Wat te maken van de verkiezingen in New York City?

Vorige week won Zohran Mamdani, een 39-jarige zelfverklaarde socialist, de Democratische voorverkiezingen voor het burgemeesterschap van de stad New York. Hij versloeg de zwaargewicht Andrew Cuomo, die in 2022 wegens ongepast gedrag ontslag moest nemen als gouverneur van de staat New York. Het was hartverwarmend: jong versloeg oud, nieuw versloeg cliché, progressief versloeg establishment. Was hier sprake van een proteststem tegen een fenomeen als Cuomo of zijn er verdergaande lessen te leren?

Mamdani’s verrassende overwinning volgt op een veelbezochte landelijke tournee door twee linkse voorlieden van de Democratische Partij, senator Bernie Sanders en afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez. Zij kregen handen op elkaar voor hun Fighting Oligarchy Tour dit voorjaar, zowat de enige zichtbare vorm van oppositie tegen het Trump-regime. Geen wonder dat de ontwikkeling in New York uitgebreid wordt geanalyseerd en geïnterpreteerd door Amerikanen die hopen en bidden dat er een georganiseerde oppositie op gang komt tegen Donald Trump en zijn naar autoritair gezag neigende presidentschap. Inderdaad, geweldig, maar het is zaak kritisch te blijven.

Mamdani is jong. Eindelijk! Amerikaanse politiek is al te lang een gerontocratische inside game en het wordt tijd dat de oude knarren daarin opzij worden gezet. Maar laten we niet overdrijven. Mamdani heeft geen ervaring in het runnen van een grote bureaucratie. Dat hoeft geen probleem te zijn maar het is een risico dat kiezers zullen moeten meenemen. Jong is prima, jonger is goed genoeg – als het maar jonger is dan de rollatortypes in Washington.

Mamdani is progressief, links. Hij is uitgesproken over sociaal beleid, over de almacht van de plutocraten die in New York nog wat nadrukkelijker aanwezig is dan elders. Zij zetten hun geld op Cuomo – letterlijk: hij kreeg miljoenen in zijn campagnekas. Mamdani had beloofd de belastingen voor deze rijkaards te verhogen. Zij dreigden de stad te verlaten. Dit zijn dezelfde mensen overigens die niet wisten hoe snel ze zich achter Trump moesten scharen toen ze doorhadden uit welke hoek de wind waaide, met andere woorden, hun intenties moet je wantrouwen. Ze zullen ook niet weggaan uit de stad. Ze hebben dure appartementen, ze kunnen hun bedrijven niet zomaar oppakken en verplaatsen en ze hebben hun buitenhuizen in de Hamptons van waaruit ze met hun gechauffeerde auto’s naar Manhattan kunnen. Hun dreigingen zijn gebakken lucht.

Mamdani heeft beloofd de huren te bevriezen. De plutocraten waarschuwen dat het de woningcrisis zal verergeren. Je kunt ook dat negeren. Die crisis kan niet erger en zij hebben niets gedaan om daar wat aan te verbeteren. Lage inkomens verdienen bescherming. Mamdani belooft betaalbaar en goed openbaar onderwijs, waar de plutocraten hun kinderen op privéscholen hebben. Hij wil gratis openbaar vervoer.

Het is allerminst vanzelfsprekend dat Mamdani die verkiezingen in november gaat winnen, ook al is New York een Democratische stad. Ik denk niet dat Cuomo op zal duiken als onafhankelijke kandidaat. Hij heeft zijn reputatie al verloren, ik denk niet dat hij nog een keer klop wil krijgen. De plutocraten zullen wel proberen hem over te halen om te kandideren, maar als dat niet lukt zullen ze proberen een Republikein uit de niet-Trump hoek te vinden, iemand als oud-burgemeester Mike Bloomberg. Als ze zo iemand kunnen opduikelen dan zou die goed kunnen winnen. Een smerige, anti-socialistische campagne die zal focussen op Mamdani’s breed gedeelde kritiek op Israël, kan Mamdani heel goed de pas afsnijden. Het pleit is nog niet beslecht.

Wat kunnen we hier opsteken voor de landelijke politiek? Er wordt veel ophef gemaakt van de ‘moderne campagne’ van Mamdani, met Tik Tok en andere sociale media. Hij wandelde van de ene punt naar de andere punt van de stad, pratend met burgers. Niets nieuws, Jimmy Carter deed dat in 1975 in Iowa. Ja, we kunnen er wat van opsteken maar campagne voeren is een beroep. Mensen die er goed in zijn zullen campagnes runnen en deze nieuwe inzichten gebruiken. Maar dit is allemaal proces, we moeten het hebben over inhoud.

