Ongefundeerde en wilde verklaringen: Trump beschuldigd. Oh, nee, het was Brennan.

Ik kan u niet aanraden om naar Sandra Huckabee te luisteren in haar voorgelezen verhaal waarom John Brennan, oud-CIA directeur, en een stuk of negen anderen hun security clearance kwijtraken. Normaliter behouden mensen die op het hoogste niveau clearance hadden de mogelijkheid om geïnformeerd te worden (wat niet wil zeggen dat dat ook gebeurt).

Toch is Huckabee’s verhaal wel leuk om te horen. Ze heeft het over wild om zich heen slaan, gebrek aan objectiviteit, ongefundeerde en wilde verklaringen, liegen en opgewonden commentaar geven. Het leuke is als je Brennans naam inruilt voor Trump ze het heeft over haar baas. Enfin, never mind. Luister maar naar wat anders.

Zolang welmenende politici zich laten trollen door de bullebakken, zullen ze verliezen.

Andrew Cuomo, gouverneur van New York, is het niet eens met Andrew Cuomo, gouverneur van New York. Tijdens een ceremonie zei Cuomo, een Democraat met progressieve aanvechtingen, dat Amerika nooit zo ‘great’ was, de het land pas ‘greatness’ zal bereiken als elke Amerikaan ‘is fully engaged’. De luisteraars hielden hun adem in. Sommige applaudisseerden. Cuomo’s hulptroepen schrokken zich een hoedje en deden na de toespraak hun best om duidelijk te maken dat hij het niet zo bedoelde, dat Amerika nu al great was, bla bla bla.

Het is een spektakel dat je de moed in de schoenen doet zinken. Hoe kun je zo stom zijn? Waarom ga je in vredesnaam een pissing match aan met een president die meent dat Amerika wel degelijk ooit great was en met die kreet de verkiezingen won? Een president die betoogt, en daarvoor de handen op elkaar krijgt, dat progressieven zoals Cuomo en zijn Democraten het land naar de Filistijnen hebben geholpen. En dat alleen hij en zijn kornuiten het land weer fantastisch maken. Welke kortzichtigheid verleidde Cuomo om de goot in te gaan met de bullebak Washington? Vechten met een zwijn, in diens modderbad, leidt er vooral toe dat je onder de modder komt te zitten. En het echte zwijn wint altijd.

Het probleem is natuurlijk dat Cuomo gelijk heeft. Een land dat zichzelf half verwoestte in strijd over slavernij, dat honderd jaar na afschaffing daarvan een immoreel segregatiesysteem in stand hield; een land dat ook in de tijd die de nostalgische zwijmelaars het hoogtepunt achten, de jaren vijftig, nog diepe armoede kende en zwarten, homo’s en vrouwen als tweederangs burgers behandelde; een land dat de vrijheid van het westen redde maar niet in staat was, en is, de vrijheidswens van onderdrukte landen te herkennen en in zijn agressief activisme immense schade heeft aangericht; een land waar routinematig tientallen mensen overhoop worden geschoten, dat nog steeds diepe armoede, structurele achterstand en immense ongelijkheid kent; een land dat een gemene bullebak met abjecte ideeën tot president kiest; hoe kan dat land zichzelf als great zien? Was het ooit great? Een deel van de Amerikanen kan misschien dat gevoel hebben, maar het is het soort van greatness dat blind maakt voor de minder goede kanten van hun land. Dat een dergelijke discussie gevoerd wordt, dat deze woorden gebruikt worden, geeft al aan dat Amerika verslaafd is aan zijn oogkleppen, niet in staat is zichzelf te relativeren.

Trump is een geniaal product van dat Amerika. Zijn slogan was buitengewoon effectief. Make America Great Again had en heeft alles om politieke tegenstanders op het verkeerde been te zetten, uit te lokken en af te poeieren. Het impliceert dat er iets goed fout is gegaan, dat het paradijs dat er ooit was, is verloren, en dat daar schuldigen voor zijn, dat het opzettelijk is gesaboteerd. Het impliceert dat er veel werk verricht moet worden om die ideale toestand terug te brengen en dat hij, de man met de slogan, de enige is die dat kan. En dat je, als je er anders over denkt, je deel bent van het probleem.

