Geef de NRA niet de schuld, het is de Amerikaan die het probleem is.

In de naweeën van de zoveelste massamoord in de Verenigde Staten kreeg de National Rifle Association (NRA) vaak de schuld van Amerika’s wapengekte. Was het maar zo gemakkelijk. Een lobbyorganisatie, zelfs een met vijf miljoen leden en miljoenen dollars campagnegeld, krijgt niets gedaan zonder diepe voedingsbodem voor haar activisme.

Wie denkt dat de NRA het land naar zijn hand zet en opportunisten als Donald Trump en senator Ted Cruz aanstuurt, miskent een Amerikaanse geschiedenis van geweld, wapens en van moord en doodslag. Trump en Cruz en die vele andere politici die weigeren serieuze wapenwetgeving in te voeren weten wie ze vertegenwoordigen: een Amerikaanse kiezer die hen daarvoor niet afstraft. Dat komt niet door de NRA, zelfs niet door louche politici, maar simpelweg omdat die kiezer het zo wel. Wapens en geweld zijn zo Amerikaans als mom en apple pie.

Amerika is altijd een samenleving geweest waarin wapens een eerste levensbehoefte waren en geweld deel van het dagelijks overleven. Aan de frontier, vanaf de eerste kolonisten in Jamestown en New Plymouth, baanden nieuwkomers zich een weg door de autochtone bevolking weg te jagen of uit te moorden. Beren en andere gevaarlijke dieren bedreigden een wankel bestaan. Het bezit van een geweer en de vaardigheid om ermee om te gaan behoorde tot de eerste levensvereisten.

De Verenigde Staten bevochten hun onafhankelijkheid in een langdurige oorlog. Het veelbesproken Tweede Amendement op de grondwet gaat over militia’s, over het recht (en de noodzaak) van staten om gewapende groepen op te zetten om binnenlandse opstanden zoals de Whiskey Rebellion in 1784 of mogelijke Engelse invasies te weerstaan – de Engelsen kwamen ook werkelijk in 1812. In die context kon ‘het recht van het volk om wapens te bezitten en te dragen, niet worden beperkt’. Niets was normaler dan zo’n regeling in een land dat tot ver in de twintigste eeuw geen staand leger had. En niets stond verder af van het denken in die tijd dan dit te interpreteren als een individueel onvervreemdbaar recht op wapenbezit.

Cruciaal voor begrip van Amerika’s obsessie met vuurwapens is ook dat de overheid altijd is gezien als een potentiële vijand. Eerst de Engelsen, daarna de eigen federale overheid. Die Whiskey Rebellion was een opstand tegen belastingheffing, een van de vele conflicten tussen het nieuwe overheidsgezag, zowel in staten als op federaal niveau, en de individuele burger. Het is deze houding, deze afkeer, deze angst die neonazi’s, white supremacy activisten en westelijke superindividualisten nog steeds koesteren.

Niet alleen aan de frontier maar ook in het al ‘geciviliseerde’ deel van Amerika was geweld aan de orde van de dag. Een slaveneconomie zoals die in het zuiden bestond, was gebaseerd op geweld. Plantagehouders waren tot de tanden bewapend, altijd bang voor slavenopstanden. Een zwarte met een wapen was zo ongeveer de ergste nachtmerrie van de zuiderling.

Als Amerika al zwom in de wapens in het midden van de negentiende eeuw, dan gaf de burgeroorlog die in 1861 begon daar een flinke extra zwaai aan. Legers hebben wapens nodig en oorlog is heerlijk voor wapenproducenten. Die wijsheid van overal en altijd gold zeker na 1865 toen het einde van de burgeroorlog een veel wankeler Verenigde Staten opleverde dan we vaak onderkennen. Los daarvan en los van het geweld van dat dagelijks leven onder reconstructie en later, was er simpelweg het gegeven dat Amerika in 1861 55.000 wapens per jaar produceerde en in 1865 3,5 miljoen. Samuel Colt, van Colt’s Manufacturing Company, gesticht in 1855, werd er schatrijk van.

Die producenten wilden hun lucratieve business natuurlijk gaande houden en begonnen wapens actief te marketen. Productontwikkeling maakte van pistolen, waaronder de Colt Single Action Army, treffend genoeg ook de ‘peacemaker’ genoemd, noodzakelijke levensbehoeften. Het westen was een gewelddadig deel van Amerika, misschien minder dan Hollywood soms wil doen geloven – er was niet iedere dag een ‘shoot out at the OK corral’ – maar toch genoeg om deel te zijn van het dagelijks bestaan.

