De kracht van Bob Woodward

Trumps ijdelheid is een gift voor Amerika, althans in dit stadium. Trump is zijn eigen grootste vijand als het erom gaat zijn herverkiezing veilig te stellen. Het boek van Bob Woodward is enkel het meest recente voorbeeld. Waarom zou je als president praten met iemand die boek na boek heeft geschreven waarin mensen rondom een president het verhaal vertellen van dat presidentschap.

Woodward wist natuurlijk dat als hij Trump maar kon interviewen, telefonisch of anderszins, hij antwoorden kon uitlokken die zouden openbaren wat er werkelijk omging in diens regering. Dat de journalist vertrokken ministers en medewerkers aan de praat kreeg, is geen verrassing. Teleurgestelde of bezorgde mensen vertellen graag over hun ervaring. Woodward moet een rondedansje gemaakt hebben toen Trump zelf bereid was in real time zijn diepere gedachten prijs te geven.

Misschien wist niemand rondom Trump dat hij met Woodward praatte, al is het waarschijnlijker dat hij erover opschepte. De vraag is waarom niemand gezegd heeft dat dit niet zo verstandig was. Of misschien is het gezegd maar heeft Trump zich daar, geheel naar zijn stijl, niets van aangetrokken.

Het vreemde is dat Trump, ondanks zijn meer dan 20.000 leugens en verdraaiingen, een open boek is. Je weet dat hij de boel belazerd, niet weet wat er gebeurt, kraait als een haan die denkt dat de zon opkomt omdat hij geluid maakt. Woodward claimt op de cover van zijn boek dat hij een blik biedt in ‘Trumps mind’. Tja, een blik in een immense leegte, of zoals een bespreker schreef, een raam dat uitkijkt op een luchtschacht, omgeven door muren, verschaft niet veel meer dan we al weten.

Dat is trouwens ook een kracht van Woodwards boeken: hij bevestigt wat al duidelijk was. Dat de CIA onder Reagan Iran-Contra runde, dat kleine Bush alles bij elkaar loog om de oorlog in Irak te kunnen beginnen, dat Billy een agenda had maar er weinig van kon realiseren en dat Obama vast bleef zitten in Afghanistan omdat hij de militairen niet aankon (en de oorlog, onterecht, als Amerikaans belang zag). Behalve veel geld verdienen met ‘fly on the wall’ journalistiek van hoge klasse, zorgt Woodward ervoor dat we een ‘record’ hebben, min of meer weten wat er gebeurde.

Trumps geratel over gesneuvelde Amerikanen als ‘suckers’ en ‘losers’ verbaast niemand. Sterker, hij had de oorlogsheld senator John McCain al op die manier beledigd. Voor Trump is iedereen die soldaat wordt een loser, hij wist aan Vietnam te ontkomen door een dokter om te kopen. Overigens mag ik er nog maar eens aan herinneren dat ook Billy Clinton en kleine Bush op niet reguliere wijze Vietnam ontliepen en John Kerry, die wel diende, door diezelfde Bush werd neergesabeld.

Woodward stelt, min of meer overbodig, dat Trump een obsessie heeft met Obama. Je hoeft geen psychiater te zijn om te begrijpen waarom Trump zijn voorganger haat. Afgezien van ingeworteld racisme vertegenwoordigde Obama een Amerikaan zoals Trump die per se niet was. Self made, intelligent, gerespecteerd, succesvol, welbespraakt. Alles wat Trump niet is en nooit zal kunnen worden. Zijn enige troef is Obama afkammen, zoveel mogelijk van diens beleid terugdraaien of dwarsbomen. Trump is een open boek.