Goed, hebben we ook weer gehad. Een nietszeggende State of the Union. Kunnen we nu verder?

De State of the Union die de psycho president van de VS na enige, door hemzelf veroorzaakte vertraging, afleverde bevatte geen verrassingen.

Voor en na de speech, en eigenlijk ook in de speech zelf, liet Trump zien dat hij geen enkele intentie heeft om te verbinden. Hij deed geen serieuze beleidsvoorstellen – infrastructuur had al lang een programma kunnen en moeten zijn – en deed geen handreikingen aan de Democraten om te komen tot tweepartijenwetgeving.

Trump heeft zijn partij nog in de hand. Dat wil zeggen, ze klappen voor hem bij een State of the Union, zoals Democraten dat deden toen Billy Clinton het ambt besmeurde. Het zegt niet veel, al dat applaus, aangevoerd door die kwezel achter hem, de aanstaande 46e president, Mike Pence.

Goed, afgewerkt. Er komt geen tweede shut down. Ik zou eerder een verklaring van national emergency verwachten, met allerlei complicaties voor een Republikeinse Partij die Barack Obama beschuldigde van machtsgrepen. We staan waar we staan sinds 6 november: een president in een funk, zonder visie, zonder macht, een man die zichzelf meer en meer ophangt aan die muur zonder enig uitzicht op verwezenlijking ervan.

Dat aspect is weer wel interessant. De gedachte dat je alles wat je in huis hebt reduceert tot die muur heeft twee gevolgen: alle andere onderdelen van je beleid, inclusief de door de rijke Republikeinen bezongen belastingverlagingen, zien er minder uit en als je je doel, die muur, niet bereikt sta je met lege handen. De gedachte dat een electoraat dat de psycho nooit meer dan 43 procent instemming heeft gegeven uit verontwaardiging daarover de man zou herverkiezen, lijkt me tamelijk onrealistisch. Maar het is alles wat Trump nu heeft.