Democraten voor 2020: teveel bejaarden

De Washington Post heeft vandaag een artikel over de mogelijke kandidaten voor de Democraten in 2020. Al ben ik het niet oneens met de lijst, hij stemt tot innige treurigheid.

Neem de twee koplopers: Bernie Sanders die 78 jaar oud zal zijn in 2020 en Joe Biden die 77 zal zijn. Voor beide mannen geldt dat ze ‘een kans verdienen’ omdat ze eigenlijk dat in 2016 al verdienden. Zolang beide mannen niet omvallen vanwege hun leeftijd, zullen we met hen rekening moeten houden. Ik word daar heel mies van, deze bejaarden als voortrekkers van het post Trump tijdperk. Inhoudelijk hebben beide ogenschijnlijk contacten met de werkende klasse te bieden maar ik geloof er niets van dat ze verbindend en vernieuwend kunnen zijn.

Op 4 een andere bejaarde: Elizabeth Warren, de senator van Massachusetts, 71 in 2020. Ik heb altijd geschreven dat ze er verstandig aan deed in 2016 geen kandidaat te zijn en de redenen daarvoor (ze is effectiever als senator en mogelijk problematisch als kandidaat). De schrijver van het artikel denkt overigens niet dat ze kandidaat gaat worden maar er zal druk uitgeoefende worden. Op 5 de belangrijkste Democraat in het land: Jerry Brown. Hij staat er voor de vorm want hij is niet zo’n idioot dat hij denkt op 82 jarige leeftijd nog die kar te moeten trekken. Maar opnieuw, een bejaarde. Vier uit vijf van de top vijf. Huil met me mee.

Op 3 de minst bekende van deze groep, denk ik, senator Chris Murphy van Connecticut. Ik kan niet goed beoordelen of hij kans heeft of wil, maar het is een naam om in de gaten te houden.

Kristen Gillibrand, de senator van New York, op 6 was altijd mijn favoriet als je per se een vrouw wilde en als je, net als ik, Hillary Clinton een ramp vond. Ze deed het niet en het is onduidelijk of ze de ambitie heeft. Maar net als Warren en Murphy is ze een effectieve senator en misschien kan ze zich inhouden.

Op 7 en 8 twee van de echte kandidaten. Senator Kamela Harris en vooral senator Corry Brooker van New Jersey hebben nooit bescheidenheid getoond in hun ambities. Ze lopen zich warm en zouden een nieuw gezicht kunnen zijn, al denk ik dat zwarte en vrouwelijke politici in 2020 een achterstand hebben.

Op 9 Andrew Cuomo, gouverneur van New York sinds god weet hoe lang. Hij moet eerst worden herkozen in 2018 maar is simpelweg al baas van een staat als New York in the running.

Senator Sherrod Brown van Ohio stond ook op ons 2016 als die pest van een Clinton niet in de weg had gezeten. Hij was kandidaat voor het vicepresidentschap. Hij is populistisch en progressief, ik weet niet of dat het recept word in 2020.

Dan de zakenlui. Howard Shultz van Starbucks en een aantal andere bekende namen als Oprah Winfrey. Please. Bespaar ons die onzin.

Op 12 ook een naam die in 2016 op de lijst stond, ex gouveneur Deval Patrick van Massachusetts. De schrijver denkt echter dan Patrick geen zin heeft, hij heeft nu een baan bij Bain Capital.

Op 13 Tim Kaine, Clintons vp kandidaat. Wordt het niet, overtuigde niet en heeft niet de energie en creativiteit die nodig is. Op 15 staat Mark Zuckerberg maar ik vermoed dat dit enkel is omdat hij overal genoemd wordt. Ik zie het niet gebeuren (de auteur trouwens ook niet).

Pas op 14 zit iemand die volgens mij wel wil en wel interessant is, burgemeester Eric Garcetti van Los Angeles. Het is waar dat burgemeesters niet direct een bron van presidentschappen zijn (alleen Grover Cleveland, van Buffalo), maar Los Angeles is geen dorp.

