Pre-emptive ontslag

Yo psycho. Waarom wachten? Goed idee: fora van zakenlieden opheffen voordat ze zichzelf konden opheffen omdat je een onfrisse en vooral ongelooflijk domme racist bent.

Het is zo eenvoudig: een tweetje dat je het presidentschap opzegt. Waarom wachten op het 25ste Amendement, wees de swamp een stap voor, neem zelf ontslag.

 

Totaal gebrek aan moreel kompas

Hier een geactualiseerde versie van een eerder artikel over de GOP en racisme. Misschien heeft u een deel al eerder gelezen maar in de context van de nieuwe excessen van de psycho leek het me toch relevant.

Gepubliceerd op opiniepagina De Standaard, 17 augustus 

Dit voorjaar verbaasde president Trump zich erover dat Abraham Lincoln een Republikein was. ‘Dat zouden meer mensen moeten weten,’ zei Trump, zijn stuitende onkunde projecterend op de rest van Amerika. Niet onkunde maar gebrek aan moreel kompas is de verklaring voor Trumps onthutsende reacties op de manifestatie van extreem rechts afgelopen zaterdag in Charlottesville. Trump erkende niet de verwerpelijkheid van het racisme, het geweld, de hakenkruizen, hitlergroeten en de daar geuite opinies, inclusief een dosis antisemitisme. Hij leek het zelfs niet te onderkennen.

Een auto ploegde in een groep demonstranten maar de president van Amerika weigerde een daad van binnenslands terrorisme als zodanig te benoemen. Maandag legde Trump met zichtbare onwil een meer gematigde maar nog steeds onbevredigende verklaring af. Dinsdag was Trump weer zijn gewone zelf en toonde eens te meer dat het ambt van president nu wordt bekleed door iemand die Amerika te schande zet.

Het levert een acuut probleem op voor zijn Republikeinse Partij. Steeds meer lijkt onder president Trump de Grand Old Party (GOP), zoals de Republikeinse Partij zich graag noemt, tot volle wasdom te komen als de partij van de racisten, van de haat, van de extreem rechtse blanke nationalisten. Maar na Charlottesville is er voor de andere Republikeinen geen ontsnappen meer aan: ze moeten hun president afvallen of voorgoed besmeurd blijven. De Republikeinen hebben dit monster gebaard en kunnen niet aan de gevolgen ervan ontsnappen. Uiteindelijk was het Trump die met zijn birther-nonsens, de stelling dat president Obama niet in Amerika was geboren, jarenlang haat mocht zaaien. De Republikeinen tolereerden het: het kwam wel van pas in hun verkiezingskraam, in het aanjagen van haat tegen Barack Obama. Trump won in 2016 mede dankzij een boodschap van dog whistles, die stille racistische boodschappen, hoorbaar voor wie ervoor openstaat.

Trump zal het niet weten, maar de GOP had ooit een stoere geschiedenis op dit terrein. Lincolns partij was een eeuw lang de enige die zich bekommerde over het lot van zwarte burgers, zich beschaamd afkeerde van racisme en segregatie. Lincoln en zijn opvolgers ontmoetten Frederick Douglass, een ex-slaaf. Republikein Theodore Roosevelt (1901-1909) had in 1901 een etentje met Booker T. Washington. President Warren Harding (1921-1923) hield in Birmingham, Alabama, een toespraak waarin hij segregatie aan de kaak stelde. Zijn lot was een smeurcampagne die suggereerde dat de president zwart bloed zou hebben. Andere Republikeinse presidenten als Calvin Coolidge, Herbert Hoover en Dwight Eisenhower voelden ongemak bij segregatie maar deden er niets aan.

