Pas op met het overinterpreteren van de verkiezing van Trump.

Dit is de tekst van een keynote die ik vanmiddag uitspreek op het congres van Volt.

Het uitspreken van een keynote betekent dat je de toon gaat zetten voor wat gaat komen. Mijn claim om hier te staan is dat ik ‘deskundig’ ben, iets weet van Amerika. Dat doe ik ook, meer dan veertig jaar ervaring, maar ik kan niet ontkennen dat de uitslag van afgelopen dinsdag me verraste. Dat was naïef en duidelijk een geval van wishful thinking, waarin hoop de overhand kreeg op beter weten. Zoals ik het tegen mijn Amerikaanse echtgenote zei bij het ruw ontwaken: dit is niet ons Amerika. En dat is precies the point.

In deze keynote wil ik de toon zetten voor de discussie die we hierna gaan hebben, over wat precies de gevolgen zijn van een nieuw, ongebonden presidentschap van Donald Trump. Want voordat we ook maar iets zinnigs over de gevolgen kunnen zeggen, moeten we analyseren wat er hier precies gebeurd is. Met de benefit of hindsight kan wel weer deskundige zijn, socioloog en journalist, minder betrokkene. Aan de hand van een aantal stellingnames wil ik dat proberen.

Zo zou ik zeggen dat terwijl de gevolgen van deze verkiezing van revolutionaire aard zijn, dit minder een revolutie was dan een opstand. Een opstand, als het zo cru mag uitdrukken, van het klootjesvolk tegen de weldenkende betweters die hen negeren of, erger nog, op hen neerkijken.

Dit verkiezingsresultaat was vooral reactionair. Reactionair in twee opzichten. Ideologisch en inhoudelijk reactionair van de kant van de extreem rechtse beweging achter project 2025, de racisten en xenofoben, de onverdraagzame nationalistische evangelische burgers – pak weg de helft van de Republikeinse Partij, minder dan de helft van zijn kiezers. Maar het was ook een reactie in de meer letterlijke zin. Deze uitslag was het oordeel over de afgelopen vier jaar, en ik zou zeggen, misschien wel over de afgelopen decennia.

In het Amerikaanse systeem kun je maar een keer per vier jaar duidelijk aangeven hoe je vindt dat de vlag erbij staat. Dat kan ongelukkig uitpakken als de economie het net niet goed doet, of er oorlogen zijn uitgebroken of anderszins de zaken niet lopen zoals de zittende president het had bedoeld of had gewenst.

En laten we eerlijk zijn: zonder corona en Trumps chaotische en soms dramatische stupide beleid op dat terrein was hij in 2020 gewoon herkozen. Een zittende president krijgt meestal wel wat krediet en je moet met goede argumenten komen hem of haar eruit te gooien. Maar die ene keer in de vier jaar dat je als kiezer wat mag laten horen dan moet je dat luid en duidelijk doen, vooral als je vindt dat het niet goed gaat. Zeker in retrospect is het overweldigende gevoel van Amerikanen dat het land niet de goede richting ingaat, zo’n 65 procent, de beste indicator dat de opdracht van Harris onbegonnen werk was.

Ik wil poneren dat deze verkiezingsuitslag, luidkeels verwelkomd door autoritaire types overal elders in de wereld en zelfs dicht bij huis, geen omarming was van rechts, laat staan radicaal rechts. Het was evenmin een omarming van conservatisme in de klassieke betekenis. De Trumpies moeten hun mandaat niet overschatten. Afgepeld tot de kern is er niet vòòr iets gekozen. Er is tegen iets gekozen.

Er is tegen de regering-Biden gekozen. Tegen de inflatie, de immigratie, tegen de oorlogen waarbij Amerika meer dan zijdelings is betrokken. Tegen de zichtbaar aftakelende man die zichzelf onmisbaar achtte.

