Trump zakt door het ijs.

De langste, grootste, meest schadelijke, domste, alle records slaande shut down, geleid door de beste, A++, meest historische psychopaat in het Witte Huis is ten einde. De oogst: niets. Nou ja, behalve schade dan.

Het goede nieuws is dat de schade vooral aan Trump is. Hij liet zich opnaaien door zijn rechtse roeptoeters, negeerde advies, luisterde naar Stephen Miller, nam het krediet en liet blijken weinig voeling te hebben met wat er omgaat in de samenleving. Zijn kabinet deed er nog een schepje op. De miljonairs om Trump heen hebben geen idee wat het betekent om afhankelijk te zijn van een (magere) pay check en lieten dat blijken.

Nancy Pelosi heeft de psycho afgetroefd. Mitch McConnell verloor zijn eigen Republikeinse senatoren. Trump zakte door het ijs – of gaat door het stof, kies uw eigen metafoor voor zijn Werdegang.

Oh ja, extraatje, bonus: die kwezel van een hielenlikker, Mike Pence, zakte mee.

Zelden leverde zoveel schadelijk beleid zo weinig op.

Pelosi moet de psycho uitnodigen voor een State of the Union, komende week. Kijken hoe dat uitpakt.

Stone krijgt zijn verdiende loon.

Nou begint het pas echt leuk te worden. Roger Stone, een van de onderkruipers die Richard Nixon hielpen bij zijn kwade werken, is nu gearresteerd voor het influisteren van Donald Trump. 

Mueller heeft via de grand jury zeven aanklachten geformuleerd tegen deze arrogante blow hard. Niet misselijk, en het wordt interessant wat hij precies heeft gedaan. Weet u nog, Stone was degene die vooraf aankondigde dat Wikileaks met Russisch hack materiaal zou komen. 

We schuiven gestadig op richting Trump zelf.

Hoe kun je verbaasd zijn over Zimbabwe? Of over Kongo?

Het is werkelijk verbazend dat iemand verbaasd is over het geweld in Zimbabwe. Ik had altijd het gevoel dat over de vervanging van Mugabe door zijn onderknuppel veel te positief gerapporteerd werd, inclusief door Bram Vermeulen, de correspondent van de NRC.

De zogenaamde verkiezingen vorig jaar deugden niet. Door 0,8 procent meer te halen dan de helft kon Mnangagwa een run off vermijden en het parlement in zijn zak steken. Er was geen sprake van echte hervormingen.

En nu loopt het gewoon weer spaak. De militairen doen wat ze willen, de echte macht is in handen van de mensen die onder Mugabe ook de macht hadden, inclusief de huidige president. 

Helaas is optimisme in Afrika altijd de verkeerde gemoedstoestand. Niet alleen in Zimbabwe maar ook in het post-Zuma Zuid Afrika lijkt niet geweldig veel veranderd. En in Kongo heeft Kabilla net de zaak geflest – gesteund door driekwart van de bazen op het continent. 

De State of the Union werd niet altijd als een politiek spektakelstuk opgevoerd.

Wat een gezeur over de State of the Union – altijd verkeerd vergeleken met onze troonrede, maar vooruit, dat hoort er ook bij.

Inderdaad komt de president naar de gezamenlijke zitting op uitnodiging van de Speaker. Geen uitnodiging, geen spreektijd. Omgekeerd werkt ook. Nethanyahu kreeg van Speaker Ryan een uitnodiging om in een toespraak voor het Huis Obama’s Iran deal te ondermijnen.

Maar het hele verhaal van State of the Unions heeft meerdere historische kanten. De grondwet vereist dat presidenten periodiek zo’n boodschap afleveren aan de wetgevende macht. Presidenten Washington en Adams leverden een boodschap aan het congres nog persoonlijk af, president Jefferson besloot in 1801 dat een schriftelijke boodschap wel voldoende was. Hij wilde niet in persoon verschijnen omdat hij vond dat dat te veel leek op een koning (jazeker, hij zag een soort troonrede). 

In 1913 was president Wilson zo slim om te vragen de boodschap persoonlijk te mogen voorlezen. Het effect daarvan was inderdaad, koninklijk. Je vraagt je af waarom Theodore Roosevelt, nooit vies van publiek vertoon, er nooit om heeft gevraagd. Maar de boodschappen aan het congres, ook voor 1913, hadden behoorlijk wat invloed als een intentieverklaring van de president – zij het dat ze onvermijdelijk belangrijker werden met het groeiende belang van de uitvoerende macht.

