De ‘professionalisering’ van D66

In 2007 was de belangrijkste doelstelling van Alexander Pechtold, die net de drie zetels van de partij had gered (met hulp van de Turks-Nederlandse kiezers die op Koser Kaya stemden), en zijn nieuwe voorzitter Ingrid van Engelshoven, de partij te professionaliseren (full disclosure: ik was toen tegenkandidaat voorzitter, met als doel de partij een profiel te geven – en verloor).

Professionalisering betekende ook een strenge selectie van de kandidaat kamerleden. Dat wil zeggen, selectie door de Pechtold groep (kliek, zou ik liever schrijven – allemaal Van Mierlo aanbidders), in de vorm van een klasje. Het resultaat waren lijsten met door Pechtold gekozen kandidaten. Soms pakte dat goed uit, soms minder goed, soms dacht je wat moet Wouter Koolmees, vleesgeworden bestuurder, in de Tweede Kamer? Hij was de tassendrager financiën van Pechtold. Alles ten dienste van de leider.

Zo kwam Wassali Hachchi in de Kamer om zichzelf en de partij te kakken te zetten. Vera Bergkamp was een persoonlijke keuze van Pechtold (die ik overigens niet zo slecht vond, ze had alleen geen kamervoorzitter moeten worden). En zo ging het maar door. Niet altijd pakte het slecht uit, eerlijk is eerlijk. 

Commissies waar over beleid werd gediscussieerd, zoals buitenland, integratie en media waarin ik indertijd actief was, werden opgeheven. Pechtold had geen advies nodig van de leden. Er was geen geld meer voor het huren van een zaaltje, we vergaderden met tien man bij iemand thuis over Afghanistan – enkel om te ontdekken dat Pechtold en Rob de Wijk al hadden besloten dat D66 meedeed met Kunduz.

Anno 2023 runt Pechtold het bureau van rijbewijzen. En heeft de partij zich opnieuw opgebrand in een coalitie waar ze niet thuishoorde, door een daad van pragmatisme van de verder door mij bewonderde Sigrid Kaag (het niet wegsturen van Rutte na zijn zoveelste leugen). Regeren hoeft geen halveren te zijn, maar wordt het wel als je nergens voor staat.

Want die professionalisering laat wel wat te wensen over. Nummer elf op de lijst, Yesim Candan, bleek een voorbeeld van totale wanprestatie van wie er ook maar had moeten kijken wat voor mens dit was. Hoe is het mogelijk? Amateuristisch geklungel, erger dan dat. 

Wouter de Winther de opiniejournalist van de Telegraaf die om onbegrijpelijke redenen mag optreden als ‘deskundige’, altijd op anti-Kaag missie, oreerde eerder deze week ‘de hele Pechtold erfenis naar de gallemiezen’. In zijn Kaag-blindheid zag hij niet dat Pechtold een vergiftigde erfenis had nagelaten voor Kaag. Het was Kaag die de winst binnenhaalde en dat was niet Pechtolds erfenis.

Terwijl ik Jetten afgelopen zondag goed vond optreden bij Buitenhof, blijft het probleem van de partij wat ik in 2007 al aankaartte: een sociaal liberale partij moet een ideologie uitdragen, een programmatische basis hebben. Sterker, iedere partij van enige serieusheid moet een ideologie hebben, zodat je weet waar standpunten vandaan komen en je besluiten kunt relateren aan dieper liggende beginselen. De sociaal democratie bijvoorbeeld. Liberalisme (niet de VVD dus). Ik verloor die verkiezingen. Terecht dus, want de leden wilden er niet aan (met wat hulp van manipulatie door Gerard Schouw, ook al zo’n falend kamerlid). Liever geen ideologie, dat is vloeken in de kerk.

Indertijd hebben we er wel over gepraat. Een beetje. Een hulpje van Pechtold kreeg opdracht om speerpunten op te stellen waarin de basisprincipes van D66 zouden blijken. Het is nooit erg ver gekomen (hij wel, hij werd Eerste Kamerlid) en in de campagnes vielen ze altijd weer terug op ‘het redelijk alternatief’. Pechtold verdween en Kaag kwam, maar van een beginselenprogramma kwam het niet. Congressen waren altijd gezellig maar werden door het bestuur eindeloos gemanipuleerd. Frans van Drimmelen stond altijd ergens in de coulissen en anders Carla Pauw wel, niet weg te branden.

Enfin, het gaat weer op en neer met D66 en als ik terugkijk op de gesprekken bijna twintig jaar geleden, is er geen moer veranderd. Het blijft een ankerpunt voor losgeslagen kiezers en leden die keurig, weldenkend, hoogopgeleid en tevreden zijn. In 2007 was dat het geval en het is in 2023 niet anders.