Amerika is niet meer. De lange versie van mijn essay.

Dit is de lange, ruimer beargumenteerde versie van een blog dat ik eerder maakte, en van een artikel in de Standaard. Ik had het graag in deze versie gepubliceerd gezien maar er is in Nederland nog maar een blad over waar dat kan, de Groene, en daar komen mijn stukken niet meer aan bod (andere stukken uitstaan, veel scribenten etc.). Daarom toch maar zo.

 

Donald Trump is beangstigend, maar veel zorgwekkender is dat een aanzienlijk deel van de Amerikaanse samenleving zijn debiliserende presidentschap accepteert. Ondanks een dagelijks regime van leugens, racisme, corruptie, ondermijning van de rechtsstaat en schending van democratische normen, incompetentie en het opzetten van Amerikanen tegen elkaar, tegen wetenschap en tegen de feiten – om een niet limitatieve opsomming te geven – klinkt er geen woord van protest of zelfs lichte vermaning uit de kring van de mensen aan wie hij zijn macht dankt. Een president kiezen die fout blijkt te zijn is een ding, een foute president tolereren en zelfs aanmoedigen door hem niet te corrigeren en nog eens vier jaar te geven, is heel wat anders.

Laten we het onderkennen: Amerika is niet meer wat het geweest is. Het land dat de wereld leidde, het land dat een voorbeeld was van democratische waarden, genereus internationalisme en economische dynamiek is niet meer. Wie dacht een bondgenoot te hebben treft een land dat enkel met zichzelf bezig is. We hebben dan ook geen andere keuze dan ons denken over Amerika te veranderen. Zelfs voor degenen die van het land houden, tot wie ik mezelf reken, is het onontkoombaar de conclusies te trekken die zich de afgelopen jaren hebben opgedrongen.

Lange lijst

Het is niet de coronacrisis die tot deze bespiegelingen leidt, zelfs niet de vulgaire, haatzaaiende president die sinds januari 2017 in het Witte Huis zit. Het is ook niet enkel de schuld van de perfide Republikeinen. De trends lopen al veel langer maar beide crises, of het samenvallen van beide, maken duidelijk dat we een point of no return hebben bereikt. Ik weet niet wat ‘het nieuwe normaal’ gaat worden maar Amerika is al heel lang niet normaal meer. Amerika vertoont vele kenmerken van een derde wereld land, inclusief het beschamend lage niveau van de leiders ervan. We kunnen een lange lijst maken, een doorwrocht betoog opstellen hoe dat de afgelopen pak weg vijftig jaar zo is gekomen.

Hoe het rijkste land van de wereld stuitende armoede en ongelijkheid kent, niet in staat is te voorzien in de minimale behoeften van een beschaafde samenleving. Hoe beide partijen hun energie verspilden in destructieve culture wars of identiteitscompetities en sociaal-economisch beleid werd verwaarloosd. Hoe de politieke en economische elite vooral bezig was met zichzelf, met zelfverrijking en schaamteloos misbruik van het systeem. Hoe vijftig jaar anti-overheidsactivisme het orgaan dat een samenleving bijeenhoudt heeft uitgekleed. Hoe een land dat de wereld runde, niet uit genereuziteit maar omdat het in zijn belang was, de luiken sluit en bondgenoten negeert, beledigt en afstoot.

We kennen die lijst en hij valt eindeloos uit te breiden. Tot nu toe trokken we er geen conclusies uit. Maar de vraag is nu onontkoombaar: bevindt dit Amerika op een glijpad omlaag? Is het land niet alleen zijn allure kwijt maar ook zijn mojo, als je dat zo mag zeggen. Is Amerika terminaal?

