Florida komt tot inkeer, gouverneur ziet hoe de hazen lopen

Nadat Florida twee weken geleden nog weigerde AR-15’s aan banden te leggen, heeft de door Republikeinen gedomineerde staat nu toch een leeftijdsverhoging en een wachttijd aangekondigd.

Way to go, maar daar mag het niet bij blijven.

Gouverneur Scott, een dierbare vriend van de NRA, heeft de zaak niet van een veto voorzien. Geen heldhaftigheid hier, hij deed het omdat hij in november tot senator voor Florida gekozen wil worden. Een veto had die poging in het huidige klimaat direct de nek omgedraaid, nu kan hij als anti-overheidsgouverneur gedurende acht jaar ineens goede sier maar met verstandig beleid.

Maar goed, je moet je successen nemen waar ze komen. Florida’s voorbeeld mag breed gevolgd worden.

Onderhandelen met Kim zonder akkoord vooraf? Dat zou Nixon nooit gedaan hebben.

President Trumps besluit om de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un te ontmoeten was, zo lijkt het, een intuïtieve beslissing van Amerikaanse kant. De veiligheidsadviseur van de Zuid-Koreaanse president was in Washington om de uitnodiging daartoe van Kim over te brengen. Trump nodigde de man uit naar het Oval Office en ging akkoord. Onthullend in dit verband is dat Trump blijkbaar niemand raadpleegde, maar dat de Zuid-Koreaan toch even terug moest koppelen naar zijn president in Seoul. Trumps adviseurs in het Witte Huis hadden het nakijken.

Op het eerste gezicht, en ook op het tweede, is deze beslissing van president Trump tamelijk roekeloos, mogelijk gevaarlijk. Misschien denkt hij een live televisie programma te gaan maken waarin hij zijn onderhandelingsvaardigheden kan botvieren, maar dat kon nog wel eens tegenvallen. Voor Trump dan. Ik schat Kim als provocateur en straatvechter hoger in dan de Amerikaanse president.

Twee aspecten aan Trumps besluit springen eruit. Geen van beide stemmen tot optimisme. Om te beginnen erkent het Kim als een wereldleider op het niveau van de Verenigde Staten. Een topontmoeting tussen de machtigste man ter wereld en een sluwe uitdager. Dat is precies wat Kim wilde. Voor de rest van de wereld zit Amerika om de tafel met een tweederangs dictator. Het oogt niet lekker, het is niet lekker.

Een tweede reden voor opperste verbazing is dat de normale diplomatieke (en machtspolitieke) praktijk is dat je een dergelijke top alleen organiseert als er vooraf al een bijna-klaar akkoord ligt. Meestal ga je dan naar zo’n top om details te regelen en hoeft er niets meer geregeld te worden omdat het vooraf al in kannen en kruiken was. Zo ging het bij de SALT-besprekingen en andere strategische onderhandelingen. Soms, zoals bij milieuonderhandelingen met een veelheid aan partners kan een president de doorslag geven, zoals Barack Obama soms deed, maar meestal slagen of falen onderhandelingen in een veel eerder stadium. In Europees verband hebben we het dan over sherpa’s die hun werk doen.

Veiligheidsadviseurs willen natuurlijk problemen voorkomen. Je wilt immers niet het risico lopen dat de president de hele tent weggeeft, zoals Ronald Reagan in 1987 in Reykjavick dreigde te doen, of dat hij afgetroefd wordt in directe gesprekken. Het kan nooit een open onderhandeling zijn, daarin bepaalt Kim immers de agenda en daarmee het resultaat.

Dit soort overwegingen waren de reden dat Henry Kissinger moest buffelen om voor de topontmoetingen met Mao (nou ja, Zhou Enlai) en Leonid Brezhnev een bijna kant en klaar verdrag op tafel te hebben. Je wilt niet een bijeenkomst hebben die mislukt want dan kunnen de spanningen ineens oncontroleerbaar oplopen. Beter geen ontmoeting dan een mislukte ontmoeting.

