Amerika’s eigen kolonie

Meer dan een week nadat op Puerto Rico drie miljoen Amerikanen in de problemen kwamen na de orkaan Maria, is de psycho wakker geworden. Eerst was er geen interesse, nu heeft de regering ontdekt dat die halfhartige houding een probleem is geworden. Actie.

Waarom viel iedereen over zijn eigen benen toen het ging om Houston en Florida? Ah, well, kleinigheidje. Puerto Ricanen zijn wel Amerikaan maar ze mogen niet stemmen. Het is Amerika’s bloedeigen kolonie. Geen stemmen, geen politici. Die hadden het trouwens weer te druk met de erfenis van Obama ondermijnen.

Er zijn tweede rangs Amerikanen. Derde rangs. Ze wonen op Puerto Rico.

Meer bewijs voor het uit elkaar vallen/groeien

Volgens een rapport van de Economic Innovation Group, een think tank, wonen meer dan 50 miljoen Amerikanen in districten die nog steeds in een voortgaande recessie zitten, met dalende werkgelegenheid en een krimpend ondernemersbestand.

Het gaat om postcodes die worden gedefinieerd als ‘distressed communities’, gebieden waar het aantal ondernemingen daalt, waar de lokale bevolking een laag mediaan inkomen heeft, minder dan gebruikelijk participeert in de arbeidsmarkt, hoge niveaus van armoede en lage opleidingsniveaus kent.

Zuidelijke staten zijn goed voor meer dan de helft van deze gemeenschappen. Alabama (waar Trump deze week campagne voerde), Arkansas en Louisiana horen daartoe, en Mississippi is de staat met de slechtste prestaties: 43 procent van de bevolking woont in distressed communities, minder dan 1 procent in Utah. Het drama voor deze bevolkingsgroepen is dat ze allemaal wonen in rode staten waar hoop op verbetering minimaal is.

De slechtste gebieden, zegt het rapport, kenden de afgelopen vijf jaar een 6 procent daling in banen, terwijl de best presterende gebieden 25 procent groei zagen. ‘De elite gemeenschappen kennen ‘een spectaculaire mate van groei en welvaart’ terwijl in de slechtste gebieden ‘het kleine beetje economische stabiliteit dat er is snel erodeert’.

Het rapport stelt dat dit een al lang gaande ontwikkeling is maar dat het gat steeds groter wordt en dat de gebieden in omgekeerde richting bewegen, van elkaar af.

Klik hier voor het hele rapport en de toelichting.

Republikeinse successen: 17 jaar niets

De Republikeinen, ooit een trotse bestuurderspartij, hebben de afgelopen zeventien jaar niets, nul, nada tot stand gebracht. Nou ja, twee belastingverlagingen onder kleine Bush, leidend tot enorme tekorten, en in 2001, voordat de Cheney bende de zaak overnam, de Leave no Child Behind wet, samen met de Democraten en door de GOP gedumpt zodra ze konden.

Het blijft verbazen, die vasthoudendheid, die gemeenheid, die domheid, die eindeloze pogingen om Obamacare te vervangen met iets dat twintig a dertig miljoen mensen slechter af maakt enkel om de belasting voor de rijken te kunnen verlagen. Wat zit erachter? Niet de wens van de kiezers.

Als Republikeinen het over ‘achterban’ hebben en wat ze die beloofd hebben, dan gaat het over de financiële belangen, de Kochs’, de Mercers, de rijken van Amerika, aan wie ze zich met huid en haar hebben uitgeleverd. Het is erger dan een schande, het is onbegrijpelijk dat mensen met enig ethisch en moreel gevoel zich ervoor lenen.

Trump, ach die weet niet beter. Je raakt gewend aan zijn cynisch onvermogen. Maar vicepresident Mike Pence, die weet wat hij doet. Die is niet cynisch, die is een actieve obstructionist als het in zijn kraam te pas komt. Een echte Republikein. Breidde in Indiana Obamacare uit omdat daar veel mensen bij geholpen waren en staat nu klaar om de wet de nek om te draaien. Lees het hier in Slate.

Populistisch niksisme rukt op

Wat is er gaande? Conservatieven lijken helemaal geen ideeën meer te hebben. Het neoliberale evangelie heeft vooral pijn opgeleverd. Na zes jaar crisis gaat het beter maar had die crisis zo diep moeten zijn als de conservatieven ons opdrongen? Cultureel is conservatisme net zo bloedeloos als Buma en net zo opportunistisch nihilistisch als de VVD van Rutte en Zijlstra.

