Kijk woensdagochtend vooral naar de staten.

Morgen in de Standaard

Als u woensdagochtend de uitslagen bekijkt van de tussentijdse verkiezingen in Amerika, raak dan niet direct teleurgesteld of verheugd over het Congres. Veel belangrijker is of de Democraten in staat zijn gouverneursposten te winnen. Dit jaar staan 36 van de 50 gouverneurs op het stembiljet – een aantal staten houdt heel bewust staatsverkiezingen in jaren dat er geen landelijke verkiezingen zijn. Van die 36 zijn er nu 26 Republikeins, na morgen is dat aantal waarschijnlijk lager.

We hoeven er geen doekjes om te winden: de Obamajaren waren voor Democraten op staatsniveau een ramp. Op dit moment worden 33 staten geleid door een Republikein, 16 door een Democraat, 1 door een onafhankelijke gouverneur. Uiteraard is even belangrijk hoe de congressen in deze staten eruit zien en ook daar kunnen de Democraten hopen op verbetering van hun positie. Ze moeten af zien te komen van staten waarin ze in beide huizen (vrijwel alle staten hebben ook een Huis en een Senaat) de minderheid uitmaken. In 26 staten hadden de Republikeinen niet alleen de gouverneur maar ook de meerderheid in beide huizen. In 8 staten gold dat voor de Democraten.

Die situatie is voor Democraten onaangenaam om een aantal redenen. De eerste is dat veel beleid wordt gemaakt op lokaal niveau, op het niveau van de staten. We onderschatten dat vaak, maar hier vinden de werkelijke revoluties plaats, zowel op conservatief als op progressief gebied. Om maar iets te noemen, het compleet door Democraten gerunde Californië besloot, samen met een aantal andere staten, om zich niets aan te trekken van wat de regering-Trump aan milieubeleid vernietigde. Ze gingen hun eigen gang. Sommige staten hebben Obamacare met ruimhartigheid en verstand ingevoerd, andere niet. Texas maakt het abortusklinieken moeilijk om open te blijven.

Een tweede reden is dat in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2020 het belangrijk is om gouverneursposten te bezetten. Gouverneurs zetten de toon, bepalen de sfeer, de bereidheid om de verkiezingen eerlijk te laten verlopen en zijn van invloed op de manier waarop er geteld wordt – wie kan de rol van gouverneur Jeb Bush vergeten toen zijn broer in 2000 in Florida met 500 stemmen voorlag?

Een gerelateerde derde reden is dat op staatsniveau de kiesregels worden gemaakt. Zoals de Republikeinen de afgelopen jaren hun macht gebruikten om de kiesregisters ‘op te schonen’ (lees: potentieel Democratische kiezers te verwijderen) of het registeren moeilijk te maken, zo kunnen Democraten straks dat beleid omkeren of in elk geval weer rechtvaardig maken zodat niet, zoals alleen al in Florida 1,6 miljoen burgers het kiesrecht levenslang is ontnomen omdat ze ooit voor een misdrijf veroordeeld zijn. Ook andere obstakels voor gewone kiezers worden op staatsniveau bedacht en uitgevoerd. Je kunt het aantal stemlokalen terugdraaien, zodat het moeilijk wordt om te stemmen als je geen auto hebt of niet de tijd hebt om er een dag aan te besteden. Je kunt stemmen op zondag of per post moeilijk maken.

De vierde reden is dat in 2020 er de tienjaarlijkse volkstelling wordt gehouden, zoals de grondwet dat vereist. Daarna worden de zetels in het Huis van Afgevaardigden opnieuw verdeeld op basis van de nieuwe cijfers. In veel staten worden de kiesdistricten dan ook opnieuw ingedeeld. De Republikeinen hebben dat spel sinds 2008 heel bewust gespeeld, zozeer dat ze morgen met 47 procent van de stemmen een meerderheid in het Huis kunnen krijgen via zogenoemd gerrymandering. Dat wil zeggen dat je de districten zo indeelt dat jouw kandidaten de meeste kans hebben, bijvoorbeeld door alle zwarte of alle hispanic kiezers in één of een paar districten te stoppen zodat blanke Republikeinen in de andere districten meer kans hebben want minder tegenstemmen.

De vijfde reden is dat staten getalenteerde politici in staat stellen bestuurlijke ervaring op te doen. Ze worden er getest en gewogen, en als ze er goed in zijn, kunnen ze op landelijk niveau die ervaring inbrengen. We vergeten het wel eens, maar Barack Obama was sinds 1961 de enige politicus die rechtstreeks vanuit het Congres tot president werd gekozen. Alle anderen hadden bestuurlijke ervaring opgedaan (Nixon en oude Bush als vicepresident, Carter, Reagan, Clinton en Bush als gouverneur). Zonder staten is het aantal beloftevolle nieuwkomers een stuk kleiner.

Let morgen daarom op staten als Florida en Georgia, waar mogelijk voor het eerst een zwarte politicus tot gouverneur kan worden gekozen. Kijk naar Michigan, Wisconsin, Ohio en Pennsylvania, staten die in 2016 naar Trump gingen maar waar de Democraten mogelijk het gouverneurschap (en het staatscongres) kunnen binnenhalen of, in Pennsylvania, het kunnen continueren. De huidige voorspelling is dat de verhouding na morgen 24 Democraten zal zijn tegenover 26 Republikeinen. Dat zou enige gemoedsrust moeten geven voor de komende twee jaar. Het Congres zal niet revolutionair van kleur verschieten en Trump zit er tot januari 2021. Goed nieuws moet uit de staten komen.