de winst. De partij is over zijn Pechtold erfenis heengesprongen, Kaag heeft het geweldig gedaan.

De Rutte show

Hoorde op Radio 1 vanmiddag discussie tussen Francisco van Jole en Peter Kee, de laatste van Op1, het keuvelprogramma me zoveel vooringenomen gasten. En terugkerende onzin. Ik begreep dat Maarten van Rossem verontwaardigd was omdat hij zijn lulverhaal over het ritselen van een vaccin niet helemaal mocht houden. Let me guess: het is weer tijd voor een Van Rossem time out. Ik denk dat we hem voorlopig niet meer zullen zien.

Terug naar het gekeuvel. De gast gisteravond was blijkbaar Mark Rutte die even kwam binnenlopen en vrijuit nog een rondje kon maken om zijn onaangetaste status te vieren. Kee vond het heel gewoon dat dit gebeurde. Leek me niet.

Frits Abrams suggereerde dat Wilders zou kunnen klagen over het veranderen van de regels voor poststemmen nadat bleek dat ze, typerend genoeg voor deze regering, totaal onvoldoende waren. Ik denk dat Wilders ook zijn andere klacht over de publieke omroep luid kan laten klinken. En verdomd, hij heeft gelijk. Niet over de naar links hellende publieke omroep, dat is totale onzin nu iedereen naar rechts overhelt.

De NRC had gisteren een artikel over de publieke omroep en de absurde verlaging van de ledenaantallen om waardeloze omroepjes als PowNed erbij te houden. Er wordt hard nagedacht over een alternatief, maar niemand leek erg creatief. Ik ben zo vrij te wijzen op mijn herhaalde pleidooi voor een matching funds systeem: de omroepen krijgen evenveel geld als ze aan vrijwillige bijdragen binnenkrijgen. Eens kijken wat we dan overhouden. En NPO of NOS of wat het ook mag zijn, moet gewoon een nationale omroep worden, BBC achtig.

Tenslotte had Hugo de Jonge een ongelukkige ervaring vandaag die helemaal past bij zijn uitstraling als minister. Met een verlopen paspoort vol gaten naar het stembureau? Je verzint het niet, zelfs de belabberde Nederlandse cabaretiers zouden daar niet op kunnen komen. Geen wonder dat er zoveel mis is gegaan. Rutte zat erbij en lachtje. Niet eens in zijn vuistje.

Republikeinen krijgen door dat ze de boot hebben gemist

Volgens Politici realiseren de Republikeinen zich dat ze totaal de boot gemist hebben bij Bidens coronaplan. Het plan van 1.900 miljard dollar om Amerika een plezieriger land te maken (niet allemaal aan corona gerelateerd) is populair bij de gemiddelde Amerikaan. Meer dan zestig procent vindt het een goed plan.

Republikeinen hebben met hun talking points (socialisme, park barrel, te groot, te veel, tekorten) niets bereikt. Zelfs Fox kon er niets mee en is liever overgeschakeld over de cancel culture rondom mr. potato head (don’t ask). Als ze het slim hadden aangepakt in de eerste weken, hadden de Republikeinen een deal kunnen krijgen waardoor ook zij krediet hadden opgedaan voor de wet. Ze weigerden, kwamen met een nonsens plan van 600 miljard dat Biden, terecht, afwees als niet serieus. Dus stemde geen enkele Republikein voor het uiteindelijke plan.

Nog los van de merites vind ik dit een interessante ontwikkeling, of vaststelling, misschien moet je het zo noemen. Toen de Republikeinen in 2017 een belastingverlaging voor de rijken organiseerden en zo de begroting opbliezen en de economie stimuleerden of ouderwetse Keynesiaanse manier – zonder dat dat overigens nodig was – rekenden ze erop dat ze deze geslaagde wetgeving konden uitbuiten in de tussentijdse verkiezingen van 2018.

Dat bleek een totale misrekening. Niemand was geïnteresseerd, niet in het negatieve (de Republikeinen naaien de gewone burger), niet in het positieve (de Republikeinen krijgen de economie aan de gang). Ze verloren die verkiezingen, de Democraten kwamen terug met een grote meerderheid in het Huis. Dat Trump in 2020 nog 73 miljoen stemmen haalde, was niet omdat de burger het wetgevend vermogen van de Republikeinen zo waardeerden.

