In de strategische competitie met China staat de VS op achterstand.

Dit weekend werd bekend dat er een vergaande handelsovereenkomst is gesloten tussen China, Korea, Japan en tien ASEAN landen. Een deal van landen rond de pacific, zij het enkel aan de westkant daarvan. Geleid door China.

Hoe zat dat ook al weer? Was de VS niet bezig met een deal die landen rond de Pacific koppelde en China buitensloot? Jazeker, president Obama onderhandelde totdat het Trans-Pacific Trade Pact (TTP) binnen bereik was. Onder druk van anti-globalisten, protectionisten en opportunisten (respectievelijk Bernie Sanders, Donald Trump en Hillary Clinton) werd het TTP in de campagne van 2016 de nek omgedraaid, formeel bevestigd door Trump toen hij eenmaal president was. China keek lachend toe.

President Trump had een ander idee. Hij zou, als geniale dealsluiter, een bliateraal handelsakkoord met China tot stand brengen. Trump was geobsedeerd met het handelstekort tussen beide landen. Hij stuurde zijn hardline onderhandelaars naar China en liet ondertussen aan Xi Jing Ping weten dat hij het op prijs zou stellen als die hielp een mooi akkoord te sluiten dat hem herverkiezing op zou leveren.

In een ‘historische’ deal verklaarde Trump dat China 200 miljard dollar extra aan Amerikaanse goederen en diensten zou inkopen maar een alomvattende, serieuze deal met China kwam er niet. Uit frustratie legde Trump handelsbeperkingen, dat wil zeggen, importheffingen op aan China. Spullen uit het land die Amerikaanse consumenten graag kopen werden duurde. De Amerikaanse regering hief een extra paar procent aan de grens. In zijn onnozelheid, dezelfde onnozelheid die Mexico voor de muur liet betalen, dacht Trump dat dit kosten waren voor China. De Amerikaan die nu meer moest betalen voor zijn in China gemaakte waren wist wel beter.

China sloeg terug door de import van sojabonen te beperken. Dat was niet precies wat de Trump stemmende boeren in het Midden Westen en Westen van de VS hadden bedoeld. Ze vroegen en kregen miljarden steun om het verlies aan de Chinese markt te compenseren. De deals die Trump wilde afdwingen kwamen er niet. Hij zakte weg in gefrustreerd roepen over het China-virus en liet elke vorm van beleid op coronagebied varen. China kreeg het virus snel onder controle, in Amerika werkt het in overdrive. China keek lachend toe.

Dit zijn goede jaren voor China als wereldmacht. De VS blijkt vooral goed in het scoren van eigen doelpunten en het laten zien dat een democratie geleid door een idioot zo rommelig en ineffectief wordt dat het autoritaire beleid van de communistische partij er vanzelf goed uit gaat zien. De Chinese economie groeit dit jaar, de enige grote economie in de wereld die dat doet. Het IMF verwacht in 2021 weer groei van rond de 8 procent.

Volgens het Peterson Institute for International Economics is de Chinese import van Amerikaanse goederen 16 procent lager dan voor de handelsoorlog begon in 2017. De Chinese import van goederen uit de rest van de wereld steeg met 20 procent of meer. De 200 miljard deal van Trump is niet uitgevoerd.

De Financial Times schrijft, op basis van een rapport van de Brookings Institution dat de Chinese reactie op Trumps protectionisme de Amerikaanse export zware schade heeft toegebracht. De importheffingen dwongen Amerikaanse bedrijven die importeerden om lagere winstmarges te accepteren. Lonen daalden, prijzen stegen. Het bilaterale handelstekort met China is lager geworden maar het handelstekort in het algemeen niet. Het Amerikaanse optreden leidde tot andere handelsstromen die de Amerikaanse tekorten met Europa, Mexico, Japan, Zuid-Korea en Taiwan lieten oplopen.

Het geld van de importheffingen is gebruikt om boze boeren af te kopen. De paradox is, zegt de FT, dat in de financiële markten de frictie tussen China en de VS vrijwel afwezig is. Daar kunnen Amerikaanse bedrijven wel meer toegang tot China krijgen. En China zou steeds meer investeringsfondsen aantrekken.

De conclusie van de FT is dat de strategische competitie tussen de VS en China van president Biden vereist dat hij een stabiele en vredige financiële wederzijdse afhankelijkheid opzet. Dat begint met het verwijderen van de havikken die in de regering-Trump het beleid bepaalden (en natuurlijk Trump zelf met zijn beperkte begrip van de economie).

Helemaal los van de handelsoorlog en de dreigingen in de Chinese Zee, kijken de Chinese autoriteiten glunderend naar de manier waarop Amerika laat zien wat een rommeltje democratie kan zijn. Donald Trump is de beste promotor van het autoritaire regime van de verlichte communistische partij die die partij zich kan wensen. Het coronabeleid in de VS is daarin een element, de mokkende president die zijn verlies niet wil toegeven en in de hem resterende weken nog ergens een oorlog wil beginnen, de leidende partij die democratische normen overboord zet: de grote roerganger Xi ziet het allemaal minzaam aan.