Ik denk dat de echte les is dat de kiezers, Democratische kiezers, hunkeren naar inhoud. Hoe die gebracht wordt, via Tik Tok of wat dan ook, is minder belangrijk. Ze willen iets tastbaars, iets om voor te kiezen. Zoals daar zijn: hogere belastingen voor bedrijven en voor de rijken; beter en betaalbaar onderwijs; beter en betaalbare gezondheidszorg; publieke voorzieningen; meer huizen; goedkopere energie. Eigenlijk alles omgekeerd aan wat er nu voorligt in het Congres in de Big Ugly Bill van Donald Trump.

Die referentie aan Trumps beleid voor de rijken is van belang, want we zitten in een klassenstrijd. Ook al zullen veel kiezers dat niet zo benoemen, ze zijn het daar wel mee eens. Het is rijk tegen arm, of beter geformuleerd, de rijken tegen alle anderen. De rijken lijken te winnen.

Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez zijn de enige Democraten die de afgelopen maanden hebben geduid wat het echte probleem is en ze bieden een oplossing. Fighting the Oligarchs. Ja, een oorlog. Ja, een klassenstrijd. Kiezers moeten niets hebben van het geschuif naar rechts om het midden te bemannen. Ze hebben de buik vol van Clintons triangulatie (ergens tussen links en rechts belanden, waar dat ook maar moge zijn). Ze hebben geen behoefte aan pappen en nathouden. Ze willen oppositie. De kiezers die Trump vertrouwden zullen snel ontdekken wat hen dat gaat kosten. Trumpisme is Trump en heeft geen toekomst zodra het vertrouwen in die ene gladprater is verloren. Zodra de corruptie duidelijk wordt. De arme sloebers zullen ontdekken dat ze voor de gek werden gehouden en beroofd. Aan Democraten om dat te laten zien. Trump mag nu domineren, dat is niet voor de eeuwigheid.

Sanders en AOC, en nu Mamdani, wijzen de weg. Senatoren als Chris Murphy and Cory Brooker zouden moeten volgen. Harris, Clintons and Bidens: please, shut up. Jazeker, geniet van Mamdani’s overwinning, bouw een feestje. En stop met zeuren over tweede rangs onderwerpen, over identiteit en de juiste woorden. Ga voor een programma dat recht doet aan Democratische waarden en go all out. Als Mamdani’s overwinning een aantal van de Democraten die zich warmlopen voor 2028 inspireert tot meer inhoud dan ze tot nu hebben geboden, dan hebben we allemaal gewonnen.

De hele wereld lacht om Rutte’s geslijm, Trump stapt trots rond, veren in de kont.

Fascinerend. Rutte stuurt suck up boodschappen naar de psycho. Dat is waar hij voor is ingehuurd, slijmen en meebewegen, vinger opsteken, bla bla. Dezelfde man onder wie Hillen defensie uitkleedde, maar dat terzijde.

Suck up. De hele wereld lacht zich een kriek, steekt er de draak mee, behalve het subject van de sucking, de psycho himself. Wat te denken van zo’n topontmoeting waar de persoon waar het allemaal om draait zo met zichzelf bezig is dat hij niet eens ziet dat iedereen lacht?

Ik begrijp het: serious sucking up was nodig. Je wilt het baasje niet kwaad maken. Geef hem 3,5 procent, of 5 procent, what the hell. Over een paar jaar is hij toch verdwenen. Zet hem in een paleis met echte royalty en hij denkt dat hij erbij hoort. Hoe zielig kan het zijn?

Nou, nog net wat zieliger was de all out televisieonderneming rondom deze NAVO top. Enkel omdat hij in Nederland was, moest het allemaal verslagen worden. De ouwehoershows draaiden weer overuren met altijd dezelfde wijsneuzen, veelal van de foute krant of de foute omroep. Ze werken hard, dat wel. Het hele weekend hadden ze al in zwijm gelegen van bewondering voor de aanval van de VS op Iran en waren ze druk bezig met PvdA bashen. Iedereen, inclusief een zichzelf serieus nemende maar niet serieus meer te nemen presentator van geouwehoer, Rick Nieman.

