Een integere president: bespreking The World as it is door Ben Rhodes

In zijn herinneringen aan acht jaar in de regering-Obama beschrijft Ben Rhodes wat de eerste keer hoorde dat hij meevloog met Airforce One. ‘The president is at ten minutes.’ ‘The president is at five minutes.’ ‘The president is here.’ Er werd geen naam genoemd, maar onmiskenbaar was dat Barack Obama die de trap op rende. Het is een mooi beeld om te laten zien dat er zoiets is als het ambt, een haast onpersoonlijk ding, en een persoon die het ambt tijdelijk vervult. Voor de instituties is er alleen de president, maakt niet uit wie.

Voor het ambt kun je en moet je respect hebben. In een wereld waarin instituties de kwaliteit van onze rechtsstaat en democratie bepalen is respect voor het instituut cruciaal. Met de persoon die het ambt vervult is dat niet gegarandeerd. Rhodes boek laat zien hoezeer het ambt als instituut aan waarde won met een persoon zo integer, intelligent en verziend als Barack Obama. Impliciet realiseer je je wat we hebben verloren nu hetzelfde ambt wordt vervuld door een persoon die je kan kwalificeren als hork, nitwit en narcist. Dat die hork er ook nog op uit is die instituties onderuit te halen, maakt het lezen van dit mooie boek een licht vervreemdende ervaring.

Rhodes heeft de hele Obama-periode meegemaakt. Hij begon als schrijver van toespraken, werd de communicatiebaas voor buitenlandse politiek maar bovenal werd hij een vertrouweling van Obama. Dat hele proces volgen is al fascinerend. Het is een zaak van hogere evenwichtskunst. Terwijl Obama ergens in zijn tweede termijn Rhodes benoemt als vriend, blijft het een professionele relatie, hoe diep de gevoelens van waardering ook werden. Als Rhodes advies gaf – en dat gebeurde steeds meer naarmate hij veteraan was – was het toch altijd ‘Sir’, hoe dicht ze ook bij elkaar stonden. Altijd was de president de eenzame beslisser, zoals toen Osama bin Laden kon worden uitgeschakeld. Rhodes laat ook goed zien met hoeveel zaken tegelijkertijd een president bezig is, en waarom betrouwbare en vertrouwde assistenten op een cruciaal terrein als buitenlandse politiek zo belangrijk zijn.

Ben Rhodes volgde een opleiding creative writing – goed voor menige grap van Fox News en critici die in de loop der jaren zagen hoe belangrijk zijn rol was geworden. Meer dan opleiding straalt zijn intelligentie door deze pagina’s en, ja, het is ook een uitzonderlijk goed geschreven boek, beter dan de meeste herinneringen aan een presidentschap. En stukken beter dan zo’n boek als Fire and Fury, een catalogus van roddels, gezien van buitenaf. Dit is een boek van binnenuit.

Mooi valt te volgen hoe Obama wint aan zelfvertrouwen, aan inzicht en aan vaardigheid. De man zat altijd goed in zijn vel, vond het niet nodig zichzelf te bewijzen of door middel van bombastische nonsens te laten zien dat hij meetelde. Ja, de man was cerebraal, een professor die graag alle kanten van een onderwerp bekeek voordat hij een weloverwogen beslissing nam. Niets mis mee, zou je zeggen anno 2018. Hij trok zich weinig aan van critici. Die vonden hem te traag, te bedachtzaam, maar als hij snel gehandeld had, zouden ze hem als ondoordacht en schietend uit de heup gevonden hebben. Goes is te zien hoe de dynamiek van politieke polarisatie werkt: geen daad is onverdacht, medestanders praten goed, tegenstanders zien nooit iets goeds. Eerlijk is eerlijk, onder Trump is dat niet anders.

Ook zichtbaar worden de successen van Obama op buitenlands gebied; dit boek gaat niet over de economische crisis of de permanente oorlog die de Republikeinen voerden tegen de eerste zwarte president – onder meer door de racistische birther-nonsens van Trump te tolereren. Obama maakte een einde aan de oorlog in Irak, hij sloeg een pad in van wapenbeheersing, denuclearisering. Hij weekte Amerika los van de obsessie met het Midden Oosten en de aanvechting om overal en altijd aanwezig te zijn. En passant stortte de Israelische premier Nathanyahu zich in Amerikaanse politiek door de Republikeinen te gebruiken voor zijn eigen doeleinden en in 2012 simpelweg campagne te voeren voor Mitt Romney.