En niet alleen in het westen. De vele arbeidsconflicten in het industrialiserend noorden en midden westen werden vaak bloedig uitgevochten. Industriëlen huurden privélegertjes in zoals de beruchte Pinkerton detectives om stakingen te breken of onruststokers uit de weg te ruimen. In dit geval schaarde de overheid zich meestal achter de grote bazen, niet aarzelend om het leger in te zetten om onrust de kop in te drukken. Een fameus bloedige confrontatie vond in de jaren 1890 plaats in het mijndistrict Coeur d’Alene in noord Idaho. Moord en het opblazen van mijnen was aan de orde van de dag. In Pennsylvania eindigde de Homestead Staking bij een Carnegie fabriek in bloedig geweld.

En altijd was er in het zuiden het racisme, de segregatie en de onderdrukking van de zwarte burger. Lynching was heel normaal maar veel wijdverbreider was simpelweg wapengeweld tegen mensen ‘die hun plaats niet kenden’. Dat soort geweld werd zelden bestraft. De drooglegging tussen 1919 en 1933 zorgde voor een geweldsexplosie in de grote steden en de opkomst van de georganiseerde misdaad.

Een land van angst

Kortom, het gaat niet te ver om te zeggen dat Amerika altijd een land is geweest van wapens en geweld. En een land van angst. Angst voor de indianen, de beren, de buren op een net afgepaald stuk land, veerovers, slaven, dronken ruziezoekers. Angst en wapens en geweld gaan hand in hand. Het een veroorzaakt het ander en het ander versterkt het een. Amerikanen zijn bange burgers. Het gaat verder dan geweld. Amerikanen zijn bang om hun baan te verliezen, om ziek te worden, hun huis uit te worden gezet. De Amerikaanse samenleving is fameus hard en Amerikanen zijn terecht bang dat alles morgen in elkaar kan donderen.

Het is gemakkelijk om een bange samenleving nog banger maken. En daarmee komen we bij de NRA en de ontwikkelingen sinds pak weg de jaren zestig. Angst en afkeer van de overheid hebben daar alles mee te maken. We vergeten vaak hoe gewelddadig (en gepolariseerd) de samenleving was in die jaren. De totstandkoming van de burgerrechtenwetgeving frustreerde de racisten in het zuiden, de oorlog in Vietnam verdeelde de samenleving, linkse radicalen en zwarte terroristen pleegden serieus geweld. De ene ‘hete zomer’ volgde op de andere.

In 1968 werd een wet aangenomen die wapens enigszins aan banden legde. Dat bood een mooi doelwit voor voorstanders van zoveel mogelijk wapens voor iedereen. De NRA, opgericht in 1871 als club van wapenbezitters maar vooral bedoeld om te trainen, gaf zichzelf in de jaren zeventig dan ook een nieuwe missie in het verzet tegen welke beperking dan ook op wapenbezit. Dat vergde een coup binnenshuis, waar in 1975 de activisten onder leiding van Harlon Carter (die, zoals later bekend werd, als 17-jarige een 15-jarige jongen had gedood) de macht grepen.

De NRA begon te lobbyen voor het afschaffen van welke regulering dan ook en met zijn miljoenen leden en hun financiële bijdragen beschikte het ook over een grote kas om politiek invloed uit te oefenen. Die invloed had twee kanten. De ene was politici steunen die het programma van de NRA wilden uitvoeren (lui als Trump en Cruz, maar ook een relatief verstandige Republikein als Mitt Romney die meer geld krijgt dan wie dan ook), de andere poot was minstens zo belangrijk: in kiesdistricten waar ze het verschil konden maken negatieve campagnes voeren tegen politici die wapenwetgeving steunden.

Angst speelde een doorslaggevende rol. Angst voor de ander, maar ook angst dat de overheid jouw recht op wapens zou afnemen. Vandaag is het dit, morgen is het dat, overmorgen moet je je jachtwapens inleveren. De Democraten hadden in 1988 al grote moeite met die NRA-boodschap, door de Republikeinen met graagte (en niet weinig racisme) omarmd. Het was geen toeval dat een zwarte crimineel, Willie Horton, in hun campagne een hoofdrol speelde.

In 1994, net voordat de Republikeinen de macht veroverden in het Congres, werd een wet aangenomen die halfautomatische wapens aan banden legde. Het leek haast vanzelfsprekend: het ging om wapens die geen enkel ander doel konden hebben dan mensen overhoop schieten in oorlogssituaties. De wet had een looptijd van tien jaar (sunshine wetgeving die vaak wordt gebruikt om iets erdoor te krijgen) en werd in 2004 niet verlengd. Wie de cijfers van massamoorden bekijkt sinds 2004 ziet een explosieve toename.

