De behoefte aan een gepersonificeerde vijand

Autoritaire leiders hebben een vijand nodig, een personificatie van de dreiging die ze zeggen tegen te houden, onderwijl zelf de democratische rechtsstaat om zeep helpend.

Erdogan heeft Güllen en de Koerden. Zijn volgelingen zullen ooit ontdekken dat ze de militaire dictators hebben ingeruild voor een andere vorm van dictatuur maar zover is het nog niet.

Victor Orban in Hongarije (geweldig stuk in de weekend editie van de Financial Times) heeft George Soros. De man die hem ooit gesubsidieerd liet studeren is nu een aantrekkelijk doelwit om little Hungary woede, islamfobie en antisemitisme te combineren. De EU heeft een dodelijke slang in haar midden. Hongarije, een land met een nogal gebutste geschiedenis, zet zichzelf in een dodelijke omklemming van Poetin en zijn eigen angsten.

In Polen mag Jaroslav Kaczinsky, de onofficiële leider van het land, de gemoederen blijven opstoken tegen de Russen die volgens hem zijn broer hebben vermoord. Tegelijkertijd houdt hij Donald Tusk, nu EU president, verantwoordelijk voor de onvolkomen (volgens Kaczinsky) schoonmaak na de Koude Oorlog. Ook in Polen lijkt een treurige geschiedenis minder te leiden tot een heldere analyse dan tot een soort herhaling van die geschiedenis.

In Amerika heeft Donald Trump als favoriet doelwit nog steeds Hillary Clinton. Zijn echte doelwit is de democratische rechtsstaat, al is hij zelfs in de formulering van het beleid om  dat doelwit te bereiken, zo klungelig en onnadenkend dat zijn eigen incompetentie het verder buiten bereik houdt. Als Clinton het publieke doelwit is dan is in beleidsmatig opzicht Barack Obama de vijand. Alles wat Obama gedaan heeft moet kapot gemaakt worden. Het gevaar in Amerika is niet dat de autoritaire leider veel progressie geboekt heeft, het gevaar is dat zijn partijgenoten, de opportunistische Republikeinen, geen waarborg bieden tegen het oprukken van illiberal democracy.

Het is een ervaringsfeit in de geschiedenis dat politici die een persoon tot vijand verklaren en daar eindeloos en consequent hun eigen dubieuze beleid aan ophangen uiteindelijk slecht blijken voor de democratische rechtsstaat. Als mensen iets kenmerkt dan is het hun gebrek aan capaciteit om te leren. Vraag het de Turken, de Hongaren en de Polen.