Sindsdien is het een jaarlijkse gewoonte geworden. Officieel een begrotingsverhaal, onofficieel een politieke speech die de president de mogelijkheid geeft steun te vergaren of steun te laten zien, zowel in moeilijke tijden als wanneer alles goed gaat. Billy Clinton bijvoorbeeld kon in 1998 zich koesteren in het gejuich van zijn Democraten ook al liep er een impeachment procedure tegen hem. 

Obama werd in 2009 toegeroepen door een Republikein: ‘je liegt’. Een ongewone onbeleefdheid, om het zo uit te drukken, typerend voor de Republikeinse Partij. Wat inmiddels normaal is geworden is dat er tientallen applausmomenten zijn. Trump noemt muur: applaus. Trump noemt belastingverlaging: applaus. Het leukste is het als er onverwacht applaus klinkt, als een president iets zegt dat per ongeluk in hun kraam past en de oppositie ineens applaudiseert. Trump zegt: het is kinderachtig om de overheid te sluiten, applaus.

Maar een van de redenen waarom Nancy Pelosi niet helemaal gerust is over de state of the union is dat ze niet zeker weet of haar jonge honden, de net gekozen afgevaardigden, onder omstandigheden hun mond zullen houden. De kans daarop is beter als de State of the Union plaatsvindt onder iets minder gechargeerde omstandigheden dan Trumps sloop van de overheid.

Davos en de 70 procent belasting op de hoogste inkomens.

Afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez heeft ook Davos bereikt, dat wil zeggen haar verstandige plan om inkomens boven de tien miljoen met 70 procent te belasten, althans het deel daarboven. 

Michael Dell werd ernaar gevraagd. Zelf multibiljonair vond hij het, verrassing!, een slecht idee. De zaal leek het met hem eens te zijn – verrassing! Dell zei dat hij niet dacht dit dit soort beleid de groei van de Amerikaanse economie zou helpen. Waarom niet? ‘Noem een land waar dat heeft gewerkt – ooit’.

Dell werd op zijn nummer gezet door MIT econoom Erik Brynjolfsson die hem antwoordde: de Verenigde Staten. En gelijk had hij. Nooit groeiden de VS meer dan in de jaren vijftig en zestig met een hoogste schijf van meer dan zeventig procent en met een veel lagere schijf, in de jaren negentig.

Dell zal Picketty ook niet gelezen hebben. Die maakt met kracht van cijfers duidelijk dat de grote inkomensverschillen sinds de jaren tachtig zijn ontstaan door de belastingverlaging van Ronald Reagan. Het verhaal was altijd tweeledig: dat de enorme, geweldige groei als gevolg van die verlagingen tot meer inkomsten van de overheid zouden leiden, en, ten tweede, dat de mensen die zoveel verdienden nog harder zouden gaan werken en de economie zouden stimuleren.

Beide argumenten zijn kletskoek gebleken. Belastingverlagingen hebben alleen maar geleid tot begrotingstekorten. Iedereen wist dat maar de leugen werd verspreid om de New Deal verzorgingsstaat de nek om te draaien. Een soort Unilever-Rutte leugen.

En natuurlijk gingen al die overbelaste topondernemers niet harder werken. Ze werkten al tachtig en meer uur in de week. De ondersteunende diensten, advocatuur en dergelijke, gingen aanzienlijk meer verdienen, maar of dat productief is staat te bezien. Wat er gebeurde, en Picketty is daar heel duidelijk in, is dat mensen in de hoogste inkomensgroepen er nu belang bij hadden om zo lucratief mogelijke contracten uit te onderhandelen. Niet om er harder van te gaan werken maar omdat ze er oneindig veel meer aan over hielden.

De belastingen voor de hoge inkomens moeten omhoog. Elke Democratische presidentskandidaat moet dat ronduit stellen en verdedigen. Ocasio-Corteze heeft groot gelijk.

Precies op tijd voor Trump: een buitenlandse crisis.

Ah, precies wat Trump nodig had: een buitenlandse crisis. Hij had niet meteen achter de Venezuelaanse oppositie hoeven te gaan staan – tenzij hij natuurlijk contact heeft met militairen die de macht overnemen. Voor zover ik kan zien is er geen reden om deze zelfverklaarde president meteen legitiem te verklaren.  Lef heeft hij wel, die oppositieleider.

Zo niet dan kan dit zo maar uitlopen of een repressieve actie van Maduro en zijn bendes en een aanleiding voor de VS om in te grijpen. Wel lekker dat twaalf Zuid- en Midden-Amerikaanse landen Maduro laten vallen. Dat maakt het probleem voor Amerika om te interveniëren in eigen achtertuin iets minder.

