Ja, er moeten koppen rollen bij de PvdA

Ik ga morgen naar de ledenvergadering van de PvdA. En ik vind dat er koppen moeten rollen. Niet omdat het een aantrekkelijk ritueel is, dat ook, maar omdat het nodig is. 

De verleiding om enkel deze campagne te analyseren is groot. Dat zou fout zijn, al mag dat ook best gebeuren (waardeloos, gezichtsloos, leiderloos). Het probleem van de PvdA is veel ouder en veel moeilijker op te lossen. De partij moet zichzelf weer bestaansrecht geven, ergens voor staan, een verband scheppen tussen groepen in de samenleving die een gezamenlijk ideaal hebben in die samenleving, in plaats van de clubjes belangenbehartigers die nu in de Kamer komen.

Er moet een ideologische herijking komen. Een sociaal democratisch pamflet, van mijn part tien onderwerpen waarin de PvdA laat zien dat een ideologie die uitgaat van een algemeen belang tot bepaalde oplossingen komt. Meer uitgaande van wat je wilt bereiken dan hoe je het wilt bereiken (ik realiseer me dat dit glad ijs is). Een beginselverklaring over wat de verzorgingsstaat wel en niet behelst. Kortom, inhoud.

Morgen zal het alleen maar over deze campagne gaan. Dat is begrijpelijk maar deze campagne is eerder een symptoom dan de ziekte. Het is verstandig om het hele partijapparaat zoals het nu bestaat tegen het licht te houden. Een zero base operatie: als je het nu zou moeten/mogen inrichten, met beperkte financiën en de huidige crisis, hoe zou je dat dan doen? Dat moet niet gebeuren door een voorzitter die de afgelopen jaren daarin onvoldoende leiderschap heeft laten zien.

Ik luisterde vanmiddag naar een discussie waarin Erik van Bruggen deelnam, die ooit met zijn maatje duo-voorzitter wilde worden. Hij werd het niet, het werd een grijze muis die inmiddels niemand meer kent, maar hij moet het ook nu niet worden. Van Bruggen is een campagne type, misschien goed daarin (hoewel ik hem flink de plank hoorde misslaan over Amerika), maar dat is niet het enige dat de PvdA nodig heeft.  Bovendien zat hij met zijn voorkeur voor Asscher er ook flink naast. Dat hij nu zegt: volgende keer zal hij het beter doen, is niet voldoende.

Een combinatie van inhoud, personen en strategie moet zicht geven op een toekomst die iets fundamenteel anders biedt dan D66 of Groen Links, die niet simpelweg een onderhandelingsitem is met andere mogelijk regeringspartijen.

Het is gevaarlijk om nu te kiezen voor koppen, al was het maar omdat er te weinig keuze is. Maar aan de andere kant, als er geen keuze gemaakt wordt moet het falende team de toekomst uitzetten. Daarom: Spekman weg. Daarom: Asscher weg. Dan schuift alles een plek op en kunnen twee mensen die aanspreken, Dijsselbloem en Ploumen (die als ex-voorzitter in elk geval het systeem van binnenuit kent), rust brengen en de neuzen richting toekomst krijgen.