Je mag vaststellen dat Republikeinen geen idee hebben wat voor soort wetgeving de bevolking wel of niet acceptabel vindt. Je mag ook vaststellen dat de Democraten een lesje geleerd hebben van 2009. Go big and go alone. Probeer niet Republikeinen aan boord te krijgen voor wetgeving die de burgers een beter leven geeft. En, belangrijker nog, claim krediet voor de wetgeving die je wel aangenomen krijgt en wrijf het de opponenten in dat ze tegen stemden.

Dat doen de Democraten nu goed en als er geen rampen gebeuren staan de Democraten er voor 2022 beter voor dan je zou verwachten. Wat raadselachtig blijft is dat de burgers die nu Bidens honingpot waarderen, toch in dergelijk grote getale voor de Republikeinen stemden in 2020. Waar is de disconnect? Dat moeten de Democraten zien uit te vinden. Hun wetgeving en sociale programma’s worden gewaardeerd, maar de burgers zijn niet bereid om de Republikeinen voor hun verkeerde inschattingen te straffen. Een behoorlijke uitdaging.

De afbladdering van Bill Clinton zet gestadig door

Het is interessant om te ervaren hoe het presidentschap van Bill Clinton steeds meer afbladdert. Ik had hem al nooit erg hoog zitten – een gemiste kans – maar ook de fans zijn zo langzamerhand wat minder enthousiast.

Voorop staat natuurlijk zijn gebrek aan discipline, dat niet alleen leidde tot de affaire met Lewinsky en het neutraliseren van welke politieke macht dan ook, laat staan moreel gezag, maar dat ook zijn beleid ondermijnde. Dat begon met de homo’s in het leger – te snel, zonder inbedding – en de stupide benoeming van Hillary tot uitvoerder van het project om ziektekostenverzekering erdoor te krijgen.

Daardoor raakten de Democraten in 1994 het Huis kwijt aan de Republikeinen die onder Newt Gingrich een verdere stap op de weg naar roekeloze polarisatie hadden gezet. Bezorgd over herverkiezing, begon Clinton, op advies van campagnestrategen, met ’triangulatie’, het deels overnemen van Republikeinse standpunten zodat de tegenpartij daar minder geprofileerd mee kon optreden.

Het leidde tot de anti-misdaad wet van 1994 waarover iedereen (zelfs haatdragende Republikeinen) het nu eens is dat hij heeft geleid tot schandelijke criminalisering van vooral zwarte mannen. Om niet te spreken over het gevangeniswezen als private onderneming. De volgende stap was het eindigen van ‘big government as we know it’ door in 1995 de AFDC, de hulp voor alleenstaande moeders, uit te kleden. Pas nu, in 2021, stelt Biden dat beleid bij.

Clinton was er heel tevreden over en herverkiezing in 1996 was geen probleem (al liet hij zich steunen door een Indonesische geldschieter), vooral omdat de Republikeinen de bejaarde Robert Dole inzetten.

Voeg aan dit verhaal nog toe dat in 1999 de Glass-Steagall Act werd ingetrokken, de regulering van de financiële industrie. Het was een Republikeins plannetje maar Clinton had het van een veto kunnen voorzien. Veel analisten wijten de crisis van 2008 onder meer, of in belangrijke mate, aan het ontmantelen van controlemechanismes. Anderen zeggen dat de Act toch al niet meer werkte maar het lijkt er eerder op dat het mogelijk maken dat banken ook voor eigen rekening konden speculeren wel degelijk tot de crisis bijdroeg.

Door zijn Lewinsky gedoe, dat in het me-too tijdperk eindelijk de veroordeling kreeg die het altijd verdiende, veroorzaakte Clinton het verlies van Al Gore in 2000 (niet weinig geholpen door Gore zelf, die belabberd campagne voerde).

Als we tenslotte ook de campagnes van Hillary Clinton, met als hoogtepunt het drama van 2016, tot de erfenis van ranzige Bill mogen rekenen, wordt wel duidelijk dat het Clinton-tijdperk allesbehalve succesvol was. De economie groeide, vooral door de dot-com boom (die in 2001 ook tegen zijn grenzen aan liep) maar daar was het wel mee gezegd.

We krijgen wat we verdienen

Ik kreeg gisteren een flyer in de bus van Sofyan Mbarki, nummer 16 op de PvdA lijst. Ik waardeer persoonlijke benadering, hij krijgt mijn voorkeurstem.