Maar vooral is er gekozen tegen de beperkte visie – letterlijk visie: kijken naar wat er om je heen gebeurt – van de hoog opgeleide elite. Betweters die eindeloos babbelen over abortus, lhbt-voorzieningen, racisme en activisme op campussen van universiteiten die te duur zijn voor gewone mensen. Het is patroniserend. Ik ben ietwat verbaasd het me zelf te horen zeggen, maar Barack Obama, laat in de Harris-campagne nadrukkelijk aanwezig, beantwoordde geheel aan dat beeld. Obama’s oproep aan zwarte mannen om hun manhood niet bedreigd te zien door een zwarte vrouw als presidentskandidaat was goed bedoeld maar helaas typerend. Een serieus economische argumentatie was nuttiger geweest. Michelle Obama’s ferme standpunt richting vrouwen idem dito. Ik vermoed zelfs, als het erop aankomt, dat al die celebrities, de Taylor Swifts, Oprah Winfreys en anderen, wel eens averechts gewerkt kunnen hebben. Ze irriteerden. Ongeveer zoals de hulk en heavy metal types in het Trump kamp ons, de weldenkende elite, irriteerden.

Het delen van vijanden is een onderschatte factor in de politiek. Er zijn heel veel Amerikanen die Trump niet hoog waarderen of misschien zelfs wantrouwen, maar in het benoemen van zijn vijanden, schept hij een band. Het zijn precies de mensen waar jij als kiezer ook een hekel aan hebt. Omdat ze altijd alles beter weten. Omdat ze iedereen die wat anders vindt in de hoek zetten als dom, onkundig of met slechte bedoelingen.

Trump wordt gewaardeerd om zijn vijanden. Om die mensen die puh-puh en ach-en-weeën als hij weer wat schofferends, grof of vulgair uitkraamt. Die puh-puhend mensen realiseren zich niet dat ze worden uitgedaagd precies om die reden. ‘Owning the Democrats’ noemen de Trumpies dit. Een soort permanente Geen Stijl fuck you stijl. Kort samengevat: het is niet Trump die een middelvinger opsteekt naar de progressieve elite. Het is de kiezer die dat doet.

Dat dwingt tot reflectie. De Democraten verliezen keer op keer winbare verkiezingen door de weg kwijt te raken in doolhoven van eigen makelij. Grote opwinding over onderwerpen die Democraten aan het hart gaan, of in elk geval een deel van hen, maar die juist kiezers die ze nodig hebben om te kunnen regeren, wegjagen. Ja, ik weet dat rechts ‘woke’ heeft omarmd als scheldwoord voor alles wat ook maar enigszins progressief oogt of klinkt. Ik weet dat dit vaak onterecht is, maar ik weet ook dat we het zelf over ons hebben afgeroepen door eindeloos met de morele maatlat klaar te staan. Door discussies aan te gaan over randonderwerpen zonder de echte issues ter tafel te brengen.

We hebben ook nog steeds weinig inzicht in het nieuwe normaal. Trump en mensen van zijn soort, ook in Europa, ook in Nederland, hebben met hun taalgebruik en hun provocaties het publieke debat verruwd – een softe term die de realiteit van Trumps Neurenberg-stijl bijeenkomst in Madison Garden niet goed weergeeft. Het nieuwe normaal is dat social media omgangsvormen het politieke debat beïnvloeden. Dat een superrijkaard een door miljoenen gebruikt verslavend meningenplatform vormt naar zijn wens en dat dit door menigeen wordt verdedigd of toegejuicht als een goede zaak. ‘Absolute vrijheid van meningsuiting’ moet er zijn, vond een Nederlands parlementariër desgevraagd.

Ik moet bekennen dat ik niet weet wat eraan te doen. Ik kan alleen maar de traditionele media verdedigen die eigen onderzoek doen, check en double check, die feiten als feiten presenteren. Het was teleurstellend dat grote Amerikaanse kranten het gezag van hun medium weggooiden door geen opinie te hebben over wie president zou moeten worden.

Deze verkiezingen gingen behalve over persoonlijkheid – en misschien enkel daarover – over inflatie, immigratie en, in mindere mate, over de oorlogen in de wereld. En dus, het is niet anders, over de oogst van de regering-Biden. Dat is alleszins redelijk. Dat het volk, althans het volk dat ertoe doet, de kiezers die bereid zijn te wisselen van partij, heeft gekozen voor Trump wil niet zeggen dat ze zijn agenda omarmd hebben. Wel zijn sleutelkreten: de drie ‘i’’s: immigratie, inflatie en irritatie.

