Republikeinen proberen de meubels te redden na abortusuitspraak.

 

Sinds jaar en dag is abortus het ultieme verdeeldheid zaaiende onderwerp in de Verenigde Staten. Er waren maar twee smaken: je was tegen elke vorm van abortus of je accepteerde een recht op abortus tot zo ongeveer de dag voor de geboorte. De verdeeldheid werd in de praktijk beperkt doordat het recht van de vrouw om zelf daarover te beslissen was gewaarborgd in een uitspraak van het Supreme Court.

Doe v. Wade had in 1973 abortus mogelijk gemaakt tot een foetus buiten de baarmoeder kon leven, nu na ongeveer 24 weken zwangerschap. Door dat arrest haalde het Hof in juni 2022 een dikke streep. Het besliste dat dit recht van de vrouw onterecht was ingelezen in de grondwet, in een uitspraak die we kennen als Dobbs. Het Hof wees de beslissingsbevoegdheid over abortuswetgeving terug naar de staten.

De verwachting was dat er grote verschillen zouden ontstaan. Inderdaad hadden binnen de kortste keren de meest extreme staten abortus helemaal verboden of beperkt tot de eerste zes weken, wat neerkomt op een totaal verbod. Inmiddels liggen ook de abortuspillen waarmee de helft van de Amerikaanse abortussen plaatsvindt onder vuur.

Toch lijkt het erop dat met horten en stoten een gulden middenweg lijkt te ontstaan. Fervente activisten, van de ene of de andere kant, zullen daar niet blij mee zijn, voor de overgrote meerderheid van de Amerikanen biedt het een mogelijkheid om dit onderwerp in rustiger vaarwater te sturen. Zij zijn immers voor een recht op abortus tot een specifieke termijn en met ruime regels in geval van verkrachting, incest en gevaar voor de moeder. Voor abortus in de laatste drie maanden van een zwangerschap is weinig steun, maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak.

De meeste Republikeinse politici geven minder om het onderwerp dan ze doen voorkomen. Ze bewijzen enkel lippendienst aan de extreme achterban die ze nodig hebben om in hun districten of staten de Republikeinse voorverkiezingen te winnen. Het omgekeerde zie je bij de Democraten: weinig politici durven een ander standpunt in te nemen dan honderd procent voor de oude regeling. Ook zij zijn bang in voorverkiezingen door pro-choice kiezers te worden afgestaft. Katholieke Democraten, zoals Joe Biden, worstelen altijd met het onderwerp en murmelen dan dat ze persoonlijk tegen abortus zijn maar dat niet willen opdringen. Beide partijen zouden graag van dit hoofdpijn onderwerp verlost zijn.

De verontwaardiging over de restrictieve regelingen in Republikeinse staten als gevolg van Dobbs heeft iets losgemaakt dat daartoe kan leiden. Na aanvankelijk gejuich zijn de Republikeinen toch geschrokken van de reacties op de uitspraak. Hun onverwachte verlies bij de congresverkiezingen in november 2022 wordt aan abortus geweten. Een aantal staten, waaronder een Republikeins bolwerk als Kansas, nam een recht op abortus op in zijn grondwet. Overigens hebben andere conservatieve staten een verbod opgenomen.

Republikeinen in het algemeen maken zich zorgen over de rol die abortus kan gaan spelen bij de presidentsverkiezingen van 2024. Donald Trump voelde dit intuïtief aan toen hij in zijn CNN-interview alle krediet claimde voor het benoemen van anti-abortus rechters in het Supreme Court, maar weigerde iets te zeggen over wat nu moest gebeuren. Zijn tegenstander Ron DeSantis heeft in Florida er juist een zesweken regel doorgeduwd. Andere presidentskandidaten duiken opzichtig.

De Republikeinse zorgen bleken al toen senator Lyndsey Graham, een golfmaatje van Trump, in september 2022 een landelijke wet van vijftien weken voorstelde. Dat voorstel kende een te groot aantal restricties, maar die hadden in onderhandelingen best aangepast kunnen worden. Er viel niet over te praten, noch in Grahams eigen partij, noch bij de Democraten. Absolutisme gold aan beide kanten.

Toch ligt hier de toekomst van de abortuswetgeving in Amerika. Op staatsniveau tekent zich namelijk een patroon af dat menigeen heeft verrast. De afgelopen weken voerden wetgevers in diep Republikeinse staten als North Carolina en Nebraska een termijn in van twaalf weken. In South Carolina werd erover gepraat maar kozen ze op het laatste moment toch voor zes weken. Nog opmerkelijker is dat de landelijke anti-abortus club nu praat over vijftien weken. De meest extreme tegenstanders willen nog steeds vastleggen dat het leven begint bij de conceptie en geen dag later.

Het lijkt erop dat de anti-abortus beweging met Dobbs een groot succes heeft geboekt, maar niet weet wat ermee te doen nu ze haar doel heeft bereikt. De harde kern wil nog steeds een landelijk verbod. Dat gaat niet gebeuren. De harde pro-choice kern bij de Democraten wil onbeperkte vrijheid. Ook dat gaat niet gebeuren.

Vooralsnog lijkt landelijke wetgeving onwaarschijnlijk, al zou dat de beste uitkomst zijn. Een regeling van vijftien weken of misschien twaalf zou mogelijk zijn maar dat betekent dat progressieve staten moeten inleveren. Toch lijkt de aanvechting om direct op staatsniveau de meest extreme wetgeving in te voeren bekoeld. Ron DeSantis zal nog behoorlijk wat last krijgen van de zes weken ban die hij in zijn staat invoerde.

Twee conclusies kunnen we trekken. De extreme wetgeving die meteen na de Dobbs uitspraak populair was, is tegen zijn eigen grenzen aangelopen. In de staten gaat een compromis van twaalf tot vijftien weken de nieuwe norm worden. De tweede conclusie is dat abortus als politieke speelbal aan kracht zal verliezen, misschien nog niet in 2024, maar toch snel daarna. Als de Democraten rekenen op eindeloos voordeel en kiezersengagement over abortus, dan zullen ze van een koude kermis thuiskomen. Het voordeel is dat Amerika verlost zal raken van een eindeloos verdeeldheid zaaiend onderwerp.