Een week is een lange tijd in de politiek, luidt het afgekloven maar ware cliché. Twee weken is een eeuwigheid.
Twee weken geleden kon Bernie Sanders nog realistisch hopen op de Democratische nominatie. De kans was groot genoeg om establishment van de partij in paniek te brengen. Wanhopig zocht het manieren om de zelfverklaarde socialist, een outsider die tot voor kort niet eens lid was van hun club, te dwarsbomen. Ze kunnen gerust zijn: na de uitslagen van de zes voorverkiezingen afgelopen dinsdag, tesamen met de eerdere uitslagen, is het afgelopen met Sanders.
Hoe je ook wendt of keert, het is een drama. Voor Sanders tenminste. Zoals alle succesvolle politici bleef Sanders één verkiezing te lang. In 2016 was hij de revelatie van de Amerikaanse politiek, al dankte hij dat aan Hillary Clinton, ook zo iemand die langer bleef dan ze welkom was. Haar dominantie joeg elke andere kandidaat weg (inclusief Joe Biden), waardoor Sanders de kans kreeg haar het vuur aan de schenen te leggen. Hij haalde de nominatie niet maar bleef in de buurt van Clinton, al was de nominatie nooit binnen bereik.
Sanders en zijn aanhang waren teleurgesteld en verontwaardigd dat hij, soms tamelijk opzichtig, door de partij-elite was gehinderd. Zozeer dat sommige supporters op derde-partijkandidaten stemden of thuis bleven. Clinton kon nooit het enthousiasme losmaken dat Bernie genereerde.
Toen de campagne voor 2020 begon, in januari 2019, was meteen al duidelijk dat de ideeënwereld van de Democraten flink naar links was opgeschoven, richting Bernie Sanders. Met name op terreinen als ziektekostenverzekering (een ziekenfonds), studiekosten en het belangrijkste onderwerp van deze tijd, maatschappelijke ongelijkheid, bepaalde het denken van Sanders waar de andere kandidaten stonden. De Democratische kandidaten – het waren er op een zeker moment 21 – waren stuk voor stuk progressiever dan we gewend waren.
Het was een overwinning van Sanders maar hij pakte hem niet. Het drama van de gedreven politicus is dat hij zichzelf onmisbaar acht. De eenvoudige waarheid is dat Sanders zich niet kandidaat had moeten stellen. Hij had zich moeten beperken tot een rol als waakhond van die progressieve agenda. Ook zonder kandidatuur was er naar hem geluisterd, had hij grote groepen kunnen enthousiasmeren en had hij een kandidaat kunnen kiezen die zijn steun verdiende. Nu zal hij zich achter Joe Biden moeten scharen, de ultieme kleurloze kandidaat van het midden.
Een onderliggend probleem was dat Bernie Sanders nooit heeft willen inzien dat hij totaal ongeschikt zou zijn als president. Natuurlijk, daar valt over te twisten, maar qua karakter en qua ervaring had Sanders weinig dat voor hem pleitte. Als senator had hij nauwelijks wetgeving ingediend en vrijwel nooit samengewerkt. Hij was niet populair onder collega´s. Dat hoeft niet maar het is wel een teken.
Zijn politieke vaardigheden waren en zijn van agenda-zettende en retorische aard. Niemand had een consistenter verhaal dan Bernie Sanders. Je wist precies wat je aan hem had in debat en discussie, hij leverde nooit een millimeter in, trok zich niets aan van verwijten of persoonlijke dingen. Dat was zijn kracht en dat was zijn zwakte.
Op binnenlands terrein was Sanders agenda redelijk duidelijk. Of hij er ooit een meerderheid voor kon krijgen in het congres was minder vanzelfsprekend maar zijn plannen waren helder en progressief in de stijl van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië. Het buitenland was problematischer. Net als Donald Trump had Sanders een voorliefde voor autoritaire leiders, zij het van linkse signatuur. Dat beeld is nogal vertekend want steun voor de Sandinisten in Nicaragua die begin jaren tachtig werden ondermijnd door de regering-Reagan was bepaald niet revolutionair.
Dat het onderwijs en de gezondheidszorg onder Fidel Castro sterk verbeterd waren kon je niet zomaar in de strijd gooien om de dictatuur op Cuba te verdedigen. Het valt in de categorie: ´maar de treinen reden op tijd onder Mussolini´. Een Navo lidmaatschap was niet zeker onder een president Sanders en protectionisme zou de norm zijn. Ironisch genoeg stond hij in deze zaken dichter bij de verafschuwde Donald Trump dan bij de meeste van zijn partijgenoten.
Deze campagne heeft Sanders geen goed gedaan. Hij vertoonde lelijke Trump-trekjes. Zijn weigering om als 78-jarige, nota bene na een hartaanval, ondanks eerdere beloftes, volledige opening van medische zaken te geven past in die lijn. Dat geldt ook voor de duistere elementen in zijn aanhang, de zogenoemde Bernie-Bros die in de social media zich misdroegen. Hij klaagde vaak over de media die hem niet eerlijk zouden behandelen. Enige mysogenie was Sanders ook niet vreemd, zoals zijn collega Elizabeth Warren terecht opmerkte.
Zijn campagne is mislukt. Sanders slaagde er niet in om het kiezersbestand uit te breiden, om jonge en minder welgestelde kiezers te enthousiasmeren die eerder niet meededen. Hij had succes in de Hispanic-gemeenschap maar wist nooit de zwarte kiezers, die belangrijke groep binnen de Democratische kiezers, te bereiken. Hij was sterk in organisatie maar het resultaat viel tegen. De eerste drie staten, Iowa, New Hampshire en Nevada gaven een vertekend beeld van zijn kracht.
Vergeleken met 2016 wist Sanders zelfs minder kiezers te bereiken. Toen kon hij rekenen op 45 procent van de Democraten, nu kwam hij zelden in de buurt van de dertig procent. Natuurlijk, er waren meer kandidaten waardoor hij wel de hoofdprijzen kon binnenhalen maar uiteindelijk werd dat ook zijn ondergang. Toen al die anderen zich tegen hem keerden was het spel uit.
Stel u een alternatief scenario voor. Daarin openbaarde Sanders begin 2019 zijn agenda, legde zijn plannen op tafel en verklaarde dat hij weliswaar geen kandidaat was maar zijn steun en zijn organisatie beschikbaar stelde voor iemand die bereid was die agenda of een groot deel daarvan uit te voeren. Degene die het dichtst bij hem stond was Elizabeth Warren. Zi vochten op links een tweestrijd uit maar Warren had goed de genomineerde kunnen zijn als Sanders zich niet kandidaat had gesteld.
Uiteindelijk was de zwakte van Bernie Sanders dat hij een gewone politicus is. Iemand die de hoofdprijs wilde die niet te krijgen viel en daardoor de rol van ´kingmaker´ misliep. De ironie, of zo u wilt, het drama is dat door Sanders de Democraten de verkiezingen in gaan met een problematische kandidaat terwijl de meest talentvolle en meest kansrijke progressieve kandidaat, Elizabeth Warren, moest afhaken. Daar kan Sanders in Vermont nog eens over nadenken.