Obama slaagde er niet alleen in om Nethanyahu’s poging te blokkeren om via de VS Iran aan te vallen maar zelfs, in zijn tweede termijn, een historische afspraak met het land te maken. De voorbereidingen daartoe, de tijdsduur, de complexiteit, het diplomatieke proces van maanden, jaren, tonen nog eens hoe roekeloos en onzinnig Trumps overhaaste top met Kim was. Hetzelfde geldt voor de opheffing van Amerika’s onzinnige isolement van Cuba. Rhodes beschrijft mooi hoe Obama bij de begrafenis van Mandela de hand schudde van Raoul Castro, tot ergernis van de Republikeinen. Kwestie van fatsoen, zei Obama, maar ook een erkenning dat wat apartheid betreft Cuba aan de goede kant stond en Amerika niet. Nee, hij kon de oorlog in Afghanistan niet beëindigen. Hij kon de schandvlek op Amerika’s blazoen, Guantanamo, niet wegpoetsen omdat het Congres te laf was actie te ondernemen. Hij kon de oorlog in Syrië niet voorkomen, al zorgde hij ervoor dat Amerika niet opnieuw in een hopeloze grondoorlog verzeilde. Zijn veel betreurde red line en daarna het verwijderen van tenminste een deel van de chemische wapens in Syrië hebben meer veranderd dan de paar bommetjes die Trump vorig jaar gooide.

Obama was zich bewust van de veranderende rol van Amerika. Na de economische crisis, na de desastreuze oorlog in Irak, was er verlies aan gezag. De opkomst van China was aanleiding voor de ‘pivot to Asia’ en het verreikende Trans Pacific Pact met twaalf landen rond de Stille Oceaan en onderkende dat Amerika nog steeds multilaterale verbanden nodig heeft om zijn belangen te behartigen. Iran. Cuba. Voor de Republikeinen, obstructie plegend op elk terrein en ook hier, waren het allemaal tekenen van zwakte.

‘Don’t do stupid things’ werd gebrandmerkt als Obama’s slogan. Gegeven de erfenis van de Bush-Cheney bende was dat niet het slechtste uitgangspunt. De regering-Trump erkende impliciet Obama’s successen door het onderuit halen ervan als belangrijkste doelstelling te nemen. Dat dit voor een belangrijk deel is gelukt dankt Trump aan een ruggegraatloze Republikeinse Partij en aan de inherente kwetsbaarheid van de internationale orde. ‘We’re America, bitch!’ schijnt nu de vlag te zijn waaronder de VS werkt. Wat het verder ook mag zijn, het is een mooie weergave van het gebrek aan beschaving dat nu in Washington heerst.

The World as it is laat mooi zien hoe belangrijk het instituut van het presidentschap is, maar nog meer hoe cruciaal het karakter van de persoon is die het ambt bekleedt. Of de instituties veilig zijn is een vraag die onder Barack Obama nooit opkwam. Dat we ons daar nu zorgen over maken, vertelt alles wat we over Donald Trump hoeven te weten. Dit boek laat zien hoe het ambt idealiter wordt uitgeoefend. Je hoeft het niet met alle beslissingen eens te zijn om je te realiseren dat het presidentschap van Barack Obama voorbeeldig was, dat het zowel zijn recente voorgangers als zijn opvolger te kijk zet. Amerika had geluk met een president van dergelijke kwaliteit. Het is haar ongeluk dat ze dat onvoldoende beseft.

‘What if we were wrong?’ was de eerlijke vraag die Obama zichzelf na de verkiezingen van 2016 stelde. Had hij te ver doorgeduwd? Voelden mensen zich veiliger als ze zich konden terugtrekken in hun eigen bubble? Rhodes probeert hem op te vrolijken. ‘Progress doesn’t move in a straight line’, zegt hij tegen Obama, die erkent dat de geschiedenis ‘zigs and zags’. ‘Wat als we het verkeerd hebben’ is een vraag die in de regering-Trump nooit wordt gesteld, sterker, die als hoogverraad beschouwd zou worden. Als de instituties overleven is het hopelijk wel een vraag die de Amerikaanse kiezer zich zal stellen. Maakt het wat uit wie het ambt vervult? Dat is misschien het enige heilzame wat we van de Trump-jaren kunnen overhouden: nou en of het er wat toe doet.

The World as it is. Inside the Obama White House door Ben Rhodes. Londen/New York, 2018.