Stel dat Donald Trump wordt afgetroefd, of moet bekend wordt dat hij maar net door zijn resterende staf werd teruggefloten toen hij het tafelzilver dreigde te verkwanselen. Juist bij iemand als Trump zou dat tot een reactie kunnen leiden die erop neerkomt dat hij zich wil doen gelden om te laten zien dat hij er wél toe doet. Het is levensgevaarlijk. Bij zo’n ontmoeting moet je je altijd afvragen hoe het eruit zal zien als hij mislukt.

President Nixon zou nooit naar een topontmoeting gegaan zijn met zoveel open einden dat een mislukking überhaupt mogelijk was. Daarom stuur je je beste onderhandelaars vooruit. Op de achtergrond kan een president dan mee onderhandelen zonder zelf in de vuurlijn te komen. En Richard Nixon was een veel betere onderhandelaar, een veel betere pokeraar dan Donald Trump. Bovendien wist Nixon waar hij het over had. Het is geen grote stap om ervan uit te gaan dat Kim stukken beter op de hoogte is van de onderwerpen die ertoe doen dan de Amerikaanse president.

Wat we kunnen vermoeden is dat nu koortsachtige onderhandelingen gaan plaatsvinden, al is niet duidelijk door wie. Volgens de geruchtenmolen zou Trumps veiligheidsadviseur McMasters al bijna weg zijn, en Amerika heeft nog steeds geen ambassadeur in Zuid-Korea. Of minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson nog in de overlegstructuren functioneert is een open vraag.

Vandaag zijn dus de onderhandelingen begonnen die al maanden hadden moeten plaatshebben en die al voor een topontmoeting afgesloten hadden moeten zijn. Vooralsnog heeft iedereen er belang bij om dat proces op de rails te houden. Vooral Kim Jong-un die zo weer een paar maanden uitstel heeft bereikt waarin hij het aanzien en de positie van de Amerikaanse president verder kan testen en mogelijk ondermijnen. Hij lijkt on a roll. Kim gebruikte op sluwe manier de Olympische Spelen en speelt nu slim in op Trumps wens om als onderhandelaar een succes te boeken.

Wie erop wil gokken doet er echter beter aan te verwachten dat deze topontmoeting niet doorgaat. Dat beide partijen, of in elk geval Trump of iemand in zijn omgeving, in april vaststelt dat er te weinig kans is op succes, dat Kim te weinig openstaat voor compromissen. Dit laatste zal de Amerikaanse kant zijn, waarop Kim zal antwoorden dat de Verenigde Staten te agressief en dominant zijn om mee te kunnen praten. Vredelievende Kim kon daar ook niets aan veranderen. Het lijkt een win-win situatie voor de Noord-Koreanen.

Het is vooralsnog moeilijk te zien hoe dit verhaal een mooi einde kan krijgen. Ik houd het erop dat Kim hier in eerste instantie in het voordeel is. Hij is goed in traineren. En die top? Ik zou er niet op rekenen. Maar ondertussen zijn we al weer drie maanden verder.

Nog maar eens: de bonus bonus

Ik had geen ING rekening meer om op te zeggen, dus ik laat het bij afkeer van de graaipartij door de baas van die tent. Dat geneuzel dat andere luitjes elders meer verdienen: flauwekul. Laat hem maar eens proberen elders aan de slag te komen. En so what: zo kunnen deze bankiers hun systeempje eindeloos in stand houden. Nou gaat de baas van, pak weg, Deutsche Bank, zeggen dat zo’n minkukel in Holland al drie miljoen verdient en hij meer moet, waarna ….

Ik heb hiervoor al jaren een slimme (vind ik) en goedkope oplossing. Waarom niet het hele bonusbedrag voor de top van een onderneming gedubbeld voor alle anderen die dat in een gelijk bedrag ieder mogen binnenharken. Dus 1,5 miljoen extra voor de baas dan ook 1,5 miljoen verdeeld onder alle werknemers, in een gelijk bedrag, zowel voor de schoonmaker als middle management. Laten we het de bonus bonus noemen.

Kost het bedrijf niet veel (een paar miljoen – schijntje in deze wereld) en levert enorm veel goodwill op. Onderstreept dat iedereen bijdraagt aan het succes van een bedrijf, niet alleen die hoogste hotemetoot.