Ik begrijp dat ook niet zo goed. Nieman presenteert een ouwehoershow, Twan Huys een serieus praatprogramma, Eelco Bosch van Roosenthal het enige serieuze achtergrondprogramma en even later zitten ze aan tafel (zijn ze ‘aangeschoven’) bij andere ouwehoerprogramma’s. Er vindt hier een vervaging van rollen plaats, niet veel minder erger dan kleine Wouter, die overal over mee mag lullen maar nooit wordt aangepakt op wat zijn baas, de foute krant met de rechtse agenda, te berde brengt. 

Was dit een succesvolle NAVO top? Ja, als geen ruzie krijgen met een narcist die denkt dat hij een Nobelprijs verdient de gewenste uitkomst is. Nee, als serieus denken over dreigingen, collectiviteit en in het algemeen de verloedering van het westen het onderwerp hadden moeten zijn. 

De foute krant zit vast in overdrive

Natuurlijk ging de foute krant van Nederland en zijn onderafdeling in de publieke omroep, WNL, vol op het orgel over de motie over Israël die de PvdA vorige week indiende. Al voor die tijd was de foute krant bezig met een verdediging van Netanyahu’s agressieoorlog. De foute redacteur van de foute krant, Wouter de Winther, was al eerder nadrukkelijk aanwezig, zich een te groot pak aanmetend als midden oosten expert.

Erger, hij nam, godbetert, Thomas Erdbrink de maat. Woutertje vroeg Erdbrink of hij wel als journalist kon opereren over Iran, met zijn familie daar en zijn hechte banden met het land. Erdbrink bleef beleefd en benadrukte dat hij als journalist daar heel goed toe in staat was. Wat mij tegen de borst stuitte – zacht uitgedrukt – was dat deze door en door verpolitiekte ‘journalist’ deze vraag durfde te stellen. Het was natuurlijk te veel gevraagd om van Renze te verlangen dat hij dezelfde vraag aan de Winther stelde (het ging eerder in de uitzending over de WNL ledenwerfacties bij de VVD). Kan een loopjongen van de foute krant met een politieke agenda om de VVD en de PVV te steunen wel een analyse geven? 

Terug naar de PvdA. Het interview met Kati Piri in de NRC was verhelderend. Ze gaf, wat mij betreft, goede redenen om de hulp aan de Israëlische defensie stop te zetten. Inderdaad, als je een agressie oorlog voert, onder dekking van een iron dome, een verdedigingsschild, zodat je die oorlog veilig kunt voeren, dan is het gerechtvaardigd om de steun daarvoor te stoppen. Dan is de verdediging deel van de agressie. De reacties van de Nederlandse goegemeente waren totaal voorspelbaar.

De foute krant lust er al dagen pap van, overigens net als de niet serieus te nemen leider van de VVD. Het congres van de PvdA/Groen Links nam gelukkig haar redenering en haar motie over. De tegenstand op dat Congres kwam van dezelfde mensen die tegen de fusie waren, plus nog een paar die ook voorspelbaar waren. Het valt te hopen dat we van mensen als Rob Oudkerk (dezelfde die na de macabi rellen de Amsterdams kristalnacht aankondigde) nu niets meer zullen horen.

De foute krant speelt graag de antisemitische kaart tegen de PvdA/Groen Links, niet omdat de krant zo helder is maar om binnenlandse politiek te voeren. Het is immorele onzin om kritiek op Israel over de genocide in Gaza steeds maar weer als antisemitisch te bestempelen – en, mag ik toevoegen, daarmee ook de waarde van de beschuldiging van antisemitisme ondermijnen, zoals Trump dat ook doet in de VS. De foute krant, zijn omroep en zijn vooringenomen baasje in het hele publieke systeem, zouden zich moeten schamen.

Nethanyahu stuurt, Trump volgt

Is dit wat het betekent als America weer great is? Poetin heeft Trump al maanden aan zijn leiband en nu hobbelt de president machteloos achter Nethanyahu aan. Volgzaamheid kenmerkt de Amerikaanse buitenlandse politiek, alle retoriek ten spijt. Terwijl vanuit Washington alles wat herinnert aan de American Century wordt afgebroken, sturen krachten van buiten een hulpeloze want inhoudsloze president.