Trumps kwaliteit: zelfverzekerd bullshitten

Een columnist van de Financial Times merkte op dat de Trump persconferentie na afloop van de Kim top interessante kanten had. Dat wil zeggen, Trump lulde er lekker op los, maar, zag ze, hij was vol zelfvertrouwen en straalde iets uit dat zijn kiezers ongetwijfeld herkennen. Dit is geen man die ergens aan twijfelt, die wakker ligt van serieuze zaken (vast wel van kleine dingen die zijn superego aangaan), iemand die ook in een achtbaan persconferentie de media wist te bespelen. Hij ging zover als te erkennen dat hij het best fout kon hebben, maar dat hij dan wel iets zou bedenken om er onderuit te komen. Een fascinerende erkenning van zijn modus operandi en een die door zijn aanhang en door de Republikeinen met bewondering zal worden ontvangen.

Het was nou niet direct een John F. Kennedy vertoning, waar de jonge president met superieur gemak en superieure kennis de media en zijn gehoor imponeerde. Maar het was wel een vertoning die Trump versterkte, ik ben dat eens met de columniste. Het is dan ook zaak om de kracht van deze man, namelijk dit zelfverzekerd bullshitten, niet te onderschatten.

De Republikeinen ontdekken het begrotingstekort weer …

Het zou adembenemend zijn als het niet zo volstrekt voorspelbaar was. De Republikeinen in het Congres gaan proberen Sociale Security (AOW) en Medicare (zorg voor bejaarden) uit te kleden. Het argument: de begrotingstekorten, volgens een van de afgevaardigden het grootste probleem van onze tijd.

U herinnert zich wellicht dat deze zelfde lieden in december een belastingverlaging doorvoerden die 1500 miljard dollar toeschoof naar de rijken en naar ondernemingen. Die miljarden sloegen een giga gat in de begroting, zoals elk onderzoek aantoonde – behalve dat van de anti overheids Republikeinen die zoals altijd betoogden dat de economische groei zo fenomenaal zou zijn dat het juist geld zou opleveren.

Enfin, dezelfde nonsens die de Republikeinen al sinds de heilige Ronald Reagan proberen te slijten. Nu, een half jaar later, is het tekort ineens weer een prioriteit. En dan komt de aap uit de mouw, nou ja, hij was voor iedereen zichtbaar: die belastingverlaging was een middel om overheidsvoorzieningen uit te kleden. Niets meer en niets minder.

Zo kennen we ze weer, die Republikeinen.

Ze doen tenminste wat!

De afgelopen jaren werd vaak gezegd dat we Wilders maar moesten laten regeren, zodat hij kon laten zien hoe slecht hem dat af zou gaan. De VVD en het CDA ieder met zijn eigen opportunisme, haalden hem zelfs binnen als partner in het onzalige Rutte/Wilders kabinet (ze hebben er niet onder geleden, al kan Rutte wat mij betreft nooit meer iets goed doen).

Nu in Italië de Wilders hordes aan de macht zijn en in Hongarije en Polen zijn ideologische vrienden de rechtsstaat ondermijnen, kunnen we zien hoe gevaarlijk die laat maar regeren redenering is.

Het beleid om de schepen met vluchtelingen een deur verder te sturen en een onbeschaamde racistische en etnische profilering in te voeren door de minister van de Liga Nord, Salvini, is populair in Italië. Ik denk dat we hier een omslagpunt meemaken. Door de xenofobe extremisten te laten regeren, kunnen mensen net als in Trumpistan, zeggen: ze doen tenminste wat. En dat wat doen, immoreel of onethisch, zal populair blijken, de steun zal groeien.

Brexit en Trump waren de eerste markeringspunten van deze omslag. Een regering die wat doet, maakt niet uit wat, maakt niet uit of het wel of niet past in de waarden waar we zeggen voor te staan, zal steeds aantrekkelijker worden.

Nederland is dat bepaald niet immuun voor. Wilders mag zijn weggezakt in zijn eigen kleinheid, nu Rutte en Buma zijn verhaal hebben overgenomen en Baudet er zijn eigen zwaai aan geeft, overdekt met een flinterdun laagje intellectualisme zodat de corpsballen (jongen en oude ballen – het zou u verbazen hoezeer de ballen in de samenleving vertegenwoordigd zijn) het kunnen steunen, nu dat allemaal op zijn plek is gevallen zal Nederland ook die kant opgaan. Onfrisse en harde maatregelen: ja, passen niet helemaal bij onze vermeende identiteit maar ze doen tenminste wat!

In mijn meer pessimistische buien denk ik dat het al te laat is.