Verder ben ik alleen verbaasd en licht verontrust over deze verkiezingen. Dat is niet over de vraag waarom in Nederland altijd cabaret als vrolijke noot bij een serieus onderwerp gehaald moet worden, zie Jinek. Dat leuk in Nederland nooit leuk is, is blijkbaar mijn heel persoonlijke conclusie. Het gekronkel om zich te verontschuldigen als leuk niet leuk blijkt was typerend.

Erger dan die niet leuke caberetiers vond ik dat een vooringenomen, partijdige journalist aan tafel zat, die van de Telegraaf. Hoe kun je dat in vredesnaam serieus nemen? Een actiekrant die permanent campagne voert tegen D66 en Groen Links (de vluchtheuvel voor columnisten zonder inspiratie is iets over Halsema schrijven) zet zichzelf buitenspel voor dit soort activiteiten. Ik heb het zogenaamde gesprek met Kaag en Rutte niet gezien, maar begreep dat Kaag alle gezeik kreeg van deze journalist met agenda, en Rutte zoete broodjes. Wie is daar verbaasd over?

Allez, dat is de teneur van deze campagne. Ik begrijp dat vertrouwen in Rutte niet zo goed. Geen enkel van de schandalen of politieke salto’s van de afgelopen tien jaar wordt hem aangerekend (niet met de PVV regereren – hij is er trots op -, niet de belachelijke bezuinigingen, niet de Unilever soap, niet de toeslagen en ga zo maar door). Knap werk als je ermee weg kunt komen, maar het doet me afvragen waar de kiezer mee bezig is. Nergens mee, zo lijkt het.

Links zit in de lappenmand sinds de PvdA door Rutte II gekielhaald is. Dat Ploumen niet voor grote winst kon zorgen, verbaast me niet. Wel het verlies van Groen Links – hebben die zo slecht oppositie gevoerd? Ik vrees dat Jesse Klaver zichzelf zal moeten heruitvinden, of wellicht al over zijn houdbaarheidsdatum heen is. Dat Baudet garen spint bij de Jinek capriolen (dank, dank) en het gebrekkig geheugen van de kiezer verbaast dan weer niet. Die kiezer krijgt er Haga en de chauffeur van Pim voor. Good luck.

Eerdmans, bezig aan zijn zesde partij: hoe kan iemand daar nog belofte in zien? Hij heeft zich verbonden met Derk Jan Eppink, beroepsleugenaar in Republikeinse dienst, bij twee kranten eruit gegooid. Zat nou lekker opgeborgen in Brussel, krijgen we die ook weer terug. Dit is de partij van de duikelaars: duw ze onder en ze komen een stukje verderop weer boven, en proberen het nog een keer. Het kan bij ons.

Nee, dan Volt, dat voerde slim campagne, heeft wat te bieden en heeft, denk ik, toekomst. Gelukkig zijn we die malle fraudeur van een Henk Krol kwijt, althans daar lijkt het op.

Grootste probleem is denk ik de timing. Deze verkiezingen gaan over beleid in tijden van corona (nou ja, eigenlijk niet, de incompetente de Jonge, die door Rutte als bliksemafleider wordt gebruikt, is nou niet direct reclame voor deze regering). Hoe kun je dat een succes noemen?

Maar we moeten eigenlijk kiezen over beleid na corona. Waar willen we naar toe? Daar ging het niet over deze verkiezingen en dus zullen we vier jaar zitten met visieloze mensen, een wissel van de wacht tussentijds (als Rutte opstapt en het overdoet aan …..). Het kabbelt maar door. Een land zonder ambitie geleid door een man zonder ambitie en ohne Eigenschaften. We krijgen wat we verdienen.

Een lose-lose situatie voor de Republikeinen.

Polarisatie heeft zijn voordelen. Geen enkele Republikein, noch in het Huis, noch in de Senaat, stemde voor Bidens 1.900 miljard stimuleringsplan. Biden en zijn team gaan ermee de boer ook, wetend dat meer dan zestig procent van de Amerikanen het een prima plan vindt.

De scheve stemverhouding kan nooit goed uitpakken voor die Republikeinen. Stel, alles gaat mis, de inflatie loopt op, de economie raakt oververhit. Reken maar dat ze dan roepen dat ze het altijd wel geweten hebben en ervoor waarschuwden. Maar ja, als het mis gaat dan maakt dat weinig meer uit want krijgen Biden en de Democraten het sowieso voor hun kiezen.

