Die beelden staan niet voor de confederatie, ze staan voor segregatie

Wat een tegenvaller, dat artikel van de meestal verstandige Ian Buruma in de NRC over de standbeeldenwoede. Het gaat maar gedeeltelijk over de confederale beelden maar dat is de aanleiding voor zijn verhaal. En daarover vliegt hij wat mij betreft flink uit de bocht.

Buruma stelt dat veel zuiderlingen hun nederlaag in de Burgeroorlog nooit hebben kunnen accepteren. De Confederatie ‘waar zij ooit voor vochten’ is nog steeds iets om trots op te zijn. Soit, geeft hij toe, er zit ‘wel een racistisch tintje’ aan dat gezwaai met de confederale vlag.

Zijn conclusie is dat de wonden van de Burgeroorlog nooit zijn geheeld en dat het Zuiden armer is en lager opgeleid dan andere delen van het land.

Tja, waar te beginnen? Honderdvijftig jaar na het einde van de Burgeroorlog zijn er nu nog zuiderlingen die die nederlaag moeilijk kunnen accepteren? Gimme a break. Die trots zijn op waar ze voor vochten. Bull. De meesten van die idioten weten nauwelijks iets van hun geschiedenis maar weten verrekt goed wat de waarde van symbolen is.

Er is de Burgeroorlog en er is de nasleep ervan, de Amerikaanse apartheid die segregatie betekende. De Burgeroorlog en de Confederatie zijn deel van de Amerikaanse geschiedenis, ook die van het Noorden. Geaccepteerd door iedereen en zelfs degenen die ooit echt vochten (in plaats van de roeptoeters van nu) konden elkaars waarde en eergevoel waarderen.

Het is niet de Burgeroorlog die het probleem is. De segregatie, het racisme en het bloedzuchtige beleid om zwarten niet nog eens slaven te maken maar wel als tweede rangs burgers te houden. En, niet te vergeten, om de arme blanken in het Zuiden (de meeste blanken waren arm), via racisme eronder te houden. Ook die armoede waar Buruma het over heeft is daar het gevolg van.

Mensen die anno 2017 met confederale vlaggen zwaaien zijn niet trots op hun Confederale verleden, ze willen laten zien dat ze gewoon nog net zo racistisch zijn als hun voorvaderen en vooral willen ze dat inpeperen aan zwarte Amerikanen die zich ontworsteld hebben aan hun haatmodel. De beelden van respectabele militairen, weliswaar in opstand tegen hun eigen regering maar goed, kleinigheidje, vallen op die merites te waarderen. Maar de vlagzwaaiers en racisten hebben zelf een item gemaakt van die beelden door ze als gouden kalveren van hun verloren segregatie te gaan waarderen. Daar ging de demonstratie in Charlottesville over, niet over een beeld meer of minder of, zoals de psycho president beweerde, het afnemen van cultuur of geschiedenis.

Zoals Buruma eerder in zijn verhaal opmerkt zijn de standbeelden opgericht ver na de Burgeroorlog. Niet omdat ze toen pas de centen hadden of acuut historisch bewustzijn maar omdat ze symbolen wilden opzetten voor hun racisme, voor hun segregatie. Nu worden die beelden en vlaggen opnieuw gebruikt voor dat doel, daarover lieten de neonazi’s geen misverstand bestaan. Daarom valt de oude historische reden weg en zijn de standbeelden symbolen van haat geworden.

Buruma’s laatste woorden dat het verwijderen van de beelden het alleen maar erger kan maken (het = deze lui stemmen op Trump omdat ze zich vergeten voelen) zijn een testimonium paupertatis. Ze zijn ook een onzalige afsluiting van een belabberd verhaal, Buruma onwaardig.

De werkelijkheid is dat het Zuiden arm is en op achterstand staat omdat het zich honderd jaar lang wentelde in racisme, omdat een wrede elite de blanke onderklasse uitbuitte en onder de duim hield door hun rassenhaat te versterken. Kijk nog eens naar de beelden van James Meredith toen die naar zijn universiteit probeerde te gaan, of Little Rock in 1958, of George Wallace’s ‘segregation now, segregation forever’.

Het Zuiden is in veel opzichten geen spat verbeterd. Kijk naar de kiesdistrictenindeling en de voorwaarden voor kiezersregistratie in North en South Carolina. Kijk naar de publieke voorzieningen op het platteland, kijk naar minister Jef Sessions, ook zo iemand die de segregatie nooit achter zich heeft gelaten – of was het de burgeroorlog?