Is Trumpisme meer dan ‘er met gestrekt been ingaan’?

Vandaag begint Nikki Haley, oud gouverneur van South Carolina en Trumps ambassadeur bij de VN, aan haar presidentscampagne. Tegen diezelfde Trump. Na 6 januari was Haley een van de mensen die Trump verantwoordelijk hielden voor het grofste politieke geweld in de VS sinds de burgeroorlog. Net als de ruggegraatloze Speaker McCarthy kwam ze binnen een paar weken tot inkeer. Ze zou zelf niet kandidaat zijn als Trump de nominatie wilde. Laten we zeggen dat ze niet in haar eerste leugen is gestikt.

Aan Haley is een goede potentiële president verloren gegaan. Jammer dat ze haar principes inruilde uit politiek opportunisme toen ze in maart 2021 meer heil zag in het steunen van de staatsgreeppleger dan in het overeind houden van waar ze voor stond. Haley verdient lof voor haar tijd als gouverneur. Na de moordpartij in een protestantse kerk in 2015 door een opgejuinde tiener met een confederale vlag (negen doden – vandaag weer verscheidene doden in Michigan, thoughts and prayers, bla bla) nam Haley het verstandige besluit om die confederale vlag uit de vlag van de staat South Carolina te halen.

Dat was ook moedig. South Carolina is de geboorteplek van de burgeroorlog, bijna vanzelfsprekend omdat het ook een van de meest repressieve slavenstaten was. Pas toen ze de foto’s van de moordenaar zag met die vlag, realiseerde ze zich wat zwarte Amerikanen zien als ze die vlag zien. Lofwaardig, maar blijkbaar was het geen probleem voor Haley om Trumps aanhang met confederale vlaggen in het Capitool te zien. Een mooie analyse van haar vluchtige moraal staat vandaag in de NYT.

Haley is de eerste officiële tegenkandidaat van de psychopaat in Florida. Ze begint met een achterstand in de opiniepeilingen op Ron DeSantis, de cultuuroorlogvoerende gouverneur van Florida. Die dankt zijn voorsprong aan zijn goede prestatie bij de verkiezingen van 2022, een overdreven waardering want andere Republikeinse gouverneurs scoorden minstens zo goed. DeSantis ligt onder vuur van Trump, niet om enige inhoudelijke reden want hij is minstens zo provocerend in zijn optreden, maar simpelweg omdat Trump zo reageert als iemand in zijn vaarwater komt.

Er staan, zoals ik eerder schreef, nog wat andere Trump paladijnen te trappelen om aan de verkiezingsstrijd meer te doen. In de Washington Post werd gesuggereerd dat de persoon Trump misschien te smerig is om te worden gekozen maar dat waar hij voor staat de Republikeinen, verdeeld tot op het bot en zonder enig programma, weer het Witte Huis kan opleveren. Het bleef bij een suggestie maar het is een serieuze vraag: kan de ‘magie’ van Trumpisme worden overgedragen op niet Trumps? De onderliggende vraag is wat Trump nou eigenlijk tot stand heeft gebracht en wat zijn presidentschap überhaupt mogelijk maakte – twee vragen dus eigenlijk.

Om met het tweede te beginnen, het was de offensieve aard van de persoon Trump die hem president maakte. Een narcistische megalomane onzekere pappa’s jongen slaagde erin om het ressentiment van de burger die zich benadeelt, gepiepeld voelt, te vertegenwoordigen. Hij kon dat, zoals het boek Confidence Man van Maggie Habermann laat, omdat hij zelf een vat vol ressentiment was. De kwaliteit die Trump deed winnen was dat hij een feilloos intuïtief gevoel heeft waar hij zijn eigen ressentiment kan kanaliseren naar de boze burger. Niet dat er veel inzicht nodig was om immigratie, racisme, xenofobie en antiglobalisme te onderkennen als belangrijke sentimenten maar Trump had het lef, of het gebrek aan moraliteit, om ze uit te spreken en te gebruiken. Zoals Fortuyn dat in Nederland deed. Trump ging erin met gestrekt been, zoals een Telegraaf-bewonderaar het formuleert. Dat deed hij zeker maar dan komen we bij die andere vraag: wat heeft dat opgeleverd?

Niets waar zijn kiezers wat aan hebben, zou ik betogen. De cultuuroorlogen, nu door DeSantis overgenomen, gaven misschien een goed gevoel – mondkapjes zijn voor sissies, corona is maar een griepje en tegelijk zijn de Chinezen schuldig, schelden, schoppen, mysogene praat – maar ze hebben niets opgeleverd. Een gepolitiseerd Supreme Court en een achterlijke abortusregelgeving. Wat is zijn kiezer beter geworden van Trump?

We weten wie er wél beter werden van zijn presidentschap: de traditionele Republikeinse machten achter de schermen. Lagere belastingen voor de rijken en voor ondernemingen, ondermijning van regels, afschaffing van milieubeleid, subsidies voor de landbouw, pro-Nethanyahubeleid en dedain voor mensenrechten en democratie. Trump was een Wizard of Oz: de frontman voor een club van grootgeld financiers. De kiezer werd bedonderd.

Als kandidaten dus nu gaan beweren (of werkelijk denken) dat ze Trumpisme zonder Trump kunnen bewerkstelligen dan hebben ze niet goed begrepen waarom Trump populair was bij een deel van de Amerikanen. De gezamenlijke weigering van de Republikeinen om Trump opzij te zetten na 6 januari geeft al aan dat ze net weinig normen en waarden hebben als de man zelf. Maar op één punt hebben ze het goed gezien: de ondermijning van de democratie in alle opzichten heeft niet voldoende afkeer opgeleverd om de Republikeinen, de partij achter die ondermijning, buitenspel te zetten. Het is ongelooflijk en weerzinwekkend dat de partij die 6 januari goedpraat een serieuze kans heeft om in 2024 het Witte Huis te heroveren.

Want uiteindelijk is dat het wat de Haley’s, Pompeo’s en DeSantissen van Amerika motiveert: macht zonder verantwoordelijkheid. Ze hebben geen agenda anders dan datzelfde ressentiment waar Trump van profiteerde, maar ik vermoed dat ze zonder Trumps methoden en zijn verwerpelijke karaktertrekken hetzelfde resultaat kunnen boeken. Nou ja, ik hoop dat dat zo is, want je kunt in dit klimaat slechts hopen dat de Amerikaanse burger op tijd bij bewustzijn komt. Het enige wat je met gestrekt been moet doen is alle Republikeinen die Trump niet veroordeeld hebben linea recta de politiek uitschoppen. Helaas, het zal niet gebeuren.