In 1987 verscheen het boek van Paul Kennedy, The Rise and Fall of Great Empires, dat de neergang van de VS voorspelde. Zoals alle grote rijken had het zichzelf te ver uitgerekt (overstretch), waren de ambities groter geworden dan de basis waarop ze waren gevest kon dragen. Zoals president Eisenhower als waarschuwend had laten horen, had inderdaad het militair-industrieel complex te veel macht gekregen. Zoveel macht dat een enorm deel van de Amerikaanse begroting aan defensie werd besteed door president Reagan nog uitgebreid met de verspilling van Star Wars. Het was geld dat niet kon worden gebruikt om het dagelijks leven van Amerikanen te verbeteren.

Er werd flink de draak gestoken met deze analyse toen de muur viel en de koude oorlog ten einde kwam. Amerika was opeens de enige supermacht. Bewees dat niet dat de investeringen in defensie terecht waren geweest? En, klonk her en der, zouden die uitgaven nu niet kunnen dalen? Er was sprake van een peace-dividend. Inmiddels weten we dat de defensiebegroting als deel van de overheidsuitgaven alleen maar is gestegen. De oorlogen in Irak en Aghanistan waren niet alleen strategische rampen, ze kostten ook honderden miljarden dollars die niet werden gefinancierd met extra inkomsten door hogere belastingen maar juist met het uitmergelen van de Amerikaanse overheid. Nog steeds heeft de VS een defensiebegroting die absurd hoog is en die vol zit met gegarandeerde winsten voor het bedrijfsleven. Het is de moeite waard om Kennedys’s voorspelling van teloorgang opnieuw te bekijken.

Als grote rijken en leidende landen een levenscyclus hebben, en de geschiedenis lijkt daarop te wijzen, zien we dan nu het definitieve bewijs dat de Verenigde Staten over zijn hoogtepunt is? Het is niet de uitdaging van een andere grootmacht dat deze vraag oproept ook al port China de zaak graag op, maar het schouwspel van zelfdestructie. Het is erger dan niet kunnen kiezen tussen guns or butter, het is uitholling van een natie. Het is geen proces van vandaag of gisteren. Trump is niet degene die het verval heeft veroorzaakt. Hij is er het symptoom van en in zijn incompetentie ook het bewijs.

Kijken naar de wereld zonder de oogkleppen die Trump oplegt

Daarom moeten we een stap terug doen. Trump negeren kunnen we niet maar het is goed om een breder perspectief te houden, al stemt dat niet direct positief. Anno 2020 is Amerika behalve een armoedig land ook een gesegregeerd land en dan heb ik niet over ras – ook al is en blijft het een intens racistisch land. Nee, gesegregeerd in de zin dat de mensen die het goed vergaat nauwelijks contact hebben en meestal ook geen compassie met de vele Amerikanen die nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden. Ze wonen in verschillende wijken, gaan naar verschillende winkels, ervaren een verschillend dagelijks leven.

Ze stemmen anders, dat wil zeggen, het overgrote deel van de lage inkomens stemt niet. De rest wordt bedrogen. Neem de belastingverlaging voor de rijken (die van 2001 of die van 2017, maar laten we dichtbij blijven): daar had Trump geen campagne op gevoerd. Sterker, niets van wat in de campagne van 2016 een rol speelde is door hem als prioriteit opgevoerd, met uitzondering van zijn immigrantenhaat en de deregulering waarom zijn sponsors hadden geroepen. In de praktijk is er een grote discrepantie tussen de agenda’s waarop politici worden gekozen en wat ze daadwerkelijk doen. Dat geldt voor alle geledingen en voor alle partijen, en al heel wat jaren. Ook een Democraat als Bill Clinton stelde teleur, in veel opzichten.

Ik heb lang betoogd dat de VS een samenleving is die steeds meer als los zand aan elkaar hangt. Mensen die het goed hebben, hebben het goed. Ze keren zich af van de mensen die het slecht hebben. De hulpvaardigheid van Amerikanen voor mensen in hun directe omgeving heb ik altijd gewaardeerd als tegengif voor de Nederlandse instelling dat de overheid wel voor hen zorgt. Inmiddels bouwen rijke Amerikanen een muur om hun landhuis of hun wijk met landhuizen. Ze zullen elkaar vast nog wel helpen maar het lijkt erop dat een eroderend egoïsme nu de overhand heeft.