De sociaal democratie staat ondertussen zonder kleren te monkelen over alles wat er fout gaat, over niet goed uitleggen, over niet in staat zijn vier jaar Dijsselbloem te rechtvaardigen (mijn wielerclub, zonder uitzondering VVD stemmers, valt ook zonder uitzondering om van bewondering voor Dijsselbloem). De huidige lichting PvdA heeft niets te bieden, vrees ik. De malloten die in de opkomst van Schulz, pakweg een jaar geleden, bewijs zagen dat één nieuw gezicht de zaak kan redden (Aboutaleb!, een vrouw!), hebben gisteren gezien dat dit niet voldoende is.

De sociaal democratie zit in de hoek waar de klappen vallen maar Merkels CDU laat ook zien dat de middle of the road conservatieven niet veilig zijn. Dat had het CDA al eerder gemerkt en dat probeert Buma te repareren. De VVD veegt alleen zijn eigen straatje schoon. De combinatie van beide, met de haatzaaier en de pseudo intellectueel, doet vermoeden dat we voor langere tijd in dit deel van het politiek spectrum opgesloten zullen zitten.

Maar het resultaat is niet zozeer een verrechtsing van de politiek, laat staan een conservatieve golf, maar een verdomming van de democratie. Ideologie is weg, afgedankt, afgeschud. Alleen er is niets voor in de plaats gekomen. Trump als volksmenner zal, vrees ik, geen uniek verschijnsel gaan blijken. Het enige tegengif is een behoorlijk oppositie, maar die moet dan wel wat te melden hebben – een ideologie, een visie, een wereldbeeld.

Ik ben pessimistisch.

Buma’s CDA

Mooi artikel in de NRC over de rechtse draai van het CDA onder Buma. Terecht wordt gevraagd of de keuze onder Verhagen voor regeren met de PVV niet eerder vanzelfsprekend was dan een uitzondering. Nu de judeo christelijke cultuur moet worden bezongen met het Wilhelmus, en na een verkiezingscampagne waarin Buma (en Rutte) de haatzaaier aftroefden in, nou ja, haatzaaien, is duidelijk waar het CDA van Buma staat.

D66 en de CU zullen de prijs betalen.

Trol afgedropen

Voor degenen die de avonturen volgen van de grote vriend van onze parlementaire huisintellectueel, Thierry Baudet (zie foto op de Trump conventie): laat u niet deze zeperd van Yiannopoulos ontgaan. Hij moest zijn ‘free speech rally’ in Berkeley afgelasten. Een later straatfestijn eindigde met de aftocht van deze lelijke trol, die van Cicero nog nooit gehoord heeft.

Hieronder: Thierry met goede vriend. Aan zijn vrienden herkent men iemand, was dat niet de zegswijze?

Meer racisme van de psycho

Ach ja, wat moet je er van zeggen? Zou de psycho zijn hand overspeeld hebben met dat gezeur over de meest populaire maar domste en gevaarlijkste van de Amerikaanse sporten? Ik betwijfel het.

Het past simpelweg in zijn modus operandi. Hij gaat naar Albama, de staat van zijn huisracist Jeff Sessions, om een volslagen idioot (Moore, de rechter die de tien geboden in het gerechtsgebouw zette en homohuwelijken weigerde) tegen te houden senator te worden in een van de meest conservatieve en domste staten van Amerika. Trump deed waar hij goed in is (waar Republikeinen goed in zijn) racistisch optreden zonder dat zo expliciet te doen dat het onaanvaardbaar is voor iedereen.

Deze whistledog politics, racisme op een hoge toon die alleen hoorbaar is voor wie er oren voor heeft, past hem en zijn partij als een handschoen.

Nee, dit kost hem niets wat hij al niet kwijt is.

Maar het is ook op ander terrein bekend Trump patroon. Deze week beslist de Republikeinse Senaat opnieuw over een aanslag op de gezondheidszorg van 20 miljoen Amerikanen. Waarom? Niemand die het echt weet maar vooral om niet met lege handen te staan na zeven jaar aanvallen op Obamacare. Het lijkt erop dat de laatste senatoren van Alaska en Maine niet kunnen worden omgekocht met extra geld om Obamacare te blijven financieren (!). In mijn cynischer buien zou ik hopen dat de Republikeinen slagen, dat ze Obamacare om zeep helpen en dat ze voor alle Amerikanen, vooral de dommeriken die denken dat ze iets van Trump en zijn maten te verwachten hebben, kunnen ervaren wat het betekent om door deze lieden geregeerd te worden.