Cuomo is een kluns, maar voor wie het wil zien ligt in zijn hulpeloze gerommel een diepere les, ook voor Europa. Het ligt de vinger op het probleem van politieke campagnes in een tijd van slogans, social media en alles versimplificerende populisten. Als je het gevecht aangaat op de termen van je tegenstander, dan heb je al half verloren. Dat is de reden dat veel politici in Europa die half meegaan met de populistische kretologie, die zich hun probleemstelling en terminologie laten opdringen, gedoemd zijn door diezelfde populisten te worden ingemaakt.

Zo lang progressieven als Cuomo, maar ook Europese sociaal democraten en andere welmenende politici, zich laten trollen door hun schaamteloze tegenstanders, zo lang zullen ze zichzelf op een achterstand zetten. Ze zullen het gevecht moeten verplaatsten naar een terrein dat in hun voordeel is, een alternatief beleid bijvoorbeeld, met een vergezicht dat op eigen kracht appelleert. Zodat je de trollen kunt negeren in plaats van hun spel te spelen.

John Kasich als Repubikeins geweten.

Misschien herinnert u zich het nachtmerriescenario dat ik een paar weken geleden schetste. Trump blundert door, valt dood neer, trekt zich terug of wordt uitgedaagd door andere Republikeinen. Meer specifiek: John Kasich, de gouverneur van Ohio, of Nikki Haley, de VN ambassadeur. De Democraten gaan spectaculair ten onder in Trump haat en onbeheerst op elkaar inslaan, met, pakweg, twintig kandidaten, onder wie minstens drie die toe zijn aan een rollator. De winnaar: een Republikein als John Kasich.

Misschien herinnert u zich ook dat ik tijdens de voorverkiezingen eind 2015, begin 2016 maar één Republikein zag van wie ik vrij zeker was dat die Clinton kon verslaan: John Kasich. Hmm. Ik had het spectaculair mis, toegegeven. Maar Kasich is van die hele club Republikeinen de enige die er eervol vanaf kwam.

In de huidige Republikeinse Partij, ruggegraatloze Trump volgers, springt Kasich eruit door kritisch te blijven. Trump heeft hem net een steuntje in de rug te geven door Kasich aan te vallen. Kasich zag het, terecht, als een uitgelezen mogelijkheid om zich te profileren voor 2020. Hier het verhaal in de Washington Post.

Het is allemaal nog vroeg. Eerst moeten de Democraten nog maar eens goed winnen in november en dan voorkomen dat ze als wilde honden, elkaar bijtend, rondhobbelen en zo de Republikeinen alsnog een kans te geven in 2020. Want laat u niet misleiden: als deze Republikeinse Partij Trump kwijt is, zal ze even zo makkelijk zich keren tot de volgende mogelijke winnaar die hen aan de macht houdt. Kasich of Haley of Cruz, het maakt ze niet uit. Maar mijn zorg is dat ze met name met Kasich, en in minder mate met Haley, een kans hebben.

Republikeinen hebben geen geweten alleen belangen. Kasich heeft meer te bieden maar hij kan er op rekenen dat de belangengroepen die Trump aan de macht houden hem zullen steunen en het zou me niet verbazen als hij als ervaren gouverneur ook nog andere kiezers aan zijn kar kan binden.

Omarosa geeft Trump wat hij verdient door haar ooit te benoemen

In de Nixon-jaren hanteerde ik altijd een eenvoudige vuistregel: don’t buy books from crooks. Moest je werkelijk Nixon zelf, Haldeman, Dean en al die hele en halve criminelen van een inkomen voorzien? 

Onder Trump lijkt dat opnieuw een goede strategie. Wie zit er te wachten of Sean Spicer of Omarosa Manigault Newman? Deze laatste heeft nu een boek volgepend over haar disfunctioneren in Trumps disfuncionele staf, gelardeerd met talloze bewijzen dat Trump een racist is, en een xenofoob.

Punt is, daar hebben we Omarosa, zoals deze voormalig kandidaat in Trumps realityshow bekend is, niet voor nodig. Dit is de president die zijn campagne begon met het beledigen van alle Hispanics in Amerika. Dit is de president die onder racisten en white supremacy antisemieten in Charlottesville wel goede mensen zag en ze gelijkwaardig vond aan de mensen die daartegen protesteerden.

Dit is de president die het over shitcountries heeft als hij landen bedoeld waaruit mensen maar al te graag immigreren naar Amerika (als je shitcountry Slovenië is, zoals het thuisland van de First Lady, dan is dat okay). Het zou teveel tijd vergen om alle gelegenheden dat Trump zich een racist toonde op te sommen. Hij is het niet waard. Naast Charlottesville verdient zijn campagne tegen de eerste zwarte president een ereplek van racistisch dog whistling. Laten we het daar even bij laten.