Toen Trump weer ontdekte dat hij executive orders uit kan delen

Je weet nooit waar de massa op aanslaat. Psychopresident Donald Trump voert al anderhalf jaar oorlog tegen de rechtsstaat, democratie en beschaafde verhoudingen in een complexe samenleving. Hij is grof, dreigend, ondermijnend en verdeeldheid zaaiend. Zijn politieke partij is als was in zijn kleine handjes: ze hebben elke kritische zin uitgezet. De trias politica, de scheiding der machten, is de facto opgeheven.

En toen waren er de kinderen aan de grens. Het was wreed, opportunistisch en schandelijk politiek beleid, gestuurd door lui als Stephen Miller en bedoeld om de Democraten een loer te draaien. Het heeft precies omgekeerd gewerkt. Iedereen die bij dit beleid van scheiding van ouders en kinderen was betrokken is er met schade vanaf gekomen – zoals iedereen die met Trump omgaat uiteindelijk besmeurd met pek en veren vertrekt.

De psycho zelf doet nu wat hij twee weken lang volhield niet te kunnen doen: gewoon het door hem ingezette beleid stoppen. Hij zaaide de gebruikelijke mist met de al te gebruikelijke leugens door de Democraten verantwoordelijk te maken, door zelf weg te lopen, door te dreigen en te dreinen, maar moest uiteindelijk gewoon dat beleid stopzetten.

De man die de eerste paar dagen van zijn bewind de ene schlemielige executive order na de andere ondertekende met zijn narcistische krabbel, vond pas na twee weken de macht om op dit terrein een executive order uit te vaardigen.

Het was een beschamende climb down maar voor een regering die geen schaamte kent, maakt het niet uit. Ik denk niet dat dit lange termijn gevolgen heeft, wel schuift het de regering-Trump in zijn totale gebrek aan moraliteit verder richting afgrond. Lekker laten gaan, zou ik zeggen.

 

Wachten op visie bij de PvdA

Ik was zaterdag aanwezig op het PvdA congres. Een tussencongres waar weinig gebeurde maar wel een nieuw partijbestuur werd gekozen (er was stevig voorgeselecteerd zodat de kandidaten die werden voorgedragen keurig werden gekozen). De zijvoorstellingen, na moties en verkiezingen, waren weinig interessant.

Wat me vooral tegenviel, hoewel het niet onverwacht was, was de toespraak van Lodewijk Asscher. Misschien is het te vroeg voor een grote of grootse visie op wat sociaal democratie anno 2018 kan betekenen, maar zijn aaneenschakeling van anekdotische verhalen die het beleid van dit kabinet (en het vorige) kritiseerden konden me niet erg beroeren. Ook de zaal, niet vreselijk gevuld voor zo’n grote partij, was timide. Asscher bleef steken, wat mij betreft, in de politiek van vandaag, zeker met zijn belofte om straks zonodig in de Eerste Kamer samen te werken met dit kabinet.

Ik ben daar niet per se tegen maar het was niet waarvoor ik op het congres was. Visie wil ik horen, ideologie, een vergezicht. Ik werd weer lid van de PvdA toen Asscher Diederik Samsom uitdaagde. Het leek mij fout om een kabinet dat door Samsom was gemaakt en verdedigd niet door diezelfde man de inzet te laten maken van de verkiezingen. Bovendien vond ik Asscher nou niet direct een aansprekende visionaire politicus, de man die een partij met serieuze lange termijnproblemen nodig had. De campagne, en het resultaat, onderstreepten dat nog eens. Deze toespraak heeft me geen reden gegeven van mening te veranderen. Ik denk niet dat hij de man is die de PvdA een nieuw leven kan geven. Niet dat ik iemand anders zie. Maar de tijd voor visie begint te dringen. Ik hoop op het volgende congres iets substantiëlers te horen.

 

Stel: president Hillary Clinton had 500 dagen volgemaakt …

Stel u voor dat niet Donald Trump maar Hillary Clinton onlangs 500 dagen had volgemaakt in het Witte Huis. Als Trump u benauwt dan kan ik u verzekeren dat president Clinton niet minder zorgwekkend geweest zou zijn, zij het op een andere manier.

Had Clinton in 2016 gewonnen dan zou ze, gegeven de krappe marges, hebben moeten werken met een vijandige Senaat en een vijandig Huis van Afgevaardigden. Vanaf de kantlijn zou Donald Trump, werkend aan een eigen medianetwerk, onophoudelijk hebben geroepen dat de verkiezingen gestolen waren en dat Clinton in het gevang thuishoorde. In het Congres, met name in het Huis, zouden meer dan tien onderzoeken op gang zijn naar dit of dat vermeende schandaal. Tegen deze tijd zou First Man Bill zich ongetwijfeld wel ergens in een wespennest hebben gestoken.