Het orgaan dat een samenleving samenhang geeft door taken te vervullen die anders blijven liggen, de overheid, is in de VS systematisch uitgekleed in de vijftig jaar dat de conservatieve ideologie het Amerikaanse beleid bepaalt. Maar conservatief is hier een misplaatst woord, een belediging voor echte conservatieven. Echte conservatieven zouden voorzichtiger met hun samenleving omspringen dan deze anti-overheidsactivisten voor wie niets heilig is dan hun eigen portemonnee. Ordinair behartigen van eigenbelang, niet eens zozeer in het scheppen van een plezierige leefomgeving maar simpelweg in het opstapelen van zoveel mogelijk voordelen, is de norm van de machthebbers.

In zijn stemgedrag sinds 1970 is de Republikeinse Partij verder afgedwaald naar rechts dan de Democraten naar links zwierden; ik zou zelfs eerder betogen dat links in Amerika sinds de jaren zestig op apegapen ligt. Je kunt te hoop lopen tegen de Republikeinen en ze dragen een zware verantwoordelijkheid maar dat neemt niet weg dat de Democraten medeverantwoordelijk waren, met name in de jaren negentig.

Onder Clinton hervormden ze het sociale stelsel, stemden ze in met verregaande deregulering van het financiële systeem met de crisis van 2008 als gevolg, en misdaadbestrijding die leidde tot overvolle, geprivatiseerde gevangenissen, alles onder vlag van triangulering of derde weg opportunisme. Ziektekostenverzekering hielpen ze naar de mallemoer. De Democraten maakten in de culture wars die ze mede aanjoegen ook de fundamentele fout om zich te concentreren op onderwerpen als geslacht, ras en seksuele identiteit in plaats van klassieke sociaal economische onderwerpen. Als boze blanke kiezers in 2016 klaagden dat de Democraten hen zo goed als genegeerd hadden dan hadden ze een punt. Hillary Clinton had deze mensen niets te bieden, behalve de stupiditeit om hen ‘a basket of deplorables’ te noemen.

Er is niets ideologisch aan

De coronacrisis laat zien dat er geen sprake is van een ideologische grondslag voor Amerikaans beleid. Bernie Sanders en anderen mogen te hoop lopen tegen neoliberalisme, de crisis toont eens te meer dat de drijvende kracht voor degenen die de macht hebben puur eigenbelang is. Donald Trump is enkel bezig met zijn populariteitscijfers en zijn herverkiezing, de Republikeinen onder leiding van senaatsleider Mitch McConnell dienen enkel de belangen van sociaal conservatieve belangengroepen en van hun geldschieters, de ondernemingen melken het systeem, zelfs in een crisissituatie, burgers laten zich opnaaien met argumenten die suggereren dat het gaat om grondwettelijke vrijheden. Ze installeren een rechtelijke macht die op vrijwel alle terreinen uit de pas loopt met de meerderheid van Amerika.

Er is niets ideologisch aan, het gaat puur om de macht en om wat je met die macht kunt doen. De Republikeinen gebruiken niet eens meer het argument van vrije markten, wereldhandel en burgerlijke vrijheden. Ze hebben de pretenties opzijgezet. Trump zelf erkende dat als de kiesrechtregels zonder beperkingen werden toegepast, geen Republikein meer verkiezingen zou winnen.

Trump won met opzijzetten van het Republikeinse establishment. Maar binnen de kortste keren schaarde de hele partij zich achter een president die misschien wat ideeën had die hen tegenstonden maar die gewoon deed waarvoor zij macht nodig hebben: belastingen verlagen, regulering ondermijnen en de rechtelijke macht voor de lange termijn in hun zak stoppen. Politiek rechts voert al decennia veldslagen tegen de federale overheid en zuigt al decennia het geld weg voor effectief algemeen beleid. De samenleving is uiteengevallen, geholpen door een president die verdeeldheid aanjaagt en gebruikt als dagelijks politiek middel. Het land, de kiezers, ook zijn kiezers, zijn cynisch, wantrouwend, elkaar verwerpend, en hebben geen beeld van een gezamenlijke toekomst.

