Twan Huys, Hirsi Ali en de vreselijke Hoekstra, een journalistiek wanprestatie.

Ik kijk wel eens naar Buitenhof, een van de weinige programma’s die meestal interessante gasten heeft en scherpe interviewers. De aflevering van vandaag, vanuit New York vanwege de verkiezingen, was een teleurstelling. Wat heet, in veel opzichten beschamend.

Om te beginnen was het niet duidelijk waarom het vanuit New York moest. Arnon Grunberg en Russel Shorto zijn niet het soort van onontkoombare of vreselijk veel toevoegende gasten dat je ervoor naar Manhattan moest migreren.

Pathetisch was het interview met Ayaan Hirsi Ali, voormalig fris en origineel denkster, nu een Republikeinse roeptoeter. Ze ratelde de Trumpistaanse talking points af, zonder dat Huys er een serieuze vraag over stelde. Ze was bang dat de Democraten in Portland en Seattle de uitslag niet zouden accepteren en geweld zouden gebruiken.

Vraag die Huys had moeten stellen: maar de president die u steunt heeft aangekondigd de uitkomst niet te accepteren en heeft geen afstand genomen van white superiority en andere geweldsgroepen die veel dreigender zijn. Vraag kwam niet.

Hirsi Ali (overigens door iedereen familiair Ayaan genoemd) sprak als schoolmeesteres over democratie. Je praat, je zoekt het midden op. Volgens haar deden de Democraten dat niet.

Vraag die Huys had moeten stellen: hoe zit dat dan met de Republikeinen die tien jaar lang alles geblokkeerd hebben en de afgelopen week nog een rechter van het Supreme Court erdoor ramden? Vraag kwam niet.

Hirsi Ali klaagde over het maken van ras de maat van alle dingen. Goed punt, moeten we niet doen, maar wat dan met die president die zich gedraagt als een racist? Vraag kwam niet. Ze klaagde over defunding the police, Republikeinse talking point, en niet over politiegeweld tegen zwarten. Het slappe vraagje over Hirshi Ali’s kinderen en haar nog slappere antwoord hielpen niet.

Het was een pathetische voorstelling, zowel van Huys als van Hirsi Ali. Maar Huys is de journalist dus hij leverde een wanprestatie. En Hirsi Ali kan niet meer serieus genomen worden als academisch onderlegde waarneemster. Ze is gewoon een party hack (of was ze dat altijd al?).

En waarom was ze eigenlijk uitgenodigd?

Ja, ik weet het, in ons belachelijke omroepsysteem moet je beide kanten aan de tafel hebben. Maar wat is het nut van partij toeters als Hirsi Ali en, het ergste kwam later, van ambassadeur en Trump acoliet Hoekstra, bekend leugenaar.

Natuurlijk had Hoekstra het over geweld, vernieling van eigendommen, maar niet over het complot om de gouverneur van zijn staat te vermoorden. Vraag die Huys had moeten stellen: waarom noemt u die niet?

Huys vroeg hem over Trumps verhaal dat doktoren geld zouden verdienen aan Covid doden, Hoekstra bullshitte dat Trumps woorden uit de context gehaald waren. Dat waren ze niet, zoals Huys opmerkte maar niet benadrukte. Hoekstra deed net alsof doktoren meer geld krijgen onder Medicare als covid wordt aangestreept. Oh ja? Hoekstra is niet in zijn eerste leugen gestikt. Huys liet hem ermee wegkomen. Ook de rest van het interview was nutteloos en deels onaangenaam. Het was simpelweg verspilde moeite. Waarom nodig je zo’n man uit? De kans dat hij een nieuw of een interessant inzicht biedt is nul.

Huys liet zich afbekken als onbetrouwbaar, altijd de ambassadeur onderbrekend en alles uit context halend. Huys liet het toe. Verdiende het. Deze bullebak heeft het bij Trump geleerd. Huys had hem niet moeten uitnodigen en toen hij werd afgebekt moeten zeggen: u doet nu precies wat Trump altijd doet.

Voor de goede orde en de balans, werd ook nog de onverteerbare Michael Moore nog eens opgevoerd om te vertellen dat je peilingen niet moet vertrouwen. Okay, links ook gehad.

Ik heb er spijt van dat ik heb gekeken. Fijn voor Twan dat hij een week in New York mag zitten maar waarom eigenlijk?