Senator Graham dreigt met geweld. Nog steeds niet bezorgd over de VS?

Volgens senator Lyndsey Graham, een trouwe hielenlikker van Donald Trump, zou een vervolging van Trump naar aanleiding van zijn weigering om staatsdocumenten terug te geven, leiden tot ‘rellen in de straten’. Het leek niet mogelijk maar hier bereiken we een nieuw niveau van de ondermijning van de rechtsstaat door de Republikeinse Partij. Volg de regels, kijk naar de wet en vervolg, of vervolg niet, zou normaal zijn. Nu dreigen de Republikeinen, deze Republikeinen althans, met geweld. De jaren dertig zijn vroeg gearriveerd.

Het is allemaal een gevolg van de weigering van de Republikeinen om zich op 7 januari te ontdoen van Donald Trump. Maar niet alleen zij zitten nu vast in de teloorgang van Amerika, veel burgers denken inmiddels dat geweld waarschijnlijk is. En conclusies dat de democratie en de rechtsstaat ernstig bedreigd zijn, lijken onontkoombaar.

Wie denkt dat de waarschuwingen overdreven zijn, kan ik behalve op deze perfide Graham wijzen op twee artikelen in the New Yorker – ik weet niet in hoeverre ze voor niet abonnees toegankelijk zijn, dus ik zal ze heel kort samenvatten.

Het eerste gaat over de staat Ohio en een proces dat ook elders plaatsvindt, State Legislatures are Torching Democracy. Een swingstaat, steeds meer leunend naar de Republikeinen. In 2004 besliste Ohio de presidentsverkiezingen door kleine Bush de benodigde kiesmannen te geven (een verkiezingen die volgens mij een betere kandidaat is om als ‘gestolen’ te bestempelen dan die van 2000). Het artikel vertelt hoe de Republikeinen op landelijk niveau na de verkiezing van Obama en de realisering dat ze met hun blanke en Wall Street achterban niet ver meer zouden komen, een strategie inzetten om de politiek op staatsniveau te veroveren. Dat kon door na de tienjaarlijkse volkstelling in 2010 de staten zodanig in te delen dat ze enorme meerderheden kregen met een kleine meerderheid van de stemmen. Ook is relevant dat het Supreme Court in 2010 in Citizens United de poorten openzette voor ‘dark money’ in de Amerikaanse politiek. Een direct gevolg was 30 miljoen dollar van donors voor het project REDMAP: het herindelen van kiesdistricten.

We vergeten vaak dat gerrymandering, het trekken van de lijnen van kiesdistricten om je partij te bevoordelen, niet enkel op het niveau van de kiesdistricten van Afgevaardigen plaatsvindt, maar dat het ook mogelijk is voor de kiesdistricten van staatsafgevaardigden. Dat is wat de Republikeinen in Ohio deden (en ook in andere staten die ze sinds 2010 domineren). Het resultaat is imponerend: in een Republikeins leunende staat als Ohio hebben de Republikeinen een meerderheid van 64 tegen 35 in het Huis, van 25 tegen 8 in de senaat. Dit zijn veto-veilige meerderheden, waardoor de Republikeinen kunnen doen wat ze willen – hun eigen gouverneur Mike DeWine stond erbij en keek ernaar.

Het gevolg is een stortvloed van idiote wetten, extreem in abortus, wapens, onderwijs, gezondheidszorg. DeWine werd tijdens de coronamaatregelen voortdurend de voet dwars gezet door zijn eigen afgevaardigden. Extreem rechts heeft de politiek overgenomen. Met de wens van de kiezers heeft het niets meer te maken. Zelfs als de kiezers deze lui weg willen stemmen moeten ze zich in alle bochten wringen om door het gestoken kiesstelsel heen te breken.

Ohio is niet uniek. In onder meer Pennsylvania, Arizona en Texas is hetzelfde gebeurd. Het artikel borduurt verder op de conclusie van een boek dat ik onlangs las, dat deze ontwikkeling breder trekt: State Capture. How Conservative Activists, Big Business, and Wealthy Donors Reshaped the American States — and the Nation  door Alex Hertel-Fernandez. Zeer aanbevolen, al is het door zijn opzet als proefschrift soms wat al te volledig.

