Ledendemocratie en D66, het blijft een zwak verhaal.

Interessant maar niet verrassend, dat verhaal van nieuw Europarlementslid voor D66 Samira Rafaela. Haar verhaal van tegenwerking door de top van de partij omdat die door de leden iets voorgeschoteld heeft gekregen dat ze niet willen, klinkt me bekend in de oren. Rafaela stond drie op de lijst, werd in een fractie van twee met voorkeurstemmen gekozen

Het gebeurde vaak met inhoudelijk onderwerpen (Kunduz en het Lente akkoord werden simpelweg nooit bediscussieerd binnen de partij, dictaat van Pechtold). Nog vaker gebeurt het met de veelgeprezen ledendemocratie van D66 waarin leden de beslissende stem hebben om lijsten samen te stellen.

Wat allereerst opvalt is dat leden zeer gezagsgetrouw zijn en vaak de aanbevelingen van de commissie of de baasjes volgen. Uiteindelijke lijsten wijken weinig af van wat werd voorgesteld. Rafaela ervoer dat als de ledenuitslag de top niet bevalt, die top probeert toch zijn zin door te drijven.

Uit persoonlijke ervaring ken ik dit soort manipulaties van de top. Ik was ooit kandidaat voorzitter (in 2007) en net als een eerder kritische lid, Hein van Meeteren, merkte ik dat de leiding (toen Pechtold en zijn hulpjes) alles deden om de door hen gewenste uitslag te krijgen. Ik zal niet zeggen dat ik toen verloor door dat spelletje, wel dat ik actief werd tegengewerkt door de leiding.

Ik herinner me ook een Eerste Kamerverkiezing waarin de partijtop druk zette op de provinciale D66’ers om hun favoriet te dumpen ten gunste van partij getrouwe Hans Engels. De partij gaf het naderhand toe maar dat veranderde natuurlijk niets meer.

Marietje Schaake liet een ander patroon zien. Zij was indertijd pas zes maanden lid van D66 en slaagde erin de leden van haar kwaliteiten te overtuigen en was in no time Europarlementariër. Ik vond dat rijkelijk snel maar de leden beslisten.

Fatma Koser Kaya werd twee, misschien drie keer tegengewerkt door de partijtop en vervolgens door de leden naar voren geschoven en gekozen, zodat Pechtold niet om haar heen kon (en later nog een keer terugkwam toen een Pechtold-acoliet hem verraadde – de naar het lobbyen overgestapte Gerard Schouw). Ook Boris van der Ham was niet populair bij de toenmalige leiding.

Hier in Amsterdam hebben we ook al heel wat meegemaakt in de personele sfeer. Sterker, de lokale partij (en Jan Paternotte) werden gered door het landelijk succes van D66 nadat ze er binnen Amsterdam een geweldige puinhoop van hadden gemaakt (en Pechtold zich aan alle kanten met de stad bemoeide, meestal niet positief).

Enfin, die veelbezongen ledendemocratie van D66, daar vallen heel