Beleidsmatig zou Clinton, als krappe winnares, weinig potten hebben kunnen breken. Naar alle waarschijnlijkheid zou ze de kandidaat die Barack Obama had voorgesteld voor het Supreme Court, Merrick Garland, wel door de Senaat hebben kunnen loodsen. De schandelijke obstructie die de Republikeinen ondernamen door in februari 2016 diens goedkeuringsproces te frustreren zou de partij niet hebben kunnen volhouden. Op alle andere terreinen zouden de Republikeinen wetgeving van Clinton gedwarsboomd hebben, terwijl Clinton zowat iedere maand een poging om Obamacare te torpederen van een veto zou hebben moeten voorzien. De economische groei, begonnen onder Obama, zou weinig verschild hebben van wat we nu zien, maar de absurde belastingverlagingen voor de rijken zouden niet zijn doorgevoerd. De tekorten zouden aanzienlijk lager zijn. Janet Yellen zou nog steeds hoofd van de Federal Reserve zijn.

Zou Clinton binnenlands een tamelijk machteloze en gefrustreerde president zijn geweest, buitenlands had ze in grote lijnen het beleid van Barack Obama voortgezet. Goede relaties met de NAVO en de EU, met Mexico en Canada. Ze zou het Parijse milieuakkoord gesteund hebben, maar zou zelf een probleem hebben met het belangrijke strategische Trans Pacific Pact, dat bedoeld was om twaalf landen rondom de Stille Oceaan in een bondgenootschap te smeden tegen China. Tijdens de campagne was ze opportunistisch weggelopen van het verdrag maar ze zou het niet afgeblazen hebben. Met een kleine aanpassing was de VS partner gebleven. De Republikeinen zouden niet ophouden haar erover aan te vallen. De Iran-deal zou gehandhaafd zijn gebleven. In Syrië had ze met de handen in het haar gezeten.

Het valt moeilijk in te schatten in hoeverre een president Clinton de polarisatie zou hebben vergroot maar het is vrijwel zeker dat de Republikeinen all out zouden gaan. Zowel in 2008 als in 2016 toonde Clinton een zeer beperkte vaardigheid in oppikken van politieke signalen en liet ze keer op keer zien dat ze van fouten weinig leert. Hoe zou een gefrustreerde president met een depressieve partij achter haar, zich hebben gehouden? Je wilt er niet te veel aan denken.

Zo rond deze tijd, de zomer van 2018, zouden we ons voorbereiden op een slachting onder Democraten in het Congres. In de Senaat zouden in november minstens tien zetels verloren gaan, wat de meerderheid van de Republikeinen mogelijk boven de veto-brekende grens van zestig zou brengen. In het Huis zouden de Democraten nog verder op achterstand komen. De Democraten zouden geen gouverneursposten kunnen toevoegen aan de de magere vijftien die ze hadden. Hillary Clinton zou de lamste van de lame ducks zijn. Ze zou naar het einde van haar termijn sukkelen en in 2020 zouden de Republikeinen onder leiding van Ted Cruz of Marco Rubio een enorme overwinning geboekt hebben die hen voor acht jaar in het Witte Huis zou brengen.

Geen misverstand: Donald Trump brengt enorme schade toe aan Amerika en de wereld. De toon van debat zal voorgoed veranderd zijn, het lage niveau waaraan we gewend zijn geraakt, de norm. Het overheidsapparaat wordt gecorrumpeerd, zowel in de letterlijke zin door de benoeming van kleine krabbelaars van Trump als door de actieve ondermijning van de taken van diverse departementen. Hij benoemt ideologen of minkukels als rechter. Amerika verkwanselt zijn rol als leider van de wereld.

Vast te stellen dat Hillary Clintons presidentschap waarschijnlijk hetzelfde soort ramp zou worden dat haar campagne opleverde, is niet hetzelfde als Donald Trumps desastreuze presidentschap verdedigen. De Democraten de mantel uitvegen voor hun gemodder in 2016 is niet hetzelfde als het ruggengraatloze, immorele optreden van de Republikeinse Partij in het Trump tijdperk goedpraten. De bedreigingen voor de Amerikaanse samenleving, voor de rechtsstaat en de staat van de democratie zijn immens, te meer omdat deze president onvoorwaardelijk wordt gesteund door zijn principeloze partijgenoten.