Kamala Harris: een van de topkandidaten.

Ik heb nog niet over Kamala Harris geschreven, de junior senator van Californië die zich maandag aanmeldde als kandidaat voor de Democratische nominatie. Harris heeft veel mee: aantrekkelijke politieke uitstraling, assertief, zwart/indiaas. Juiste leeftijd, 54. 

Twee jaar ervaring in de senaat is niet om over naar huis te schrijven, anderzijds, dus was precies wat Barack Obama inbracht in 2007. Haar sterke punten zijn ook meteen haar zwakke punten. Om er geen doekjes om te winden: is Amerika in 2020 bereid om te stemmen op een zwarte vrouw? Het wordt een interessant en, zo kun je voorzien, vaak onplezierig spelletje: Harris is anders zwart dan Obama was, of Cory Brooker is. Niet opgegroeid in de zwarte Amerikaanse traditie die Obama, deels via Michelle, omarmde en die gewoon de habitat is van Brooker. Maakt dat verschil? Voor mij niet, maar let op, er zal veel over geschreven worden.

Een record aantal vrouwen zal zich dit keer kandidaat stellen, daarin onderscheidt Harris zich niet bijzonder. Ze is politiek gezien minstens zo interessant als Kristen Gillibrand, maar die heeft de ballast van haar Al Franken erfenis mee te dragen. Ze is jonger, aanzienlijk jonger, dan Elizabeth Warren, voor mij een enorme pré. Afgevaardigde Gabbard is niet relevant, de vraag is wie er nog meer komt. Amy Klobuchar is minstens zo aantrekkelijk.

Harris heeft het nadeel (net als Warren) dat ze een staat meebrengt die voor de Democraten niets toevoegt. Californië stemt in 2020 Democratisch, Harris of niet. Klobuchar en senator Sherod Brown brengen staten in het Midden Westen mee, respectievelijk Minnesota en Ohio. Dat is andere koek.

Je kunt er lang en breed over speculeren maar het enige dat we weten is dat Harris behoort tot de eerste rang van de Democraten. Tot nu alleen vergezeld van Warren. Wie volgt zal de komende maanden moeten blijken. 

De nodeloze problematisering van diversiteit door de PvdA.

Op het PvdA congres, afgelopen zaterdag, ging ik naar een workshop over diversiteit. Er waren weinig mensen, een stuk of vijftien, misschien toch een te algemeen onderwerp om erg veel aandacht te trekken. Misschien hadden de wegblijvers gelijk, voor mij was het een teleurstellende ervaring.

De workshop werd geleid door John Leerdam, oud kamerlid, en Jerzy Soetekouw, wethouder in Almere – de laatste interessanter dan de eerste (sorry John). De interactie met de zaal kwam pas nadat we iets te lang moesten luisteren naar ervaringen met diversiteit van beiden. Maar duidelijk was dat diversiteit werd geproblematiseerd, niet als een fact of life werd aanvaard. In snap niet zo goed waar we over moeten praten als diversiteit een probleem is, als het een nieuw probleem wordt gemaakt – ik ben opgegroeid in de diversiteit van een verzuild Nederland. Als ik (te) provocerend ben dan klonk het een beetje als de allochtonen-industrie types van, pak weg, tien, vijftien jaar geleden, die hun geld verdienden met open deuren opentrappen over integratie.

Waarschijnlijk doe ik beide heren onrecht, maar ik bespeurde weinig echt interessants en veel clichés. Zo eindigden we met de vraag of quota’s voor vrouwen in ondernemingsbesturen noodzakelijk waren en een pleidooi van Leerdam voor affirmative action, dat hij in de VS een doorslaand succes noemde.

Wat me stoorde was het gebrek aan perspectief. Er werd genegeerd dat Nederland altijd een diverse samenleving was, met katholieken, protestanten, socialisten en liberalen en de daarbij horende zuilen. Bestond allemaal niet. Voor de sprekers werd diversiteit pas actueel de afgelopen twintig, dertig jaar. Deze gedachte spoort met wat ik vaak zie bij de PvdA: een totaal gebrek aan trots op wat onze verzorgingsstaat, product van PvdA en KVP, aan integratie van allerlei Nederlanders heeft bereikt. Natuurlijk was ik het met hen eens dat rolmodellen belangrijk zijn, maar kijk dan gewoon om ons heen. Leerdams herhaalde uitroep dat de veranderingen de afgelopen twintig jaar groter dan ooit zijn, leek me onzin. De jaren vijftig en zestig brachten veel meer verandering. Het gevolg is dat een typisch Nederlandse ervaring van diversiteit wordt genegeerd.

