Hoe de Republikeinen al ruim vijftig jaar regeren

Nog een nabrander ter overpeinzing, aansluitend op mijn opmerking dat de cultuuroorlogen nog steeds gaande zijn.

De Democraten hebben zich al vaak in deze valstrik laten lokken en het is, eerlijk gezegd, ook moeilijk om hem te ontlopen. Wapens, geloof en ras zijn aan de rechterzijde verenigdende krachten. Gender issues en racisme veroorzaken meer verdeeldheid dan eenheid op links, of je dat nou leuk vindt of niet.

Het netto resultaat is dat de Republikeinen, dat wil zeggen blank, conservatief, half of helemaal racistisch Amerika, vijanden van overheidsbeleid om de samenleving te verbeteren, al meer dan vijftig jaar aan de macht is. Sinds de verkiezingen van 1968 met Nixons zwijgende meerderheid en de Southern Strategy om precies te zijn. Het congres mag tot 1994 in Democratische zijn gebleven, dat had vanwege conservatieve zuiderlingen minder invloed dan je zou hebben gewenst.

Afgezien van de ongelukkige periode Jimmy Carter – ik blijf volhouden dat de wereld er anders had uitgezien als Ford of Reagan in 1977 de problemen had geërfd – hebben Republikeinen tot zeker 2008 het beleid bepaald. Clintons triangulation – het overnemen van Republikeinse onderwerpen om ze te neutraliseren – bevestigde dat alleen maar. De Republikeinen hebben meer presidenten gehad die meer invloed hadden omdat ze de overheid vooral ondermijnden.

Alleen Obama in 2009, met een Democratische congres, leek een doorbraak te forceren om een minder reactionaire meerderheid in Amerika de doorslaggevende stem te geven, maar in 2010 maakten de Republikeinen daar alweer een eind aan. Demonisering en het opspelen van cultuuronderwerpen werken fantastisch voor politici die in staat zijn het machtsspel zonder voorbehoud (en zonder normen) te spelen. Mitch McConnell is er een sprekend voorbeeld van.

Zolang de Democraten op links blijven eikelen over correctheid en identiteitsonderwerpen zullen ze veroordeeld zijn om van de rücksichtloze Republikeinen te verliezen.

In de Financial Times werpt Janan Ganesh de vraag op wie in 2024 de Democraten moet aanvoeren. Hij moet weinig hebben van Harris, die, vermoed ik, inderdaad alleen serieus kandidaat zal kunnen zijn als Biden op tijd omvalt. Ook stelt hij terecht vast dat vaak, net als bij de Republikeinen, degene die ‘aan de beurt is’ kandidaat wordt, i.c. Mondale, Gore, Kerry en Biden. Clinton en Obama waren uitzonderingen.

Van die uitzonderingen moeten we het hebben. Ik heb mijn (slinkende) hoop gesteld op iemand die het tijdsgewricht bij de lurven durft te nemen, zoals Teddy of Franklin Roosevelt. Het is nooit te vroeg om al over kandidaten na te denken. Bij mij kwam dezer dagen de gedachte op dat het doodzonde was dat Sherrod Brown van Ohio in 2020 niet kandidaat was geweest. Ik denk dat hij inmiddels te oud is om elan te kunnen geven.

Uit de campagne van 2020 rest alleen Pete Buttigieg. Warren is te oud, Klobuchar te … Door gebrek aan gouverneurs komt er van die kant weinig aanwas. Voor een activistische partij als de Democraten dienen zich gevaarlijk weinig kandidaten aan. En het zal niet meevallen om een Trump-kloon in 2024 te verslaan (ik blijf ook volhouden dat de psycho zelf geen kans heeft en dat of zelf zal inzien, of dat de Republikeinen iemand anders nomineren, onwaarschijnlijk als dat nu lijkt).

Een grote overwinning is nodig om de Republikeinse minderheid-is-meerderheid strategie te doorbreken. Wie dat moet doen en met welke onderwerpen is na vandaag, na het inzakken van de Biden-soufflé moeilijk te voorzien.