PvdA weer zonder leiding, goed moment voor ideologie

Ik zie net dat Ploumen opstapt als fractieleider en meteen ook maar als lid van de Tweede Kamer. Het eerste lijkt me verstandig, het tweede niet. Sterker, voor mensen die op haar stemden, is het een vorm van kiezersbedrog. Bovendien, voeg ik eraan toe, als je een jaar leider bent zonder veel leiderschap loopt je echt niemand voor de voeten als je gewoon kamerlid blijft. Zouden er andere redenen zijn om te vertrekken?

Hoewel ik haar altijd een sympathiek politica vond, was het leiderschap van de PvdA wat te hoog gegrepen. Ze kreeg het, zoals ze terecht vaststelt, opgedrongen toen Asscher zich liet wegjagen door een klein deel van de PvdA leden. De partij bleef verweesd achter. Asscher had de campagne kunnen laten gaan over bestuurscultuur en de toeslagenaffaire, door zijn vertrek ging het nergens over en kwam zondagskind Rutte zonder schade vrij.

Wat nu voor de PvdA? We moeten beginnen met de basis. De PvdA moet zijn sociaal democratische idealen vooropstellen – en misschien beginnen met ze goed te formuleren. Dat zijn vooral sociaal economische zaken, we moeten ons verre houden van cultuurstrijd en het geleuter over teveel woke. Ik ben sinds jaar en dag een voorstander van de terugkeer van ideologie in de politiek. Weten waar een partij staat en het optreden daaraan afmeten. Daar is niets mis mee en het onderscheidt de PvdA van de belangenbehartigers, de VVD en D66.

Over de samenwerking met Groen Links ben ik sceptisch. De partijculturen zijn te verschillend en ook het kiezerspotentieel vult elkaar niet aan. Met name de traditionele PvdA achterban zal zich moeilijk thuis kunnen voelen bij Groen Links (ook al mag de PvdA alle rode rozen en rode familie flauwekul dumpen, en al helemaal het zingen van de Internationale) en zal ontheemd zijn als we helemaal opgaan in een linkse combinatie. Er is ruimte voor verschil, voor maatwerk zogezegd.

Qua bemensing zit de PvdA ook met een probleem. Marjolein Moorman, de succesvolle Amsterdamse wethouder die sociaal democratie de inzet maakte en won, is nog niet klaar om naar Den Haag te komen. Als zij zou vertrekken zou dat ook kiezersbedrog zijn en een serieus verlies voor Amsterdam. Maar wat praat ik, ze is geen kamerlid, staat niet op de lijst en komt dus in elk geval in deze periode niet in aanmerking.

Atje Kuiken heeft zich doen gelden en zou wat mij betreft een kans verdienen. Kati Piri is heel goed op buitenland maar zie ik nog niet een fractie leiden. Ooit misschien, maar nu nog niet. Arib is onzichtbaar sinds ze geen voorzitter meer is en gaat straks gewoon weg. Henk Nijboer schijnt een groot talent te zijn. Ik weet weinig van hem.

Het is buitengewoon lastig om nu naar voren te treden. Een fractieleider hoeft niet per se de partijleider te worden bij de volgende verkiezingen. Welke opvolger dan ook zal dat meteen vertellen, zoals Jetten dat ook deed bij D66. Bovendien moeten de leden zich daarover kunnen uitspreken.

Het onbevredigende maar onvermijdelijk resultaat is dat elke leider een tussenpaus zal zijn. Je kunt kiezen voor iemand die dat sowieso is (al zie ik geen kandidaten, gezien ook de ambities), of voor iemand die van tussenpaus kan promoveren naar echte leider. Dat zal binnen de fractie de nodige discussies opleveren, waarbij sommige mensen water in de wijn moeten doen of hun ambitie moeten bijstellen.

Maar het is een goed moment om op het programma te concentreren. Zoals ik eerder schreef, misschien goed dat degenen die hier leiding aan willen geven hun Bart Tromp nog eens lezen.