En daar gaan we weer. In een land dat tot de nok toe vol zit met wapens en dagelijks wordt opgejuind tot onfrisse polarisatie, tot een niveau waarop mensen met een andere opinie als vijand worden gezien, in dat land wordt politiek geweld steeds gewoner. Nu is het Charlie Kirk, een rechts radicale opiniemaker die zijn brood verdiende met haat zaaien. Eerder dit jaar waren het twee afgevaardigden in het parlement van Minnesota. Vorig jaar was het een bijna gelukte aanslag op presidentskandidaat Donald Trump.
En steeds is de reactie hetzelfde: het is links, het is rechts. Het zijn geen cirkels waarin we draaien, het is een spiraal. Een spiraal van maatschappelijk uit elkaar vallen die iedere keer weer een stukje hoger draait, tot er niets meer over is van wat we ooit zo mooi civic society noemden. Dan is de burgeroorlog daar, ook al staan niet troepen tegenover elkaar, maar keren de burgers, van rechts en van links, zich af van wat hen ooit bijeen hield. Komen burgers tegenover elkaar te staan, onwrikbaar in hun gelijk, onwrikbaar in hun demonisering van de ander.
Kirk was deel van dit proces, daarover geen misverstand – niet dat dit moord rechtvaardigt. Maar het was Kirks beroep, zijn brood en beleg om te provoceren, om op te juinen, om een bepaalde, nogal polariserende versie van de samenleving aan de man te brengen. Om anderen te beschuldigen van kwade insteek. Zijn bijna laatste woorden waren antwoord op een retorische vraag: weet je hoeveel transgender mensen de laatste tien jaar massamoorden hebben gepleegd? Schot voor open doel. Te veel, zei Kirk. De vragensteller refereerde aan een massamoord op een school, vorige maand, door een transgender persoon.
Gegeven het feit dat er sindsdien een paar nieuwe massamoorden hebben plaatsgevonden, sneed de erop volgende vraag iets meer hout: hoeveel massamoorden hebben we de afgelopen jaren gezien? Kirk antwoordde snerend: met of zonder bendegeweld? Een antwoord dat nergens op sloeg, here nor there was, en, in typerende stijl, het echte onderwerp liet liggen. Het waren Kirks laatste woorden, nu zelf het voorwerp van Amerikaans wapengeweld. Hij had beter verdiend dan dit grafschrift.
De moord op Kirk krikt de geweldspiraal weer een stukje hoger. Het is een proces. Iedere aanslag, maar ook iedere benoeming van partijgedreven functionarissen, van de pathetische directeur van de FBI die uit de aanslag op Kirk een slaatje probeerde te slaan, tot de dood en verderf zaaiende minister van Volksgezondheid, iedere aanval van de president op leden van de FED, het Bureau of Labor Statistics, de Smithsonian musea, en de talloze andere organisaties waar mensen zitten die hem niet naar de mond praten, het sturen van soldaten naar door Democraten geleide steden: al die dingen plus, dag in dag uit, drip drip, in een opzettelijke strategie van flooding the zone, het nieuws beheersen met nieuwe provocaties, het draagt allemaal bij aan die dodelijke dynamiek die de samenleving uiteindelijk wurgt.
Er was een tijd dat een Amerikaanse president op een dergelijke moord reageerde met een oproep tot kalmte. We zijn allemaal verontwaardigd, boos, treurig, zou zo’n president hebben gezegd, maar laten we ook allemaal terughoudendheid betrachten. We weten niet wie verantwoordelijk is, maar ik beloof u dat we tot de bodem zullen gaan om dat uit te vinden en gepaste straf uit te meten. In zijn slepende toespraak vanuit het Oval Office gaf Trump de schuld aan de media en de mensen die iedere dag anderen demoniseren. Hij had een punt in het verwijt dat tegenstanders mensen als Kirk vergelijken met nazi’s, criminelen en massamoordenaars en zo de haat opdrijven. Vorige week werd Trump zelf nog met Hitler vergeleken.
En vervolgens dreef hij de haat nog wat op door in de volgende zin radicaal links de schuld te geven. Hij beloofde iedereen achter de broek te zitten die rechters en mensen in het openbaar ministerie bedreigen, iets waar hij zelf voortdurend mee bezig is. Hij verwees naar de aanslag op hemzelf en op andere Republikeinen, zonder de moord op de Democratische politici in Minnesota te noemen, of het geweld tegen de echtgenoot van Nancy Pelosi. Alsof politiek geweld in de VS alleen van links komt. Was het maar zo, dan zou het gemakkelijker te beteugelen zijn.
Met soldaten op straat, gemaskerde en onidentificeerbare agenten burgers oppakkend, met een Supreme Court dat het prima vindt dat je op basis van etniciteit wordt aangehouden, met de dagelijkse ondermijningen van de rechtsstaat en de grondwettelijke orde, en met een Congres dat de uitvoerende macht carte blanche heeft gegeven, is het wachten op een volgend incident dat de spiraal nog wat hoger drijft. Er zal een confrontatie komen met mensen die protesteren tegen de aanwezigheid van troepen op straat, een confrontatie waarbij doden zullen vallen zoals bij de Boston Massacre van 1770, toen Engelse soldaten het vuur openden op gewone burgers, of van Kent State University van 1970, toen de Ohio National Guard zonder aanleiding studenten doodschoot. Historische waarschuwing zijn aan deze president niet besteed. Het is onvermijdelijk dat er zo’n punt komt en dan zal deze president die ‘emergency’ gebruiken om het hele land onder staat van beleg te plaatsen en de rechtsstaat buiten werking.
Politieke leiders zouden precies de mensen moeten zijn die vuren temperen, die de zaak bij elkaar houden, die boven partijen uit stijgen voor een grote goed van de publieke zaak. In het Amerika van 2025 is er maar één leider die dat kan doen: president Trump. Hij verzaakt zijn plicht. De tragische dood van Charlie Kirk zou een katalysator hebben kunnen zijn om een minimum aan civic society terug te brengen in een samenleving die nood heeft aan iets dat samen weer terug brengt in dat woord.
Het is onwaarschijnlijk dat Kirks dood die rol gaat spelen. Integendeel, het lijkt erop dat hij de speelbal wordt van nieuwe partijdigheid, van nieuwe vijandverklaringen, van nieuwe retorische excessen. Tragisch, en een gemiste kans om een zinloze dood enige betekenis te geven.