Hoe realistisch is nu realpolitik?

Voor de liefhebbers van realpolitik, in de stijl van de strategisch denker John Mearsheimer (The Tragedy of Great Power Politics), wijs ik op een column die ik indertijd in de Groene schreef. Ik merkte toen op dat Trump in een aantal opzichten realistischer (meer Hobbiaans) met de wereld omging dan bijvoorbeeld Obama, en sloot af dat Poetin de enige praktisant is van realpolitik. Enfin, lees het hier zelf om de gedachten te scherpen.

Aan de andere kant ben ik huiverig voor al te gemakkelijk Poetins gedrag verklaren uit westers optreden, het oprukken van de Navo en dergelijke. Daarbij moet ik overigens ook nog wijzen op de oneindige schade die kleine Bush heeft aangericht, niet alleen door zijn eindeloze oorlogen, maar ook door in 2008 dat Navo lidmaatschap van Oekraine en Georgia op tafel te gooien.

Natuurlijk was het hun recht een aanvraag in te dienen, en natuurlijk was er geen schijn van kans dat die gehonoreerd zou worden. Poetins eis dat de Navo dat ook expliciet zegt, was (is) deel van zijn pokerspel. Er was nooit een kans dat Oekraïne lid zou worden van de Navo. Het lijkt me nu meer een stok om de hond te slaan.

Over Mearsheimer en zijn realistische school verscheen in The New Republic ook een kritisch artikel. Met mijn eerdere column biedt het voer voor denken.

Ondertussen is het realistisch, vrees ik, om enkel verslechtering te verwachten totdat er verbetering optreedt. Ik weet niet wat het eindspel moet worden. Eerder schreef ik dat Oekraïne vrijwel zeker de Donbas en de Zwarte Zee corridor zal moeten opgeven. En dan zich moet schikken in een finlandisering die verlicht wordt door sterke banden met de EU. Geen fijne uitkomst.

Maar er zijn niet veel andere opties – een permanente bezetting door Rusland zie ik ook niet gebeuren. Alles is vloeibaar nu, misschien overleeft Poetin het niet. Maar zo snel gaat dat niet. Kleine Bush wist zichzelf ondanks een blunderende oorlog in 2004 herkozen te krijgen. Poetin zijn we evenmin snel kwijt.