Het lijkt erop dat de football onzin het nieuws zal domineren, het volgende debacle verhullend. Op naar de belastinghervorming, een raar woord voor een verlaging voor de rijken en het opjagen van de tekorten, iets dat Republikeinen altijd doen – ik blijf het herhalen.

En dat broodnodige infrastructuur plan en al die banen? Forget it. De psycho is te druk bezig Kim als een maniakale idioot te beschrijven. It takes one to recognize one.

De heiligverklaring van Ronald Reagan

Dit is een bewerking van een deel van Geschiedenis van de Verenigde Staten dat op 27 september bij Boom uitkomt.

Soms kan een pijnlijk verlies goed uitpakken. In juni 1976 verloor Ronald Reagan op het nippertje de strijd om de Republikeinse nominatie van zittend president Gerald Ford. Pas op de conventie moest hij de handdoek in de ring gooien. In een ongemakkelijk optreden van beiden plaatste Reagan zich achter de kandidaat van zijn partij. Hij gaf een mooie toespraak waarin hij zijn nederlaag toegaf maar tegelijkertijd de rede van Gerald Ford overschaduwde. Op 2 november 1976 verloor Ford vervolgens van Jimmy Carter. Uiteraard was Reagan teleurgesteld. Het zou echter zijn geluk blijken dat Reagan in 1976 achter het net viste én dat zijn Ford verloor.

Ronald Reagan was op dat moment was hij een van de meest ervaren Republikeinen van het land. Veel buitenlanders zagen hem als een B-acteur, maar hij had twee termijnen als gouverneur van Californië achter de rug, van 1967 tot 1975. Toch was hij door president Nixon gepasseerd voor het vicepresidentschap toen Spiro Agnew in 1973 af moest treden. Ook president Ford koos niet voor Reagan toen hij op zijn beurt een vicepresident zocht na Nixons aftreden.

Reagan was er bitter over. Hij had kunnen hopen dat hij na twee termijnen Nixon in 1976 de leidende Republikein zou zijn. In 1976 stelde hij zich dan ook kandidaat, ook al had president Ford besloten om zelf te kandideren. Reagan en een aantal andere Republikeinse zwaargewichten waren boos dat hen een kans door de neus werd geboord om Nixon op te volgen. Voor Reagan gold ook nog eens dat hij bang was in 1980 te oud te zijn om gekozen te kunnen worden, bijna 70.

Achteraf kun je zeggen dat het Reagans geluk was dat in 1976 een Democraat won. Een Republikeins presidentschap tussen 1977 en 1981 was een ramp geworden en had de Republikeinen voor langere tijd buitenspel gezet. Nu konden ze met de armen over elkaar een Democraat zien falen onder omstandigheden die geen enkele president had kunnen veranderen.

In 1976 leed Amerika onder stagflatie. De economie groeide traag, vooral door de eerste oliecrisis in 1973 die voor stevig hogere prijzen had gezorgd. Die trage economie ging vergezeld van stijgende werkloosheid en sterk opgelopen inflatie. Ford had te kampen met 8,5 procent werkloosheid en tot 9 procent oplopende inflatie. Zijn beleid leverde niets op.

Nu zat Jimmy Carter als Democraat met de gebakken peren. De enige manier om de inflatie uit de economie te wringen was een krap geldbeleid maar dat zou de rente zou opjagen en de economie in een recessie brengen. Carter voerde dat beleid uit door in 1978 Paul Volcker tot president van de FED te benoemen met de vrijheid om die inflatie de nek om te draaien. Dat leidde tot een diepe recessie tussen 1979 en 1983, toen de diepste sinds de jaren dertig.

De gevolgen ervan, gecombineerd met de Iraanse revolutie en de Russische inval in Afghanistan die ook onder een Republikein zouden hebben plaatsgevonden, kosten Carter in 1980 zijn herverkiezing. Ronald Reagan won. In het debat vroeg hij simpelweg: als u denkt dat u beter af bent dan vier jaar geleden, stem dan op de president. Stem anders voor verandering. Dat deden de kiezers en zo kon Reagan ondanks zijn hoge leeftijd toch nog president worden.

