Moorman, Amsterdam, de PvdA en de sociaal democratie

U zult begrijpen, misschien niet instemmen, met mijn grote tevredenheid met de overwinning van de PvdA hier in Amsterdam. Het was eerlijk gezegd niet zozeer de PvdA maar Marjolein Moorman die won. Ze sprak ware woorden: ‘de sociaal democratie is nog niet dood’.

Ik mag daarover kraaien want ik betoog al een jaar of zes, sinds ik weer lid van de partij en daarover schreef in de Groene, dat de partij zijn sociaal democratische wortels weer moet opzoeken en omarmen. Ik pleitte (en doe dat nog steeds) zelfs voor een naamswijziging in Sociaal Democratische Partij. Mijn redenering was, en is, dat sociaal democratie een sterk merk is, de PvdA een zwak label.

Eerder had ik zelfs gepleit voor een terugkeer naar Joop den Uyls spreiding van inkomen, kennis en macht, geluiden die ik woensdag ook hoorde.

Geen schouderklopjes voor mezelf. Ik heb er weinig vooruitgang mee geboekt. Een conferentie van de Wiardi Beckman Stichting na de verkiezingsnederlaag maar daar gebeurde weinig mee. Het is Moorman die met de kracht van het goede voorbeeld laat zien hoe het moet, en hoe het kan.

Het past ook in een breder verhaal dat ik al langer koester: tegen alle vermeende trends in, denk ik dat partijen terug moeten naar ideologie. Er moet een basis zijn waarop je optreden en je gedrag valt terug te voeren, en waardoor beleid ook voorspelbaar is. En meetbaar. Je kunt zien wanneer partijen hun idealen verzaken. Voor de belangenbehartigers partijen als de VVD en D66 geldt dat nauwelijks. Rutte is alles waar ideologie (en visie) vreemd aan is.

Als ik zo vrij mag zijn verwijs ik nog naar een artikel in de Groene, uit 2012, bij het terugtreden van Job Cohen als aanvoerder, waarin ik dat al betoogde.

Terug naar Moorman. In haar optreden woensdag, naast Ploumen, was duidelijk te zien wie de nieuwe partijleider moet worden. Amsterdam heeft een lange traditie van wethouders die naar landelijk doorschuiven. Niet te snel, de tweede kamerverkiezingen zijn nog ver weg, maar het is verstandig voorbereidingen te treffen.

Nu ik toch over Nederlandse politiek bezig ben, mooie column van Tom Jan Meeuws over de senaat die een steeds politiekere rol neemt en zichzelf daar vorige week belachelijk mee maakte. Ik ben sinds jaar en dag een voorstander van het opheffen van de senaat, vooral omdat een indirect gekozen orgaan dat als het ware de uitslag van tweede kamerverkiezingen na een jaar of een paar jaar, of wanneer dan ook, kan neutraliseren, niet thuishoort in een democratisch systeem. Versterk liever de Tweede Kamer en de afgevaardigden, met betere ondersteuning. Overigens zitten we hier met een oud probleem. Al in 1918, meteen na de grondwetswijziging die het algemeen kiesrecht mogelijk maakte, werd geopperd om die senaat op te heffen. De redenen van toen zijn onveranderd.

En ja, dan is er Ongehoord Nederland waar we net iets te veel van horen. Deze reptielenclub bewijst eens te meer (na WNL en Powned) hoe totaal onzinnig ons omroepsysteem is. Welk land geeft op basis van 50.000 keer een paar euro aan dit soort malloten een paar miljoen uit de overheidskas en een platform voor hun praatjes en mannetjesmakerij? Juist ja, wij doen dat. Ongehoord geeft een voordeel: ook mensen die om onnaspeurbare redenen ons systeem niet kunnen loslaten, moeten nu nadenken over deze onzinnigheid. Misschien komen we er ooit vanaf. Niet dat ik mijn adem inhoud. Net als over de senaat, horen we deze geluiden al heel lang.