Sanders en Trump: partners in protectionisme

Zo, Bernie Sanders fans, jullie grote man is het eens met de psycho. Beide heren voerden campagne tegen globalisering in de meest simpele, soms infantiele terminologie en zonder serieuze voorstellen om er iets aan te doen. Sanders vindt protectionisme ook heel prima.

En, by the way, dat vindt ook Sharrod Brown, de progressieve senator van Ohio. Ik wil maar zeggen, in de campagne van 2016 raakten de twee extremen elkaar – hopeloze Hillary zat er tussenin en in plaats van een serieus verhaal te houden, trok ook zij haar handen af van het Trans Pacific Pact.

In de Senaat zijn het nu ook middle of the road Democraten die de Republikeinen helpen om de bankwet die na 2008 werd aangenomen, Dodd-Frank, uit te kleden. Een hele partij middelgrote banken hoeft zich niet meer bepaalde regels te houden en ook de grootste 50 krijgen weer meer vrijheid. Aangenomen, done deal. De enige die een geluid van protest liet horen was Elizabeth Warren, de senator van Massachusetts.

Wat moeten we uit deze twee Democratische hoogstandjes concluderen? Ik weet het niet precies, maar misschien dat de partij nog steeds geen idee heeft welke kant ze op moet bewegen? Geen visie heeft? Never mind de kandidaten die zich warmlopen voor 2020, kunnen we ook een beeld krijgen van wat voor samenleving de Democraten voor ogen hebben? Of blijven ze delen in de malaise die ook de sociaal democraten in Europa de kop heeft gekost?

 

Wat u moet weten van Gary Cohn

Wat u moet weten over Gary Cohn, de economisch adviseur van Donald Trump die gisteren ontslag heeft genomen, is dat hij ooit de ambitie koesterde om president van de Federal Reserve te worden, de Amerikaanse centrale bank. Cohn, een Wall Street financier van Goldman Sachs, was een van de weinig establishment mensen die bereid waren in te stappen bij president Trump. Nu is het een van ‘grown ups’ die uitstapt, enkel de laatste die de consequenties trekt uit de ervaring dat iedereen die met Trump omgaat op een dag erachter komt dat hij daardoor alleen maar schade heeft geleden.

Wat u moet weten over Gary Cohn is dat hij naast Trump stond, in de lobby van de Trump Tower, op 15 augustus 2017, toen de president vergoelijkende woorden sprak over de antisemitische demonstranten in Charlottesville. Daar waren ‘best wel goede mensen’ bij, vond de president over de met toortsen marcherende Ku Klux Klanleden, neonazi’s en blanke superioriteit promotors die antisemitische leuzen riepen. Cohn stond daar, als joodse Amerikaan, net als de ook joodse minister van Financiën Steven Mnuchin, de Koreaans-Amerikaanse minister van Transport Elaine Chao. In de hoek stond chefstaf John Kelly met gebogen hoofd. Geen van hen liet ook maar een piep horen van protest of afkeer, laat staan dat ze wegliepen.

Wat u moet weten van Gary Cohn is dat hij liet weten dat hij wel vier brieven heeft geschreven om ontslag te nemen uit protest maar vooral moet u weten dat hij ze nooit aan Trump overhandigde. Hij zou, zo lekte hij, wel persoonlijk tegen Trump gezegd hebben dat hij diens opmerkingen ongepast vond. Maar Cohn bleef, net als Kelly en de anderen omdat ze meenden een hogere plicht te hebben de regering-Trump in goede banen te leiden. Voor Cohn was de weg naar de Federal Reserve afgesloten. President Trump houdt er niet van kritiek te krijgen dus Cohns kansen om Janet Yellen op te volgen als president van de Federal Reserve waren verkeken.

Wat u moet weten van Gary Cohn is dat hij als volgende opdracht zag om de belastingverlaging voor ondernemingen en de hoogste inkomens door het Congres te loodsen. Het is de vraag of hij daarvoor nodig was want de Republikeinse politici stonden te trappelen om deze verlagingen door te voeren. Geen woord van waarschuwing of protest van Gary Cohn over de ontmanteling van de inkomsten van de overheid die enorme tekorten gaan veroorzaken. Geen woord over het risico van het stimuleren van een economie die al op volle toeren draait.