Gaat het goed, niet alleen macro economisch maar vooral wat betreft de impact op ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de Amerikaanse samenleving, dan kan geen enkele Republikein enig krediet claimen. Zo gezien heeft Biden een no-lose strategie gekozen om een beleid erdoor te drukken dat Amerika verandert en dat samen met de Republikeinen niet mogelijk was geweest. No-lose voor Biden, lose-lose voor McConnell.

Alle geleuter over samenwerking, elkaar de hand toereiken, is niet meer dan dat. Er was nooit een kans dat de Republikeinen hieraan zouden meewerken. Ze zullen dan ook geen enkel krediet krijgen en kunnen enkel hopen dat alles misgaat. Enkel roepen dat het misgaat is niet voldoende.

Ondertussen hebben al vijf Republikeinse senatoren laten weten dat zij in 2022 niet meer meedoen, in de meeste gevallen omdat ze geen zin hebben in het Trump-klimaat te moeten opereren. Gegeven het feit dat zittende politici altijd een voordeel hebben, is dat goed voor de Democraten. Ook goed is dat Trump, aandacht verslaafd als altijd, zich met de selectie van de Republikeinse kandidaten zal bemoeien. Ik kan me geen mooier scenario voorstellen.

Roy Blunt van Missouri (de staat van met terroristen heulende vuistjesschudder Josh Hawley) was de meest recente Republikeinse afvaller. Tranen zijn niet nodig, hij deed meestal braaf wat McConnell en de Trump hielenlikkers van hem wilden, de afgelopen jaren maar was een van de weinigen die probeerde samen te werken. Blunt is echter een goed voorbeeld van iemand die door de Trump partij zodanig gecorrumpeerd werd dat hij er zelf niet meer mee overweg kon.

De mogelijke Republikeinse kandidaat in Missouri is oud gouverneur Greitens, die in 2018 ontslag nam nadat hij betrokken was bij de chantage van een vrouw met wie hij een buitenechtelijke verhouding had. Hij werd nooit veroordeeld, de aanklacht verviel. Greitens likt zich sindsdien in bij de Trumpies. Hij is een heerlijke tegenstander voor een Democraat.

Essays van Eula Biss en Jenny Erpenbeck

Ik las de afgelopen weken een paar essaybundels waar ik u deelgenoot van wil maken, of in elk geval u wil inspireren om ze ook te lezen. Mijn ontdekking als schrijfster: Eula Biss, van wie ik na lezing van een interview in de FT twee bundels aanschafte. Ik las ze in de qua tijd omgekeerde volgorde, eerst Having and Being Had uit 2020, daarna Notes from No Man’s Land uit 2009. 

Ik was onder de indruk en geïnspireerd. In Having weer ze dagelijks leven te koppelen aan observaties over de samenleving en ons functioneren daarin. Het mooie van essays is dat ze je aanzetten tot meedenken of, vaker, tot het denken over heel andere zaken die zijdelings met het onderwerp te maken.

Zo moest ik door haar schrijven over angst, bedreiging en projectie van angst denken over iets dat ik in Japan had gezien. Daar zijn in de metro speciale wagons vrijgemaakt, gedurende bepaalde uren, voor Japanse vrouwen. Zo lopen ze niet het risico dat ze geknepen en gekneed worden door de luizige mannetjes. Het probleem is, lijkt me, dat zo’n wagon, een vorm van overgave is. Je accepteert impliciet het gedrag van die mannetjes als onontkoombaar. Het zette me daarna aan het denken over hoofddoekjes of andere vrouwelijke kleding, in sommige culturen gerechtvaardigd met de stelling dat mannen anders niet te houden zouden zijn. 

Ik vroeg me af, in de context van de staatsgreep van Trump, waarom sommige veteranen uit de eindeloze oorlogen binnenlandse terroristen werden, terwijl de Vietnam veteranen vaak eindigden als drop outs. Zou het met een beroepsleger te maken kunnen hebben? Is dat een onvermijdelijk gevolg van mensen die militair zijn als beroep en carrière hebben?