Ook stoorde me het voortdurende gebruik door beide mannen van ‘bicultureel’, naar zichzelf verwijzend. Twee mannen met Antilliaanse/Surinaamse achtergrond die het daar steeds over hebben: dan is bicultureel allochtoon of zwart. Maar ik ben ook bi- of liever gezegd multicultureel. Ik vond dat onverstandig als terminologie omdat het negeert dat alle Nederlanders multicultureel zijn. Hier werd culturele diversiteit gereserveerd voor allochtonen, geen wonder dat mensen in Limburg of Groningen zich genegeerd voelen. Soetekouw zag mijn punt, Leerdam niet.

Aan het einde kwam de achterstelling van vrouwen aan de orde (of, zoals een van de vragenstelsters liet merken, de zelf-achterstelling door vrouwen die zich laten intimideren – ze was daar boos over, boos over zichzelf, zo te horen). Quota’s? Je kunt er over van mening verschillen (en ik ben tegen). Discriminatie van allochtone werknemers op de arbeidsmarkt los je niet op met quota’s maar met handhaving van discriminatiewetgeving, niet zielloze lijstjes of je aan een of andere norm voldoet.

Affirmative action in de VS is een goed voorbeeld van hoe een beleid dat aanvankelijk succesvol was later in zijn tegendeel verkeerde. We weten hoe de promotie van mensen op basis van sekse, ras of etniciteit boven mensen die evenzeer of zelfs meer voor promotie in aanmerking kwamen, heeft geleid tot weerstand, racisme en ja, tot Donald Trump. Het standaard voorbeeld is de brandweer, waar verzet groeide tegen gebrek aan promotiekansen voor blanke brandweerlieden.

Enfin, als de bijeenkomst een teleurstellende ervaring was dan was vooral omdat hij zo oninteressant was. Geen nieuw of creatief denken maar eindeloos veel clichés. Geen scherpe analyse maar een totaal gebrek aan enig historisch bewustzijn. Ik vrees dat dit soort denken, of het gebrek eraan, typerend is voor de PvdA (en voor veel politieke partijen in Nederland).

Het begin van het einde van de shut down.

Hoewel Donald Trump niet in staat schijnt te zijn werkelijk een deal te maken, beginnen de contouren van een mogelijke oplossing van de destructieve shut down zich af te tekenen. Typerend genoeg voor Trumps chaotische management is het dezelfde deal die de Democraten een jaar geleden al met hem dachten te hebben gesloten tot Trump hen een dag later onderuit haalde – alleen kreeg hij toen nog 25 miljard voor zijn muur. Beide partijen kunnen zichzelf winnaars noemen als Trump geld krijgt voor zijn muur en als de Democraten permanente burgerschapsstatus uit het vuur slepen voor de 800.000 Dreamers.

De deal die Trump zaterdag voorstelde was niet voldoende. Een verlenging van drie jaar voor de status van de Dreamers schuift het probleem alleen maar op. De extra eisen die hij had, behalve de muur gaven aan dat er onderhandelingsruimte is. Maar we zijn er nog lang niet. Trump lardeerde zijn verhaal met de inmiddels bekende onzin en overdrijving over de dreiging en wat een muur (hij gebruikte een omslachtige omschrijving die ruimte liet voor minder dan een muur) zou oplossen. Iedereen die tegen zijn muur is omschrijven als ‘radicaal links’ helpt ook niet.

De Republikeinen in de senaat die de afgelopen maand weigerden in actie te komen, kondigden nu aan wetsvoorstellen te zullen maken met Trumps voorstellen. Alle voorstellen die de Democraten de afgelopen week deden om de shut down te beëindigen werden door senaatsleider Mitch McConnell genegeerd. Er waren wel wat geluiden binnen de groep van Republikeinse senatoren om dit destructieve beleid te beëindigen maar tot nu waren er geen dissidenten. McConnell, de echte machthebber in Washington, hield de teugels strak. Hoewel de Republikeinen de macht hebben de sluiting van de overheid te stoppen, hebben ze tot nu toe niets ondernomen.