Wat u moet weten van Gary Cohen is dat hij een fel tegenstander was van de protectionistische tendensen in de regering-Trump. De president heeft een infantiel beeld van economische theorie en denkt werkelijk dat handelstekorten het equivalent zijn van verlies, zoals het voor een onderneming zou gelden. Een jaar lang zochten de door Trump aangestelde protectionisten naar een manier om China en andere exporteurs naar de Verenigde Staten dwars te zitten (nadat de president het Trans Pacific Pact rond de Stille Oceaan had afgeblazen en NAFTA, het handelsverdrag met Canada en Mexico dreigde op te blazen). In januari kwamen ze met hun voorstellen om de staal- en aluminiumimport met tarieven te belasten, het voorspel voor een handelsoorlog met niet te voorziene gevolgen.

Wat u moet weten van Gary Cohn is dat hij daar een groot tegenstander van was en dat hij geprobeerd heeft het tegen te houden. Hij faalde. Maar hij vond het frustreren van vrijhandel blijkbaar wel een reden om ontslag te nemen, een antisemitisme tolererende baas niet. Naar verluidt riep Trump hem vorige week in zijn kantoor, eisend dat hij zijn tarieven publiekelijk steunde, een typisch Trump-tactiek om zijn macht te doen gelden. Daar lag de grens voor Gary Cohn – en voor Trump die Cohns blufpoker over mogelijk ontslag niet accepteerde.

Wat u moet weten van Gary Cohn is dat hij de afgelopen weken vaak werd genoemd als mogelijke vervanger van chefstaf John Kelly, die met diverse affaires rondom het Witte Huis nogal wat schade opliep. Kelly en Cohn konden niet voorkomen dat dit protectionistisch beleid door president Trump werd afgekondigd – beide weten dat Trump niet te controleren is. Cohn als opvolger van Kelly was altijd een wild verhaal. Waarom zou Cohn aan de reputatieschade die hij al had opgelopen nog een tot mislukken gedoemd avontuur als deurbewaker van het Oval Office toevoegen?

Wat u moet weten van Gary Cohn is dat hij goede bedoelingen had maar gedreven werd door ambitie. Dat hij zich liet beledigen en afbluffen door de man die hij diende en dat hij uiteindelijk concludeerde dat hij niets zinnigs meer kon doen in de positie die hij bekleedde. Wat u niet moet vergeten is dat Gary Cohn een enabler is geweest, iemand die de excessen van Donald Trump mede mogelijk heeft gemaakt, iemand die erbij stond en geen consequenties trok.

Wat u moet weten is dat Cohn werd gezien als de enige verstandige economische adviseur in de omgeving van Trump, wat meer zegt over die omgeving dan over Cohn. Als Cohn iets heeft uitgestraald dan is het dat je als serieuze econoom niet in dit Witte Huis moet zijn. Hij zal een lege plek achterlaten maar niet omdat hij gemist wordt.

Wie had dat gedacht: Trump gaat te ver!

Twee jaar lang vragen we ons al af wanneer Trump te ver zou gaan.

Pussy grabbing was het niet, zijn donkere inaugurele rede was het niet, het tolereren van antisemitische neonazi’s in Charlottesville wat het niet, noch shithole countries of wat dan ook. Republikeinen slikten het allemaal braaf. In ruil daarvoor kregen ze belastingverlagingen voor de rijken. One big happy family.

Wie had kunnen denken dat Trump ooit te ver zou gaan? Hij kon, zoals hij ooit blufte, midden op 5th Avenue iemand doodschieten en ermee wegkomen.

Maar nee, alle retoriek over economische nationalisme en anti globaliseringspraat deed niet wat zijn nieuwe protectionisme doet. Ineens komen zulke principiële types als Paul Ryan en Mitch McConnell uit hun schuilplaats. Dit gaat te ver, dit mag niet.