De toon van de commentaren en analyses in de Amerikaanse media is veranderd. Eerst, dat wil zeggen voordat Israël een agressieoorlog begon, was men sceptisch over een aanval op Iran. Er werd uiteindelijk onderhandeld over beperkingen, die overigens in alles leken op de Obama-deal uit 2015 die door Trump in 2018 de nek was omgedraaid. Iran dacht dat er gepraat werd maar werd bij de neus genomen. Netanyahu had al besloten aan te vallen voordat er een deal tot stand kon komen. Iran was onvoorbereid.

Inmiddels gaat het alleen nog over de bunkerbuster bom van de VS die nodig zou zijn om het laatste restje van Irans nucleaire capaciteit te vernietigen. De commentaren zijn verschoven: nu de oorlog eenmaal is begonnen, rest Amerika geen andere keuze dan Netanyahu te volgen. De logica is eenvoudig. Eenmaal op gang, moet Amerika Israël helpen Iran definitief kapot te maken. Half werk is erger dan een Amerikaanse oorlog in het Midden Oosten, is de redenering. Niet enkel van het Israël applauscollege in de commentaren, maar zelfs van meer bedachtzame analisten.

De adviseurs die Trump nu om zich heen heeft, zijn niet zozeer verdeeld als zelf onwetend. Het is de vraag of dat vooruitgang is na de haviken die hem in zijn eerste termijn in de richting van een aanval op Iran drukten – die hij toen, ere wie ere toekomt, wist te weerstaan. Fascinerend is dat inlichtingensuprimo Tulsi Gabbard Trump had laten weten dat het lang niet zo duidelijk was dat Iran dicht bij een bom was als Netanyahu wilde doen geloven. Zoals dat gaat met advies dat hem niet uitkomt, werd Gabbard opzij gezet. Over de vraag of het werkelijk zo erg is als Iran die capaciteit heeft, een onderwerp waarover het vakblad Foreign Affairs in het verleden interessante artikelen publiceerde, gaat het überhaupt niet. Dat neemt iedereen blind aan.

Trump zelf weet het niet zo goed. Hij is zo onder de indruk van Israëls vaardigheid in het vermoorden van de top van Irans militairen, dat hij er in zijn absurde neediness zelf ook wat krediet voor wil. Zijn act van ‘ik kan het doen, ik kan het ook niet doen’ past perfect in zijn dagelijkse tactiek van de aandacht van de media vasthouden (en verleggen van Los Angeles en Gaza).

Ik vermoed dat Netanyahu de logica van zijn aanval het best heeft doordacht. Een agressieoorlog wordt door het Westen gemakkelijk geaccepteerd als hij van een ‘bondgenoot’ als Israël komt. Dus kon hij gewoon aanvallen, met of zonder steun van de VS, en daarmee een dreigende deal, die hij niet wilde, voorkomen. Hij gokte dat Trump gedwongen zou zijn met Israël mee te bewegen. Netanyahu’s secundaire doelstelling van regime change moet, gegeven de regio, met een zak zout genomen worden. Ook zonder Ayatollahs is Iran een regionale grootmacht (88 miljoen inwoners tegenover Israëls tien miljoen) en het is allesbehalve duidelijk wie de macht zou overnemen als de ayatollahs verdwijnen. Het maakt Netanyahu niet uit. Hij gebruikt de gelegenheid om zoveel mogelijk schade aan te richten. Dat heeft hij maar vast binnen. Als Trump aan boord komt en zijn superbom gebruikt, zoveel te beter, dan zit Amerika weer verder vast in een regio waarvan het land zich onder president Obama probeerde los te maken.

In Israël schijnt men enthousiast te zijn over dit beleid. De houdbaarheid van dat enthousiasme zal, zoals altijd, beperkt blijken. Iran kan nog steeds schade aanrichten, ondanks zijn verminderde kracht, en het maakt de dreiging van het dagelijks bestaan in Israël onaangenaam. Allemaal fijn patriotisme, maar nu zit Israël nog langer vast aan Nethanyahu. De vermeende positieve kanten van zijn beleid, de openingen naar Arabische staten met bij de regio passende regimes, zullen minder opleveren als Iran als kapotgemaakt land de regio blijft opjagen.

De verdeeldheid in Amerika is niet imaginair. De gewone Amerikanen zijn niet geïnteresseerd in een nieuwe eindeloze oorlog in het Midden Oosten, opnieuw opgejuind door informatie die onbetrouwbaar lijkt te zijn. Ze zijn kleine Bush, zijn leugens en zijn oorlogen niet vergeten. Maar laat u niet misleiden: als Amerika actief gaat deelnemen en de wraak van Iran zich ook op Amerikaanse doelwitten gaat richten, zal patriotisme de overhand krijgen. Zo gaat het altijd.

