Natuurlijk gaan de Amerikaanse verkiezingen over materiële zaken – die zijn de reflectie van je waarden. David Brooks begrijpt dat niet.

David Brooks is een cultuur fetisjist. Alles gaat bij hem over gedrag, over menselijke motivatie, over geloof en vooral gebrek daaraan. Over wat een samenleving bijeenhoudt.

In de NYT claimt hij dat Trump niet politiek en beleid tot inzet heeft gemaakt van democratische verkiezingen maar ‘wie wij zijn, als amerikanen’. Hij noemt de man een ‘culturele revolutionair’, herdefiniërend wat je kunt zeggen en hoe een leider zich kan gedragen. Hij maakt zichzelf en zijn waarden het ‘center of conversation’.

So far, niet echt verrassend, zij het dat ik Brooks’ analyse voor Trump wel kan volgen maar niet voor de Republikeinen die zich door hem in het pak laten naaien.

Maar Brooks onderwerp is niet Trump, het is de ‘materialistische aard’ van de Democratische kandidaten. Warren heeft een plan voor alles, behalve, vindt hij, voor het onderwerp van de verkiezingen dat cultureel en moreel is.

En daar gaat hij. Sinds de New Deal gaat de Democratische Partij alleen maar over materiële zaken, roept Brooks. En dus klaagt hij over de kandidaten, behalve de new age babbelaar Marianne Williamson.

Ik heb steeds meer moeite om Brooks, die voor hij in een echtelijke en spirituele crisis raakte best interessante ideeën had, te volgen.

Natuurlijk gaat de keuze tussen Trump en welke Democraat dan ook over waarden. En over wat voor samenleving Amerika wil zijn. En dat vertaalt zich niet, net als bij Trump, in lege kreten en in plaats van opruiende onzin zalvende eenheidskwekerij. 

Nee, het gaat over materiële dingen. Accepteer je de armoede, de kwaliteit van leven, het wapengeweld, het racisme, de ongelijkheid, de zakkenvullerij van de financiële sector, de immoraliteit van de rijken zonder verantwoordelijkheidsgevoel, al die onderwerpen waarvoor Warren een plan heeft.

Natuurlijk woedt er een cultuuroorlog in de VS, dat is al het geval sinds Nixon, misschien eerder en valt het te dateren toen de racisten de deksel op de neus kregen. Of misschien wel tot de New Deal zelf. Het was FDR die gehaat werd door de rijken, door de kleine geest Republikeinen.

Materieel welzijn, of materieel lijden, gaat wel degelijk over waarden. Brooks vraagt om een ‘uprising of decency’. Die ziet hij niet bij de huidige Democratische kandidaten. Misschien moet hij zijn spirituele bril afzetten.