We hebben het niet over de zichtbare corruptie van Trump die de overheid rekeningen stuurt voor gebruik van faciliteiten, of die paaseieren verstopt in belastingmaatregelen die onroerend goedboeren zoal hijzelf en zijn schoonzoon bevoordelen, of van de Republikeinse senator Burr (en de Democratische senator Feinstein) die medio februari zijn aandelenportefeuille opschoonde nadat hij uitgebreid gebriefd was over de zich ontwikkelende coronacrisis.

Omkoping of geld onder de tafel gebeurt niet veel meer dezer dagen. Corruptie van politici is subtieler en dieper. Belangengroepen hebben andere manieren gevonden om wetgevers in te kapselen en hun invloed ondermijnt de democratische open samenleving. Oud-lobbyisten leiden ministeries. De economische elite is bezig met zelfverrijking, uitbuiting van de zwakke kanten van de Amerikaanse samenleving of het kopen van appartementen in New York of landgoederen in Nieuw Zeeland. Er is geen intellectueel leven dat doordringt in de samenleving.

De politici die Amerika verdient

Klagen over de kwaliteit van de Amerikaanse politici is van alle tijden. Alexis de Tocqueville stelde in 1835 al vast dat mensen die werkelijk een talent hebben dat in de bruisende economie te gelde maken. Ze gaan niet in de politiek. Wie de voorverkiezingen en verkiezingen van 2016 en 2020 zich zag ontrollen, kon dat gebrek aan kwaliteit gemakkelijk vaststellen. Niemand onderscheidde zich. Het is geen nieuw probleem en inmiddels ook niet meer het grootste probleem. Want zelfs capabele leiders kunnen van dit land geen succes meer maken.

Barack Obama stak en steekt met kop en schouders uit boven de rest. Het was een oprisping in de roetsj omlaag. Maar zelfs Obama kon in het politieke klimaat dat zich in Amerika had ontwikkeld geen ijzer met handen breken. Het Amerikaanse politieke systeem leent zich voor obstructie en dat is het enige waar de Republikeinse Partij goed in is. Na de verkiezingen van 2010 moest Obama zich beperken tot kleinere initiatieven, maar ook al voor die tijd ondermijnden de Republikeinen in de senaat zijn pogingen de klappen van de crisis van 2008 te dempen. Obama deed wat hij kon en hij is zelfbewust genoeg om te weten dat het beter had gekund, maar hij liep stuk op de obstructie waartoe het Amerikaanse politieke systeem zich leent. Hoop ging verloren, sloeg om in cynisme.

Misschien krijgt Amerika de politici die het verdient. De coronacrisis heeft andermaal laten zien dat een niet gering deel van de Amerikanen ongelooflijk dom is. Je kunt ze van alles wijsmaken en er is een bende van kwaadwillende lieden die daar gebruik van maakt, president Trump voorop.

Het is verleidelijk te denken dat een andere president met meer fatsoen en meer communautaire idealen Amerika kan redden. Ik heb er een hard hoofd in. Joe Biden zal het niet doen. Misschien kan zijn vicepresident het wel, misschien weet iemand het moment te grijpen en het land weer aan elkaar te knopen. Franklin Roosevelt voerde in 1932 campagne op een fantasieloze, traditionele agenda maar toonde zich als president creatief en krachtdadig. Het is nooit te laat voor optimisme maar het heeft veel van het reiken naar strohalmen.

