Zonder behoorlijk alternatief blijven Democraten achter de feiten aanlopen.

In de aanloop naar de o zo belangrijke maar niets veranderende tussentijdse verkiezingen van morgen, heeft een verhaal vorm gekregen over de Democraten en hun falen. Ik las het het mooist in een prachtig boek van Ben Fountain, Beautiful Country Burn Again, dat, ik zeg het met aarzeling, vooral geschikt is voor liefhebbers. Fountain schreef voor The Guardian, curieus genoeg een van de betere media over de VS (geldt ook de Financial Times). Ik kom nog wel terug op Fountain maar vandaag schreef Rana Foroohar, maandags columniste van de Financial Times over hetzelfde onderwerp.

Het verhaal is dit: de Democraten zijn een partij met bejaarden als uithangbord (met name Nancy Pelosi, Chuck Schumer en een roedel belegen mogelijke presidentskandidaten als Biden, Sanders, Warren en laat ik ook Bloomberg daar maar in mee nemen – ook Kerry laat van zich horen en Clinton kan haar mond niet houden). Wat de Democraten niet hebben is een verhaal, een beleid, een idee.

Het verwijt is dat de Democraten hebben zich ingekocht in de overname van de Amerikaanse politiek door de zakelijke belangen. Het enige dat ze sinds de jaren zestig gedaan hebben, en zeker sinds begin jaren negentig, is het overnemen en licht aanpassen (of helemaal niet aanpassen) van de Republikeinse ideeën over handel, financiën en gezondheidszorg. Op zijn best werden die ideeën in de uitvoering wat eerlijker en zachter, op zijn slechtst gaven ze de Republikeinen enkel meer kans om hun stempel te drukken. Zeker, George McGovern mocht dik verloren hebben en Jimmy Carter werd door de Nixon-jaren zestig erfenis ontmanteld, maar het antwoord van de Democratic Leadership Council was enkel om Republikeins beleid met een Democratisch sausje te verkopen.

Onder Billy Clinton begon de uitverkoop. Het sociale stelsel werd uitgekleed, de financiële regulering werd opgerekt tot hij in 2008 de crisis veroorzaakte waar we nu, politiek gezien, nog steeds in zitten. De high tech economie kreeg de vrije hand, de financiële instellingen konden doen wat ze wilden. Barack Obama, en ik zeg dat met iets minder verwijt, was niet radicaal genoeg in het aanpakken van de uitwassen en het fundamenteel hervormen. Vandaar dat we in essentie nog steeds zitten met een Republikeins model. En Hillary Clinton, ach, Hillary, laten we het daar niet meer over hebben.

Het viel goed te begrijpen, zegt Rana Foroohar dat de Democraten zich ingroeven in identiteit. Het was ook de gemakkelijkste weg. Het was een stuk eenvoudiger  om verschillen groepen op culturele aspecten aan te spreken dan om nieuwe ideeën te ontwikkelen op sociaal economisch gebied. De uitdaging voor de Democraten is vast te stellen waar ze voor staan in een tijdperk waarin vertrouwen in kapitalisme en liberale democratie is ondermijnd. Net als bedrijven vinden de Democraten het gemakkelijker om zich uit te spreken over sociale misstanden, echte en vermeende, dan economische misstanden te corrigeren. 

Zo gezien hebben de Democraten hetzelfde probleem als de sociaal democraten in Europa: ze zijn meegegaan in de visie van de vrije markt wonderolieverkopers. Ze hebben op zijn best aan de marge wat veranderd, op zijn slechtst zijn ze meegegaan in de probleemanalyse van haatzaaiers en de opportunisten. Geen wonder dat de kiezers dan voor degenen kiezen die de wonderolie produceren. Het geneuzel over Zwarte Piet dat komende maand weer zal losbarsten, geëikel over het Plakkaat van Verlatinghe of ‘white guilt’ – daar is links goed in. Verder is het armoe troef.

Het is een verhaal over het falen van de Democraten dat Bernie Sanders, denk ik, het beste doorhad. Hij verkocht het echter met een paar in het oog springende concrete dingen (gratis onderwijs, algemene gezondheidszorg en hogere minimumlonen) en niet met een omvattend economisch verhaal (hoewel hij dat als socialist wel zou moeten hebben). Het is ook een verhaal dat morgen opnieuw benadrukt gaat worden. Hoe het ook uitpakt, de Democraten hebben een groot deel van de achterban die normaliter bij hen hoort verloren aan een racist die zichzelf en de rijken bevoordeelt. De reden is dat er geen behoorlijk alternatief is geboden.