De keuze voor een narcist, een wheeler dealer die vooral zijn eigen belang vooropzet, belooft weinig goeds voor die opstandige kiezer. En laten we eerlijk zijn, democratie of dreigingen voor de democratische normen en omgangsvormen hebben niet de hoogste prioriteit voor de kiezers. Dat 6 januari, Trumps schending van de grondwet en andere bedreigingen van de democratie niet serieus genomen worden, of in elk geval, de kiezers niet bezorgen, is beangstigend. Het is niet dat radicaal rechts wordt omarmd, het is dat hun anti-democratische positionering geen problemen oplevert.

De socioloog Samuel Huntington, die u kent van de botsing der beschavingen maar die veel interessanter dingen heeft geschreven, heeft met kracht van argumenten betoogd dat een groeiende middenklasse leidt tot meer democratie, simpelweg omdat mensen met veilige inkomens meer invloed op de rest van hun leven, op hun samenleving willen hebben. Je kunt in China zien of Huntingtons stelling nog steeds opgaat – het is te vroeg om daarover te beslissen. Mij heeft een variant beziggehouden die niet door Huntington werd beschreven. Zou het kunnen dat in een land waar de middenklasse steeds kleiner wordt, waar de afstand tussen rijk en arm niet alleen onoverbrugbaar wordt, maar ook de samenhang van de samenleving fundamenteel wordt ondermijnd democratisch blijven?

Mijn stelling is dat de Democraten opnieuw een verkiezing verkloot hebben. En ja, er zijn zondebokken. We kunnen nu vaststellen dat Kamala Harris, als persoonlijkheid een aardige vrouw, als politica te wensen overliet. Zij was een opgedrongen kandidaat. Laten we er geen doekjes om winden, in 2020 werd zij door Joe Biden als vice-presidentskandidaat gekozen omdat ze vrouw was en van kleur. Biden had beloofd een vrouw te kiezen, wat dom was want net zo gedachteloos gekwalificeerde kandidaten uitsluitend als wat feministen altijd als verwijt hanteerden. Hij koos Harris, de eerste Democraat die in de voorverkiezingen over de kop was geslagen, nog voor er gestemd was, uit, ik zeg het met pijn, woke-overwegingen.

Door zijn arrogante, eigenwijze, koppige en diskwalificerende vasthouden aan het ambt ook toen duidelijk was dat hij er te oud voor was, heeft Biden die eerdere fout verdubbeld, verdriedubbeld door te lang de werkelijkheid te ontkennen. In het befaamde debat sloeg hij zichzelf knock out maar veel belangrijker: liet hij Donald Trump ongemoeid. En dus kon Harris, ongetest en niet uitgedaagd de mantel overnemen. Op dat moment kon dat niet anders meer, maar ik stel vast dat de Democraten voor de zoveelste keer een winbare verkiezing hebben verkwanseld door een opgedrongen kandidaat te moeten accepteren. In 2000 Al Gore, in 2016 Hillary Clinton en in 2024 Kamala Harris. Nog een gelukje dat de opgedrongen kandidaat in 2020, Joe Biden, enkele tienduizenden stemmen in swing states wist binnen te halen. En, by the way, stop met zeuren over dat systeem van kiesmannen. Het gaat niet veranderen. Werk ermee. De Democraten zijn daar niet goed genoeg in.

Veel Amerikanen, zowel op rechts als op links, hebben het gevoel dat het land in een crisis zit. Daarin hebben ze niet ongelijk. Het land valt uiteen, de sociale lijm die een samenleving bijeenhoudt lijkt opgedroogd. Voor zover polarisatie en extreme partijdigheid directe consequenties heeft dan is dat de ervaring dat het land verdeeld is. Dat is meer dan een ervaring. Als ik Amerika zie, met meer dan veertig jaar intieme ervaring, dan zie ik een land dat uiteenvalt. Niet enkel in partijdigheid, maar ook in inkomens, geloof, cultuur en sociale bubbels. Er is simpelweg geen contact meer tussen burgers. Eind vorige eeuw vatte de socioloog Robert Putnam dat mooi samen in zijn boek Bowling Alone, een metafoor voor de teloorgang van de vele sociale organisaties die ooit Amerikanen met elkaar in contact brachten. Er is een soort terugtrekken op eigen gezin, eigen buurt, eigen sociaal economische groep, versterkt door de eenvormigheid van Amerikaanse wijken.