Bij de Democraten was het nog veel erger. President Woodrow Wilson (1913-1921) was een notoire racist, en tot ver in de twintigste eeuw probeerden de Democraten de segregationisten binnen hun grote politieke tent te houden. Voor een Democratische coalitie waren altijd de zuidelijke politici nodig. Het verklaart waarom Franklin Roosevelt (1933-1945) nooit veel werk maakte van het beëindigen van de Amerikaanse apartheid. John F. Kennedy was al net zo voorzichtig totdat de ontwikkelingen in Selma en elders hem dwongen zich uit te spreken over burgerrechten. Als leider van de Democratische senaat had Lyndon Johnson in de jaren vijftig nog de Democraten bijeen weten te houden door voorstellen voor burgerrechten te verwateren. Maar als president was Johnson wel degene die vanaf 1963 de kans kreeg om af te rekenen met Amerika’s historische erfzonde en dat toen ook deed. ‘There goes the solid South’, zou hij gezegd hebben toen in 1965 de burgerrechtenwetgeving werd afgerond, zich realiserend dat de racisten nu geen reden meer hadden om Democratisch te stemmen.

De omslag was toen al bezig. Geleidelijk aan hadden de racisten hun greep op het Zuiden al verloren, zich vastbijtend in achterhoedegevechten voor het behoud van een immoreel systeem. In 1948 voerde de Democraat Strom Thurmond uit South Carolina campagne tegen zijn eigen president, Harry Truman, met als inzet behoud van de segregatie. Thurmond zette in 1964 de logische stap en werd een Republikein. Hij werd met open armen ontvangen in de partij die een unieke opening zag om in het Zuiden stemmen te winnen. Daarvan profiteerde in 1968 Richard Nixon door de silent majority aan te spreken, waarbij woede over het verlies van hun segregatie voor zuiderlingen een hoofdrol speelde. De zuiderlingen waren welkom in de GOP. Ook de door moderne Republikeinen vereerde Ronald Reagan wist heel goed wat hij deed door zijn eerste speech als officieel Republikeins kandidaat in augustus 1980 te houden in Philadelphia, Mississippi, waar in 1964 drie burgerrechtenactivisten waren vermoord. Reagan legde de nadruk op ‘staatsrechten’, sinds de Burgeroorlog codetaal voor het recht om op lokaal niveau te discrimineren. Republikeinen wisten waar hun kiezers waren te vinden en speelden daar op in.

Donald Trumps campagne was de culminatie van deze ontwikkeling. Racisten en neonazi’s waren welkom, Steve Bannon, de voorman van alt-right werd zijn adviseur. Trumps optreden van de afgelopen dagen kan niemand verrassen. Zeker niet zijn eigen partij, die op staatsniveau probeert het moeilijk te maken voor zwarten en andere minderheden om zich als kiezer registreren, een praktijk die door federaal Hof in Virginia al als racistisch werd bestempeld. Ook de manier waarop Republikeinen op staatsniveau de kiesdistricten zodanig indelen dat zwarten zo min mogelijk invloed hebben, past in dit patroon. Maar onder Donald Trump lijkt niets te dol, hij verlegt dagelijks morele standaarden.

Toch lijkt de Republikeinse Partij, de partij van Abraham Lincoln, op een cruciaal punt aangeland. Als de Republikeinen nu geen afstand nemen van het discriminerende, verdeeldheid en haatzaaiende optreden van de man die namens hen in het Witte Huis zit, zullen ze er nooit meer van loskomen. Ze zullen blijvend worden verbonden met de haatgroepen die we zaterdag aan het werk zagen en met de man die hen de hand boven het hoofd houdt. Tot nog toe toonden de Republikeinen weinig ruggengraat als het ging om weerwoord tegen Donald Trump. Nu hebben ze geen keuze meer. Dat geluid dat we hoorden, dat was Lincoln die zich in zijn graf omdraaide. Het is tijd voor de moderne GOP om daar een echo van te laten horen.

 

De kernoorlog wordt uitgesteld

Kim wacht af wat Amerika doet voordat hij actie onderneemt.

Trump wacht af wat Noord-Korea doet voordat hij actie onderneemt.

Zo hebben we een week crisisgedoe gehad dat, geheel voorspelbaar, zelfs met een idioot als president, uiteindelijk nergens over ging.

De status quo is en blijft de status quo. 

Waarom de psycho inderdaad een psychopaat is

Een lezer vroeg met waarom ik steeds ‘psycho’ gebruik verwijzend naar president Trump. 