Als het doel van essays inderdaad is je aan het denken te zetten, doen slaagt Biss daarin. Notes gaat impliciet en expliciet over racisme, uitsluiting en vooroordelen. Het eerste essay gaat over telefoonpalen en lynchen, door de eerste historicus die er over schreef gekwalificeerd als ‘een Amerikaanse uitvinding’. Meer dan honderd wetsvoorstellen werden door de racisten in het congres verworpen, zeven presidenten lobbyden voor anti-lynch wetgeving. Het was, jazeker, de senaat die ze altijd weer verwierp. Toen al. Biss duikt een citaat op van Albert Murray in de Omni-Americans dat ik wel ooit las maar weer was vergeten: ‘de zwarte en de blanke gemeenschap in de VS lijken op niemand meer dan op elkaar’. 

Een observatie over het inpikken van een groot deel van Mexico na de oorlog van 1845: ‘opeens waren tienduizenden Mexicanen immigranten zonder ooit verhuisd te zijn’. Ook de angst voor ‘reconquista’ die haatzaaiers in Californië graag aanjagen is interessant. Herverovering in plaats van bevrijding? En over rassenangst: ‘fear is isolating for those who fear. And I have come to believe that fear is a cruelty to those who are feared’.

Biss is een fan van Joan Didion, net als ondergetekende. Ik ben bezig met Didions essays, nadat ik op onze wereldreis in Tasmanië tegen een exemplaar van Sloughing towards Bethlehem aanliep. Ik kan alleen maar zeggen dat Biss een waardig opvolger is. 

Het andere essayboek dat ik las was Not a Novel voor Jenny Erpenbeck, een schrijfster van mooie romans, waaronder het onvolprezen: Go, Went, Gone (Gehen, ging, gegangen) over vluchtelingen in een zichzelf hoogstaand achtende westerse samenleving. Haar boek, een verzameling van incidentele publicaties en lezingen, gaat over grenzen en verandering. Erpenbecks ervaring als 22-jarige van het verliezen van het land waarin ze opgroeide (de DDR) is het terugkerend thema. Het heeft haar geïnspireerd om te gaan schrijven en je leest waarom. 

Haar observaties over schrijvers die ze bewondert, Thomas Mann, Walter Kempowski en Ovidius (ze schrijft dat ze de Metamorfoses nooit helemaal als geheel heeft gelezen, maar erin dipt – ik herken dat). Over de sprookjes van Grimm, in de oorspronkelijke nog niet voor kinderen gekuisde editie. 

In een driedelige lezing over schrijven: ‘If the language that you can speak isn’t enough, that’s a very good reason to start writing … Whenever I have not been able to understand something, have not been able to capture it in words, that’s when I’ve started writing’. Ze vertelt ook over haar boek dat ik (nog) niet gelezen heb, The book of words, over wat woorden betekenen en wanneer en hoe. Het onderwerp: Argentijnse dochter ontdekt dat vader niet echte vader is, maar martelgever en moordenaar van haar vader. Hij stal het kind, zoals dat gebeurde onder Argentijnse dictatuur. Ze ontdekt wie haar moeder is. Moet kiezen. Er zijn geen goede keuzes.

Het curieuze is dat ook Biss over de muur schrijft. No man’s land, de titel van haar bundel, refereert aan de muur. Dat wil zeggen, in haar observatie is niet de muur de grens maar het land er omheen, waar de vluchtelingen werden doodgeschoten. Erpenbeck schrijft over rolschaatsen in doodlopende straten – doodlopend op de muur.

Tomeloos gebrek aan ambitie

Mocht u er nog over denken om op de VVD te stemmen, of, beter gezegd, op Mark Rutte, dan raad ik u aan het interview met hem in de Volkskrant van vandaag te lezen.

Rutte is iemand die alles plat slaat, tomeloos gebrek aan ambitie uitstraalt en net doet alsof er geen maatschappelijke tegenstellingen bestaan. Die wegloopt voor zijn verantwoordelijk voor het toeslagenschandaal: ‘heel veel ging wel goed’. Die de grenzen wil sluiten voor vluchtelingen en zelfs erkend vluchtelingen wil opsluiten in kampen waar ze onze waarden krijgen bijgebracht. Ik vraag met af wat het verschil is met China’s behandeling van Oeigoeren. En als ik dat zo lees, waarom sluit hij dan eigenlijk de PVV uit van meeregeren? Of maakt hij dezelfde draai als in 2010? Dat wordt nog interessant als de haatzaaier met de platslaander mag debatteren. Eensgezind oneens? Ik word opeens bevangen met een vervelend gevoel: hoop dat Wilders hem stevig aanpakt.