Uiteindelijk gaat het in Amerikaanse verkiezingen over wie je vertrouwt. Met wie je je comfortabel voelt. In 2000 werd gezegd dat kiezers liever een biertje dronken met George W. Bush dan dat ze een lezing kregen van Al Gore. Doet het ertoe, zult u vragen? Ja, natuurlijk. Gore kwam erachter en nu zien we hetzelfde met Donald Trump. Ook als kiezers hem niet als persoon omarmden was hij in elk geval good entertainment. Een lijst van mensen op wie je wraak wilt nemen als je de kans krijgt, omdat ze je dwarsgezeten hebben. Foei, foei en nog eens foei, maar voor veel mensen die zelf ook overlopen van grieven, heel begrijpelijk.

De to-do-list van Harris – in plaats van de vijandenlijst van Trump – was een goede late vondst, maar gaf tegelijkertijd ook meteen het probleem weer: een gedisciplineerde politica die een lijstje afwerkte. Inspiratie nul. Bovendien liet ze het lijstje nogal leeg. Zeker in een tweepartijenstrijd loont het om er hard in te gaan, in elk geval net zo hard als je tegenstander. Hoe kan het dat belastingverlagingen voor de rijken en voor ondernemingen, dezelfde ondernemingen die de prijzen hoog houden en superwinsten draaien, hoe kan het dat gewone kiezers zonder uitzicht op een hoog inkomen daarin meegaan? Het is niet de Amerikaanse droom, dat ze dit soort beleid ondersteunen omdat ze zelf rijk hopen te worden. Daar geloof ik niets van, zo dom zijn ze nou ook weer niet.

Maar ze krijgen geen alternatief beleid aangeboden. Democraten zijn altijd bang dat ze als te links worden weggezet. Maar waarom niet gewoon belastingverhogingen voor de rijken aankondigen, het vrijwel ontbreken van successierechten veranderen, winsten via investeringsvehikels belasten. Waarom niet de klasseoorlog voeren die de andere kant voert met daden, weggepraat door gebabbel over vrije markten, stimuleren van ondernemerschap en het niet belonen van afgunst? De roep zal nu zijn om het midden op te zoeken, opeens mis ik Bernie Sanders.

Progressieven in Amerika, maar ook hier, zijn schrijnend in gebreke gebleven om een serieuze agenda op te zetten die echt confrontatie aangaat en niet enkel wat marginale veranderingen van wat de ander voorstelt. Een stelling die ik hier niet kan uitwerken maar u toch niet wil onthouden: sinds 1968, sinds het einde van de regering-Johnson is het beleid in Amerika door Republikeinen gedomineerd. óf ze voerden het zelf uit, zoals Reagan en kleine Bush, of ze ketenden de andere partij door het Congres lam te leggen. Obamacare is het enige beleid dat er echt is doorgeslipt, veel vaker waren het belastingverlagingen die de uitgaven van de overheid onder druk zetten. Knap werk.

Ondertussen moet de aandacht voor de persoon niet afleiden van wie er werkelijk met de macht vandoor gaan. Dat is niet dat klootjesvolk, goed om Trump gekozen te krijgen, maar nauwelijks relevant voor zijn agenda. Het transition team van Trump zit vol met rijkaards, vooral mensen met een achtergrond op Wall Street. Elon Musk en andere miljardairs die zaken doen met de overheid of te maken hebben met regulering, zullen kunnen oogsten. De lobbygroep die zo succesvol was in het plaatsen van conservatieve rechters dat het Supreme Court in geen enkel opzicht het land of de mening van het land weerspiegelt, kan weer vier jaar zijn gang gaan. De fossiele industrie, grootinvesteerders in de Trump-campagne, zullen daar iets voor terugvragen. Vergeet klimaatbeleid. Ik geloof niet in samenzweringen maar wel in georganiseerde campagnes om macht te verwerven. Het gewone volk heeft de rijkaards meer macht dan ooit gegeven, om zichzelf verder te verrijken. Een goede investering van die rijkaards, dat wel.

Trump en zijn bende zijn een gevaar voor de democratie. Ze hebben het laten zien door de verkiezingen van 2020 omstreden te maken en door de aanval op het Capitool te bagataliseren. Maar het was een kardinale fout van Biden om de opnieuw door de Republikeinen omarmde Trump enkel aan te vallen als een gevaar voor de democratie. De meeste mensen geloofden niet dat dit zo was (noem het cognitieve dissonantie, maar het is niet anders) en het valt te betwijfelen of zoveel mensen zo loyaal zijn aan het democratisch bestel – kleine d. En laten we onszelf niets wijsmaken, ook in diverse landen in Europa ligt de democratie onder vuur.