De conclusie moet zijn dat er nog geen zwaargewichten op de lijst staan, behalve de bejaarden maar ik heb de neiging (of de hoop) hen terzijde te zetten. Van de rest ben ik nog niet onder de indruk al denk ik dat Garcetti interessant kan zijn.

Nog meer grootste, beste, krachtigste whatever …

Je moet het de psycho nageven: hij beloofde dat we genoeg zouden krijgen van zijn overwinningen. 

Hij houdt woord. Na de grootste, mooiste, krachtigste en meest destructieve orkaan in Houston, levert de psycho nu de superstorm, groter nog, vernietigender nog in Florida. 

Half werk doet Trump niet aan. Vannacht was er de grootste, krachtigste en nog zo wat aardbeving in Mexico.  Sterkste aardbeving in honderd jaar!

En dat in de week dat hij de Republikeinen in de grootste zeik zette die ze sinds jaren hadden meegemaakt. Op bezoek bij de psycho werden ze overvallen door Trump en Ivanka (‘papa, ik wil meegaan naar North Dakota) en het bericht dat ze genaaid waren door hun president. Zelfs de supermeegaande Mnuchin (beroemd als joods verdediger van Charlottesville antisemitisme) was verrast.

Verrassing op verrassing: zouden we er ooit genoeg van krijgen?

Die beelden staan niet voor de confederatie, ze staan voor segregatie

Wat een tegenvaller, dat artikel van de meestal verstandige Ian Buruma in de NRC over de standbeeldenwoede. Het gaat maar gedeeltelijk over de confederale beelden maar dat is de aanleiding voor zijn verhaal. En daarover vliegt hij wat mij betreft flink uit de bocht.

Buruma stelt dat veel zuiderlingen hun nederlaag in de Burgeroorlog nooit hebben kunnen accepteren. De Confederatie ‘waar zij ooit voor vochten’ is nog steeds iets om trots op te zijn. Soit, geeft hij toe, er zit ‘wel een racistisch tintje’ aan dat gezwaai met de confederale vlag.

Zijn conclusie is dat de wonden van de Burgeroorlog nooit zijn geheeld en dat het Zuiden armer is en lager opgeleid dan andere delen van het land.

Tja, waar te beginnen? Honderdvijftig jaar na het einde van de Burgeroorlog zijn er nu nog zuiderlingen die die nederlaag moeilijk kunnen accepteren? Gimme a break. Die trots zijn op waar ze voor vochten. Bull. De meesten van die idioten weten nauwelijks iets van hun geschiedenis maar weten verrekt goed wat de waarde van symbolen is.

Er is de Burgeroorlog en er is de nasleep ervan, de Amerikaanse apartheid die segregatie betekende. De Burgeroorlog en de Confederatie zijn deel van de Amerikaanse geschiedenis, ook die van het Noorden. Geaccepteerd door iedereen en zelfs degenen die ooit echt vochten (in plaats van de roeptoeters van nu) konden elkaars waarde en eergevoel waarderen.

Het is niet de Burgeroorlog die het probleem is. De segregatie, het racisme en het bloedzuchtige beleid om zwarten niet nog eens slaven te maken maar wel als tweede rangs burgers te houden. En, niet te vergeten, om de arme blanken in het Zuiden (de meeste blanken waren arm), via racisme eronder te houden. Ook die armoede waar Buruma het over heeft is daar het gevolg van.

Mensen die anno 2017 met confederale vlaggen zwaaien zijn niet trots op hun Confederale verleden, ze willen laten zien dat ze gewoon nog net zo racistisch zijn als hun voorvaderen en vooral willen ze dat inpeperen aan zwarte Amerikanen die zich ontworsteld hebben aan hun haatmodel. De beelden van respectabele militairen, weliswaar in opstand tegen hun eigen regering maar goed, kleinigheidje, vallen op die merites te waarderen. Maar de vlagzwaaiers en racisten hebben zelf een item gemaakt van die beelden door ze als gouden kalveren van hun verloren segregatie te gaan waarderen. Daar ging de demonstratie in Charlottesville over, niet over een beeld meer of minder of, zoals de psycho president beweerde, het afnemen van cultuur of geschiedenis.