Het andere artikel heet Inside the War between Trump and his Generals. Wie denkt dat het praten over een staatsgreep door Trump en zijn bende overdreven is, krijgt hier te lezen waarom het verhaal van een mogelijke staatsgreep allesbehalve uit de lucht is gegrepen. Het artikel is opgebouwd rond de ervaringen van generaal Mark Milley, sinds 2018 hoofd van de Joint Chiefs of Staff (JCS). U kent Milley omdat hij zo dom was om in de tijd van de George Floyd rellen Trump te vergezellen naar een photo opp, nadat op Lafayette Square, de voortuin van het Witte Huis, de betogers waren verjaagd. Hij liep mee in camouflage uniform, zich halverwege realiserend dat hij zich had laten opnaaien en wegsluipend naar zijn dienstauto.

Maar toen was het kwaad al geschied. Hij had zich geëncailleerd met de Trump bende. Milley dacht over ontslagname maar bood later aan het leger en het land zijn verontschuldigingen aan, feitelijk zeggend dat Trump dreigde het leger te gebruiken voor zijn doeleinden. Het was in 2020 overduidelijk dat de president een nederlaag niet zou accepteren en in het Pentagon en trouwens ook het State Department (Mike Pompeo lulde met Trump mee om invloed te houden maar overlegde op de achtergrond met het Pentagon) werd ruk overlegd hoe ze konden voorkomen dat Trump de militairen meesleepte.

Hier loopt Milley met Trump en anderen naar de kerk waar Trump de bijbel zou vasthouden.

Het artikel vertelt over die toenemende zorg, die werkelijheid werd toen Mike Esper, de minister van Defensie, de dag na de verkiezingen werd ontslagen. Esper en zijn staf werden vervangen door Trump clowns, waaronder een ex-generaal, Fox talking head, die vond dat Obama een ’terroristenleider’ was. Wat volgt is een spannend verhaal hoe de militairen voorkwamen dat ze door Trump werden gebruikt. De zorg was dat Trump overhaast uit Afghanistan en Syrië zou vertrekken, maar erger, dat hij een oorlog met Iran zou beginnen om zichzelf een grond voor het uitroepen van een noodtoestand te geven (er werd zelfs gecommuniceerd met Teheran om het regime te laten weten dat ze zich niet moesten laten provoceren door Trump – die eind 2019 de baas van de Iraanse milities had laten vermoorden).

U herinnert zich misschien dat Mike Flynn, Trumps eerste veiligheidsadviseur, veroordeeld wegens contacten met de Russische ambassadeur (en in november 2020 gratie verleend door Trump), op 18 december 2020 in het Witte Huis opriep om de noodtoestand af te kondigen, voor wat voor reden dan ook, en de militairen de verkiezingen in cruciale swing staten ’te laten overdoen’. Zoals het artikel zegt, het was de eerste keer in de Amerikaanse geschiedenis dat een president serieus overwoog de militairen in te zetten om een verkiezingsuitslag ongedaan te maken. De verkiezingsleugenaars hadden een document bij zich, een voorstel voor een presidentiële order om de acting minister van Defensie (Trump acoliet Christopher Miller) opdracht te geven alle stemmachines in beslag te nemen en binnen zestig dagen verslag uit te brengen (ruim na de inauguratiedatum van 20 januari). Daar kwam het niet van. Ze kozen voor het alternatief: later die avond riep Trump zijn aanhangers op om op 6 januari naar DC te komen: ‘Be there, will be wild!’

Het vervolg kennen we. Het was Mike Pence, geen held, die vanuit Capitol Hill contact onderhield met het Pentagon om het beleg op te heffen, Trump deed niets. Milley was steeds bang dat hij toch nog zou worden meegesleept in het inzetten van militairen tegen Amerikaanse burgers, en moest werken met de wetenschap dat hij Trump niet kon vertrouwen maar dat hij zelf, sinds het optreden op Lafayette Square, niet meer werd vertrouwd door top Democraten zoals Nancy Pelosi.

Het plaatje van de regering Trump wordt steeds duidelijker. Zeker in het laatste jaar waarin hij elk denkend persoon verving door een ja-knikker blijkt de democratie al ernstig bedreigd te zijn geweest. Niets nieuws, zult u zeggen. Maar dit is wel de man die door de Republikeinse Partij omarmd is. Als volgens recente peilingen veertig procent van de Amerikanen (en meer dan de helft van de Republikeinen) denkt dat geweld onontkoombaar is, dan weten we waar we de schuldige moeten zoeken. Niet dat je daar een beter gevoel van krijgt.