Hoewel ik denk dat een rechtsstaat niet anders kon dan het deed, moet ik vaststellen dat de rechtszaken tegen Trump averrechts werkten. Gegeven het politieke klimaat was het gemakkelijk voor Trump, en zijn partij, om zich in te graven in een vervolgingsverhaal. Dat het zo zou gaan, hadden de Republikeinen al duidelijk gemaakt door in 2021 tegen Trumps impeachment te stemmen. Het was een daad van lafheid, van politieke malpractice, maar het gaf al aan dat te veel mensen zich hadden gecommitteerd aan een vervolgingsvrije aftocht.

Sta me toe om nog een paar campagnefouten van Kamala Harris aan de orde te stellen. Ze houden misschien ook wat lessen voor ons in. Het was dom van Harris om mee te gaan in de beschrijving van Trump als een fascist. Namecalling was niet nodig. Anderen deden het al, en je kon weten dat het voor de kiezer betekenisloos was, aangezien Trump Harris een communist, een marxist én een fascist noemde. Maar het was over the top en harkte ook terug naar Bidens enige campagne-item: Trump als gevaar voor de democratie. Het volk zag dat niet zo en het was al lang duidelijk dat eventuele gewaarwording van dat gevaar niet zou belissen.

Ook het opspelen van abortus, of beter gezegd, het hopen dat abortus de doorslag zou geven, was een foute beslissing. Iedereen wist dat dit belangrijk was. Je hoefde het niet te onderstrepen en het leidde af van waar het werkelijk over had moeten gaan, de economie en immigratie.

Harris pleegde zowat politieke zelfmoord door op de vraag of ze iets anders had gedaan in vier jaar Biden, enthousiast te verklaren dat ze niets kon bedenken. Het was een terugkerende fout bij Harris: niet gebruikmaken van openingen die een vraag bood. Ja, ze was tegen fracking in 2019. Ze had kunnen zeggen dat vier jaar ervaring als vice-president haar had geleerd dat ze haar standpunt moest veranderen. In plaats daarvan kwam ze met het lamme ik ben van mening veranderd maar mijn waarden zijn dezelfde gebleven. Duh?

En ondanks orkaanschade in Florida en North Carolina was klimaat helemaal geen onderwerp. Inkomensongelijkheid als onderwerp werd opgeofferd aan de stabiliteit van middeninkomens – steeds met het levensverhaal van Harris erbij. Persoonlijk was ik blij dat Biden vertrok en vond ik het verstandig om niet een open auditie voor de opvolging te houden, maar het was natuurlijk van een beangstigende knullingheid.

Laat ik dit vaststellen: de verkiezing van Donald Trump is een uitdaging. En een kans. Minder voor Amerika, waar een regering-Trump binnenlands de tegenstellingen, sociaal, cultureel en economisch alleen maar zal vergroten, dan voor ons, in Europa. Nou ja, kans. We kunnen niet anders dan ons realiseren dat de traditionele verhoudingen tussen Amerika en de EU voorgoed anders zijn geworden. Trump is daar minder de motor van als de resultante. Zie het als een opdracht.

U vroeg mij om de toon te zetten. Gegeven de uitslag van deze verkiezingen, niet enkel Trump maar in zijn hele omvang, kan die toonzetting alleen in mineur zijn. Maar ter afsluiting wil ik mijn openingsargument herhalen: ga deze uitslag niet overinterpreteren. Er was sprake van een opstand tegen de gevestigde machten, niet van een revolutie die een nieuw regime brengt. De kiezer heeft een duidelijke keuze gemaakt en dat doet die kiezer ook elders in Europa en dicht bij huis. Onderken echter dat die kiezer dat niet doet omdat hij het aanbod van de andere partij zo aantrekkelijk vindt, maar omdat hij genoeg heeft van de bestaande orde.

We moeten ons blijven realiseren dat die kiezer kan worden overgehaald tot een andere keuze. Maar dan moeten we wel iets te bieden hebben. Dat te doen, op zo’n manier dat nieuwe coalities gevormd kunnen worden, dat is de uitdaging voor iedereen die dinsdag de overwinning van Trump en zijn sekte bezorgd en zelfs een beetje bang gadesloeg. We moeten ons niet laten ontmoedigen.