De onttakeling van D66

In de Groene een scherp artikel over het huidige D66, een bestuurspartij, ooit opgericht, zoals Hubert Smeets in zijn Van Mierlo biografie ongetwijfeld duidelijk maakt, om het bestel op te blazen. Ik heb het altijd ironisch, of zwak cabaret, gevonden dat deze bestelopblazer nu vereeuwigd is de Van Mierlo Stichting, voorheen wetenschappelijk bureau.

Het artikel vertelt over mensen die uit de partij stappen omdat die te bureaucratisch is, niet democratisch, leden te weinig invloed hebben. Oude spoken komen langs. De redenen waarom ik in 2011 mijn lidmaatschap opzegde blijven onveranderd aanwezig. Het was de Pechtold partij geworden, gerund door een stel Van Mierlo acolieten, die plooibare en dienstbare mensen rondom de grote leider benoemde. Kamerleden die meer bureaucraten waren om Pechtold te helpen. Enfin, hier mijn ervaringen mocht u geïnteresseerd zijn om te zien hoe in de Nederlandse politiek niets veranderd.

Bekende namen komen langs. Gerard Schouw, door Pechtold als voorzitter benoemd na de ineenstorting van 2006, kwam ik tegen toen ik in 2007 kandidaat voorzitter was (tegenover Ingrid Engelshoven, ook al zo’n oude bekende). Schouw manipuleerde die verkiezing zodat Van Engelshoven kon winnen (voor alle duidelijkheid, ik weet niet of ik had kunnen winnen, maar zo werd het onmogelijk gemaakt – pas drie dagen voor de verkiezing werden de kandidaten officieel, Engelshoven was toen al lang campagne aan het voeren, en ik niet). Schouw werd Eerste en Tweede Kamerlid en vertrok toen voor het grote lobbygeld. Pechtold, ach heden, ook het CBR heeft een directeur nodig. Het is hem gegund.

Carla Pauw heb ik nooit ontmoet maar was altijd ergens als moederkloek van Pechtold aanwezig. Frans van Drimmelen was via het lobbykantoor waar Van Engelshoven werkte voor Heineken – ze was toen natuurlijk geen wethouder, foutje in het Groene verhaal – ook aanwezig al heb ik hem nooit ontmoet. Het clubje nam de partij over nadat Louise Wies van der Laan als lijsttrekker was verslagen en het zittende bestuur schreef de toekomst voor een partij die ze zelf om zeep had gebracht. De reden dat ik toen mijn tegen beter weten in kandidatuur stelde was dat ik meer programma, meer ‘ideologie’ in de partij wilde. En meer ledenbetrokkenheid.

Ook Marty Smits duikt op. Ik heb met hem te maken gehad toen het congres tot twee keer toe opdracht gaf om een behoorlijk ledenblad te maken waarin ook gedebatteerd kon worden over issues. Smits mocht namens het bestuur dat project om zeep helpen en deed dat kundig. En dan is Eerste Kamerlid Joris Backer, die vijf speerpunten schreef (nou ja, een speerpunt, de rest bungelde) bij wijze van ideologisch programma. Hij schreef het programma ‘voor Pechtold’, niet voor de partij. Toen ik hem erover aansprak kreeg ik te horen dat ik altijd zo boos was. Waarom toch? Nou ja, daarom.

Ah well, laat ik erover ophouden. Water under the bridge. Verspilde moeite. Mevrouw Kaag zal best een goed persoon zijn maar ze komt in een dichtgetimmerde partij, de Pechtold nalatenschap. Ik wens haar sterkte. D66 was ooit een mooie belofte, zo ongeveer in 1966. Da’s lang geleden.