Waarom nu, waarom over dit onderwerp? Het antwoord is simpel als je maar in je achterhoofd houdt dat Republikeinen onverbeterlijke opportunisten zijn. De schade die protectionisme toebrengt dreigt de positieve pers die de Republikeinen eindelijk kregen over hun belastingverlagingen weg te drukken.

Dat bedreigt de zetels van onze principiële lieden in november. En dus: ja, Trump gaat eindelijk te ver. Te hopen valt dat hij mijnheer Navarro, zijn protectionistische chef, nu als economisch adviseur benoemt. Dan worden de Reps helemaal wild en kijkt Wall Street even op van het tellen van de winst na de belastingverlaging om zich af te keren van de psychopaat in het Witte Huis.

The Mid West will rise again

Een artikel in de NYT vandaag bevestigt een gevoel dat ik al langer had: de trend voor investeringen en nieuwe ondernemingen, en die voor nieuwe banen, in de VS beweegt zich van de kusten naar het Midden Westen. Venture kapitalisten maar ook entrepreneurs kunnen in het gebied tussen de Rocky Mountains en de Appalachen (meer dus dan alleen het oude Midden Westen) meer mogelijkheden vinden dan in de kustgebieden.

De Rust Belt is inmiddels zo’n veertig jaar oud. Ik schreef er al over als correspondent in de jaren tachtig. Veel middengrote steden verkeren al jaren in crisis. Een aantal grote steden heeft zich geleidelijk aan hersteld, zich gerealiseerd dat de oude tijden niet terug komen en dat initiatieven noodzakelijk waren. Cleveland, Columbus, Indianapolis zijn niet direct de bloeiende centra die ze ooit waren maar redelijk goed gepositioneerd voor een verdere revival. Detroit lijkt bezig aan een terugkeer uit een wel heel diep dal. Chicago heeft een geweldsprobleem maar had nooit de crisis die het hele Midden Westen in de greep had.

Zeker, de opioid crisis en allerlei andere tekenen van sociaal en economisch verval, lijken op het eerste gezicht weinig aantrekkelijk voor bedrijven aan de kusten. Maar het was niet voor niets dat Amazon in zijn zoektocht (eigenlijk een roep om subsidies) naar HQ2 een paar verrassende optie op zijn lijst van twintig kandidaten had. Columbus, Ohio, stond er op. Indianapolis, Indiana, en Pittsburg, Pennsylvania (ik moet erbij zeggen dat Pittsburgh al lang een comeback heeft gemaakt – het was een van de eerste rust belt steden). Ik vond het toen verrassend dat Cleveland, Ohio, Madison, Wisconsin, en Cincinnati, Ohio, ontbraken.

Wat maakt deze regio ineens aantrekkelijk? Precies het spiegelbeeld van wat de kusten nu problematisch maakt. De huizenmarkten zijn er niet overspannen. Integendeel, er is ruimte voor goede deals en dan houdt je nog geld over voor hoognodige verbouwingen. De infrastructuur van deze steden heeft onderhoud nodig maar heeft traditioneel meer te bieden dan veel nieuwe steden in het Westen of Zuidwesten. Er is cultuur – de Cleveland Symphony heeft alle problemen overleefd.

Ik wilde al langer over deze mogelijke terugkeer naar het heartland schrijven, vooral omdat ik in Californië me steeds meer bewust werd van de problemen. Huizen in San Francisco en LA zijn onbetaalbaar, en dat geldt ook voor het grote gebied dat als Silicon Valley door het leven gaat. Je kunt 12.000 werknemers van Apple wel in een hypermodern kantoorgebouw stoppen maar waar gaan die wonen? Wie maakt schoon, doet cafetaria werk, wie doet het lage inkomenswerk als je niet in de buurt kunt wonen? Er wordt nu soms meer dan twee uur gereisd tussen werk en woning, dat is niet vol te houden.

