Iedere kandidaat krijgt zijn 15 minutes of fame.

Als lessen uit het verleden iets leren dan is het dat in een campagne met veel kandidaten iedereen op een zeker moment wel even in het spotlight staat.

We herinneren ons de pizzamagnaat Herman Cain, de opportunistische koning van de polarisatie, Newt Gingrich, zelfs de golfpartner van Trump, de oneindig flexibele Lyndsey Graham werd ooit genoemd. 

Zo zal het bij de Democraten dit jaar ook gaan. Er zijn een paar ontwikkelingen. Om te beginnen lijkt Kamala Harris kalm en gestaag haar campagne op te bouwen, met redelijk succes tot nu toe. Bernie Sanders doet wat verwacht werd maar maakt weinig los. Dat zal ook voor Joe Biden gelden als hij zijn rollator het strijdperk in rijdt.

Verrassende niet presteerder is tot nu toe Kristen Gillibrand, die weinig losmaakt.  Ik ben (nog) niet onder indruk van Elizabeth Warren en Cory Brooker en de gouverneurs, Insley en Hickenlooper, moeten ook nog op stoom komen.

Alle momentum lag afgelopen twee weken bij Beto, de man uit Texas. Jong, levendig, niet vastzittend in bekende patronen kon hij een mooie entree maken. Iowa vond hem wel plezierig.

De meest verrassende doorbraak is die van Pete Buttigieg, de burgemeester van South Bend, Indiana. Pas 37, homo, getrouwd en iemand die net als Beto dingen losmaakt. Zie het verhaal in de NYT vandaag. 

Ja, hij is blank en hij is man. So, who cares? Het gezeur begint al meteen. Het is dit soort onzin dat de Democraten de das om gaat doen als ze iets zoeken om zichzelf aan op te hangen.

Het is nog te vroeg om er iets zinnigs over te zeggen. Onzinnig, of misschien gewoon hoopvol, wil ik wel zeggen – maar dat weten trouwe lezers al – dat de bejaarden, inclusief Warren, wat mij betreft niets doen. Ik ben onder de indruk van Harris. Ik ben enthousiast over Beto, die ik in Texas bezig zag, en Buttigieg. De rest is nog nauwelijks aanwezig.