Nog los van hun bijna vanzelfsprekende volgzaamheid voor Trumps excessen, spelen twee politieke factoren een rol. Alleen werken die precies de tegengestelde kant op. Enerzijds zijn er de Trump-fundamentalisten die zich tegen elke Dreamers deal zullen verzetten en de muur gewoon willen, zonder enige concessie. Deze groep bestaat uit de roeptoetermenigte, de radio-presentatoren en rechtse commentatoren van Fox News, en de rechtervleugel in het Huis van Afgevaardigden. Aan de andere kant beginnen Republikeinse senatoren zich zorgen te maken over de mate waarin hun collaboratie met Trump hen in 2020 verkiezingsproblemen zou kunnen opleveren. Dat is de reden dat senator Lindsey Graham van South Carolina tegelijkertijd Trump echoot en probeert een deal voor te stellen. Volgens berichten zou chief of staff Mulvaney door Trump zijn uitgekafferd toen hij een soort van deal voorstelde.

Ik weet niet of we nu het eindspel naderen. Trump heeft geen enkele reden om nu toe te geven. Voor zover er schade was, is die al aangericht. Als hij nu toegeeft, zakt hij voor zijn trouwe achterban door het ijs – om het nog maar niet te hebben over de pijnlijke nederlaag tegenover de Democraten. De Democraten van hun kant weten dat shut downs in het verleden vaak snel werden vergeten maar ik vermoed dat ze de lasten ervan nu Trump langdurig willen inpeperen. Het is de vraag of de gemiddelde Amerikaan heeft gezien dat de Democraten wetgeving hebben aangenomen die de overheid opent – en dat de Republikeinen in december nog eigen wetgeving hadden voorgesteld en aangenomen om onderhandelingen vooruit te schuiven.

Het kan nog wel even doorgaan. Als Trump dacht met zijn toespraakje zaterdag de bakens in zijn richting te verzetten dan is hij nu van die illusie genezen. Duidelijk is dat zijn aanhang geen millimeter wil toegeven. Ik heb het gevoel dat deze onverzettelijkheid juist wel eens de doorbraak zou kunnen zijn. Een Dreamersdeal in ruil voor de muur of iets dergelijks ligt op tafel. Maar ja, dat lag hij een jaar geleden ook al.

Van Lodewijk Asscher …. geen nieuws.

Gisteren stond er een mooi artikel in de NRC over de PvdA onder Lodewijk Asscher, een verhaal dat uitstekend aansloot op wat ik gisteren schreef over de rust van een grafkist die heerst binnen de partij. Mijn pleidooi voor een totale hervorming van de PvdA krijg ik niet goed over het voetlicht. Ik heb het gepresenteerd aan het curatorium van de Wiardi Beckman Stichting, in een groter verband, en erover geschreven voor S&D, maar het zou aardig zijn om een wakker schuddend opinie artikel te publiceren. Misschien iets voor later.

De korte samenvatting van het artikel in de NRC is dat er in twee jaar niets is gebeurd. Er was het een en ander aangekondigd maar in de praktijk kwam Asscher niet veel verder dan de miskraam van een migratiebeleids voorstel. Hij was in Denemarken gaan kijken maar het lijkt erop dat Dijkhof met zijn proefballonnetjes meer in Kopenhagen heeft opgestoken dan Asscher (gelukkig maar, zeg ik, want dat beleid moet je als sociaal democraten niet willen).

In het artikel wordt verwezen naar een bijeenkomst in Amsterdam, in september 2018, war Asscher zijn onvoldragen en soms ronduit idiote tien punten plan over migratie verdedigde. Ik heb daar toen dit commentaar voor geschreven en nooit meer wat van gehoord. Ik schaam me voor de manier waarop de PvdA, sinds Scheffers artikel in 2000, zich een wij/zij discussie heeft laten opdringen. In een paniekstand om cultureel conservatieve kiezers te (terug) winnen, gingen alle idealen maar ook alle ratio overboord.

Die avond in Oost vroeg ik Asscher waarin zijn plan om van de Middellandse Zee een muur te maken nu eigenlijk verschilde van wat Donald Trump wilde – afgezien van de geweten stillende onzinnige zak geld die er overheen werd gegooid als ‘Marshall plan’ voor Afrika. Hij werd boos dat ik hem met Trump durfde te vergelijken. Maar hij gaf nooit antwoord.

Het tien punten plan is van de tafel verdwenen, althans, dat denk ik. Ik heb geen idee wat er omgaat in de partij – of niet. Morgen is er een congres waar niets hervormends op de agenda staat, niet eens om over te praten. Ik draag de sociaal democratie een warm hart toe, vind dat een partij die de sociaal democratische idealen verdedigt, niet mag verdwijnen. Maar ik ben bang dat we precies die kant op gaan.