Ik houd het hier kort – dit is een verhaal in ontwikkeling en ik heb niet de middelen om het goed en volledig te schrijven (het soort van journalistiek dat ik ooit voor Intermediair kon doen, bestaat niet meer – niemand betaalt genoeg voor deze verhalen). Mijn indruk is dat het relatieve belang van de kusten gaat afnemen en dat het midden een comeback gaat maken. Dit zijn ontwikkelingen van decennia, maar het is al begonnen. Staten zullen subsidies bieden voor bedrijven om zich te vestigen, zoals de absurde 30 miljard belastingvoordelen voor Foxconn om een geautomatiseerd bedrijf in Wisconsin te vestigen. Het is helemaal niet nodig om de loper op die manier uit te rollen, deze staten hebben voldoende te bieden. Ze maken nu dezelfde fout die hen oorspronkelijk banen kostte, namelijk toen de zuidelijke staten autobedrijven weglokten met subsidies (voordat ze naar Mexico vertrokken).

Mijn stelling is dat de waterhoofdrol van Californië maar ook die van New England en de New York regio tegen zijn natuurlijke grenzen is aangelopen. Een demografische verschuiving, terug naar het midden, is onontkoombaar. Dit heeft ook politieke consequenties: het gewicht van het midden zal groter worden. Nog groter, zult u zeggen? Ja, en het kan voor min of meer progressief denkende Democraten goed uitpakken als de evangelische zeloten en conservatieve ideologen worden aangevuld met Californische vegetariërs.

De regering-Trump loopt leeg

Gary Cohn, Trumps economische adviseur, heeft al heel wat vernedering ondergaan. Cohn was geschokt door Trumps Charlottesville commentaren en het goedpraten van antisemitisme. Hij stond zelfs naast hem toen de psycho dat deed. Volgens goed gelekte verhalen zou hij een paar ontslagbrieven hebben geschreven maar offerde hij zich op – hoe zielig – om de belastingverlagingen voor de rijken erdoor te halen.

In de tussentijd had hij het verpest bij de psycho die niet dol is op adviseurs die niet zijn voeten kussen (Mattis is de enige die niet verpest lijkt door het Trump-virus dat andere ministers en de kwezel die vicepresident is verleidt tot beschamende lofprijzingen). Cohn mocht daarom niet meedoen in de opties voor het presidentschap van de Federal Reserve, wat de man maar wat graag zou willen. Maar ja, hij bleef, zich opofferend voor de publieke zaak – nou ja, voor Wall Street.

Nu heeft Cohn de slag verloren om protectionisme van de staal- en aluminiumindustrie te voorkomen. Nog steeds offerde de brave man zich op voor de belangen van de Amerikaanse industrie in het algemeen die niets moet hebben van protectionisme. Het schijnt dat Cohn nu wel ontslag gaat nemen.

Ook Herbert McMaster, de veiligheidsadviseur, heeft, naar verluidt genoeg van de idioterie in het Witte Huis. Trump zou hem al een paar hebben willen ontslaan, misschien dat ook deze publieke dienaar zelf de stekker eruit trekt.

Dat deed gisteren in elk geval de ambassadeur in Mexico, een van de weinige vrouwen in zo’n rol en een beroepsdiplomate. Vorige week kwam het weer tot een vervelend gesprek tussen de psycho en de president van Mexico die daarop zijn bezoek afzegde. Ik kan me helemaal voorstellen dat zo’n ambassadeur daar genoeg van heeft.

Het zou me niet verbazen als Cohn, McMasters, Tillerman en Kelly verdwijnen. Dan wordt het niet alleen stil in het Oval Office waar de enige vertrouweling de Bannon onderknuppel Stephen Miller is, maar ontbreken ook verdere controle mechanismen op Trump als hij weer wild tekeer gaat. Pence is in deze context niet erg relevant. Hij is een psycho op een heel eigen manier en de gevangene van de GOP.  Zo blijven alleen ministers over als de belachelijke uitgaven veroorzakende heren Pruit op anti-milieu, Zinke op anti-binnenland en Ben Carson op anti-housing. Pruit en Zinke reizen voor belachelijke bedragen (net als Mnuchin) en Carson is te druk met kopen van een servies voor zijn kantoor (!?) om beleid te maken.

Er moet geen crisis langskomen. We gaan gevaarlijke tijden tegemoet.