Arizona: land van tegenstellingen

Het is ironisch dat de grondlegger van Amerikaanse conservatisme, Barry Goldwater, uit Arizona kwam (klik hier voor biografie van de man die in 1964 presidentskandidaat was). Individualisme en hoogdravende praat over de rol van de markt heeft Arizona nooit verhinderd om flink mee te eten uit de federale ruif. Sommige bewoners zien dat als betaling van huur aan hen, omdat de federale overheid wel tachtig procent van de staat in bezit heeft. Die ‘huur’ ontvangt de staat in de vorm van grote, door de federale overheid gefinancierde programma’s, zoals militaire bases en ambitieuze waterprojecten.

Voorbeelden genoeg. In Zuid-Arizona is Fort Huachuca één van Amerika’s belangrijkste communicatiecentra. Op Davis Monthan Air Force Base bij Tucson staan afgeschreven vliegtuigen opgeslagen. De in 1911 door de federale overheid gebouwde Roosevelt Dam is de grootste gemetselde dam ter wereld. Daarmee wordt energie opgewekt om de stad Phoenix te verlichten. Het door de belastingbetaler betaalde Central Arizona Project om water uit de Colorado naar de boeren in Arizona te leiden, voorziet nu de steden in Arizona van water. Dankzij federale projecten is onze droge omgeving minder een probleem dan mogelijk zou zijn, omdat de rivieren zijn omgeruild voor een goed georganiseerd systeem van dammen en meren.

Milieuactivisten verontwaardigd

Maar niet iedereen is onder de indruk. Milieu-activisten zijn nog steeds verontwaardigd en bedroefd over het einde van Glen Canyon, die ‘begraven’ werd onder het water toen de Colorado Rivier werd ingedamd. Daarvoor kwam Lake Powell terug, een opzienbarend blauw kunstmatig meer, omgeven door een 3.000 kilometer woestijnoever.

Ook op een andere terrein is Arizona een plek van contrasten. Het dorpje Old Oraibi, in het Hopi Indianenreservaat, zou de oudste, permanent bewoonde nederzetting van Noord-Amerika te zijn, terwijl verderop Phoenix alle groeirecords breekt.

Verrassende variëteit

Zinderende zomers veranderen de woestijnen in het midden en zuiden van Arizona in bakovens, witte winters bevriezen de noordelijke High Country. Het grootste deel van Noord-Arizona wordt bedekt door Ponderosa dennenwouden, terwijl in het midden en zuiden van de staat reuzencactussen staan.

Ook de bewoners van Arizona zijn nogal verscheiden. Cowboys en indianen. Bomenliefhebbers en projectontwikkelaars. Oud en jong. Toeristen en inheemsen. Pro-business entrepeneurs, dromers en zieners. Taliesin West, van de architect Frank Lloyd Wright en Arcosanct, een modelstad van de toekomst, liggen niet voor niets hier.

Onafhankelijkheid is Arizona’s lijfspreuk. De meesten mensen zijn naar de staat gekomen vanwege de ruimte en de ideologische vrijheid. Niets nieuws onder zon: al in 1906 weigerden de kiezers in de Territory of Arizona de status van staat te accepteren, omdat het Congres Arizona en New Mexico wilde samenvoegen.

Ook onder elkaar houden de bewoners er uitgesproken meningen op na. In Tucson kijkt men naar Phoenix als de State Capital en het centrum voor regering, financiën en zaken, terwijl Tucson wordt beschouwd als culturele en intellectuele spil. Tuscon is iets groener dan Phoenix, het ligt 400 meter hoger. Maar veel maakt het niet uit. De zomer is en blijft warm.

Snelle ontwikkeling

In 1864 bad de Arizona Miner: ‘Oh Congress, give us a railroad.’ De gebeden werden verhoord in 1880, toen Arizona aansluiting kreeg op een oost-west verbinding naar Californië. De ondernemende entrepeneurs arriveerden met de eerste trein om in de veeteelt of de mijnbouw hun fortuin te maken. Mijnwerkers deden het bijzonder goed sinds Arizona zilver, goud en vooral koper in haar aderen bleek te hebben.

Gedurende de volgende eeuw was het een komen en gaan van mijnplaatsjes, na de Tweede Wereldoorlog schoten de fabrieken als paddestoelen uit de grond. Al snel werd de staat diverser doordat er naast vee en koper ook bestaansmogelijkheden in landbouw, halffabrikaten, medische centra en toerisme bleken te schuilen. De stoffige nederzettingen die Phoenix en Tucson ooit waren, veranderden in mondaine steden met air-conditioning.

Grand Canyon Staat

Nu is toerisme de op één na grootste bedrijfstak in Arizona. Dé grote trekker is de grote kloof, de Grand Canyon, maar ook Monument Valley, Canyon de Chelly en andere natuurmonumenten die soms via Hollywood klassieke status hebben gekregen.

Dankzij de nijverheid, de industrie en het toerisme is Arizona de afgelopen vijftig jaar enorm gegroeid. Maar de Indianen merkte daar nooit veel van, met uitzondering van de Navajo Nation, die grote stukken grond verpacht voor de mijnbouw. Toerisme is de enige bedrijfstak die door alle stammen werd geaccepteerd. Sommigen, zoals de Navajo en de Hopi, stonden het bezoekers toe hun land te ontginnen. Een paar, zoals de White Mountain Apache die het Sunrise Ski Resort bij Greer beheren, zijn zelfs actief bezig klanten van buitenaf te lokken.

Artiesten verkopen hun werk nog steeds langs de weg. Genezers in afgelegen dorpjes delen hun kennis nog steeds met toeschouwers. Maar door Indianen beheerde casino’s op Indiaanse grond trekken de stammen mee in de vaart der volkeren. Het gevolg is dat succesvolle gok-stammen als de Fort McDowell, Ak-Chin en Gila River gemeenschappen bij Phoenix van hun inkomsten sociale en educatieve programma’s en projecten op het gebied van gezondheidszorg en welvaart bekostigen.