Het is ietwat bizar voor sceptici om zich terug te vinden in het gezelschap van MAGA-roeptoeters als Steve Bannon en Carlson Tucker, om niet te spreken over Marjorie Taylor Greene, de viswijf-afgevaardigde in het Huis van Afgevaardigden. Zij wijzen er terecht op dat Trump juist had beloofd de rest van de wereld zoveel mogelijk te negeren. Past deze betrokkenheid bij America First? Een ondertoon van afkeer van Israël sluipt door in dit radicaal rechtse kamp.

Ondertussen kan Trump de spanning niet al te lang laten duren. Hij moet snel beslissen of hij Netanyahu’s pad volgt. Als hij het doet, lijkt er geen beter moment voorhanden dan vlak voor of tijdens de NAVO-top in Den Haag, die volgende week van start gaat. Daar zullen de bondgenoten zo bang zijn dat Amerika de NAVO laat vallen, dat ze keurig in de pas zullen lopen met wat Amerika ook maar doet. Het echte onderwerp voor het Atlantisch bondgenootschap, Oekraïne en Rusland, zal ondergeschikt blijken. Als Trump al komt en niet zijn bondgenoten in hun sop laat gaarkoken.

Poetin geniet, opnieuw en nog steeds van Trumps geklungel. Niet alleen kan hij in Oekraïne zijn gang gaan, hij kan zich ook opwerpen als vredesstichter in het Midden Oosten. Niet dat iemand dat serieus neemt, maar waarom zou hij het niet proberen? Met Trump gedreven door waar Netanyahu hem toe dwingt, kan hij gemakkelijk een graantje meepikken.

Niet de Verenigde Staten bepaalt op dit moment hoe de wereld eruit ziet en welke kant hij op zal gaan. Wegens gebrek aan visie en daadkracht heeft het land zich voorlopig buitenspel gezet. Het lijkt alsof alle beslissingsmacht bij Trump ligt – bunkerbuster verhalen domineren de media –, in werkelijkheid is het Netanyahu die de zweep klapt. Trump volgt.

Haat drijft Amerika richting autoritair regime

Als de MAGA-wereld van Donald Trump ergens goed in is dan is het haten. En in die wereld is er geen fijner object van haat dan Californië en haar 39 miljoen inwoners. Dit is de staat waar de milieuregels zijn geboren die vaak de landelijke trend bepalen. Waar overheidsregulering inderdaad gargantueske vormen heeft aangenomen. Waar belastingen hoog zijn. Waar woke en me too regeren – denkt de rest van Amerika. En waar Democraten altijd lijken te winnen. Heerlijk om tegenaan te schoppen. 

Voor Donald Trump is het de ideale staat om ruzie mee te zoeken. Hij haat het heldere licht in Californië, hij haat de happy go lucky attitude, hij haat de huidige gouverneur Gavin Newsom, die hij, in gebruikelijke haatspraak, Newscum noemt. Hij haat hoe Californië eruit ziet: witte Amerikanen zijn er al decennia in de minderheid zijn. Sterker, veertig procent van de bevolking is Hispanic of Latino en ook Aziaten hebben er hun thuis gevonden.(met een achtergrond in Latijns Amerika). Californië is een staat van immigranten. De etnische variatie wordt door de overgrote meerderheid van de bewoners gewaardeerd. 

De afkeer van wat ooit gold als paradijs is nochtans recent. Ooit was Californië de droomwereld waar miljoenen arme Amerikanen tijdens en na de Depressie via Route 66 met een aftandse T-Ford hun geluk hoopten te vinden. Het probleem is dat die optie nieet meer bestaat. Californië is te druk en te duur geworden. Amerikanen die het vervallen Midden Westen graag zouden verlaten, zitten daar nu vast. Ze weten dat geografisch en sociaal economische mobiliteit niet meer bestaan. Er valt niets meer te dromen. Ze hebben hun jaloersheid op Californië omgezet in haat, en Donald Trump weet deze pijnpunten feilloos te vinden.

Ga maar na: Trump had zijn immigratiebeleid ook hard kunnen uitvoeren in Texas, waar percentueel evenveel Hispanics wonen (veertig procent). Maar daar zit een radicaal rechtse gouverneur en als daar medeburgers in opstand komen tegen het oppakken van hun buren, kun je die niet zomaar wegzetten als radicaal linkse on-Amerikaanse elementen. Los Angeles is veel aantrekkelijker, zowel om de onrust aan te jagen als de macht van de president te vergroten. 