Tegelijkertijd moet je vaststellen dat een overwinning van Hillary Clinton nog veel grotere problemen had opgeleverd. Haar presidentschap zou de Democraten voor langere termijn buitenspel hebben gezet, de kansen op een langdurig conservatief bewind dat werkelijk wist waar het mee bezig was, hebben vergroot. Als Amerika in 2020 een herkansing krijgt, een nieuwe mogelijkheid om zich uit de zelfgecreëerde valkuil te bevrijden, dan is het omdat Clinton juist niet werd gekozen.

Het maakt de uitdaging er niet minder om. De taak van de Democraten is om Donald Trump te helpen zichzelf en zijn partij naar de rand van de afgrond te laten brengen en dan de kiezers, en alleen de kiezers, te laten vaststellen dat ze door deze hork grotelijks belazerd zijn. We horen weinig van de Democraten, maar dat hoeft in dit stadium ook niet. Er komt een punt dat elk alternatief beter is dan deze man.

Het is lastig om dit optimisme te noemen, maar wie zoekt naar een lichtpuntje is er misschien mee geholpen. Een glorierijke toekomst lonkt voor de Democraten. Die is echter niet gegarandeerd. Donald Trump kan in de tussentijd de wereld opblazen. De Democraten kunnen zo dom zijn een impeachmentprocedure beginnen. Of elkaar afmaken in een burgeroorlog tussen uiterst links, links en minder links. Of, niets doms is Democraten vreemd, hun kandidaten te zoeken in het bejaardentehuis door Bernie Sanders (76), Joe Biden (75) of Elizabeth Warren (68) te nomineren. Laat het aan de Democraten over om een buitenkans om zeep te helpen. Maar een buitenkans is het.

VS terecht uit de mensenrechtencommissie

‘Hypocritical and self serving’. Je zou denken dat de psycho het over zichzelf en zijn Republikeinse Partij had, maar dit is de reden dat de VS zich terugtrekt uit de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties. Voeg een succes toe aan de zegetocht van Nethanyahu.

Ik vind het wel een verstandig besluit van Trump. Mensenrechten spelen geen rol voor de VS, waarom zou je dan in een commissie blijven zitten? De psycho president was net in Noord-Korea waar de burgers het geluk hebben te worden geleid door een man die hij bewondert en op wie hij jaloers is. Geen woord over mensenrechten.

De psycho was bij zijn vrienden en financiers in Saudi Arabië. Geen woord over mensenrechten. Hij jut de ondermijners van democratie in Polen en Hongarije op, geen woord over de met voeten getreden rechten. Hij haalt kinderen weg bij hun ouders.

Nee, geen hem krediet waar krediet verdiend is: Amerika hoort niet in een mensenrechtencommissie. Dat zou hypocriet en zelfdiendend zijn. Gelijk heeft hij.

Ga rustig slapen, de psycho zegt het.

Noord-Korea, met kernwapens, is geen dreiging meer. De psycho weet het zeker.We kunnen allemaal rustig gaan slapen, vindt hij – een garantie voor een slechte nachtrust.

Iran, zonder kernwapens, is een gevaar voor de wereld. De psycho zegt het.

Het volk van Noord-Korea is maar wat gelukkig met deze briljante leider. Maar noemde Trump Kim een jaar geleden niet een massamoordenaar en zitten er niet honderdduizenden mensen gevangen? Daar heb ik niets over te zeggen, zegt de psycho, die wel bewondering heeft voor de manier waarop de Noord-Koreanen keurig rechtop zitten en applaus leveren voor hun leider.

Het is niet het einde van de wereld – dat kan nog komen, stay tuned – maar wel zeker het einde van het tijdperk dat Amerika de wereld leidde. De mensen die dachten dat het allemaal wel meeviel – ik zat een jaar geleden in een forum met NAVO baasjes die me voorhielden dat ik te weinig vertrouwen had in de psycho – zijn nu misschien eindelijk overtuigd van hun domme denken.

Er zijn maar twee grote fans van Donald Trump in Nederland, beide malloten maar wel degelijk columnisten voor grote kranten en dus met het stempel van hoofdredactionele interesse. Holman in het Parool is een reden om op die krant geen abonnement te nemen. Leon de Winter spuit er in de Telegraaf lustig op los: Trump en Nethanyahu zien alles scherp, Obama was een socialistische dwaler. Enfin, niemand met enig verstand neemt een abonnement op de Telegraaf, maar toch.