Een ander succes voor de NRA is de kaping van het Tweede Amendement. Of beter gezegd, het heeft het Supreme Court gekaapt. De conservatieve rechters die zogenaamd ‘original intent’ belijden – wat de founding fathers bedoeld hadden- maakten van die stellingname een lachertje door in 2008 van dit amendement een individueel recht op wapenbezit te maken dat niet door wetgevers aan banden gelegd kan worden. Sindsdien kakelt iedere wapenpromotor en wapenbezitter over dat onvervreemdbare recht, op gelijke hoogte staand met vrijheid van meningsuiting en geloof. Geef de NRA er krediet voor, maar onderken dat het de door de Republikeinen benoemde rechters zijn die hun vuile werk deden.

Trump voerde het angstniveau lekker op door in de zomer van 2020 elke Black Lives Matters demonstratie als komend naar uw buurt om uw huizen in brand te steken te beschrijven. Onderwijl tolereerde en moedigde hij geweld aan van blanke nationalisten en neonazi’s. Angst regeerde weer. Mijn zwager in een keurige suburb in New Jersey vond het nodig om een wapen aan te schaffen voor als de demonstranten bij hem langs zouden komen. Een vriend in Marin County, progressief Californië, had hetzelfde overwogen toen corona losbarstte, bang dat het uiteenvallen van de samenleving tot geweld zou leiden. Hij werd tegengehouden door zijn vrouw, die nog banger is van een wapen in huis dan van mogelijke relschoppers. Bang is iedereen.

En zo zijn we op een punt gekomen waar massamoorden, op school en in de supermarkt, aan de orde van de dag zijn – nog afgezien van het dagelijks geweld van zelfmoorden, ongelukken en ander wapengeweld (inclusief schietgrage politieagenten). Dit is het Amerika van vandaag. De helft is bang voor mensen met wapens, de helft is bang dat hun wapens worden afgenomen. En ondertussen heeft Amerika hogere moordcijfers dan welk ander land dan ook. Een waarlijk exceptioneel land.

Cultuur

Het grootste succes van de NRA in dit treurige verhaal is dat ze van wapenbezit een cultural issue hebben gemaakt. Een identiteitsverhaal. Een wapen is deel van je Amerikaan zijn. En verdomd als ze niet gelijk hebben, al werken ze er dagelijks aan om dat gevoel te versterken. Want dat is precies het probleem: veel Amerikanen geloven dat als je aan hun wapens komt, je komt aan hun Amerikaan zijn. Dit zijn de Trump kiezers die zich als blanke mannen in de kou voelen staan, die denken dat hun leven zo armzalig is omdat niet-blanken het overnemen. Mensen die zich met een wapen meer voelen dan zonder wapen. Republikeinen hebben dit narratief overgenomen, het kost hen niets en levert veel op. In een tweepartijensysteem is het heerlijk als je een onderwerp binair kunt maken: voor of tegen, er zit niets tussenin.

Het is moeilijk om nog een discussie te voeren over rationeel beleid als het onderwerp je diepste identiteit betreft (en ja, links weet daar ook wel weg mee). Het is inderdaad een daverend succes van de NRA. Maar laten we ze niet teveel eer geven of de laffe politici die hierin meegaan van de haak halen. Als er niets gaat veranderen in de wapenwetgeving en niets aan de misselijk makende massamoorden (‘thoughts and prayers’ is routine) dan komt dat niet enkel doordat er een NRA bestaat.

Het komt omdat de Amerikaanse samenleving van oudsher geweld en wapens heeft geaccepteerd. Omdat Amerika een samenleving is van angsthazen, bange mensen die in hun onzeker bestaan zich vastklampen aan het drijfhout van een wapen. Omdat Amerika een samenleving is waar je inderdaad je dagelijks leven niet zeker bent. Maar vooral omdat noch de NRA noch de politici in een vacuüm opereren. Het zijn de Amerikaanse burgers die deze politici hun macht geven. Zij sturen hen niet weg, zij rekenen hen niet af, zij laten zich voor het lapje houden, zij accepteren een angst-samenleving.

Zo gezien is het wapengeweld in Amerika, inderdaad, zo Amerikaans als het maar kan zijn. Geheel verklaarbaar, onvermijdelijk als de hurricane of tropische storm die over het land raast, onoplosbaar. Nee, er gaat niets veranderen en dat is omdat de meeste Amerikanen niets willen veranderen. Take it or leave it, dat is Amerika. Thoughts and prayers.