Hoe de Amerikaanse consument betaalt voor de muur

Gepubliceerd in de Standaard, vrijdag 28 januari 

De muur komt er. Mexico betaalt. Zegt de president van Amerika wiens diepste overtuigingen dagelijks botsen met de werkelijkheid. Hoe betaalt Mexico? Natuurlijk, door een invoerheffing op alles wat uit Mexico komt. Daar! Dat zal ze leren.

In Trumps wereld is dit logisch. Zouden de vakbondsleiders met wie hij om de tafel zat ook zo enthousiast zijn? Zouden ze werkelijk geloven dat exporteurs de last dragen van importheffingen? Of zouden ze zich realiseren dat producenten deze kosten gewoon doorberekenen? De muur wordt betaald door de Amerikaanse consumenten. Daar! Dat zal ze leren.

Trump bewijst het land een dienst door zo snel de zwakte van zijn voorstellen bloot te leggen. Walmart ligt vol met goedkoop spul uit China, auto’s zijn betaalbaar dankzij goedkope onderdelen uit Mexico. Dat is fijn voor de onderbetaalde werknemers van supermarktketen Walmart, die alleen kunnen dromen van een volle baan met alle secondaire arbeidsvoorwaarden die ze vroeger in de manufactuur hadden. Zo’n baan is voorgoed verdwenen, maar fijn dat ze met dat lage loon in hun lage prijzenwinkels terecht kunnen.

Nu de kiezers niet meer kiezers zijn maar burgers, wordt misschien duidelijk dat Trumps beleid een dure grap wordt, dat dit geen banen oplevert. Misschien weerhoudt het een paar bedrijven van vertrek, geholpen door de tijdelijke belastingvoordelen die Trump gebruikt om een paar publicitaire succesjes te scoren. De logica van de kosten van de muur is zo evident dat zelfs de alternative facts van de regering Trump er niet tegenop kunnen: concrete prijzen in de winkel.

Door zijn roeptoeter beleid heeft Trump ook meteen de rest van de wereld laten zien hoe je met de bullebak om moet gaan. De president van Mexico paste ervoor om zich zo te laten afbekken en lastte het voorgenomen bezoek af. Trump zal het een diplomatiek succes noemen, ieder ander een blamage. Het was een treffende afsluiting van een week waarin de president achter een volkomen leeg bureau veel A-4tjes tekende. Dat schiep een illusie van activisme maar wetgeving vergt meer dan een krabbel. Voortdurend zat Trump zichzelf in de weg met zijn obsessie over zijn populariteit. Zelfs de meest welwillende burger zag iemand met een onthutsend vermogen feiten te ontkennen die hem niet bevallen. De machtigste man van de wereld als onzekere zielepoot.

In de meest optimistische versie riep Trumps eerste week een herinnering op aan wat president Harry Truman (1945-1953) zei voor zijn terugtreden. Hij had bij voorbaat medelijden met zijn opvolger, generaal Eisenhower. ‘Hij zal hier zitten’, zei Truman, ‘en zeggen: doe dit, doe dat. En dan gebeurt er helemaal niets. Het lijkt helemaal niet op het leger’. Hier sprak een man die het harde werk van wetgeving, van overtuigen, van duwen en trekken, had gedaan met verbijsterende resultaten. Trumps week was er een van ‘doe dit, doe dat’. Dat was gemakkelijke deel.