Het vergt geen grote fantasie of creatief herschrijven van de geschiedenis om te zien dat als er in 1980 een Republikein in het Witte Huis had gezetten die daarvoor gestraft zou zijn, precies zoals het Carter overkwam. Nu kon Reagan de diepe recessie, die tot 1983 duurde, op het conto van de Democraten schrijven, althans op de wat langere termijn. Want na de Reagan-jaren is vergeten dat de Republikeinen bij de tussentijdse verkiezingen van 1982 flink verloren en in Washington openlijk werd gepraat over alweer een mislukte president. Reagans belastingverlagingen hadden niets opgeleverd, enkel grote tekorten.

Met onverbeterlijk optimisme hield Reagan vol dat het beter zou gaan worden en dat deed het. Daarmee was het toneel gezet voor een presidentschap dat dankzij Reagans eigen kwaliteiten maar ook dankzij een ferme dosis geluk als succesvol de boeken inging.

In de loop der jaren ziet Reagans presidentschap er tegelijk beter en slechter uit dan waarnemers indertijd konden vermoeden. Reagan begeleidde een omwenteling in het denken van big government naar de markt, waarbij de vitaliteit van het Amerikaanse economische klimaat ongekende krachten losmaakte. Die ontwikkeling was al onder Carter ingezet met onder andere deregulering van de luchtvaart, maar Reagan kreeg er de eer voor. Het ging echter vooral om een mind set, want de rol van de overheid verminderde nauwelijks. Zelf was Reagan in 1989 teleurgesteld dat hij het begrotingstekort niet had kunnen terugdringen, maar Republikeinen blijken dat nooit te kunnen: belastingen verlagen en tegelijkertijd defensieuitgaven verhogen levert nu eenmaal grotere tekorten op.

Er zal wel altijd verschil van mening blijven over de mate waarin Reagan verantwoordelijk was voor het einde van de Koude Oorlog. Zeker is dat hij er altijd van overtuigd was dat de Sovjet-Unie een onzinnig en onmenselijk systeem had, en die boodschap met verve uitdroeg, maar daarin was hij niet uniek. Reagans geluk was president te zijn in de tijd dat deze retoriek verschil kon maken. Gezien de snelheid waarmee het communisme ten onder ging, is eerder de vraag gerechtvaardigd of de dreiging van de Sovjet-Unie niet werd overdreven.

Misschien was overdrijven noodzakelijk. De hele Amerikaanse geschiedenis lijkt aan te tonen dat het vrijwel onmogelijk is de Amerikaanse bevolking te engageren op een lage toonhoogte. Presidenten van Truman tot George W. Bush kregen niets gedaan zonder dreigingen te schetsen in de meest apocalyptische termen. Het is goed mogelijk dat de Koude Oorlog werd gewonnen dankzij de hoge defensie-uitgaven, maar met evenveel recht kun je zeggen dat die uitgaven een enorme verspilling waren en andere belangrijke en zelfs noodzakelijke investeringen onmogelijk maakten.

De heiligverklaring van Ronald Reagan door de Republikeinen heeft meer te maken met geloof dan met feiten, en vooral met het gebrek aan andere Republikeinse rolmodellen. Veel van wat aan Reagan wordt toegeschreven, is óf niet gebeurd óf gebeurd in een variant die Republikeinen minder van pas komt. Uiteindelijk verkleinde Reagan de overheid niet, was de economische groei tijdens zijn presidentschap niet bijzonder, liet hij enorme tekorten na en een verdrievoudiging van de overheidsschulden, en deed hij niets voor conservatieve social issues als abortus en schoolgebed. De economische groei onder Bill Clinton was veel groter.

Zo gezien is het vooral armoede dat de hedendaagse Amerikaanse conservatieve beweging terug moet vallen op Ronald Reagan als patroonheilige. Ze hebben simpelweg niemand anders, met als ironische kanttekening dat de activistische Republikein Theodore Roosevelt juist door de Democraten als rolmodel is geannexeerd. Voor de Republikeinen blijven zo weinig helden over. De allereerste en grootste president van hun partij, Abraham Lincoln, wordt zelden aangehaald, al was het maar omdat diens kwaliteiten contemporaine Republikeinen het schaamrood naar de kaken jagen. Reagan vult het vacuüm.