Als de MAGA-wereld van Donald Trump ergens goed in is dan is het haten. En in die wereld is er geen fijner object van haat dan Californië en haar 39 miljoen inwoners. Dit is de staat waar de milieuregels zijn geboren die vaak de landelijke trend bepalen. Waar overheidsregulering inderdaad gargantueske vormen heeft aangenomen. Waar belastingen hoog zijn. Waar woke en me too regeren – denkt de rest van Amerika. En waar Democraten altijd lijken te winnen. Heerlijk om tegenaan te schoppen.
Voor Donald Trump is het de ideale staat om ruzie mee te zoeken. Hij haat het heldere licht in Californië, hij haat de happy go lucky attitude, hij haat de huidige gouverneur Gavin Newsom, die hij, in gebruikelijke haatspraak, Newscum noemt. Hij haat hoe Californië eruit ziet: witte Amerikanen zijn er al decennia in de minderheid zijn. Sterker, veertig procent van de bevolking is Hispanic of Latino en ook Aziaten hebben er hun thuis gevonden.(met een achtergrond in Latijns Amerika). Californië is een staat van immigranten. De etnische variatie wordt door de overgrote meerderheid van de bewoners gewaardeerd.
De afkeer van wat ooit gold als paradijs is nochtans recent. Ooit was Californië de droomwereld waar miljoenen arme Amerikanen tijdens en na de Depressie via Route 66 met een aftandse T-Ford hun geluk hoopten te vinden. Het probleem is dat die optie nieet meer bestaat. Californië is te druk en te duur geworden. Amerikanen die het vervallen Midden Westen graag zouden verlaten, zitten daar nu vast. Ze weten dat geografisch en sociaal economische mobiliteit niet meer bestaan. Er valt niets meer te dromen. Ze hebben hun jaloersheid op Californië omgezet in haat, en Donald Trump weet deze pijnpunten feilloos te vinden.
Ga maar na: Trump had zijn immigratiebeleid ook hard kunnen uitvoeren in Texas, waar percentueel evenveel Hispanics wonen (veertig procent). Maar daar zit een radicaal rechtse gouverneur en als daar medeburgers in opstand komen tegen het oppakken van hun buren, kun je die niet zomaar wegzetten als radicaal linkse on-Amerikaanse elementen. Los Angeles is veel aantrekkelijker, zowel om de onrust aan te jagen als de macht van de president te vergroten.
Want dit laatste is de achterliggende doelstelling van de president: kijken hoever hij kan gaan met het inzetten van de national guard en zelfs het leger tegen onrust naar keuze. Het is natuurlijk een gotspe dat een regering die de bestorming van het capitool weigert te kwalificeren als een ‘insurrection’ tamelijk vreedzame demonstraties onder die noemer schaart, met het doel straks de wet uit 1807 te kunnen inzetten die allerlei actie onder die noemer mogelijk maakt. Ook ander beleid zoals de importheffingen, het afleveren van mensen in de Amerikaanse Goelag in El Salvador en zijn maatregelen tegen universiteiten grondt Trump op zijn vermeende macht op basis van omstreden uitgelegde regels.
Misschien gaat het vervelen vast te stellen dat Trumps woorden en daden precies het handboek volgen voor autoritair leiderschap, maar dat maakt het niet minder waar. Leugens over massaal en niet te beteugelen geweld horen daarbij. In 2020, bij de onrust over de moord op George Floyd, riep hij hetzelfde en wilde hij het leger al inzetten om demonstranten in hun benen te schieten. Toen weerhielden bedachtzame en serieuze leden van zijn omgeving hem nog van excessen. Die zijn er niet meer. Nu schiet een agent in Los Angeles fluitend een journalist neer. Wie Los Angeles goed kent weet overigens dat de LAPD, de politie van de stad, uitzonderlijk impopulair is. Geen burger die op hen vertrouwt.
Voor Trump zijn er ook banale redenen om wild tekeer te gaan in Los Angeles. De confrontatie is een welkome afleiding van zijn falen als president. Dat begint al met de aanleiding van de agressieve acties in Los Angeles: lagere aantallen opgepakten dan beloofd. Trumps chef hater, zijn assistent voor binnenlands beleid Stephen Miller, was er zo pissig over dat hij beval om mensen op te gaan pakken in winkels en restaurants. De timing daarvan is niet toevallig. De narcisten ruzie tussen Musk en Trump is schadelijk, hoe je het ook wendt of keert. Er is de steeds duidelijker wordende puinhoop van Trumps begrotingsbeleid, de lelijke ominbuswet die bij de Senaat ligt. Er is Trumps falen als vredestichter. Het uitkleden van de universitaire wereld van onderzoek, het breken van academische carrières, is allesbehalve populair. De bewijzen van corruptie van historisch ongekende proporties stapelen zich op. Doge-ontslagen worden teruggedraaid. De importheffingen zijn een flop. Het is, kortom, tijd om de aandacht af te leiden.
Wat het geheel aan ontwikkelingen in deze turbulente 140 dagen van Trump 2.0 verbindt is afkeer. Afkeer van alles wat een samenleving bindt, bijeenhoudt en groeivermogen geeft. Afkeer van alles wat Amerika groot heeft gemaakt. Afkeer van iedereen die Trump niet de grootste, de beste en de mooiste president vindt. Wie had kunnen denken dat een president alle Amerikanen een ‘gelukkige’ Memorial Day zou wensen, ‘inclusief het tuig dat de afgelopen vier jaar bezig was ons land kapot te maken’. Dat de rechtse woke propagandisten woorden als ‘diversiteit’ en ‘gelijkheid’ hebben verboden, boeken verbannen.
Het staat nog te bezien of Amerika genoeg haters heeft om Trumps wrede beleid te laten beklijven. Het is waar dat het vooruitzicht van kampen vol opgepakte illegalen, transporten en menselijk leed dat hij in de campagne schetste niet tegen hem werkte. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij het heeft beloofd. En ja, hij denkt nog steeds dat hij op dit onderwerp kan scoren.
Maar de praktijk van het oppakken van buren, co-werkers en keurige burgers die al jaren in Amerika wonen, is heel wat anders dan de belofte ervan in de campagne. Terreur, van de overheid en van anderen, hakt er pas echt in als het gaat om mensen die dicht bij je staan.
Het is mogelijk dat alle Trumpies haters zijn geworden, dat de helft van het land geen probleem heeft met wreed, onmenselijk en uiteindelijk sociaal én economisch schadelijk beleid. Maar het moet niet verbazen als de opeenstapeling van haat en wreedheid zich toch tegen de MAGA-regering gaat keren.