Ach, die Omarosa. Ze nam gesprekken op, zelfs in de meest beveiligde ruimte van het Witte Huis. Niets is onmogelijk in het gekkenhuis. Wat we al wisten uit artikelen over haar optreden in het Witte Huis was ze een waardeloze toevoeging was aan de Witte Huis staf maar, eerlijk is eerlijk, dat kwam omdat de baas een dom benoemingenbeleid had. Dat hij nu van Omarosa een koekje van eigen deeg krijgt, is ondankbaar van de dame maar past geheel in de stijl van Trump.

Catfight. Trump en Erdogan, autoritaire types verdienen elkaar.

Wat een genoegen om twee van de meest onplezierige autocraten van de westerse wereld (ik beperk me) elkaar de kop te zien inslaan.

Psycho Trump tegen proto-dictator Erdogan. Leuk. Erdogans schoonzoon stuntelde door een poging om de financiële wereld ervan te verzekeren dat ze de zaak onder controle hadden. Niemand geloofde hem. Erdogans aanhang begint de pijn te voelen maar net als bij de Trump fans is het blijkbaar moeilijk te erkennen dat je een foute, hele foute man op de machtigste positie hebt gezet en de grondregels van democratie de nek hebt omgedraaid.

Trump wil zijn dominee terug, maar maakt zich niet druk over de tienduizenden politieke gevangenen in Turkije, Erdogan gebruikte de coup in 2016 om zijn regiem te vestigen, nu doet hij net of de wereld tegen hem samenspant. Ze verdienen elkaar.

Als de arme Turken het slachtoffer worden is het misschien goed ze eraan te herinneren dat ze Erdogan democratisch dictator hebben gemaakt. Wie verbaast is over zijn optreden heeft niet goed opgelet. Nederlandse Erdogan fans hebben er weinig last van, misschien moeten ze toch eens nadenken over wat ze met hun nationalistische domheid in Turkije zelf mede hebben aangericht.

Als het conflict door-ettert, en waarom zou het niet tussen twee mannetjes die van geen opgeven weten, dan weten we wie het verliest: Erdogan en Turkije. Het zou mooi zijn om hem van zijn hoge toren te zien dalen en toe te geven aan Trump. Kan nog wel even duren. De schade is nog niet groot genoeg.

Triest geval.

Die zelfmoord van mevrouw Dille van de PVV lijkt me een triest geval. Dat ze het slachtoffer werd van een groepsverkrachting door moslims vooralsnog een hersenspinsel. Als niet duidelijk wordt dat dit inderdaad een spinsel was, hebben we een gevaarlijk nieuw niveau bereikt in moslimbashing, waar hopelijk dezelfde autoriteiten die nu allemaal hun medeleven uitspreken tzt ook nog wat over zeggen.

Wat me verbaast is dat Rutte het nodig vond om officieel te reageren.

Vanwaar die Holleeder fascinatie? Nu weer in de New Yorker.

Ik heb inmiddels het artikel in de New Yorker gelezen over onze eigen troetelcriminelen, de familie Holleeder. Er werd met enige trots over geschreven, ik meen in de wakkere krant, dat een Amerikaans blad zoveel aandacht besteedde aan ons Hollands product. Waar een klein land trots op kan zijn.

Het verhaal past in de manier van artikelen schrijven die de New Yorker hanteert. Uitgebreid, langdurig onderzoek, praten met zoveel mogelijk betrokkenen en het dan welluidend, of ik moet zeggen, wellezend, opschrijven. Het gaf me een vreemd, onaangenaam gevoel over dit land, zo beschreven door een buitenstaander die nog geïnteresseerd was in het onderwerp op de manier die Twan Huys ertoe verleidde een ontvoerder en moordenaar te ondervragen alsof de man een interessant specimen was. Voor Nederlanders was Holleeder dat zeker, in de zin van de Nederlandse verslaving aan Bekende Nederlanders die onze kranten en televisieprogramma’s bevolken. Interessant, zo’n moordenaar. Ik weet niet of Huys er ooit spijt over heeft betuigd dat hij de man zo’n platform gaf (zoals hij spijtig zijn eigen domme reactie op de aanslag op de Telegraaf terug probeerde te draaien). Misschien kan hij de moordenaar van Pim Fortuyn boeken.

