Met het aftreden van Andriessen begon de rot pas echt.

Frans Andriessen, de gisteren overleden KVP voorman (later CDA), was een bevlogen politicus van wie niemand bevlogen raakte.

Voor mij heeft hij een persoonlijke betekenis omdat mijn eerste artikel in Intermediair over zijn aftreden ging. Dat zat zo. Ik had een doctoraal scriptie geschreven over de ministercrisis – wat er gebeurt als een enkele minister aftreedt. Als dat gebeurt over een persoonlijk probleem (dronken paaltje, secretaresse gepakt) dan was dat geen probleem maar als zo’n minister aftrad over een inhoudelijk, politiek probleem dan, voorspelde ik op basis van de ontwikkelingen, dan zou het hele kabinet vallen omdat zijn partij hem zou steunen.

Mooi niet dus. Toen Andriessen in het slechtste kabinet van na de oorlog, Van Agt-Wiegel, minister van Financiën was, eiste hij dat de regeringspartijen zich aan de afspraken over beperkte tekorten zouden houden. Hij dreigde met aftreden.

Wat gebeurde is dat zijn eigen partij, Van Agt & Co, en de andere regeringspartij, de VVD, altijd kien op het veroordelen van begrotingstekorten (volgens Wiegel had Den Uyl potverteerd), Andriessen lieten vallen. Hij kon vertrekken zonder dat er een kabinetscrisis losbarstte.

De redenen daarvoor waren eenvoudig: machtspolitiek. Nu ze eenmaal Den Uyl en de PvdA hadden uitgerangeerd, wilden ze geen risico lopen met een kabinetscrisis die mogelijk tot een afrekening van dit treurige kabinet zou kunnen leiden. Dus bleven ze lekker zitten en lieten de tekorten immens oplopen. Wiegel was er altijd schaamteloos over, net als de Amerikaanse Republikeinen klaagde hij altijd over andermans tekorten en liet ze zelf volledig uit de hand lopen. Sinterklaas bestaat, riep de man, en hij zit daar, wijzend op Den Uyl. So what else is new?

Vaak wordt gezegd dat met de Nacht van Schmelzer, de val van het kabinet Cals, het wantrouwen tegen Den Haag en de politiek begon. Zeker, dat was een begin, maar de voltooiing en uiteindelijke bevestiging van dat wantrouwen en van de polarisatie die ons nog steeds dwarszit, was het niet tot stand komen van Den Uyl II en de vorming van dat slechtste kabinet aller tijden, met Wiegel als feitelijke premier. Van Agt zat erbij en keek ernaar, als hij niet met een bon mot was afgereisd naar de Tour de France.

Frans Andriessen zag het gebeuren en werd er het slachtoffer van. Verraden door zijn eigen partij. Ik kende hem niet persoonlijk maar ik heb de indruk dat hij er nooit meer helemaal bovenop is gekomen. En wij, Nederland, eigenlijk ook niet.