Ik begrijp die premier bonus niet zo goed, maar ik vrees dat ik in een minderheid verkeer. Nederland heeft het allesbehalve goed gedaan in deze crisis, al lieten we ons wijsmaken dat we het intelligent fout deden. Rutte is hoofdverantwoordelijk. Heel veel ging wel goed …. Oh, echt?

Dit was een campagne van niets, over een regeerperiode van niets, die gaat leiden tot een nieuwe regering van niets.

Zijn ze al bij u aan de deur geweest?

Het is een oude klacht van me, minder relevant in het corona tijdperk, maar nog steeds relevant: hoe probeert een partij eigenlijk mijn stem te krijgen? Het blijft een pregnant verschil met de VS: ik heb in al die jaren dat ik weer in Amsterdam woon nooit iemand aan de deur gehad die om mijn stem kwam vragen. Nooit. Never.

Ik heb twee folders in de bus gehad: van Volt en van Forum voor Democratie. Aangezien ik geen televisie kijk, heb ik de debatten niet gezien, ik heb er alleen over gelezen en in die context wordt het al gauw een analyse van wie heeft gewonnen. En ik hoor dat de haatzaaier niet naar Nieuwsuur durft te komen maar wel graag debatteert met Rutte. De vraag of dat debat tussen die twee niet afgelast zou moeten worden omdat Wilders niet vrij zou mogen zijn ’to pick and choose’ is zeker relevant. En het antwoord is: ja. Weer Wilders tenzij hij overal komt.

Ik luister wel radio. Met name de gesprekken tussen half zeven en zeven, in Dit is de dag, zijn verhelderend. Er wordt goed doorgevraagd en, wat me opviel bij de lijsttrekkers die ik minder goed kende: de politici zijn best interessant. Dat gold voor Ester Ouwehand van de PVD en gisteren voor de lijsttrekker van Volt, wiens naam ik niet weet maar die een uitstekende argumentatie opstelde voor een pan-Europese partij. Deel van hun typisch Nederlandse maar kosmopolitische benadering: weg met bijzonder onderwijs want kinderen uit alle culturen moeten elkaar ontmoeten: het is me uit het hart gegrepen. Nee, liever geen getto’s van protestants christelijke rechtlijnigheid.

Ook mijnheer Azarkan van Denk was best goed, bereid om te zeggen dat hij het niet iedereen naar de zin kon maken en dus sommige standpunten vanzelfsprekend controversieel waren. Hij was welbespraakt (en goed getraind) en ging bij de eerste de beste vraag over de journalisten en vrije burgers opsluitende grote leider Erdogan een ruzietje aan met Thijs van den Brink. Die was daardoor zo van slag, had ik de indruk, dat er over de loyaliteit aan deze vervelende, ondemocratische en dictatoriale leider niet werd doorgevraagd. Wat vindt Azarkan ervan dat journalisten en gekozen politici worden opgesloten? In de meeste gevallen zonder proces? Het bleef, door Azarkans sluwe ruzietje, bij een open verhaal over de vraag of de EU nu eens duidelijkheid moest geven over de vraag of Turkije bij Europa hoorde.

Ook leuk bij de niet altijd maar vaak wel leuke ironische commentator was het item over 50+ en hun partijstrategie. Het nieuwste conflict is deel van de campagne, iedere dag een nieuwe ruzie tussen de bejaarden, dat is de doelstelling. Mooi item.

Ik heb mijn PvdA poster voor het raam hangen, dus ik ben vooringenomen. Ik heb in mijn omgeving zegge en schrijve 1 andere poster gezien, voor Bij1.

Mijn zonen zijn gecharmeerd van Volt. Voor een van hen is kernenergie (Volt: moet kunnen) een breekpunt. Hij is nog jong en zal ervaren dat er bij elke partij wel iets zit dat een breekpunt is, en bij sommige partijen enkel breekpunten. Voor mij geldt dat ik teveel aan de sociaal democratie ben toegewijd om met de PvdA te breken. Maar het is een partij met meer oude mensen dan jonge frisse gezichten. Als behoorlijk oudere jongere zie ik de partij blijven hangen in ouderwetsheid. Rode rozen, 1 mei, symboliek die zelfs mij niet aanspreekt. Eerlijker en fatsoenlijker terwijl de beuk erin moet. Mijn zonen hebben er niets mee en ik kan het ze niet kwalijk nemen.

Blijft mijn klacht: hoe moet je in vredesnaam besluiten als je alleen maar televisie hebt om lijsttrekkers en de enkele tweede man of vrouw te zien?