Het verhaal in de New Yorker draait geheel om Astrid Holleeder, de zus die een bestseller schreef over haar ‘verraad’ van haar broer. Het heeft een vreemde, vervreemdende kwaliteit, dat verhaal. Naarmate het vordert, krijg je het gevoel dat de schrijver (en de lezer) ertussen wordt genomen. Dat hij de speelbal is van een manipulatieve dame en haar omgeving. De details zijn Godfather-achtig, over de prijs van een kogelbestendige auto op Marktplaats, over geheimzinnige ontmoetingen en tenslotte een familielunch op een weinig geheimzinnige plek.

Als lezer vraag je je af wat het doel van dit verhaal was. Waarom moest ik dit lezen? De romantiek van de zware misdaad is wel erg doorzichtig en oppervlakkig. De conclusie dat niet alleen Willem Holleeder maar zijn hele familie begenadigde oplichters zijn is te triviaal om de leestijd te rechtvaardigen. Dat een alcoholische vader met losse handjes disfunctionele kinderen oplevert? So what else is new? Is het dan het verhaal dat een criminele familie erin slaagt BN’er uit te hangen en bestsellers te schrijven over hun verraad – enkel om erop uit te komen dat familie toch de enige band is die telt. Verraad, geweld, bedreiging, maar het is hetzelfde bloed. Ze houden van elkaar.

Zou ik op dezelfde manier gereageerd hebben als het een klassiek New Yorker verhaal was geweest maar dan geplaatst in de VS of god weet waar? Ik kan niet ontkennen dat een zekere vermoeidheid optreedt over dit soort verhalen als je de New Yorker al decennia leest, zoals ik doe. Dit keer stond de herkenbaarheid, de nabijheid en de rare opgefokte Nederlandse fascinatie met het proces (rijen wachtenden, blijkbaar), me tegen.

De Holleeders zijn inmiddels in moorddadigheid overtroffen door Marokkaanse bendes en Balkan criminelen en Nederland is blijkbaar een vrijhaven voor alle soorten drugs (Noord Brabant wordt in het verhaal opgevoerd als productiecentrum). Endstra werd vermoord in Oud Zuid – ik herinner me een verontwaardigde moeder die op hoge toon klaagde dat het toch geen pas gaf dat te doen terwijl de kinderen voor Halloween of iets dergelijks over straat liepen. Vorige week werd een Kroaat overhoop geschoten in de Beethovenstraat. Zo gezien klopt het verhaal in de New Yorker. Het is dichtbij, het is deel van ons dagelijks leven. Wat tegenstaat is de mystificering van iemand als zus Holleeder en daardoor impliciet haar moorddadige broertje.

De oorlog die Trump voert tegen Iran is niet de onze. Laat dat weten.

If you’re not with us, you’re against us. Amerikaanse (Republikeinse) presidenten hebben de neiging om te bullebakken. Trump doet het als vanzelfsprekendheid.

Trump is een economische oorlog begonnen met Iran. Die kan heel goed succes hebben, dat wil zeggen, het leven onaangenaam maken in Iran, vooral voor mensen die hoopten op een opening naar het westen en minder last van de corrupte mullah’s of de militairen.

Volgens de bullebak, vroeger onze bondgenoot en voorbeeld, dreigen Europese bedrijven die gewoon zaken doen met Iran, zoals onder het akkoord was afgesproken, door Amerika geboycot te worden. Ik weet niet hoe dat internationaalrechtelijk zit, wel dat we daar niet mee akkoord mogen gaan.

Amerika heeft een treurige geschiedenis met Iran. In 1953 hielp Amerika de wankele democratie om de zeep en zette de Shah op de troon. In de jaren tachtig hielp Amerika Saddam Hoessein, Amerika’s bevriende dictator van Irak, om de oorlog tegen Iran (door Irak begonnen) vol te houden. Een miljoen doden, ongeveer. Geen wonder dat de retoriek van Iran tegen Amerika is gekeerd, al zijn de inwoners blijkbaar behoorlijk vriendelijk gezind.

Enfin, het is duidelijk waar Nederland moet staan – als Stef Blok even tijd kan vrijmaken van zijn onzinverhalen over integratie: tegenover Amerika. Dit beleid moet worden afgekeurd, wat mij betreft officieel.