Het is niet een flauwe poging om bijnamen te geven, een van Trumps favoriete bezigheden als hij niet bezig is zichzelf in de voeten te schieten. Nee, het is om de lezer eraan te herinneren dat we te maken hebben met een psychopaat. 

Trump bewees het gisteren nog maar een keer. Geef hem jeuk en hij blijft krabben. Poetin, Rusland: Trump blijft er over doorzeuren. Neonazi’s, racisten: hij kan er niet over ophouden. In beide gevallen gaat het niet zozeer om zijn achterban (hij wordt door beide gebruikt maar is te dom om dat te zien) maar om de enigen die hem onvoorwaardelijk steunen. En Trump als psycho geeft die steun onvoorwaardelijk terug.

Bij Trump gaat alles over Trump. Toen hij maandag zogenaamd zijn nuance aanbracht was dat nadat hij tien minuten had georeerd over de fantastische successen van de economie (een voortzetting van de Obamajaren). Gisteren zou hij over infrastructuur praten maar hij wilde het over Trump hebben, over deze abjecte types die hem steunen. En dus bleef hij maar krabben, tot meer dan ergernis van John Kelly, de chef staf die erbij stond.

Voor deze man is geen hoop. Alleen de Eppinks en Fergusons van deze wereld, broodschrijvers in het conservatieve mandje, verdedigen hem nog.

De meer serieuze vraag is of er hoop is voor Amerika en, in bredere zin, voor de westerse wereld zoals we die tot nu toe kenden. Je kunt er alleen maar per dag pessimistischer op worden.

Like a hurricane

Dit was Trumps Katharina. Weet u nog, die orkaan die New Orleans onder water zette? Toen kleine Bush hopeloos tekort schoot in empathie, schuldbewustzijn en medeleven? Het was het einde van zijn tweede termijn.

Nu blaast Charlottesville Trump weg.

De partij van Lincoln en racisme

Dit voorjaar verbaasde president Trump zich erover dat Abraham Lincoln een Republikein was. ‘Dat zouden meer mensen moeten weten’, zei Trump, zijn stuitende onkunde projecterend op de rest van Amerika. Onder president Trump komt de Grand Old Party (GOP) zoals de Republikeinse Partij zich graag noemt, tot volle wasdom als de partij van de racisten, van de haat, van de extreem rechtse blanke nationalisten. Na Charlottesville is er voor de Republikeinen geen ontsnappen meer aan: ze moeten hun president afvallen of voorgoed besmeurd blijven.

Het is niet nieuw. Uiteindelijk was het Trump die met zijn birther-nonsens, de stelling dat president Obama niet in Amerika was geboren, jarenlang haat mocht zaaien. De Republikeinen tolereerden het, niemand nam afstand: het kwam wel van pas in hun verkiezingskraam. Trump won in 2016 mede dankzij een boodschap van dog whistles, die stille racistische boodschappen, hoorbaar voor wie ervoor openstond.

Het was niet altijd zo. De partij van Lincoln, de Republikeinse Partij, opgericht in de aanloop naar de Burgeroorlog, was decennialang de enige partij die zich druk maakte over het lot van zwarte burgers. De enige partij die zich beschaamd afkeerde van segregatie en probeerde een andere weg in te slaan. Lincoln zelf ontmoette Frederick Douglass en ook zijn opvolgers ontvingen deze leidende zwarte man (Trump zei tijdens Black History Week dat Douglass goed werk doet en ‘steeds meer wordt erkend’, suggererend dat de man nog leefde).

President Theodore Roosevelt (1901-1909) was de eerste die een zwarte leider ontving in het Witte Huis. Hij had een etentje met Booker T. Washington op 16 oktober 1901. TR’s bedoelingen waren goed maar hij schrok zo van de reacties in het Zuiden dat hij onmiddellijk en ongebruikelijk voor deze man snel weer in zijn schulp kroop. De veel besmade Warren Harding, Republikeins president van 1921 tot 1923, hield in 1921 in Birmingham, Alabama, een gewaagde toespraak waarin hij segregatie leek te verwerpen. Zijn lot was een smeurcampagne die suggereerde dat Harding zwart bloed zou hebben. Presidenten als Calvin Coolidge, Herbert Hoover en Dwight Eisenhower, keurige Republikeinen, voelden ongemak bij segregatie maar deden er niets aan.