Want dit laatste is de achterliggende doelstelling van de president: kijken hoever hij kan gaan met het inzetten van de national guard en zelfs het leger tegen onrust naar keuze. Het is natuurlijk een gotspe dat een regering die de bestorming van het capitool weigert te kwalificeren als een ‘insurrection’ tamelijk vreedzame demonstraties onder die noemer schaart, met het doel straks de wet uit 1807 te kunnen inzetten die allerlei actie onder die noemer mogelijk maakt. Ook ander beleid zoals de importheffingen, het afleveren van mensen in de Amerikaanse Goelag in El Salvador en zijn maatregelen tegen universiteiten grondt Trump op zijn vermeende macht op basis van omstreden uitgelegde regels.

Misschien gaat het vervelen vast te stellen dat Trumps woorden en daden precies het handboek volgen voor autoritair leiderschap, maar dat maakt het niet minder waar. Leugens over massaal en niet te beteugelen geweld horen daarbij. In 2020, bij de onrust over de moord op George Floyd, riep hij hetzelfde en wilde hij het leger al inzetten om demonstranten in hun benen te schieten. Toen weerhielden bedachtzame en serieuze leden van zijn omgeving hem nog van excessen. Die zijn er niet meer. Nu schiet een agent in Los Angeles fluitend een journalist neer. Wie Los Angeles goed kent weet overigens dat de LAPD, de politie van de stad, uitzonderlijk impopulair is. Geen burger die op hen vertrouwt.

Voor Trump zijn er ook banale redenen om wild tekeer te gaan in Los Angeles. De confrontatie is een welkome afleiding van zijn falen als president. Dat begint al met de aanleiding van de agressieve acties in Los Angeles: lagere aantallen opgepakten dan beloofd. Trumps chef hater, zijn assistent voor binnenlands beleid Stephen Miller, was er zo pissig over dat hij beval om mensen op te gaan pakken in winkels en restaurants. De timing daarvan is niet toevallig. De narcisten ruzie tussen Musk en Trump is schadelijk, hoe je het ook wendt of keert. Er is de steeds duidelijker wordende puinhoop van Trumps begrotingsbeleid, de lelijke ominbuswet die bij de Senaat ligt. Er is Trumps falen als vredestichter. Het uitkleden van de universitaire wereld van onderzoek, het breken van academische carrières, is allesbehalve populair. De bewijzen van corruptie van historisch ongekende proporties stapelen zich op. Doge-ontslagen worden teruggedraaid. De importheffingen zijn een flop. Het is, kortom, tijd om de aandacht af te leiden.

Wat het geheel aan ontwikkelingen in deze turbulente 140 dagen van Trump 2.0 verbindt is afkeer. Afkeer van alles wat een samenleving bindt, bijeenhoudt en groeivermogen geeft. Afkeer van alles wat Amerika groot heeft gemaakt. Afkeer van iedereen die Trump niet de grootste, de beste en de mooiste president vindt. Wie had kunnen denken dat een president alle Amerikanen een ‘gelukkige’ Memorial Day zou wensen, ‘inclusief het tuig dat de afgelopen vier jaar bezig was ons land kapot te maken’. Dat de rechtse woke propagandisten woorden als ‘diversiteit’ en ‘gelijkheid’ hebben verboden, boeken verbannen.

Het staat nog te bezien of Amerika genoeg haters heeft om Trumps wrede beleid te laten beklijven. Het is waar dat het vooruitzicht van kampen vol opgepakte illegalen, transporten en menselijk leed dat hij in de campagne schetste niet tegen hem werkte. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij het heeft beloofd. En ja, hij denkt nog steeds dat hij op dit onderwerp kan scoren.

Maar de praktijk van het oppakken van buren, co-werkers en keurige burgers die al jaren in Amerika wonen, is heel wat anders dan de belofte ervan in de campagne. Terreur, van de overheid en van anderen, hakt er pas echt in als het gaat om mensen die dicht bij je staan. 

Het is mogelijk dat alle Trumpies haters zijn geworden, dat de helft van het land geen probleem heeft met wreed, onmenselijk en uiteindelijk sociaal én economisch schadelijk beleid. Maar het moet niet verbazen als de opeenstapeling van haat en wreedheid zich toch tegen de MAGA-regering gaat keren.