Dit is de derde crisis deze eeuw. Het begon met 9/11. Het onmiddellijke gevolg was nationale eenheid en solidariteit (en een onophoudelijke kramp), het eindresultaat was verdeeldheid, verspilling en verkwanseling van Amerikaanse reputatie, zowel binnenlands als buitenlands. In 2008 redde het congres het financiële systeem maar toen het aankwam op structurele veranderingen om de factoren die de crisis hadden veroorzaakt aan te pakken, gebeurde er weinig of niets. De bankiers werden gered, bleven arrogant en zeven miljoen Amerikanen verloren hun huis. Een blijvend gevolg was de polarisatie van de samenleving – niet de politieke polarisatie maar degenen die goed af waren en weinig last hadden van de crisis van 2008 en degenen die er nooit meer uit kwamen. Waarom zou het nu beter aflopen?

Het beeld van neonazi’s met automatische geweren in het gebouw van het congres van Michigan – alles legaal en door de racist in het Witte Huis gekwalificeerd als ‘goed volk’ – zegt het allemaal. Het is een onontkoombaar gevolg van een president die wetenschap onzin vindt en iedere tweede zin van een leugen voorziet. Historici weten dat polarisatie een vast deel is van het Amerikaanse politieke systeem maar nooit was er een president, een partij, die de ene helft van Amerika tegen de andere helft opzette. Zelfs de presidenten in de aanloop naar de burgeroorlog waren niet zo grof. Amerika heeft zijn deel aan slechte presidenten, is misschien zelfs overbedeeld maar gered door zijn politieke systeem. Het had echter nooit een president die dagelijks verdeeldheid zaait en een toch al wankelend gevoel van samenleven structureel ondermijnt. Niet omdat hij er ideeën over heeft maar omdat hij het kan. Niemand houdt hem tegen.

Aan de voeten van de beste president

Typerend genoeg onderstreepte Donald Trump eerder deze maand het Amerikaanse verval door zijn bevriende omroep een interview te geven in het monument van Abraham Lincoln. Het beeld van Amerika’s slechtste president gezeten aan de voeten van het gigantische beeld van Amerika’s beste president was veelzeggend op vele niveaus. Lincoln had als president maar één doelstelling en dat was het bijeenhouden van de Unie, van de Verenigde Staten. Hij was bereid er alles voor te doen, zichzelf weg te cijferen en zette zijn niet geringe intellect in om een goed resultaat te bereiken. Het kostte hem zijn leven.

Hoe klein en hoe kleinzielig toonde zich de wortelkleurige zeurpiet die zichzelf neerzette als de meest opgejaagde en tegelijk de meest succesvolle Amerikaanse president. Hoe groot was het contrast met de teksten die in het Lincoln-monument op de muren staan. Het is onwaarschijnlijk dat de 45ste president de 273 woorden – een dubbele tweet – van het Gettysburg Adress ooit tot zich heeft genomen. Government of the people, by the people, for the people: het zijn frases die hem vreemd zijn.

Een land koestert zijn mythes, zijn helden. Op de mall waar Lincolns monument staat, vinden we ook memorials voor Washington, Jefferson en Franklin Roosevelt. Dat Donald Trump, in een daad van historisch vandalisme, zichzelf tussen deze giganten plaatste, vertelt alles over de krimp die de Verenigde Staten ondergaat. Het was eens een groot land, die tijd komt niet weer. Abraham Lincoln was de eerste Republikeinse president, gegeven de huidige staat van zijn partij zat aan zijn voeten hopelijk ook de laatste Republikeinse president.

Laten we ons geen illusies maken. Amerika als Amerika zoals we het kenden is reddeloos verloren. Het is hoog tijd dat we de consequenties daarvan onder ogen zien en ons instellen op een wereld waarin we het zonder verlicht leiderschap moeten doen. Op dit moment schuift Amerika alles wat maar neigt naar internationale samenwerking terzijde, misschien is het tijd om Amerika terzijde te schuiven. Klinkt dat overmoedig voor een wereld die niet gewend is de dingen zonder Amerika te doen? Misschien, maar we kunnen niet weglopen voor de harde werkelijkheid anders loopt die werkelijkheid weg met ons.