Bij de Democraten was het nog veel erger. Tot ver in de twintigste eeuw waren het de Democraten die de racisten binnen hun grote politieke tent probeerden te houden. Voor een Democratische coalitie waren altijd ook de racisten in het Zuiden nodig, de politici die rassensegregatie hadden ingevoerd en het tot het uiterste verdedigden. Het verklaart waarom Franklin Roosevelt, president van 1933 tot 1945, nooit veel werk maakte van het beëindigen van de Amerikaanse apartheid. John F. Kennedy was voorzichtig totdat de ontwikkelingen, in Selma en elders hem dwongen om zich te buigen over burgerrechten. Lyndon Johnson, een conservatieve Texaan, had in de jaren vijftig nog de Democraten in de Senaat bijeen weten te houden door voorstellen voor burgerrechten te verwateren. Maar Johnson verdient het krediet dat hij toen hij als president na 1963 de kans kreeg om af te rekenen met Amerika’s historische erfzonde, hij dat ook deed. ‘There goes the solid South’, zou hij gezegd hebben toen in 1965 de burgerrechtenwetgeving werd afgerond.

Natuurlijk zorgde de New Deal van FDR wel voor economische verbetering, zowel in de grote steden als op het zuidelijke platteland. Daarom kon hij op zwarte stemmen rekenen, voor zover zwarten konden stemmen. Geleidelijk aan verloren de racisten hun greep op het Zuiden, werden hun gevechten achterhoedegevechten voor het behoud van een immoreel systeem. In 1948 voerde de Democraat Strom Thurmond uit South Carolina (niet toevallig ook de staat die de Burgeroorlog begon) campagne tegen president Truman om de segregatie te verdedigen. Thurmond zette in 1964 de logische stap voor de volhardende segregationisten en werd een Republikein. Hij werd met open armen ontvangen aangezien de partij een opening zag om in het Zuiden stemmen te winnen.

JFK en LBJ gingen confrontaties aan met racistische gouverneurs van wie George Wallace van Alabama de bekendste werd. Net als Richard Nixon zag Wallace in 1968 het potentieel van een combinatie van zuidelijk racisme en noordelijk verzet tegen de elites. De Republikein won in 1968 dankzij een verdeeldheid zaaiende campagne om de silent majority te winnen, waarin het ook onuitgesproken bleef dat nu segregatie officieel voorbij was racistische zuiderlingen niets meer bij de Democraten hadden te zoeken. Ze waren welkom in de GOP die ze zouden gaan overnemen.

Ronald Reagan hield zijn eerste speech als officieel Republikeins kandidaat in augustus 1980 in Philadelphia, Mississippi, de plek waar in 1964 drie burgerrechten activisten waren vermoord. Hij legde de nadruk op ‘staatsrechten’, sinds de Burgeroorlog ook codetaal voor het recht om op lokaal niveau te discrimineren. Republikeinen wisten waar hun kiezers waren te vinden.

Donald Trump wond er in zijn campagne geen doekjes om. Racisten en neonazi’s waren welkom, Steve Bannon, de voorman van alt-right was zijn adviseur. Afgelopen zondag besmeurde hij het presidentschap door een daad van binnenlands terrorisme in Charlottesville, gemotiveerd door racisme en blank superioriteitsdenken, niet expliciet te veroordelen. Trumps optreden past in de pogingen van Republikeinse staatoverheden om de kiesregisters zodanig op te schonen dat zwarten en andere minderheden zich moeilijk kunnen registreren, een praktijk die door federaal Hof in Virginia al als racistisch werd bestempeld. Ook de manier waarop Republikeinen op staatsniveau de kiesdistricten zodanig indelen dat zwarten zo min mogelijk invloed hebben, past in dit patroon.