Zoals Buruma eerder in zijn verhaal opmerkt zijn de standbeelden opgericht ver na de Burgeroorlog. Niet omdat ze toen pas de centen hadden of acuut historisch bewustzijn maar omdat ze symbolen wilden opzetten voor hun racisme, voor hun segregatie. Nu worden die beelden en vlaggen opnieuw gebruikt voor dat doel, daarover lieten de neonazi’s geen misverstand bestaan. Daarom valt de oude historische reden weg en zijn de standbeelden symbolen van haat geworden.

Buruma’s laatste woorden dat het verwijderen van de beelden het alleen maar erger kan maken (het = deze lui stemmen op Trump omdat ze zich vergeten voelen) zijn een testimonium paupertatis. Ze zijn ook een onzalige afsluiting van een belabberd verhaal, Buruma onwaardig.

De werkelijkheid is dat het Zuiden arm is en op achterstand staat omdat het zich honderd jaar lang wentelde in racisme, omdat een wrede elite de blanke onderklasse uitbuitte en onder de duim hield door hun rassenhaat te versterken. Kijk nog eens naar de beelden van James Meredith toen die naar zijn universiteit probeerde te gaan, of Little Rock in 1958, of George Wallace’s ‘segregation now, segregation forever’.

Het Zuiden is in veel opzichten geen spat verbeterd. Kijk naar de kiesdistrictenindeling en de voorwaarden voor kiezersregistratie in North en South Carolina. Kijk naar de publieke voorzieningen op het platteland, kijk naar minister Jef Sessions, ook zo iemand die de segregatie nooit achter zich heeft gelaten – of was het de burgeroorlog?

Obama’s erfenis blijkt populair

Het is aardig om te zien hoe substantieel de erfenis van Barack Obama is en hoe moeilijk het is voor de Republikeinse obstructionisten om hem af te breken. Zijn programma’s blijken – wie had dat gedacht? – populair te zijn.

De Republikeinen gingen eerst op hun bek met Obamacare, nu met de Dreamers. Iedereen ziet dat dit een redelijk en humaan programma is – behalve natuurlijk Jef Sessions die uit Alabama nogal afwijkende ideeën over humaniteit heeft meegebracht. Trump heeft geen idee wat hij aan het doen is. Sessions wel.

Hopelijk gaan de Republikeinen ook hier op hun bek.

Houston als symbool van Amerika’s overheidsafkeer

Orkaan Harvey die in augustus Houston onder water zette, biedt een staalkaart van wat amerika Amerika maakt. Er was burenhulp, er waren moedige mensen, zelfs een president die moeizaam want met enige bescheidenheid zijn medeleven toonde. Maar los van die uitingen van sociale samenhang die in de moderne VS al te zeldzaam zijn, waren er de even herkenbare omstandigheden die van deze ramp een specifiek Amerikaanse ramp maakten.

Dat begint al bij Houston en de plek waar de stad ligt. Het was een accident of history dat in een moerassig gebied met onaangename leefomstandigheden een nederzetting kwam. Amerikanen bouwden steden op plekken waar dat niet erg verstandig was. In aardbevingsgebieden, in een semiwoestijn zonder drinkwater, omringd door ontvlambare bossen, vlak bij rommelende bergen. Los Angeles, Miami, Seattle en New Orleans zijn andere voorbeelden van kwetsbare steden. Natuurrampen zijn vast onderdeel van Amerikaanse geschiedenis.