Onder Donald Trump lijkt niets te dol, hij verlegt dagelijks morele standaarden. Toch lijkt de Republikeinse Partij, de partij van Abraham Lincoln, op een cruciaal punt aangeland. Als ze nu geen afstand nemen van het discriminerende, verdeeldheid en haatzaaiende optreden van de man die namens hen in het Witte Huis zit, zullen ze er nooit meer van loskomen. Dat kan op korte termijn misschien electorale winst opleveren onder doelgroepen aan het uiterst rechtse einde van het politieke spectrum, op de lange termijn zal het de Republikeinse Partij blijvend in de hoek van de racisten en de neonazi’s zetten. Tot nog toe toonden de Republikeinen weinig ruggengraat als het ging om weerwoord tegen Donald Trump. Nu hebben ze geen keuze meer. Dat geluid dat we hoorden, dat was Lincoln die zich in zijn graf omdraaide. Tijd voor de moderne GOP om daar een echo van te laten horen.

De schande van Amerika

Stel u gewoon voor dat een moslim met een auto inreed op een groep, wat voor groep dan ook.

Trump is een schande. Een immoreel persoon, onwaardig om president te zijn. 

Maar hij is het en dus staat Amerika te schande. Het is niet anders.

Trump en zijn vrienden, de racisten

Er vallen goede argumenten aan te voeren waarom het onzinnig is monumenten die een deel van je geschiedenis weergeven weg te halen. Standbeelden van Jefferson Davis, president van de Confederatie, en generaal Lee, de leider van de zuidelijke troepen, herinneren aan een periode waarin Amerika nog net iets meer verdeeld was dan vandaag, leidend tot de burgeroorlog. Aan Princeton wordt Woodrow Wilson, een van de betere Amerikaanse presidenten maar een onverbeterlijke zuidelijke racist, als naamgever van delen van de universiteit ter discussie gesteld.

Persoonlijk vind ik het onzin om die standbeelden op te ruimen en net te doen of dat deel van je geschiedenis niet bestaat. Aan de andere kant is het begrijpelijk dat we geen monumenten voor Hitler of Lenin willen (Mao komt ermee weg in China). 

Het probleem van de racisten die in Charlottesville demonstreerden tegen verwijdering van die monumenten is dat ze niet protesteren tegen het ontkennen van geschiedenis maar voor racisme en blank superioriteitsdenken. Voor hen zijn Davis en Lee symbool voor een racistische, neo-nazi en KKK samenleving. Elk van hun demonstraties is een belediging voor mensen die niet racistisch zijn (of zou dat moeten zijn). Idem de confederale vlag. Dat is geen historische erkenning van een afscheiding maar een stuitend symbool van racisme.

De psycho president heeft geen gevoel voor nuance. Deze blanke blaters vormen zijn achterban en hij weet het. Hij zal hen niet veroordelen, laat staan dat hij zich zal realiseren dat zijn eigen retoriek en vuilspuiterij deze mensen ondersteunt. Trump is niet de oorzaak van de luidruchtigheid van  deze verwerpelijke lui – ze waren er al lang maar hadden niet het lef hun anti-sociale boodschap te verkondigen. Met Trump in het Witte Huis en Bannon in een kamertje naast het Oval Office zien ze zich gesteund door de president.

Het is een treurig moment in de Amerikaanse geschiedenis dat het zover is gekomen dat een president uiterst rechtse neonazi’s en KKK lieden tot zijn achterban rekent. Trump kan de verantwoordelijkheid voor het geweld in Charlottesville en het geweld dat nog gaat komen niet ontlopen. 

Gorka volgende die verdwijnt

Sebastian Gorka is een vervelend rechtse praatjesmaker in het Witte Huis van Hongaars afkomst – trots drager van zijn vaders medaille voor goede nazi verdiensten.

Afgelopen week diste hij Tillerson door te ratelen dat de minister van Buitenlandse Zaken geen bevoegdheden heeft en alleen de president beslissingen neemt. Dat is natuurlijk waar maar het helpt als je diplomatie wilt bedrijven om spanningen te verminderen dat het Witte Huis je niet bij de knieën afzaagt.

Naar verluidt is Chef Staf Kelly erop uit om Gorka op straat te zetten. Zou niets te vroeg zijn. Misschien kan hij samen met zijn maatje Bannon vertrekken.