Houston groeide en groeide en was er trots op dat de stad geen regels kende voor bouwvergunningen. Dat was de Texaanse manier om zaken te regelen: ze niet regelen. De gebieden die overvloedig water rondom Houston natuurlijk regelden werden volgebouwd, asfalt sloot de bodem af. Iedereen wist wat de risico’s waren: Harvey was de derde storm die maar eens in de 500 jaar voorkomt in het afgelopen decennium. Maar Amerikanen en zeker Texanen hebben een hekel aan overheidsregulering. Ze hebben een hekel aan de overheid. Lobbyisten voorkwamen dat er een verzekeringsprogramma was voor overstromingen. In een pro-business omgeving zoals Houston die claimde passen geen regels.

Texaanse politici zijn van het onbehouwen ideologische soort: Senator Ted Cruz, in 2016 presidentskandidaat, is er een haast clichématig voorbeeld van. Cruz en zijn collega senator John Corbyn voerden in 2015 campagne tegen overheidshulp voor de slachtoffers van de orkaan die toen een deel van New Jersey en New York onder water zette. Cruz en zijn conservatieve soortgenoten hebben een vast patroon: ze zijn tegen overheidsbemoeienis behalve als hun achterban de overheid nodig heeft.

Vorige maand nog probeerden Cruz en andere Republikeinen honderden miljoenen dollars weg te halen bij FEMA om Trumps muur te financieren. Het past allemaal in een patroon waarin de Republikeinen de overheid verzwakken en afbouwen totdat ze hem nodig hebben en dan melken ze hem ongenadig uit. Trump was daar goed in als onroerend goed krabbelaar. Maar het is, vrees ik, een kenmerkend deel van de Amerikaanse samenleving.

De PvdA voorzitter die de partij niet nodig heeft

Het is moeilijk om nog teleurgesteld te raken in de PvdA maar de oogst aan voorzitters kandidaten is wel heel armoedig. Deze mensen gaan niet voor de revolutie zorgen die ik graag zou zien en die volgens mij nodig is om de sociaal democratie te redden. (klik hier)

Nu er geen fantasie aan de partijkant valt te bespeuren, betekent dit dat Asscher de kar helemaal alleen moet gaan trekken. Ik had en heb daar weinig vertrouwen in. De onderwijszeperd was korte baan schaatsen, deze negen kamerleden zullen met wat meer substantie moeten komen.

Wilders heeft gewonnen zonder te winnen

Je zag het al tijdens de verkiezingscampagne: de VVD maar vooral het CDA schoven op naar Wilders. Met een laagje dat pretendeert dat ze beschaafd nationalistisch rechts zijn, speelden beide partijen op het winnen van potentiële Wilders (of Baudet) afvalligen. Met succes. Iedereen feliciteerde zichzelf met het afstoppen van de haatzaaier, zonder zich te realiseren dat het gedachtegoed van de haatzaaier nu gemeengoed is geworden.

In zijn Schoo-toespraak (Elsevier weet heel goed wie het daarvoor uitkiest – het heeft zelf ook een agenda) maakte Buma duidelijk dat de tournure van Maxime Verhagen voor Rutte/Wilders geen toeval was. Er werd toen een hoop over gejeremieerd – om in stijl te blijven – maar als ik Buma hoor dan vraag ik me af wat toen het probleem was. Zijn identiteit is niet een identiteit waar ik me mee kan vereenzelvigen en dat geldt voor heel wat mensen, schat ik zo. Net zo min als Wilders doet Buma pogingen om die identiteit te definiëren, afgezien van wat geneuzel over het Wilhelmus.

Nou moet ik toegeven dat de PvdA met zijn burgerschapstoets ook al een eind in deze verkeerde richting op is geschoven. De nieuwe regering bindt voor deze richting ook D66, nominaal liberaal en virtueel progressief (en ook niet meer dan dat), en de CU aan zijn zegekar. Baudet geeft haatzaaierij een laagje corporale zelfverzekerdheid. Wilders wint zonder te winnen.